SKEPP: Hoe ben je gaandeweg gespecialiseerd geraakt in de klimaatproblematiek?
PIETER BOUSSEMAERE: Ik kwam onlangs nog een oude jeugdvriend tegen en hij vroeg net hetzelfde. Ik vertelde hem dat er in onze tijd – en ik spreek nu van begin jaren 90 – nauwelijks opleidingen waren die alle aspecten van klimaatopwarming bestudeerden. Men kon wel een of andere cursus volgen, maar de opleiding klimaatwetenschap as such bestond toen nog niet. Iedereen van mijn generatie of ouder die zich klimaatwetenschapper noemt, heeft ofwel fysica, geografie, chemie, biologie, etc. gestudeerd. Ik ken ook een aantal historici. Het waren allemaal wetenschappers die deelaspecten onderzochten, zoals bijvoorbeeld glaciologen (gletsjerkundigen). Men kwam uit de meest diverse disciplines omdat er simpelweg geen overkoepelende opleiding bestond. Dat is ondertussen natuurlijk sterk veranderd.
Als historicus konden wij in mijn licentie (tegenwoordig Master) in Leuven deels zelf ons programma samenstellen. Omdat ik ook altijd heb getwijfeld om aardrijkskunde te studeren, zat ik de helft van de tijd bij de geografen. Die interesse is er dus altijd al geweest. Later kreeg ik dan de kans om prehistorie te doceren in Brugge. Dat evolueerde deels naar een cursus over klimaatgeschiedenis en van daaruit viel ik van de ene verbazing in de andere. Ik spreek nu over begin jaren 2000; studenten toen wisten er werkelijk niets van af.
In 2015 verscheen dan je eerste klimaatboek Eerste hulp bij klimaatverwarring.
Klopt. Maar in 2012 publiceerde ik al een boek over de prehistorie en het ontstaan van de mens waarin ik ook een stuk klimaatgeschiedenis had verwerkt.
Helden
Welke wetenschappers waren voor jou een bron van inspiratie?
Ik heb minstens twee favorieten. De Amerikaanse fysicus en astronoom James Hansen (82) zowat de peetvader van de klimaatproblematiek. Heden ten dage is hij misschien minder bekend, maar hij was degene die in 1988 voor het eerst het klimaat op de wereldagenda plaatste, als baas van de klimaatafdeling van de NASA – het zgn. Goddard Institute for Space Studies of GISS. In zijn benadering van wetenschappen nam hij informatie uit het verleden ernstig en gaf die een belangrijke plaats in het totaalplaatje, terwijl anderen zich vaak beperkten tot voorspellende computermodellen. Hij dus niet. Hij probeerde het overzicht te bewaren en verwerkte heel wat informatie uit de paleoklimatologie als belangrijke vertrekbasis om tot een totaalbeeld van de situatie te komen. Dat zag je niet bij alle wetenschappers, zeker toen niet. Later, toen hij op pensioen was, begon hij zich actief in te zetten voor de klimaatzaak. Hij ging betogen en spande zelfs rechtszaken tegen de overheid aan – zoals Juliana v. United States in 2015 – omdat die volgens hem te weinig doet om een stabiele toekomst op vlak klimaat te garanderen. Dat deed hij voor zijn kleindochter, want zij staat voor hem symbool staat voor de volgende generaties. Ook al kreeg hij daar veel kritiek voor, hij had wél gelijk. Als je op een bepaald moment, na al die jaren, een heleboel kennis bezit waarvan je beseft dat het beleid hier onvoldoende mee aan de slag gaat, dan vind ook ik dat je verplicht bent om actie te ondernemen. Mensen die zeggen dat het een professor onwaardig is om rechtszaken aan te spannen en activistisch te worden, hebben de boodschap nog niet goed begrepen. Waarom zou je dat niet doen? En al zeker ná je carrière.
Dan is er ook de Amerikaanse klimatoloog en geofysicus Michael Evan Mann. Ook als is dat in werkelijkheid niet echt zo, voor mij is hij de opvolger van Hansen. Door zijn manier van uitleggen, zijn aanwezigheid in de media en zijn activisme, zeker vanuit zijn academische functie. Niet dat hij op straat komt om te protesteren. Wel gaat hij actief de strijd aan met ontkenners en hij doet dat zeer goed. Zijn werk leidde in 1999 tot de reconstructie van de evolutie van het klimaat van de laatste 1000 jaar. Die grafiek werd vanwege zijn vorm de hockey stick genoemd en is heel bekend. Briljant figuur, die Michael Mann.
Hansen en Mann zijn natuurlijk met zuivere klimaatwetenschap bezig, maar er zijn ook mensen die werken aan oplossingen. Op dat vlak kijk ik bijvoorbeeld geweldig op naar Auke Hoekstra. Als onderzoeker is hij verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven en zet hij zich in om de transitie naar duurzame energie te versnellen. Het is fantastisch om te zien dat hij het debat niet schuwt en hoe hij zich erin positioneert. Bepaalde mensen krijgen vaak lik op stuk van hem en hij doet dat zeer goed. Respect!
Mythes en misverstanden
Ik heb een aantal uitspraken bijeen gesprokkeld van mensen die niet aanvaarden wat de wetenschappelijke consensus is over het klimaat. Hun beweegredenen ken ik natuurlijk niet. Hebben ze te weinig bagage om wetenschappelijke studies correct te interpreteren of hebben ze onderliggende ideologische motieven? In elk geval ontkennen ze waarover klimaatwetenschappers het eens zijn, namelijk dat de opwarming van het klimaat antropogeen is.
Het is misschien handig om eerst te definiëren wat we onder klimaatontkenning verstaan.
Goed idee!
Je hebt verschillende houdingen. Het gaat hier over mensen die de basisbevindingen van de klimaatwetenschap ontkennen, zoals ten eerste het feit dat de aarde opwarmt en dat dit door menselijk handelen komt. Ten tweede aanvaarden sommigen de klimaatopwarming wel, maar geloven ze niet dat de gevolgen ernstig zullen zijn als we niet tijdig ingrijpen. Ten derde heb je nog een groep mensen die de opwarming en de gevolgen erkent, maar daar nogal cynisch en gelaten op reageert: er is volgens hen niets meer aan te doen. Dat is niet juist. Er valt namelijk altijd wat aan te doen. Als we de meest extreme scenario’s nog kunnen vermijden, lijkt me dat een zeer goede zaak en moeten we daar zoveel mogelijk op inzetten.
Let wel, het is niet zo dat je binnen de wetenschap alles klakkeloos moet aanvaarden. Integendeel, wetenschap beschrijf je net het best als één grote ‘georganiseerde scepsis’. Je kunt alles in twijfel trekken – dat wordt zelfs van je verwacht – zolang je maar sterke (tegen)argumenten hebt die de wetenschappelijke toets hebben doorstaan. Kun je dat niet, dan heeft jouw ‘mening’ geen belang. In die zin is wetenschap geen democratie waarin ieders mening even zwaar telt. In de wetenschap draait het om de kracht van bewijsvoering. En tot nader order staan bovenvermelde basisbevindingen wetenschappelijk als een huis en doe je aan wetenschapsontkenning als je hier tegenin gaat.
Laat ons jou dan eens enkele van die beweringen van wetenschapsontkenners voorschotelen. Bewering één: “Klimaatverandering is van alle tijden. Waarom zouden we moeten geloven dat mensen dit nu veroorzaken? Millennia voordat we massaal fossiele brandstoffen verbrandden, veranderde het klimaat al constant.” Hoe zou je daar op reageren?
Eén van de typische kenmerken of tactieken van ontkenners is het gebruik van drogredenen. Dit is er duidelijk één. De redenering ‘klimaatverandering is van alle tijden, dus de mens kan nu niet de schuldige zijn’ is van het zelfde kaliber als ‘er zijn altijd al natuurlijke bosbranden geweest, dus de mens kan nu onmogelijk bosbranden veroorzaken’. Je voelt meteen aan dat er iets schort aan deze redenering. Waarom zou dat niet kunnen? We zijn er behoorlijk zeker van dat de mens de oorzaak is van de huidige opwarming. De aarde was trouwens de laatste tweeduizend jaar eigenlijk licht aan het afkoelen. Die trend is duidelijk doorbroken. We waren in feite op weg naar een nieuwe ijstijd en toch zien we nu een pijlsnelle stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur .
Wat wijst er bijvoorbeeld op dat de mens verantwoordelijk is?
De bewijzen zijn veelvuldig. Een heel stom voorbeeld: we zien dat de nachten sneller opwarmen dan de dagen. Dat wijst erop dat er ’s nachts meer warmte wordt vastgehouden dan vroeger. Want ’s nachts wil de aarde normaal gezien afkoelen. Dat lukt nu minder makkelijk. Indien de zon de reden van de opwarming was, zou de opwarming vooral overdag voelbaar zijn. Aangezien het omgekeerde zich voordoet, betekent dat de zon onmogelijk de oorzaak van de huidige opwarming kan zijn. Dat is één van de duizenden elementen die ons in de richting dwingt van de verklaring dat er sprake moet zijn van bijvoorbeeld een toegenomen broeikaseffect.
Dus overdag stijgen de temperaturen meer dan vroeger, maar ’s nachts is dat nóg meer het geval?
Ja, je ziet dat ook duidelijk bij ons. De nachten warmen sneller op dan de dagen. Je moet daar eens op letten. De nachttemperaturen zitten zelden onder het zogenaamde langjarig gemiddelde. Overdag durft dat wel nog eens het geval te zijn, maar ’s nachts bijna nooit.
Heb je nog zo’n verrassend maar sprekend voorbeeld?
Zeker. Er zijn talloze voorbeelden in verband met het broeikaseffect. Bij verbranding van fossiele brandstoffen wordt zuurstof verbruikt. Door metingen weten we dat de zuurstofconcentratie in de atmosfeer inderdaad evenredig gedaald is. Het is een aanwijzing dat de CO2-toename in de atmosfeer bijvoorbeeld niet van de oceanen of vulkanen kan afkomstig zijn, maar van een verbrandingsproces.
Nog een voorbeeld: we wéten exact hoeveel olie, gas en steenkool er ontgonnen wordt, omdat overheden er belasting op heffen. Uit vergelijkingen blijkt dat de stijging van het CO2-gehalte in de atmosfeer nagenoeg synchroon loopt met de steeds grotere hoeveelheden fossiele brandstoffen die de mens bovenhaalt sinds de start van de Industriële Revolutie.
De bewijzen zijn gewoon legio. De werking van broeikasgassen is trouwens al meer dan 150 jaar gekend. Daarnaast weten we ook dat de luchtcirculatie in de atmosfeer er ongeveer één tot twee jaar over doet om radioactieve koolstof van het noordelijk naar het zuidelijk halfrond te sturen. Men stelde dat vast tijdens de Koude Oorlog toen men nog volop atoombommen testte. Uit metingen blijkt dat het CO2-gehalte op het zuidelijk halfrond ook steevast twee jaar achterop hinkt op het noordelijke halfrond. Dat betekent dat de hoofduitstoot van CO2 zich op het noordelijk halfrond moet bevinden. En waar situeren zich alle grote industriële centra? Op het noordelijk halfrond.
Alle gegevens convergeren dus in dezelfde richting.
Juist, ik heb hier nog hopen materiaal. Het stopt gewoon niet. Als je dat allemaal bij mekaar optelt, wordt het lastig om de feiten te ontkennen. Er zijn bijvoorbeeld ook verschillende verschijningsvormen van koolstof, isotopen genaamd. De meest voorkomende isotoop van koolstof is koolstof-12 (C-12). Een zwaarder type van koolstof is C-13. Planten verkiezen het lichtere C-12. Als de mens fossiele brandstoffen verbrandt, dan brengt hij dus meer van het lichtere C-12 in de lucht. En dat is exact wat wetenschappers observeren bij metingen in de atmosfeer.
De tweede bewering heb ik van een Vlaamse politicus: “Wat voor hoogheidswaanzin van de mens om te denken dat wij nietige wezens zoiets groot als het klimaat kunnen beïnvloeden. De menselijke invloed is verwaarloosbaar.” Wat schort er aan die redenering?
Wel, met een heel klein beetje kleurstof kan je ook een heel olympisch zwembad van kleur doen veranderen. De invloed van de mens lijkt misschien ogenschijnlijk klein, maar kan een enorm effect hebben. In dit geval voegt de mens iets meer dan 4% extra CO2 toe aan het natuurlijke proces. Je kan dat vergelijken met het vullen van een bad. Stel je voor dat het debiet van de kraan en de afvoer ongeveer in evenwicht is, dan blijft het niveau van het water ook gelijk. Je blijft met dezelfde hoeveelheid water in je bad zitten. Maar wij, de mens, hebben die kraan nu 4% meer opengezet en de afvoer is nauwelijks groter geworden. Wat gebeurt er nu met het niveau van het badwater? Het zal heel langzaam beginnen stijgen. Die kraan opendraaien is wat de mens doet. Dat effect is ogenschijnlijk klein maar na meerdere decennia wordt dat duidelijk voelbaar.
Antarctica
Mooie metafoor. Hier nog een derde bewering: ik zag bepaalde wetenschapsontkenners zeggen dat Antarctica al 70 jaar niet meer opwarmt.
Dat klopt ook.
Dat staat zelfs in een artikel in het topgerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift als Nature.
Tsja, we weten dat allemaal (lacht). Dat is geen geheim. Het artikel waar je naar verwijst tracht daar net een verklaring voor te vinden.
Pseudowetenschappers, complotverspreiders en dergelijke komen wel vaker af met vondsten en ontdekkingen die er eigenlijk geen zijn, moet ik vaak vaststellen.
Maar nu komt het. En dát is interessant. We zien de Noordpool gigantisch snel opwarmen, maar de Zuidpool niet. Aha! Dan is het natuurlijk zoeken naar een verklaring. Meerdere verklaringen worden geopperd. Eentje ervan staat trouwens in dat Nature-artikel. De ijskap op de Zuidpool is zo hoog – bijna 4 km – dat het er altijd koud is.
Bijna zo hoog als de Mont Blanc!
Ben je onlangs nog eens op de top van de Mont Blanc geweest? Daar ligt ook nog steeds sneeuw. Je kan je evengoed afvragen waarom er op die top nog altijd sneeuw ligt. Dat komt gewoon omdat het zo hoog ligt. Dat wil zeggen dat de opwarming echt wel nog een stuk moet doorduwen vooraleer ook daar alle sneeuw zal smelten. Doordat het zo hoog zit, is de buffer ook groter vooraleer er echt grote veranderingen zullen plaatsvinden. Wat we ook zien is dat er rond Antarctica een constante zeestroming is die koud water van warm water, maar ook koude van warme lucht, scheidt. Daardoor bereikt het warme water veel moeilijker Antarctica. Dat zijn een aantal verklaringen waarom we die opwarming op de Zuidpool minder vaststellen.
Máár… het door jou vermelde artikel dateert van 2020. En tot dan klopt dat verhaal ook. Sindsdien zien we echter dat alles ook op en rond Antarctica in een stroomversnelling is geraakt, vooral dan wat zee-ijs betreft. Dat is een nieuw gegeven. Misschien stopt die recente trend ook. Want een paar jaar zegt op zich niets, maar het is wel opvallend. De threshold, de drempelwaarde, is er nu misschien ook bereikt.
Kijk maar eens naar deze grafiek. Je ziet dat de lijnen in de jaren 80 (grijs), 90 (donker grijs), de jaren 2000 (zwart) en de jaren 2010 (blauw) allemaal bij mekaar liggen. De omvang van het zee-ijs bleef dus hetzelfde. Maar dan zien we die rode lijn die 2023 voorstelt. Die ligt een pak lager en dat is zorgwekkend.
Bosbranden
Bewering 4 is behoorlijk actueel. Er waren deze zomer weer heel wat bosbranden: in Canada, duizenden evacuaties op Tenerife, het Hawaïaanse eiland Maui telt al meer dan 100 doden, Portugal blijft vechten tegen bosbranden. Op 28 juli 2023 las ik in de krant De Standaard dat de Griekse minister van Klimaatcrisis en Civiele bescherming Vassilis Kikilias beweert dat de meeste door mensenhanden zijn aangestoken. Dat lees ik ook bij klimaatnegationisten: die bosbranden zijn in meer dan 95% van de gevallen aangestoken. Zelfs de Europese Commissie zou dat in een rapport stellen. Dat heeft dus maar zeer weinig met klimaat te maken en heel veel met menselijke brandstichting. Ze worden dus eerder bewust of onbewust aangestoken. Ook op het eiland Maui is de hypothese dat afgeknakte elektriciteitskabels door hevige wind het vuur veroorzaakten in droog gras.
Uiteraard is een groot deel van de bosbranden aangestoken. Dat is zeker. Dat verandert echter niets aan het feit dat alle houtig materiaal zoals planten steeds droger wordt en dat de verdamping toeneemt omdat de temperatuur stijgt. Enerzijds valt er op bepaalde plekken – zeker in Zuid-Europa tijdens de zomermaanden – veel minder regen. Anderzijds wordt het ook steeds warmer waardoor de grond meer uitdroogt. Op twee vlakken krijg je dus een verdroging. Hoe droger het materiaal, hoe makkelijker je gigantische branden krijgt. Het punt is dat we het aantal bosbranden en het aantal hectares dat in de lucht vliegt overal op de planeet fel zien stijgen. Dat komt omdat het houtig materiaal op veel plaatsen veel droger is dan vroeger.
Dus in vergelijking met vroeger is de kans veel groter dat je direct een bosbrand krijgt en dat het aantal hectares dat vuur vat, als iemand nu een brand aansteekt?
Uiteraard. De bosbranden in Canada deze zomer zijn ongezien. Ik heb de chart zien passeren (lacht groen). Dit jaar is geen klein record gebroken, hoor, het is compleet off the charts qua hectares. Er waren al meer dan 5000 bosbranden. Zeker vier keer de oppervlakte van België is afgebrand. Dat is alleen maar te verklaren doordat ze daar een heel warme en droge periode hebben meegemaakt. Dat is trouwens allemaal perfect voorspeld. Ik heb ooit een Australisch klimaatrapport gelezen uit 2008 , de Garnaud Climate Change Review, waarin ze voorspelden dat vanaf omstreeks 2020 het aantal bosbranden en de schaal ervan zo groot zou zijn dat we het niet meer zouden kunnen negeren. Wel omstreeks 2020 was dat ook zo.
Wat die wetenschapsontkenners blijkbaar keer op keer doen, is de feiten en de rapporten interpreteren zodat ze hun vooroordeel bevestigen. Het geeft de indruk dat ze die teksten moedwillig verkeerd lezen.
We stellen vast dat het overal – zeker boven land – warmer wordt, dus dat de verdamping tout court toeneemt en dat er op bepaalde plekken veel minder neerslag valt tijdens de zomer in vergelijking met vroeger. Leg die twee samen, dan weet je dat de kans op grote branden toeneemt. Of dat nu van menselijke of natuurlijke oorsprong is, maakt niet zoveel uit. Het aantal en de schaal van de bosbranden zal toenemen.
Dat valt inderdaad niet meer te ontkennen.
Bedankt voor dit gesprek en om ons te wapenen met duidelijke feiten.