Een aantal vragen krijgen we wel vaker, en dus hebben we die hier verzameld, met uiteraard de bijhorende antwoorden - die werden samengesteld door Etienne Vermeersch, Maarten Boudry, Johan Braeckman en Brecht Decoene.
Wat is wetenschap?
In de eerste betekenis is ‘wetenschap’ een menselijke activiteit om de wereld te onderzoeken en betrouwbare kennis te vergaren. Wetenschappers doen observaties en metingen, voeren experimenten uit, stellen hypothesen op, controleren elkaars bevindingen enzovoort. Ten tweede duiden we met ‘wetenschap’ ook het geheel van kennis aan dat voortkomt uit deze activiteit. De evolutietheorie van Darwin of de algemene relativiteitstheorie van Einstein zijn succesvolle voorbeelden van wetenschappelijke kennis. Over die theorieën bestaat een brede consensus onder experts. In de derde plaats duiden we met ‘wetenschap’ een aantal disciplines aan, zoals fysica (natuurkunde), biologie, chemie (scheikunde), economie enzovoort.
Deze drievoudige opdeling kunnen we vergelijken met de definitie van ‘kunst’. Met deze term bedoelen we een artistieke activiteit (beeldhouwen, schilderen). Daarnaast verwijst de term ‘kunst’ naar de producten van die artistieke bezigheid (schilderijen, muziekstukken). Tot slot denken we bij ‘kunst’ ook aan de verschillende disciplines of kunstvormen (architectuur, muziek, beeldhouwkunst).
Breed genomen zijn er drie grote takken in de familie van de wetenschappen: De natuurwetenschappen bestuderen de levenloze natuur en het universum (bv. natuurkunde, scheikunde, kosmologie, geologie). De levenswetenschappen ouden zich bezig met de levende wereld (bv. biologie, genetica, ecologie, geneeskunde). De menswetenschappen bestuderen de menselijke mentale vermogens en hun producten (bv. psychologie, sociologie, economie, rechtsgeleerdheid, geschiedenis).
Soms worden disciplines als geschiedenis en taalkunde niet tot de wetenschappen gerekend in de enge betekenis, omdat ze verschillende methodes gebruiken. Toch is het nuttig om ook de zogenaamde mens- en cultuurwetenschappen en de geschiedenis tot de ‘wetenschap’ in de ruime zin te rekenen. Al deze disciplines delen een aantal algemene kenmerken: respect voor waarheid, zorgvuldigheid, systematische kritiek, testen van hypothesen, enzovoort.
Enkele kenmerken van wetenschap :
- zelfcorrigerend
- zoektocht naar betrouwbare kennis
- onderlinge samenhang van deeldisciplines
- systematisch, consistent en biedt een samenhangend geheel van verklaringen
- kennisvergaring gebeurt direct en indirect door experimenten en/of logische deductie
- onderzoekt kennis die falsifieerbaar (weerlegbaar) is
- bedient zich van ondubbelzinnig en helder taalgebruik
- houdt betrouwbare kennis contradictieloos
- uitzonderlijke beweringen of fenomenen op grond van de huidige wetenschappelijke consensus, vragen uitzonderlijk sterke bewijzen of argumenten
Wat is pseudowetenschap?
Een pseudowetenschap is een verzameling van opvattingen die worden voorgesteld alsof ze wetenschappelijk zijn, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is. ‘Pseudo’ is het Griekse woord voor ‘vals’ of ‘onecht’. Een theorie is slechts wetenschappelijk als ze empirisch getoetst kan worden. De twintigste-eeuwse filosoof Karl Popper legde de klemtoon op de weerlegbaarheid of 'falsifieerbaarheid' van een theorie. Een theorie is slechts falsifieerbaar als het in principe mogelijk is om ze op één of andere manier te weerleggen. Dat wil dus niet zeggen dat ze al weerlegd is, maar dat het mogelijk is om haar te weerleggen. Als de theorie door geen enkele mogelijk waarneming kan worden tegengesproken, dan is ze niet falsifieerbaar en bijgevolg niet wetenschappelijk. Popper meende dat een hypothese waardevoller is naarmate ze meer en preciezere voorspellingen maakt, en dus een groter risico loopt om weerlegd te worden. Een theorie die ondanks een hoge graad van falsifieerbaarheid toch alle empirische testen heelhuids doorstaat, is het toonbeeld van een goede wetenschappelijke theorie. Een uitspraak zoals "het zal volgend jaar regenen" is niet interessant, omdat de waarschijnlijkheid dat de voorspelling uitkomt zeer hoog is. Nemen we evenwel de uitspraak "op 21 april 2024 zal het sneeuwen in Wetteren", dan is dat een heel specifieke voorspelling, die op eenvoudige wijze kan getest worden.
Terwijl goede wetenschap zich kwetsbaar opstelt voor falsificaties en kritiek, is het typisch voor pseudowetenschap om zich zoveel mogelijk in te dekken. Een pseudowetenschappelijke theorie is meestal vaag of dubbelzinnig, waardoor ze heel moeilijk kritisch kan onderzocht worden. Wanneer een hypothese afkomstig uit een pseudowetenschappelijke theorie toch getest wordt (bijvoorbeeld de werking van een homeopathisch middeltje), hebben haar aanhangers vaak uitvluchten of achterafverklaringen klaar om de weerlegging te betwisten. Dat worden ad hoc hypothesen genoemd, louter ingeroepen om de theorie tegen elke prijs te redden. Op die manier dekken pseudowetenschappers zich in tegen empirische weerleggingen en tasten ze het wetenschappelijke karakter van hun theorie aan.
Verdere kenmerken van pseudowetenschap zijn:
- beroep op autoriteiten en tradities
- het gebruik van drogargumenten
- anekdotische bewijzen
- neiging tot complotdenken
- de techniek van kersenplukken: selectief gebruik van data
- mysterieuze of duistere concepten
De scheidingslijn tussen wetenschap en pseudowetenschap is niet altijd glashelder. Sommige theorieën bevinden zich in een grijze zone tussenin (bijv. acupunctuur, mindfulness, snaartheorieën), andere theorieën waren ooit min of meer wetenschappelijk maar hebben tegenwoordig hun krediet verloren (bijv. frenologie, vitalisme in de biologie)
De wetenschap zegt vandaag A, maar morgen B. Waarom zouden we op wetenschap vertrouwen?
Deze opmerking bevat een kern van waarheid, maar toch slaat ze de plank mis. Elke wetenschappelijke theorie is inderdaad voor herziening vatbaar. Precies de feilbaarheid van wetenschappelijke kennis maakt haar grootste kracht uit. Door systematisch fouten bij te stellen en opvattingen aan kritiek bloot te stellen, komen wetenschappers tot steeds meer betrouwbare en ware kennis. Daar zijn verschillende gradaties in. Sommige opvattingen hebben al zoveel proeven doorstaan, dat ze eigenlijk boven redelijke twijfel verheven zijn. Niet boven elke vorm van twijfel (want dat zou absolute zekerheid vereisen), maar wel boven redelijke twijfel. Daarbij rekenen we bijvoorbeeld de stelling dat de aarde rond de zon draait, dat bacteriën en virussen ziekten veroorzaken, dat het molecuul genaamd DNA de basis vormt van de erfelijkheidsmechanismen, dat planten zonlicht omzetten in chemische energie en daarbij zuurstof produceren als afvalproduct, dat de mens en de fruitvlieg een gemeenschappelijke voorouder hebben, dat tektonische platen onze continenten voortdrijven, dat Napoleon de slag bij Waterloo heeft verloren, en ga zo maar door.
Er was een tijd waarin het redelijk was om aan al deze stellingen te twijfelen, omdat er onvoldoende bewijzen voorhanden waren, maar intussen zou dat volstrekt onredelijk zijn. Veel andere hypothesen en opvattingen in de wetenschap hebben dat statuut nog niet bereikt. Daarover is nog wel redelijke twijfel mogelijk: bijvoorbeeld wanneer de gemeenschappelijke voorouder van mens en fruitvlieg precies leefde, wat er die dag precies fout liep in Waterloo, waaruit de zogenaamde ‘donkere materie’ in het universum bestaat en welke kankers worden veroorzaakt door bacteriën. Naar deze vragen wordt nog volop onderzoek verricht en bestaat geen eensgezindheid binnen de wetenschap.
Wetenschap is een menselijke bedrijvigheid en dus per definitie onvolmaakt: altijd onderweg, constant evoluerend, strevend naar de meest betrouwbare kennis. Ze maakt elke dag opnieuw vorderingen. Nieuwe argumenten, ontdekkingen en theorieën worden ontwikkeld, verouderde opvattingen weerlegd. Technologische ontwikkelingen stellen wetenschappers steeds meer in staat om instrumenten te perfectioneren en onderzoek uit te voeren dat voorheen niet eens mogelijk was. De kracht van wetenschap is precies haar zelfcorrigerende vermogen. Als je dit alles bedenkt: waarom zou je dan eigenlijk niet op wetenschap vertrouwen?
Kan wetenschap alle vragen beantwoorden?
Neen. Wetenschap beantwoordt feitelijke vragen over de werkelijkheid, maar ze kan ons geen rechtstreeks antwoord bieden op morele, esthetische of spirituele vragen. De Schotse skepticus David Hume meende dat er een kloof gaapt tussen ‘zijn’ en ‘behoren’. De wetenschap kan ons leren wat er is in de wereld, maar daaruit kunnen we niet afleiden wat we behoren te doen. Niettemin is wetenschap een belangrijke bron van kennis voor zinvolle ethische discussies: we kunnen bijvoorbeeld psychologisch onderzoek uitvoeren naar de morele redeneringen en intuïties van mensen. We kunnen ook menselijk welzijn meten in verschillende types van samenlevingen, in een democratie of dictatuur, of de concrete morele gevolgen van een bepaalde wetgeving bestuderen (denk aan abortus of euthanasie). Dat zijn allemaal mogelijkheden om maatschappelijke kwesties wetenschappelijk te benaderen. Wetenschap probeert ook de oorsprong van het heelal en de structuur van de werkelijkheid te ontrafelen. Om die reden is ze ook van belang voor spirituele of metafysische vragen. Religieuze en metafysische doctrines, zoals scheppingsverhalen, worden bijvoorbeeld vaak achterhaald door wetenschap. Daarnaast kunnen psychologen en neurologen onderzoek doen naar spirituele ervaringen, morele emoties of onze kunstbeleving. In al deze domeinen kan de wetenschappelijke kennis ter zake niet genegeerd worden.
Maar dat betekent niet dat wetenschap alle vragen kan oplossen, zelf niet alle feitelijke vragen over de werkelijkheid. Misschien zijn sommige problemen zo moeilijk dat onze wetenschappelijke instrumenten tekortschieten, of het bevattingsvermogen van zelfs onze slimste wetenschappers te boven gaan. Toch is het in dat geval niet duidelijk welke andere kenmethodes zouden slagen daar waar wetenschap faalt (daarbij beschouwen we wetenschap in de ruime zin van het woord, met inbegrip van de humane wetenschappen en geschiedenis). Misschien kan wetenschap nooit de oorsprong van materie verklaren, maar dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld religie daar wel een antwoord op kan bieden. Vragen over het bovennatuurlijke en paranormale zijn in principe wetenschappelijk te beantwoorden, als ze op een of andere manier testbaar zijn. Indien ze dat niet zijn, dan kan noch wetenschap noch enige andere methode ons daaromtrent kennis verschaffen.
Wat is een kwakzalver?
Een kwakzalver is een persoon die gewoonlijk behandelingen toepast of verkoopt waarvan geen deugdelijk bewijs voor de werking bestaat. Behandelsystemen waarvoor na vele jaren nog steeds geen enkel dergelijk bewijs geleverd is, of waarvan zelfs herhaaldelijk is aangetoond dat ze niet werken, noemen we kwakzalverij, tot bewijs van het tegendeel. Dat zo’n therapieën of middeltjes succes hebben bij heel wat patiënten of zelfs door enkele gediplomeerde artsen worden toegepast, is een zeer interessant gegeven, maar doet niets af aan dat oordeel. Moeten deze middelen of systemen dan verboden worden? Zeker niet, zolang ze niet schadelijk zijn. Er zullen altijd mensen zijn die er om allerlei redenen toch hoop koesteren. Wij laten hen die vrijheid; volwassen burgers moeten het recht hebben om zich te laten verwennen door kwakzalvers. Als zij zich daarbij nog beter voelen ook, des te beter, zolang er niemand letsels door oploopt of schade lijdt. Niettemin blijven we de valse informatie en bedrieglijke propaganda bestrijden die door veel alternatieve genezers verspreid wordt. De gevaren van kwakzalverij zijn niet te onderschatten: zelfs als de therapie op zich onschadelijk is, kunnen mensen een vals gevoel van veiligheid krijgen. Ze gaan bijvoorbeeld niet meer bij een echte dokter aankloppen als ze ernstig ziek zijn. Ze worden immers al verzorgd door een “alternatieve” genezer. Kwakzalvers die liegen over hun successen en anderen medische hulp ontzeggen, zijn geen onschuldige entertainers meer, maar gewetenloze oplichters. Oplichterij is strafbaar, ook voor wie zich alternatief noemt.
Wat is het scheermes van Ockham?
Het scheermes van Ockham is een vuistregel die wordt toegeschreven aan de middeleeuwse filosoof Willem van Ockham. Het scheermes van Ockham stelt dat je voor een verklaring niet meer entiteiten mag inroepen dan strikt noodzakelijk is. Met andere woorden: zoek het niet te ver en maak het niet nodeloos ingewikkeld. Een detective hoeft geen ingewikkeld complot te verzinnen om een eenvoudige zaak op te lossen. Een ander voorbeeld: wanneer iemand konijntjes uit een hoed tovert, dan is de meest waarschijnlijke verklaring dat hij een goochelaar is. Iemand die onmiddellijk denkt aan bovennatuurlijke krachten, veronderstelt meer dan noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor vreemde lichtpuntjes aan de hemel (buitenaardse wezens?), een klapperend luik in een verlaten huis (spoken?) of een vriend die toevallig belt wanneer je aan hem denkt (telepathie?). In de wetenschap is het scheermes van Ockham een bijzonder bruikbaar instrument: als je bijvoorbeeld het menselijk oog kan verklaren door natuurlijke selectie (een blinde natuurkracht), dan maakt het scheermes korte metten met meer complexe hypothesen zoals een intelligente ontwerper. Het scheermes van Ockham is vooral nuttig als het om bovennatuurlijke of paranormale fenomenen gaat, of andere entiteiten en principes die in strijd zijn met de moderne wetenschap. De ervaring leert ook dat het scheermes een goede leidraad is. Wie mysteries verklaart aan de hand van elfjes, tovenarij, rituelen, geesten of paranormale krachten, heeft tot dusver altijd moeten vaststellen dat die entiteiten overbodig zijn: naderhand werd steeds een eenvoudiger verklaring gevonden.
Verdedigt SKEPP een ideologie?
Neen. SKEPP is een ideologisch en politiek neutrale vereniging. Dat neemt niet weg dat SKEPP soms kritiek levert op een bepaalde ideologie, voor zover deze aantoonbaar foute uitspraken doet over de werkelijkheid. Soms is het onderliggend mensbeeld van een ideologie onhoudbaar, vanuit wetenschappelijke oogpunt. Denken we bijvoorbeeld aan het model van het ‘onbeschreven blad’ in het extreem-linkse cultuurrelativisme, dat elke aangeboren component van de menselijke geest ontkent; of het model van de hyperrationele homo economicus in het libertarisme en kapitalisme, of de marxistische theorie van het klassenbewustzijn. Dat SKEPP de ene ideologie op de korrel neemt, wil niet zeggen dat ze een andere aanhangt. Wij zijn van mening dat goede wetenschap ideologisch neutraal behoort te zijn. Mensen van uiteenlopende ideologische strekkingen kunnen deelnemen en bijdragen aan wetenschappelijke kennis, maar hun ideologische overtuiging mag hun wetenschappelijk werk niet inkleuren. Daarom is het de taak van skeptici om op te treden wanneer de objectiviteit van wetenschap wordt aangetast door ideologie. Denken we bijvoorbeeld aan de theorieën van de bioloog Trofim Lysenko in communistische Sovjet-Rusland, die een ideologisch ‘correct’ alternatief boden voor het darwinisme. Lysenko, gesteund door Stalin, geloofde in de overerving van verworven eigenschappen, conform met de communistische ideologie van maakbaarheid. Een ander voorbeeld is het sociaal darwinisme, die de idee van ‘survival of the fittest’ vermengde met ideologie over vrije markten en kapitalisme. Of denken we aan het Arische alternatief voor de ‘joodse’ relativiteitstheorie dat de nazi’s propageerden, en natuurlijk ook hun pseudowetenschappelijke rassentheorie. Wetenschap behoort niet “politiek correct” te zijn of conform een bepaalde ideologie. Elke poging om ideologie binnen te smokkelen in wetenschap, wordt door SKEPP bestreden.
Zijn de leden van SKEPP heksenjagers?
Neen. De term “heksenjagen” is erg beladen en verwijst naar gruwelijke vervolgingen van vrouwen in de Middeleeuwen, maar ook tot op vandaag in bepaalde delen van Afrika en Azië. SKEPP staat pal voor het recht op vrije meningsuiting, en zou nooit de vervolging van iemand goedkeuren voor een afwijkende mening, ook als die irrationeel of dom is. En al helemaal niet voor een denkbeeldig misdrijf als “hekserij”! Waar de vraag natuurlijk op doelt, is de wijze waarop SKEPP soms paranormale bedriegers en oplichters wil ontmaskeren. Er bestaat een groot verschil tussen onschuldig vermaak en gewetenloze uitbuiting. Een goed goochelaar verdient bewondering. Wie echter goocheltrucs gebruikt om de illusie te wekken dat hij over paranormale gaven beschikt, en om lichtgelovige mensen om de tuin te leiden, moet volgens ons ontmaskerd worden. Wie van oplichterij zijn broodwinning maakt, mag op harde kritiek rekenen. En wie de gezondheid en het leven van onschuldige mensen in gevaar brengt, moet daarvoor volgens ons gestraft worden. Dat is natuurlijk de taak van de rechtbank, niet van SKEPP. Onze vereniging vervult dus vooral een maatschappelijke functie. Eigenlijk zijn het precies de zogenaamde “heksen” uit vroegere tijden die onze sympathie verdienen. Zij werden omgebracht op basis van beschuldigingen die totaal uit de lucht gegrepen waren. SKEPP staat aan de kant van de zogenaamde “heksen”, niet de heksenjagers!