De redactie ontving hierop een boze reactie. Deze uitspraak zou erop neerkomen dat het ontkennen van de klimaatopwarming een pseudowetenschap is, die dan nog op één lijn wordt gesteld met het creationisme. Tegelijk werd kritiek geleverd op het “alarmisme” dat rond de klimaatkwestie heerst en dat allerminst wetenschappelijk kan worden genoemd.
Zelf heb ik die kwestie eerder besproken in Wonder (2007, nr. 4) in een artikel met de niet mis te verstane titel Zin en onzin van de klimaatverandering. Daarin beschreef ik uitvoerig “een ‘alarmistische’ stemmingmakerij… die zelfs intolerante trekjes kan aannemen”. Tegelijk schreef ik over de conclusies van de klimatologen. “Het gaat er niet om doemscenario’s te propageren, maar wel om rekening te houden met wat kan gebeuren”. Zeven jaar later denk ik dat deze tekst niets aan waarde heeft verloren en ik kan er voor meer bijzonderheden naar verwijzen.
De vraag naar de realiteit van de opwarming van de aarde, de al dan niet menselijke oorzaken en de verdere evolutie van het klimaat is een zaak voor de wetenschap, dus in de eerste plaats de klimatologie. SKEPP probeert enkel te onderzoeken welke beweringen hierover in tegenspraak zijn met de huidige stand van de wetenschappelijke kennis. De mening van de klimatologen is in de voorbije jaren niet fundamenteel veranderd. Er heeft zich onder hen een consensus gevormd. De Nederlandse klimatoloog Rob van Dorland (die in niets gelijkt op een alarmist) zei onlangs in het populair-wetenschappelijk tijdschrift Zenit dat “het gegeven dat het klimaat aan het veranderen is, geen onderwerp van debat is. Sceptici zijn van mening dat de rol van de mens in de huidige klimaatverandering klein is, maar in de vakliteratuur kom je nauwelijks publicaties van die strekking tegen.”
Dat beweringen ingaan tegen de opinie van een grote meerderheid van klimatologen, maakt ze op zich nog geen pseudowetenschap. Wel maken sommigen daarbij gebruik van argumenten die we onredelijk en onwetenschappelijk kunnen noemen.
Zo zijn er de lobbyisten van grote bedrijven en belangengroepen, die bijzonder nadeel zouden ondervinden van bepaalde ‘klimaatmaatregelen’, zoals een beperking van fossiele brandstoffen. Die gedragen zich als advocaten die een pleidooi pro domo houden: alles wat de klimaatopwarming tegenspreekt, is voor hen goed.
Er zijn er ook die op ideologische of religieuze basis de klimaatopwarming verwerpen. Peilingen in de Verenigde Staten tonen aan dat evangelische christenen (zeg maar min of meer fundamentalistische protestanten) meer klimaatsceptisch zijn dan het gemiddelde van de bevolking. Extreme evangelische groepen noemen de milieubeweging een belediging van God en beweren dat het schandelijk zou zijn om de door God voorziene overvloed aan fossiele brandstoffen niet te gebruiken. Sommigen zien in de klimaatveranderingen een teken voor de komende terugkeer van Christus. Deze opvattingen staan zeer nabij het creationisme en men kan niet anders dan ze als pseudowetenschappelijk bestempelen.
Omgekeerd zijn er echter ook heel wat gelovigen die zich vanwege hun christelijk engagement inzetten tegen de opwarming, al dan niet op alarmistische wijze. Sommige evangelische christenen zien de strijd om het behoud van het klimaat als een strijd voor het behoud van de schepping. Zo eenzijdig is het dus allemaal niet. Daarnaast zijn er ook mensen die op wetenschappelijke gronden bemerkingen blijven hebben rond de klimaattheorieën. Bijvoorbeeld over de betrouwbaarheid van de klimaatmodellen. Of over de vraag of de klimaatopwarming van de tweede helft van de twintigste eeuw zich de jongste jaren wel doorzet. Dat laatste is niet zo eenvoudig, want klimaat gaat per definitie over gemiddelden op langere termijn, minstens tientallen jaren, niet over een extreem warme zomer of een abnormaal sombere lente.
Uiteindelijk kan alleen de wetenschap uitmaken wat de waarheid is. Emotionele stemmingmakerij zal hierin geen verandering kunnen brengen. Het valt te begrijpen dat veel mensen bezorgd zijn over de opwarming van de aarde en de mogelijke gevolgen. Dat betekent nog niet dat ze andersdenkenden de mond moeten snoeren, wat helaas soms gebeurt. In mijn artikel van 2007 had ik het al over pogingen om klimaatsceptici het recht op vrije meningsuiting te ontzeggen. Maar intolerantie is nergens voor nodig, zelfs niet als het om echte pseudowetenschap gaat. Echte skeptici – ook Pigliucci – gebruiken redelijke argumenten.
Tim Trachet is stichtend lid en erevoorzitter van SKEPP