In Immuun voor nepnieuws brengt van der Linden zijn these die bestaat uit drie delen. Ten eerste: er bestaan in de vorm van misinformatie, complottheorieën en andere niet zo onschuldige ideeën daadwerkelijk virussen van de geest – wat doet denken aan Richard Dawkins’ memes – die onze kijk op de wereld verstoren. Net zoals virussen in ons lichaam moeilijk te bestrijden zijn – antibiotica helpen bijvoorbeeld niet; blijkt het enorm lastig om misinformatie terug uit onze hersenen te krijgen, eenmaal die zich daar genesteld heeft.
Virussen van de geest zijn volgens van der Linden nóg besmettelijker dan biologische.
Zijn tweede stelling is dat virussen van de geest nóg besmettelijker zijn dan biologische. Geen enkel virus kan bestaan zonder gastheren én bij een virus van de geest is er geen fysiek contact nodig om het over te dragen. Dit soort virussen zijn daarenboven schadelijk voor de gezondheid van individuen en democratieën.
Van der Lindens laatste, meer hoopvolle stelling is dat er als behandelmethode een psychologisch vaccin tegen nepnieuws bestaat – met als meest handige voordeel dat er geen naalden aan te pas hoeven te komen.
De ontwikkeling van zo een vaccin vereist dat je begrijpt hoe het virus werkt en leidt tot het aanduiden en herkennen van zes manipulatietechnieken:
- het verdacht maken van autoriteiten en critici;
- het polariseren van groepen in de samenleving;
- het inspelen op emoties van mensen om hen te manipuleren;
- het in omloop brengen van complottheorieën;
- het opvoeren van nepexperts en -organisaties;
- het trollen van mensen en online discussies.
Immuun tegen nepnieuws behelst elf hoofdstukken onderverdeeld in de drie grote theses. Hij beëindigt elk hoofdstuk met een overzicht van een (vier tot zes) nepnieuwsantigenen. Dat maakt het boek – dat toch wel 300 bladzijden telt – behoorlijk bevattelijk. Het idee voelt wat geïnspireerd op het nog dikkere Ons feilbare denken (2011) van Daniel Kahneman .
Wie trouwens al eerder boeken las zoals dat van Kahneman: Waarom iedereen altijd gelijk heeft (2016) van Ruben Mersch, Irrationaliteit (2010) van Stuart Sutherland en De ongelovige Thomas heeft een punt (2011) van Johan Braeckman en Maarten Boudry, zal tijdens het lezen van de eerste vijftig bladzijden serieus op zijn honger blijven zitten. Het misschien wel noodzakelijke herkauwen van een aantal grote lijnen brengt voor hen helaas niets nieuws. Wie deze werken echter nog niet achter de kiezen heeft, krijgt in gepolijste stijl een razend toegankelijke spoedcursus over hoe de menselijke psychologie functioneert bij het verwerken van informatie en het inschatten van haar waarheidsgehalte. Van der Linden is zeer kundig in het samenvatten van de meest relevante kennis tot een uiterst coherente tekst.
Een razend toegankelijke spoedcursus over hoe mensen informatie verwerken haar waarheidsgehalte inschatten.
Kritische reflectie
Als het al niet boeiend was, dan wordt het vanaf hier razend interessant. Van der Linden relativeert en zwakt eerder onderzoek af, wijst op de beperkingen ervan en werkt zijn verhaal verder uit op basis van experimenten die deze limieten trachten op te vangen. Hij nuanceert en diept eerder onderzoek uit en hij haalt bijkomend onderzoek aan dat als extra bevestiging. Hier ligt de spannende, heerlijke meerwaarde van dit boek. Zijn bescheiden en kritische houding – ook naar eigen onderzoek – is bijzonder aangenaam. Van der Linden vraagt zich bij verschillende onderzoeksresultaten geregeld af of er wel gemeten werd wat ze wilden te weten komen. Heeft men bijvoorbeeld voldoende data verzameld om solide conclusies te maken? Zijn de verkregen bevindingen uit de labsituatie van het experiment vergelijkbaar met de effecten in de echte, online wereld? Zo wordt het geheel een zeer genuanceerd, maar ook complex verhaal, waardoor vooral het tweede deel – over de besmettelijkheid van virussen van de geest – het lastigste stuk is.
Microtargetting
In dat tweede deel gaat van der Linden trouwens uitgebreid in op de vraag die velen fascineert: kunnen sociale media mensen nu wel of niet beïnvloeden in hun opvattingen en desnoods stemgedrag. Daarbij besteedt hij veel aandacht aan de kwestie van het Amerikaans-Britse politieke consultancybedrijf Cambridge Analytica dat via datamining de politieke campagnes probeerde te sturen ten voordele van Trump en het Leave-kamp bij Brexit. Het antwoord daarop is niet zo eenduidig, vergt een aantal essentiële nuances en bevat nog een aantal onopgeloste kwesties.
Dat advertenties, boodschappen en filmpjes op sociale media ons zomaar kunnen beïnvloeden, daar staan de meeste wetenschappers sceptisch tegenover. Maar wat als men via goed uitgekozen datapunten een grotendeels accuraat psychologisch profiel kan opstellen en dat gebruikt als basis om boodschappen te ontwikkelen in een stijl en toon die die persoon meer aanspreekt dan een ander? Als je die informatie in de juiste context op je netvlies afgevuurd krijgt, dan geeft onderzoek toch al een meer verontrustend beeld, aldus van der Linden.
Dit massale microtargetting via sociale mediakanalen op basis van je psychologische profiel noemt Sander van der Linden massaoverredingswapens.
We moeten trouwens niet te zelfingenomen zijn om te denken dat wij de dans ontspringen en onzin moeiteloos doorprikken als het ons wordt voorgeschoteld.
Vermoed jij toch van jezelf dat je een krak bent in nepnieuws herkennen? Hier slechts één voorbeeld van een in wezen eenvoudige oefening die niet eens gebruik maakt van microtargetting:
- Poetin vaardigde een internationaal arrestatiebevel uit tegen George Soros.
- In Californië is een baby geboren die ‘heart eyes emoji’ werd genoemd .😍
- Een crimineel liet zo’n harde scheet dat hij zijn verstopplek verraadde.
Sander van der Linden legde zes vergelijkbare stellingen voor aan duizend vijfhonderd mensen. Vijftig procent van de mensen gaf aan behoorlijk wat vertrouwen te hebben in het eigen vermogen om waar van onwaar te onderscheiden. Helaas kon slechts 4% ze allemaal correct identificeren. Welnu: van de bovenstaande drie is slechts één stelling waar en de twee andere verzonnen. Weet je welke? Geen spoilers hier: om te weten welke stelling klopt, zal je het boek moeten lezen.
Prebunking
Toegegeven, zowel de idee dat je mensen kan inenten tegen desinformatie en complottheorieën als het oplijsten van die zes manipulatietechnieken bevat op zich geen wereldschokkende nieuwigheden. Voor zover ik me herinner, ben ik al vijftien jaar bekend met de inoculatietheorie. In die zin suggereert de titel van hoofdstuk 8, ‘De nieuwe wetenschap van prebunking’, iets wat niet helemaal klopt. Daarnaast zal niemand verrast opkijken van de zes aangehaalde manipulatiethechnieken. Maar vergis je niet, het boek verwerkt heel wat uiterst recente onderzoeken tot een bijzonder informatief en organisch geheel. Dat alleen al maakt het de moeite waard om te lezen. Écht de moeite!
Skeptici breken trouwens al lang het hoofd over een magische methode om mensen immuun te maken tegen onzin. Verwachten dat je voor de volle 100% gewapend raakt, is echter zoeken naar de heilige graal. Toch geven de vermelde studies en grafieken in ‘Immuun tegen nepnieuws’ een fascinerende kijk op hoe en in welke mate prebunking effectief werkt – en de auteur legt en passant even uit waarom Aristoteles waarschijnlijk de eerste was die het nut van prebunken inzag!
Toch lijkt van der Linden mij soms net iets té enthousiast als hij stelt: ‘Nu we een effectief psychologisch vaccin hadden ontdekt, moesten we een manier vinden om dat te verspreiden onder de bevolking.’ (blz. 260) Zijn team ontwikkelde namelijk meerdere online games, waaronder Bad News, waarin je zelf aan de slag kan met enkele misinformatietechnieken. Hoewel de mentale immuniteit op die manier wel met een prachtige 20 tot 25% stijgt, kan ik dat moeilijk een effectief vaccin noemen. Vooral als van der Linden zelf aangeeft dat virussen van de geest nóg besmettelijker zijn dan biologische.
Hoe hoog moet de groepsimmuniteit dan liggen? In elk geval is *prebunking* een veronachtzaamde methode waarop we meer moeten inzetten. Het is één van de vele essentiële, maar imperfecte lagen in het Zwitsersekaasmodel tegen de verspreiding van nepnieuws.
Disclaimer
Het boek eindigt met een hoofdstuk over hoe je vrienden en familieleden mentaal kunt inenten. Van der Linden onderscheidt een inenting gericht op feiten en eentje op technieken. Dat is bijzonder handig omdat het je helpt om over te gaan van de éne naar de andere methode als je merkt dat je gesprekspartner niet vatbaar is voor een bepaalde invalshoek.
Hoewel hij er licht lijkt over te gaan, moet het gezegd: zijn aanpak is wel héél intensief. Beseffend dat het waarschijnlijk niet anders kan, want ook ik vermoed dat je makkelijk enkele maanden tot jaren nodig hebt om ideeën om te buigen, vrees ik dat je je niet erg populair maakt als je van der Lindens advies geregeld toepast. Je zou weleens het gevaar kunnen lopen als vermoeiende betweter bestempeld te worden bij familiefeesten en bijeenkomsten.
Niettemin, dit boek is – naast een boeiende - ook een stevige kluif waarvan de inhoud ook praktisch inzetbaar is. Wie niet bang is om inhoudelijk te worden uitgedaagd, vindt met dit boek een van de betere werken over dit onderwerp. Als Sander van der Linden op dit niveau blijft verder spelen, ben ik heel benieuwd naar wat voor inzichten zijn team ons in de toekomst nog zal voorschotelen.
Immuun tegen nepnieuws, Sander van der Linden
Verschenen bij Spectrum (2023)
Brecht Decoene is moraalwetenschapper, leraar Moraal en bestuurslid van SKEPP. Zijn voornaamste interesse gaat uit naar de diverse aspecten van kritisch versus complotdenken. Hij geeft regelmatig lezingen voor een breed publiek. Van tijd tot tijd schrijft hij opiniestukken voor Knack.be, Liberales, De Standaard en De Wereld Morgen.