Plaats hem op een podium en het publiek ontsteekt in laaiend enthousiasme. Gili verbaast en begeestert, en hij is eindeloos grappig. Net als andere illusionisten zet hij ons op het verkeerde been, maar dan vanuit een specifieke motivatie: hij wil aantonen dat zelfverklaarde paranormaal begaafden niets anders doen dan anderen (en soms zichzelf) in het ootje nemen. Als illusionist die zich jarenlang verdiepte in het mentalisme, waarbij men een zesde zintuig veinst door het gebruik van de vijf gekende zintuigen, kent hij de trukendoos van de paranormalen op zijn duimpje. Die kennis speelde hij ten volle uit in zijn hilarische theatervoorstelling Iedereen Paranormaal. Hij wilde echter het deksel van de trukendoos nog explicieter lichten. De Laatste Show gaf hem daartoe al wekelijks de kans, maar hij had nog meer eieren te leggen: over persoonlijke ervaringen, psychologische mechanismen, de onbetrouwbaarheid van onze zintuigen en de technieken van paranormalen, over beroemde skeptici en befaamde bedriegers, over de methodes die hijzelf hanteert om de schijn van paranormale begaafdheid te wekken.
Dat doet hij allemaal met verve in dit boek. Het omvat drie delen: één over de psychologie van misleiding, één over cold reading, en tot slot volgt een heuse stoomcursus geheugentraining. Diverse soorten van informatie passeren de revue, op lichtvoetige wijze gepresenteerd: wetenschappelijke inzichten, onthullingen over paragnostische tactieken, persoonlijke bedenkingen, historische wetenswaardigheden, anekdotes en interviews (met Wim Betz en Johan Braeckman). Het boek is ook rijkelijk gestoffeerd met doe-het-zelftips. Iedereen Paranormaal is namelijk niet alleen bedoeld als skeptisch exposé, maar ook als kennismaking met het mentalisme. Bij veel van de besproken fenomenen geeft Gili enkele trucs mee, waardoor iedereen zelf even de paragnost kan uithangen. Zo zult u misschien ook tot uw eigen verbazing al na een poos staan headbangen met een munt op uw voorhoofd geplakt (zie kader).
Niet dat de auteur alle kneepjes van het vak wil prijsgeven, natuurlijk. Sommige zaken worden onthuld, andere worden ontkracht als paranormaal zonder dat een precieze verklaring volgt. De basishandigheden waarop de illusie van paranormale vermogens berust, blijken echter vaak dezelfde: het misleiden van zintuigen en het inspelen op de verwachtingen en veronderstellingen van mensen. Zoals Gili uitlegt, zijn zowel paranormalen als illusionisten en mentalisten heel bedreven in het sturen van onze aandacht, zodat we kijken waar we verwacht worden te kijken. Daarbij filteren we weg wat niet binnen onze focus valt – we kunnen immers niet alle zintuiglijke indrukken opslaan – maar tegelijk blijven we over dat domein onze vertrouwde veronderstellingen hanteren. Net daar echter worden allerlei dingen beïnvloed. Neem het ‘gemagnetiseerde’ potlood dat een opgerold bankbiljet achter zich aan kan laten rollen. De mentalist wrijft het potlood eerst op tegen zijn mouw, zogezegd om het magnetisch te maken. Vervolgens legt hij het achter het opgerolde bankbiljet, duwt het voor zich uit en… het bankbiljet volgt vanzelf, althans in de ogen van het publiek. Wat dat publiek niet merkt, doordat het zijn aandacht op het rollende potlood gericht houdt, is dat de mentalist het bankbiljet subtiel vooruitblaast. Het is een eenvoudig (doe-het-zelf)voorbeeld, maar één dat de basisprincipes van misleiding goed illustreert. Dat is een van de grote verdiensten van dit boek: de vele concrete illustraties, komend van een insider, maken de psychologie van misleiding en bedrog veel bevattelijker. ‘Of hoe een man van het vak het zoveel beter kan dan een theoreticus’, zoals Etienne Vermeersch besluit in zijn woord vooraf.
Ook de uitgebreide introductie tot cold reading bevat veel uitgewerkte voorbeelden en doe-het-zelfmateriaal, zodat iedereen die dat wenst, zich tot een geoefend cold reader kan opwerken. Cold reading is een methode om onopvallend informatie te onttrekken aan (en over) iemand die men niet kent. Het is de favoriete techniek van waarzeggers van allerlei pluimage, of het nu gaat om kaartleggers, pendelaars, handopleggers of horoscooplezers, en de meeste mensen blijken er opvallend vatbaar voor. Dat heeft verschillende redenen, zo noteert Gili. Mensen proberen onbewust om de uitspraken van zo’n paragnost op zichzelf toe te passen, zeker als ze daar veel geld voor veil hadden. Ze onthouden alleen de voltreffers en filteren de vele missers weg. Ze laten zich ook bedotten door de subtiliteit van de vraagstelling, waardoor ze niet doorhebben hoeveel informatie ze zelf verklappen.
Wie beseft hoe zelfverklaarde paranormalen het precies aanpakken, is beter gewapend tegen bedrog en misleiding, en snapt beter waarom mensen geloven in pendelaars, helderzienden en mediums. Het heeft niet alleen, of niet noodzakelijk, met naïviteit en wensdenken te maken, maar tevens met de manier waarop de menselijke psychologie werkt, zoals ook Johan Braeckman opmerkt in zijn vraaggesprek met Gili. Geloof in het paranormale lijkt ingebakken in onze natuurlijke psychologie. Wij proberen van nature overal betekenis aan te geven, verbanden te leggen en patronen te ontwaren. Meestal terecht, maar soms ook onterecht. En eens we het gevoel hebben dat iets geen toeval kan zijn, is het vaak moeilijk om die intuïtie via nuchtere analyse te corrigeren. Een bijkomende moeilijkheid voor skeptici is dat mensen die kritiek horen op hun opvatting, zich er vaak extra gaan aan vastklampen. Het verdwijnen van het geloof in het paranormale is dus nog niet voor morgen. Het is een van de andere grote verdiensten van dit boek dat het op een ludieke en begripvolle manier omgaat met die menselijke lichtgelovigheid, terwijl het de bewuste uitbuiters daarvan te kijk zet voor wat ze zijn: doortrapte oplichters.
Griet Vandermassen is als filosofe verbonden aan de Universiteit Gent. Zij is hoofdredacteur vanWonder en is gheen Wonder.
Gili
Iedereen paranormaal. Ontdek uw zesde zintuig.
Lannoo, 2010
238 pp.
Klassieker
Grote kans dat je deze ooit al hebt gezien.
• Druk een muntstuk op je voorhoofd, desnoods met behulp van wat speeksel, zodat het blijft plakken. Beweeg daarna met je (voor)hoofd tot het muntstuk eraf valt en probeer het op te vangen in een glas.
• Druk daarna hetzelfde muntstuk tegen het voorhoofd van een vrijwilliger die het zelf ook eens wil proberen. Wat die persoon niet voelt, is dat je alleen je duim even hard op zijn voorhoofd drukt en de munt gewoon in je hand houdt. Hij gaat ervan uit dat je herhaalt wat je daarnet zelf deed en voelt dus iets wat er niet is. Misleiding van de zintuigen!
• Het is hilarisch om te zien hoe je argeloze slachtoffer zijn gezicht in allerlei bochten wringt. Tevergeefs!
Je kunt tijdens je eigen demonstratie ook kort op je achterhoofd kloppen om de munt te doen vallen. Dan zal de vrijwilliger, als zijn munt niet valt, geneigd zijn om herhaaldelijk op zijn achterhoofd te kloppen. Ook best grappig.
Uit: Iedereen paranormaal, p. 32