Seriemoordenaar en charlatan
Marcel Petiot werd in 1897 geboren in de Bourgondische stad Auxerre (departement Yonne) als zoon van een postbeambte. Verhalen dat hij als kind dieren mishandelde, dateren van veel later en zijn dus onbetrouwbaar. Op school gaf hij blijk van een hoge intelligentie maar ook van een bizar karakter. Hij werd meermalen van school gestuurd. Op zijn zeventiende werd hij opgepakt nadat hij enkele postbussen in Auxerre had leeggeroofd. Vanwege de onduidelijke motieven die hij gaf – hij zei het boeiend te vinden de post van anderen te lezen – werd hij psychiatrisch onderzocht. Omdat men oordeelde dat hij “abnormaal” was, kwam hij er zonder straf vanaf.
Petiot begon voorbereidende studies geneeskunde, maar intussen woedde de Eerste Wereldoorlog en begin 1916 meldde hij zich voortijdig bij het leger. Soldaat Petiot nam deel aan bloedige gevechten aan het front tot hij in 1917 aan zijn voet gewond werd. Hij bracht enkele maanden in veldhospitalen door voordat hij om onduidelijke redenen in de militaire gevangenis belandde. Daarna werd hij opgenomen in een psychiatrisch centrum van het leger. De psychiaters stelden een hele reeks stoornissen vast. Daardoor keerde hij nooit naar het front terug. Hij bleef tot na de oorlog in behandeling en werd uiteindelijk zelfs oorlogsinvalide verklaard.
Intussen kon hij verder geneeskunde studeren. Als oudstrijder kreeg hij daarbij faciliteiten, zoals een verkorte opleiding. Na briljante studies behaalde hij al in 1921 in Parijs een doctoraat in de geneeskunde.
Dr. Petiot vestigde zich als huisarts in Villeneuve-sur-Yonne, een stadje in zijn geboortestreek. Hij begon zijn job met een grote toewijding. Dag en nacht was hij beschikbaar, arme mensen moesten hem weinig of niets betalen. Hij werd dan ook snel populair. In 1926 werd hij tot burgemeester met een links etiket verkozen.
Een jaar later huwde hij de dochter van een rijke slager. Bij haar zou hij een zoon hebben. Petiot lijkt een toegewijde echtgenoot en vader te zijn geweest. Toch was zijn reputatie niet vlekkeloos. Hij was onder de bevolking al min of meer bekend als een sympathieke kleptomaan doordat hij van een paar banale diefstallen werd beschuldigd. Steeds slaagde hij erin aan een definitieve veroordeling te ontkomen. Toen bleek dat hij met de gemeentelijke belastingen geknoeid had, werd hij in 1930 als burgemeester afgezet. Toch bleef Petiot populair en werd hij het jaar daarop nog tot lid van de departementsraad van de Yonne verkozen. Kort daarop werd hij veroordeeld omdat hij illegaal elektrische stroom naar zijn woning had afgetapt. Daardoor verloor hij ook zijn politieke mandaten.
Er circuleerden nog meer geruchten over hem. Voor zijn huwelijk zou hij een verhouding hebben gehad met zijn jonge dienstbode, die bij hem inwoonde, maar die op een dag verdween. Volgens Petiot was ze na een ruzie vertrokken, hoewel ze haar persoonlijke spullen had achtergelaten. Men heeft hoe dan ook nooit meer van haar gehoord. En in 1930 had in Villeneuve een onopgehelderde roofmoord plaatsgevonden. Petiot was in de omgeving gezien. Een getuige die meer zou hebben geweten, overleed kort nadat hij door Petiot was behandeld...
Kwakzalverij?
De dokter hield het in Villeneuve voor bekeken en verhuisde in 1933 naar Parijs, waar hij in de chique buurt van de Opera een bloeiende artsenpraktijk overnam.
Om zijn nieuwe omgeving van zijn komst te informeren liet hij duizenden folders verspreiden zoals me ze nu nog in onze brievenbussen vindt: ze hebben veel weg van reclame voor tovenaarswaarzeggers.
Dokter Petiot, die zich in de folders enkele functies toeeigende die hij niet had, meldde dat zijn kabinet zeer modern uitgerust was, “met X-, UV, en IR-stralen. Oppervlakkige en diepe radiotherapie, radioactieve substanties, galvanisering en faradisering, ionisering, cryotherapie, diathermie alle frequenties, korte golven en groot vermogen, elektrische scalpel, chirurgisch gereedschap, ozontherapie, aerotherapie enz.“ In die folders meldde Petiot dat hij vrouwen volledig pijnloos kon laten bevallen, dat hij met een “bekend fysioloog” een methode had ontwikkeld om elke tumor te genezen, zelfs “diepe kankers”. Door zijn “persoonlijke methodes” kon hij de effecten van geneesmiddelen vertienvoudigen, met goede resultaten, “zelfs in de meest wanhopige gevallen”. Naast succesvolle behandeling van o.m. tuberculose, syfilis en hartziekten, prees hij zijn aanpak van verslavingen, en nog veel meer.
Enkele van zijn confraters waren gechoqueerd door zijn praktijken die ze kwakzalverij noemden. In die tijd kende Frankrijk echter geen orgaan om over de medische deontologie te waken. Petiot kreeg snel een stroom patiënten over de vloer, die blijkbaar tevreden waren, ook al kregen ze wellicht niet alle remedies die hij beloofd had. Misschien kende hij meer van de medische wetenschap dan wat hij in zijn weinige studentenjaren opgestoken had. Hij las immers bijzonder veel (hij kon heel snel lezen). En als een verstandige huisarts verwees hij ernstige gevallen door naar een specialist.
Hij wist indruk te maken op zijn patiënten. Nog voor de patiënt iets gezegd had, kreeg die al te horen wat hem scheelde. Sommigen dachten dat hij hun gedachten kon lezen. Er is zelfs gesuggereerd dat hij zijn patiënten afluisterde via een microfoon in zijn wachtkamer… Tijdens de consultatie kreeg de patiënt een woordenstroom over zich heen van een dokter die door de spreekkamer ijsberend af en toe een vraag stelde die nauwelijks verband leek te hebben met de ziekte. Op een of andere manier boekte hij daarmee succes. Wat wellicht ook hielp waren zijn donkere ogen, waar een dwingende, overtuigende blik van uitging.
Hoewel hij door zijn goed lopende artsenpraktijk een meer dan welstellend man was geworden, bleven zijn oude demonen hem volgen.
Bizarre uitvinding
In 1936 werd hij in een boekhandel betrapt op diefstal. Toen de politie hem hierover ondervroeg, stelde hij zich voor als een geleerd genie dat puur uit verstrooidheid het boek had meegenomen. Zijn gedachten waren volledig gefixeerd op een nieuwe uitvinding: een centrifugepomp die mensen van verstopping kon genezen door de fecaliën in de darm te verdunnen en op te zuigen. Hij zou ook werken aan een perpetuum mobile dat eeuwig energie kon leveren. Tegelijk gaf hij zijn psychische stoornissen en zijn invaliditeit als excuus. Zijn ondervragers vroegen zich af of hij echt gek was, dan wel of hij hen voor de gek hield…
Het gevolg was dat Petiot gedwongen in een instelling werd opgenomen. De psychiaters waren het er niet over hem eens: voor de ene was hij een ernstig pathologisch geval, voor de andere een immoreel individu, dat psychische klachten veinsde om aan vervolging te ontsnappen.
Uiteindelijk kwam hij na acht maanden vrij, “verbeterd, maar niet genezen”, en zonder vervolging.
De Parijse politie toonde al eerder belangstelling voor Petiot. Hij had van het behandelen van drugsverslaafden een specialiteit gemaakt, wat hem een aanzienlijke klandizie bezorgde. Tijdens de behandeling kregen de patiënten drugs op medisch voorschrift. De drugspolitie was op haar hoede voor misbruiken, ondervroeg Petiot hierover meermalen en hield hem jarenlang in het oog.
In de eerste maanden van 1942 werd hij tweemaal betrapt op het voorschrijven van morfine aan een niet-verslaafd persoon, met de duidelijke bedoeling het spul door te geven. Toen de zaken voor de rechtbank kwamen... bleken de twee betrokkenen spoorloos verdwenen. Petiot kwam er met een boete vanaf.
Vluchtlijn naar Argentinië
Parijs leefde sinds 1940 onder de Duitse bezetting. Petiot had het drukker dan ooit. In 1941 had hij een oud herenhuis gekocht in de Rue Lesueur nr. 21, in de omgeving van de Arc de Triomphe. Hij liet er enkele werken uitvoeren, maar bleef uiterst discreet over dat leegstaand gebouw.
Rond die tijd liet zijn overbuurman, een joodse bonthandelaar, hem weten dat hij zich grote zorgen maakte over zijn toekomst als jood onder de nazibezetting. Petiot vertelde hem dat hij hem naar Zuid-Amerka kon laten vluchten tegen betaling, die erg hoog opliep. Begin 1942 verliet de bonthandelaar met twee koffers vol geld en juwelen zijn huis, vergezeld van Petiot. Zijn nietjoodse vrouw, die thuis bleef, zou hem nooit terugzien, hoewel Petiot haar meermaals kwam vertellen dat haar man in veiligheid was.
Medio 1942 begon Petiot de zaken groter aan te pakken. Hij nam enkele lieden met veel sociale contacten in dienst om discreet te ronselen voor een ontsnappingslijn die vluchtelingen naar Argentinië kon brengen. De gegadigden moesten forse bedragen betalen – er was wel een “groepstarief” - aan, de leider van de lijn. Ze mochten maar twee koffers meebrengen, maar kregen de raad veel geld, goud of juwelen mee te nemen. Argentinië was immers een duur land! Ze mochten vooral niets bij zich hebben dat op hun ware identiteit wees. Merktekens in kledij en zakdoeken moesten worden verwijderd.
De vluchtelingen – nooit meer dan twee tegelijk – spraken met dr. Eugène af bij een metrostation, vanwaar hij hen zo discreet mogelijk naar de rue Lesueur nr. 21 bracht. Daar kwamen ze nooit meer buiten.
Niet alleen joden vroegen de hulp van de ontsnappingslijn. Enkele zware jongens van de Parijse onderwereld wilden graag zichzelf en hun vele geld – de opbrengsten van prostitutie en gewapende overvallen – in veiligheid brengen. Een voor een – elk vergezeld van een vriendinnetje van lichte zeden – meldden ze zich bij dr. Eugène. Hoewel ze gewapend waren, verdwenen ook zij spoorloos.
De vrienden en verwanten die achterbleven maakten zich vaak erg ongerust, maar durfden om evidente redenen de verdwijningen meestal niet bij de politie te melden. In een tijd van razzia’s en willekeurige arrestaties leek daar ook weinig aan te doen.
Gevangene van de Gestapo
Ook de Duitse politiediensten kregen lucht van de geheimzinnige dr. Eugène en besloten een “mol” in de ontsnappingslijn te sturen. Een gearresteerde joodse weerstander werd door de Gestapo vrijgelaten, maar moest beloven als informant op te treden. In mei 1943 kon hij zich inderdaad voor de vluchtroute melden, maar de Gestapo-agenten verloren hem daarna uit het zicht en vernamen niets meer van hem.
De Gestapo sloeg daarop toe en arresteerde een ronselaar die meteen de naam van Petiot doorgaf. De dokter werd opgepakt en hardhandig verhoord. Hij beweerde dat hij alleen maar een tussenpersoon was die de vluchtelingen begeleidde naar een passeur op een vaste plaats in Parijs. Meer wist hij er niet van, beweerde hij. Maandenlang werd hij ondervraagd en gefolterd, maar hij hield zich aan deze verklaring. De weerstanders met wie Petiot de cel deelde, bewonderden zijn doortastendheid. De Gestapo hield huiszoekingen in zijn woning en dokterskabinet, maar niet in het leegstaande pand in de Rue Lesueur.
Begin 1944 lieten de Duitsers Petiot vrij. Waarom ze hem lieten gaan, is niet duidelijk. Hij betaalde wel een borgsom. Kort daarop liet hij 400 kg ongebluste kalk leveren in de rue Lesueur, zogezegd om de muren te witten en de wandluizen de doden.
Pure horror
Op 11 maart 1944 werd de dokter thuis opgebeld. Een Parijse politieagent meldde hem dat de buren van zijn eigendom in de Rue Lesueur klaagden over de dikke, zwarte rook die uit de schoorstenen kwam en een walgelijke stank verspreidde. Toen Petiot ter plaatse arriveerde, merkte hij dat de brandweer het gebouw was binnengedrongen. Hij nam een kijkje en verdween zonder dat hij zijn ware identiteit opgegeven had.
Wat de brandweer er aantrof, was pure horror. De brandende stookplaats in de kelder was gevuld met menselijke resten. Ledematen staken uit de kachel. Ook elders in de kelders lagen lichaamsdelen, verrot en aangetast door ongebluste kalk.
Toen de gerechtelijke politie de ochtend daarop bij Petiot aanbelde, bleek hij onvindbaar. Zijn vrouw, zijn broer en een vriend werden een tijd opgepakt, maar zeiden niets te weten.
Al snel kon een band worden gelegd tussen Petiot en een groot aantal verdwijningen. Toen de pers details gaf van de gruwelijke ontdekking, kwamen er meldingen binnen. Uit onderzoek van de gevonden lichaamsdelen bleek dat ze afkomstig waren van een groot aantal personen en dat de lichamen vrij vakkundig in stukken waren gesneden. Door de staat waarin ze verkeerden was het echter onmogelijk ze te identificeren en evenmin kon de doodsoorzaak of het tijdstip van de dood worden bepaald.
Intussen waren op een zolder bij kennissen van Petiot liefst 53 koffers gevonden, met daarin meer dan 600 kg aan kleren en linnen, maar geen geld of andere kostbaarheden. Na systematisch onderzoek – er werd zelfs een tentoonstelling gehouden van de inhoud van de koffers – werden enkele kledingstukken formeel herkend als afkomstig van vermiste personen. Het was duidelijk dat de vele vluchtelingen in het huis aan hun einde waren gekomen. De dader was echter spoorloos.
Petiot leefde een tijdlang ondergedoken bij een trouwe patiënt van hem. Daar liet hij zijn baard groeien. Toen de nadering van de Geallieerde legers duidelijk werd, sloot hij zich aan bij het verzet en nam hij deel aan de acties die in augustus 1944 tot de bevrijding van Parijs leidden. Onder de verzetsnaam “Valéri” (plus de aangenomen identiteit van een arts die in krijgsgevangenschap was), bracht hij het tot officier op de veiligheidsdienst van de triomferende “binnenlandse strijdkrachten”.
Zo bleef hij ongestoord in Parijs terwijl iedereen zocht naar “dr. Satan” (een naam die de pers hem gegeven had). Petiot maakte echter een fout toen in september het verzetsblad Résistance een artikel publiceerde waarin de dokter als een collaborateur van de nazi’s werd afgeschilderd. Hij had toen het lef om onder zijn ware naam een recht van antwoord naar het blad te sturen. Daarin schreef hij dat hij altijd tot het verzet had behoord en daar nu zelfs een “veel actievere rol” in speelde. Omdat Résistance alleen in de streek van Parijs werd verspreid, wist de politie waar ze moest zoeken. Een discreet onderzoek onder de officieren van het Parijse verzet leidde eind oktober tot de arrestatie van “kapitein Valéri”.
Onbekende verzetsgroep
Men legde Petiot de moord op 27 mensen ten laste: 15 joden, vier gangsters met evenveel prostituees en vier mensen die hem in de problemen hadden kunnen brengen (waaronder de eerder vermelde lieden aan wie hij morfine had voorgeschreven). Zijn antwoord aan de onderzoeksrechter was verbluffend: de gangsters, de prostituees en zelfs enkele joden waren inderdaad omgebracht, maar dat waren allemaal verraders, handlangers van de Gestapo. Ze waren slechts enkelen van de 63 Duitsers en collaborateurs die waren “geëxecuteerd” door een verzetsgroep met de naam “Fly-Tox” (een bekend insecticide), die hij geleid had. Daarbij had hij soms gebruik gemaakt van een eigen uitvinding waarmee men op dertig meter afstand geruisloos een mens kon doden. Hij had trouwens dat geheim wapen aan een Amerikaans diplomaat aangeboden.
Verder beweerde Petiot wel degelijk joodse vluchtelingen naar Argentinië te hebben doorgezonden. Van weer andere verdwijningen zei hij niets af te weten. En wat de menselijke resten in de rue Lesueur betrof, daar was hij niet voor verantwoordelijk. Die moesten zijn gedood toen hij de gevangene van de Gestapo was. Vandaar ook dat hij ze had willen laten verdwijnen.
Helaas had niemand binnen of buiten het verzet ooit van “Fly-Tox” gehoord en vertelde Petiot niet wie er nog deel van uitmaakte. Hij weigerde namen van zijn “kameraden” te geven : het was te gevaarlijk, zei hij, ook toen de oorlog volledig was afgelopen. Hij noemde wel enkele vooraanstaande weerstanders die hij zou hebben ontmoet, maar die waren intussen gedood of in de kampen verdwenen, en toen er een levend uit Ravensbrück terugkeerde, bleek ze Petiot niet te kennen.
Voor de rest werd het gerecht niets wijzer. Het was bijvoorbeeld onduidelijk hoe de slachtoffers waren gedood. Had de dokter hen vergif ingespoten, onder het voorwendsel dat ze inentingen nodig hadden voor Zuid-Amerika? Of had hij ze laten omkomen in een bizar driehoekig vertrek, voorzien van een kijkgaatje, dat volgens sommigen als gaskamer diende? Vreemd, want sommige slachtoffers hadden na hun verdwijning nog een geruststellende brief gestuurd naar hun verwanten. Brieven die hoogstwaarschijnlijk onder dwang waren geschreven.
Het vooronderzoek naar Petiot duurde meer dan een jaar. Intussen bracht hij zijn tijd in de cel door met het schrijven van een boek... over kans en toeval. Het boek bevatte analyses van kansspelen en speeltactieken, afgewisseld met bizarre “filosofische” bespiegelingen. Het werd uitgegeven op kosten van de auteur en verscheen precies op de dag dat zijn proces begon!
Sensationeel proces
In maart 1946, twee jaar na de ontdekking van de gruwel, verscheen Marcel Petiot voor het assisenhof. Het proces veroorzaakte sensatie en zette bij de Fransen zelfs het toen al maanden lopende Neurenbergproces tegen de nazileiders even in de schaduw. Een keurig geklede dr. Petiot stal de show door regelmatig luchtige opmerkingen te maken, waardoor hij de lachers op zijn hand kreeg, maar het ietsje sympathie dat hij daardoor won, verspeelde hij door op andere momenten agressief en grof te worden.
Het proces bracht geen opheldering. Petiot hield zich aan zijn fantastische verhalen. Zelfs over zijn “uitvindingen”. Toen de voorzitter denigrerend sprak over zijn experimentele pomp tegen verstoppingen (die het leven aan enkele katten had gekost), werd hij kwaad en zei hij dat hij een echte onderzoeker was. Het was gebleken dat de dokter met zijn pomp experimenten had uitgevoerd op zwerfkatten die hij in zijn huis had gelokt. De dieren kregen een ventiel in hun anus met alle verschrikkelijke gevolgen vandien.
Wat zijn dodelijk wapen betrof, daar had men op de Amerikaanse ambassade nooit iets van gehoord. Wel vertelde een getuige dat hij in 1940 twee Duitse motorrijders op mysterieuze wijze had zien omkomen, wat volgens hem het werk van Petiots geheim wapen was. Een getuige à décharge natuurlijk, net als de vele fans van de dokter die kwamen vertellen wat een fijn mens en goede dokter Petiot wel was.
Petiot werd verdedigd door de beroemde advocaat René Floriot. Die wees op de vele zwakke punten in het dossier. Er was geen enkel hard bewijs. Geen enkel slachtoffer was geïdentificeerd. Petiot zei enkel Duitsers en verraders te hebben gedood, wat honderden anderen in het verzet ook hadden gedaan. Floriot verweet het gerecht ook dat het geen onderzoek had laten verrichten in ZuidAmerika naar de geredde joden.
Een journalist schreef dat Floriot er misschien in geslaagd zou zijn zijn cliënt voor alle moorden te laten vrijspreken als elk geval door een afzonderlijke jury zou zijn behandeld, maar dat dit voor 27 moorden samen een onbegonnen zaak was. De jury verklaarde Marcel Petiot over vrijwel de hele lijn schuldig. Hij kreeg de doodstraf, wat voor de omstandigheden van toen volkomen terecht leek.
Niemand had geprobeerd hem krankzinnig te verklaren, ook hijzelf niet. De experts meenden dat hij zijn eerdere psychische stoornissen geveinsd had om aan bestraffing te ontsnappen. Als hij geïnterneerd zou zijn geweest wegens geestesziekte, was hij niet alleen aan een straf ontsnapt (ondenkbaar voor de publieke opinie), maar had men hem moeten vrijlaten in het geval dat hij genezen zou zijn verklaard.
Nochtans is het vreemd dat Petiot, als hij psychisch normaal was, zich op zulke ongeloofwaardige wijze verdedigde. Zijn gedrag leek suïcidaal, en misschien was dat ook zijn bedoeling. Hij diende geen gratieverzoek in en was volmaakt kalm toen hij op 25 mei 1946 naar de guillotine werd gevoerd.
Slechts weinigen hebben aan Petiots schuld getwijfeld. Alleen in Villeneuve sur-Yonne waren er tot veertig jaar na zijn dood nog “petiotisten” die meenden dat hij het slachtoffer was van een complot. Een Brits auteur van spionageromans lanceerde de theorie dat hij tot een geheim communistisch netwerk behoorde (bij zijn arrestatie had hij een lidkaart van de communistische partij op zak) en dat hij daar niets over verteld had uit vrees voor represailles op zijn vrouw en zoon. Een Franse communistische journalist schreef dan weer een boek waarin hij werd voorgesteld als een medewerker van de Gestapo die van zijn kelders een “klein Auschwitz” had gemaakt.
Marcel Petiot nam in elk geval enkele geheimen in zijn graf mee. Zo blijft de vraag wat er met de fortuinen is gebeurd die hij zijn slachtoffers afhandig maakte. Om de schat van Petiot te vinden hebben latere eigenaars van het huis in de rue Lesueur het gebouw tot de laatste steen afgebroken. Tevergeefs.
Een horoscoop zonder “traumatiserende interpretaties”
Postuum zou dr. Petiot nog enige vermaardheid krijgen onder skeptici, door een ongewone astrologietest.
De Franse psycholoog Michel Gauquelin (1928-1991) is vooral bekend voor zijn onderzoek naar de correlaties tussen bepaalde beroepscategorieën en de posities van de planeten bij de geboorte. Van de verbanden die hij meende te vinden was het “Mars-effect” het meest uitgesprokene. Later onderzoek, onder meer van J.W. Nienhuys (1991) heeft aangetoond dat er van alles haperde aan zijn statistieken.
Gauquelin werd daardoor wel eens een “astroloog tegen wil en dank” genoemd. Zijn onderzoek kreeg veel aandacht bij de astrologen. Maar paradoxaal genoeg geloofde hij zelf niet in astrologie, althans niet in de klassieke horoscopentrekkerij. Hij had de onzin daarvan op spectaculaire wijze aangetoond.
Astrologie per computer
De Franse astroloog André Barbault (geb. 1921) begon in 1967 als eerste met commerciële horoscoopstudies geleverd door een computer.
Klanten konden mits betaling van een niet onaardig bedrag (omgerekend naar nu zo’n 140 euro) datum, tijdstip en plaats van geboorte opgeven, waaruit een computer automatisch een horoscoop berekende en een document afdrukte met een volledige karakterbeschrijving, plus een aantal voorspellingen van goede en minder goede momenten in de toekomst. Dat was mogelijk door Ordinastral, een programma waarin elke relevante positie in de horoscoop gekoppeld werd aan een door Barbault opgestelde analyse. Al die analyses werden dan gecombineerd tot een vlotte tekst van een tiental pagina’s.
Puur astrologisch bekeken (zie verder) viel er wel wat op deze werkwijze aan te merken, maar in een tijd dat een computer nog iets heel nieuws was, oogde de aanpak heel modern. Veel klanten moeten gedacht hebben dat zo’n computerhoroscoop wel heel exact moest zijn.
Gauquelin wilde de waarde van deze computerastrologie testen en stuurde Ordinastral een aanvraag met de geboortegegevens van tien personen (de identiteit of een cv van de betrokkene werd niet gevraagd). Het ging om tien Franse misdadigers, waarvan negen moordenaars. Marcel Petiot was verreweg de beruchtste van de tien. Om geen argwaan te lokken, werd elke aanvraag afzonderlijk en vanuit een verschillend adres verstuurd.
De tien ontvangen analyses waren om te gieren.De tien criminelen leken wel heiligen, vergeleken met hun ware levensloop. Geen van de berekende beschrijvingen vertoonde iets fundamenteel negatiefs. Nergens viel er crimineel gedrag uit af te leiden. Over Petiot stond er onder meer “neiging tot orde, controle, maat… natuur die goed past in de maatschappelijke normen.. zin voor moraal. .. gevoeligheid voor universele liefde.. opofferingsgezindheid”. Wat de voorspellingen betrof, beweerde de studie dat Petiot tussen 1970 en 1972 – hij zou dan over de 70 zijn – nog neiging tot “hartstochtelijke banden” zou hebben. De astrologische computer kon niet vaststellen dat de betrokkene in 1946 een heel beroerd einde had gekend. Alle analyses van Ordinastral gaven voorspellingen voor de komende tien jaar, of de betrokkenen nu dood waren of niet...
Gauquelin ging nog een stap verder. In het sensatieblad Ici Paris, waarin Barbault reclame maakte voor zijn computerastrologie, publiceerde hij een bescheiden advertentie:
“Astral Electronic” ontving een stroom van aanvragen. Zelfs tien jaar nadien zouden er nog binnenkomen. De eerste 150 belangstellenden ontvingen inderdaad volledig gratis een uitvoerige analyse, maar ook een korte vragenlijst met het verzoek die ingevuld in een gefrankeerde enveloppe terug te sturen.
De vragen luidden:
- Herkent u zichzelf en uw persoonlijke problemen.
- Wat vinden uw familie en vrienden ervan?
- Klopt het aangegeven jaarritme met uw ervaring wat betreft gunstige en ongunstige perioden?
De antwoorden waren respectievelijk 94%, 90% en 80% positief. Sommige respondenten voegden er complimenten aan toe.
Toch had iedereen de analyse gekregen van dezelfde horoscoop… die van dokter Petiot, zoals berekend door Barbaults computer.
Barnum-effect
Dat zoveel mensen tevreden waren met hun karakterbeschrijving, was niets anders dan een voorbeeld van een psychologische truc die bekend staat als het Barnum-effect: een beschrijving die zo vaag en algemeen is dat iedereen er zich in herkent (genre: “in uw binnenste bent u minder zeker van uzelf dan u laat uitschijnen”). Waarzeggers en astrologen maken daar dankbaar gebruik van, zoals de lectuur van dagbladhoroscopen laat zien.
Het effect is wellicht nog versterkt doordat de proefpersonen dachten dat het om een “ultra-persoonlijke horoscoop” ging. Uit psychologische tests is gebleken dat proefpersonen zich des te beter in een beschrijving herkennen naarmate ze meer de indruk hebben dat die speciaal voor hen is gemaakt.
Wat Gauquelin demonstreerde was eigenlijk een herhaling van het experiment dat de Amerikaanse psycholoog Bertram Forer – de eigenlijke ontdekker van het Barnum-effect – in 1948 had gedaan. Alleen testte Forer zijn eigen studenten als proefpersonen en maakte hij gebruik van gratuite uitspraken in krantenhoroscopen. Hier werd de persoonlijke horoscoop van een beruchte seriemoordenaar gebruikt.
Gauquelins bevindingen, gepubliceerd in het populairwetenschappelijke tijdschrift Science et Vie, veroorzaakten nogal wat ophef.
Natuurlijk verdedigden de astrologen zich. Barbault stuurde een razende reactie naar Science et Vie, zo heftig dat het blad bepaalde al te grove passages ervan niet te publiceren. Hij kondigde aan naar de rechtbank te zullen stappen, wat niet gebeurde (wellicht omdat dit voor negatieve publiciteit zou hebben gezorgd).
Barbault verweet Gauquelin vooringenomenheid en kwade trouw. Hoe dit de foute computeranalyses had kunnen beïnvloeden, is niet duidelijk, maar hij insinueerde dat de tien gevallen waren uitgekozen “pour les besoins de la cause”.
Relevanter waren twee opmerkingen:
- Het programma hield alleen rekening met “normale” toestanden en vermeed “traumatiserende interpretaties”.
- Voor negen van de tien misdadigers (waaronder Petiot) was enkel het afgeronde uur van de geboorte gegeven, terwijl voor een horoscoop een onnauwkeurigheid van enkele minuten een heel verschil kan maken.
Beide bezwaren zeggen echter vooral iets over de kwaliteit van de door Ordinastral gemaakte analyses. Van de overgrote meerderheid van de mensen is het geboortetijdstip immers niet zo nauwkeurig gekend (men baseert zich meestal op de geboorteakte)! Overigens was Barbault er zelf niet vies van geweest om horoscopen van beruchte misdadigers te bespreken.
Andere astrologen bekritiseerden de “pseudohoroscopie van Ordinastral”. Astrologie per computer moest uiteraard minder nauwkeurig zijn dan de aanpak door een astroloog van vlees en bloed, gecombineerd met een persoonlijk gesprek met de klant. Veel later werd opgemerkt dat Ordinastral slechts gebruik maakte van een vrij beperkt aantal elementen van de horoscoop, namelijk de positie van planeten en ascendant in de tekens. Houdt men rekening met de zgn. aspecten (de onderlinge hoeken die de planeten maken), dan duiken de nefaste kanten van Petiot wel op, aldus het argument (post factum) van sommige astrologen.
Het klopt dat de aanpak van Ordinastral vrij simpel was. Gebruikt men alle elementen van de horoscoop, dan neemt het aantal mogelijke interpretaties zeer sterk toe. Te complex voor een relatief eenvoudig computerprogramma...
Merkwaardig genoeg merkte niemand op dat Gauquelin in zijn beoordeling van Petiots analyse de bal ergens missloeg. Hij stelde vast dat volgens Ordinastral de maand maart, of preciezer, de periode tussen 26 februari en 11 maart voor de betrokkene zou worden gedomineerd door “zijn gevoelsleven en zijn huiselijke omgeving”. Maart was de maand waarin Petiot ter dood was veroordeeld, zo merkte hij ironisch op. In werkelijkheid viel Petiots proces van 16 maart tot 4 april 1946, de dag waarop de doodstraf werd uitgesproken. Daarentegen was het precies in de avond van de 11e maart 1944 dat Petiot moest onderduiken en dat er voorgoed een einde kwam aan zijn leven in een huiselijke omgeving. Ordinastral scoorde hier dus een toevalstreffer. Gauquelin had het geval Petiot maar oppervlakkig bestudeerd.
Ondanks dit alles is André Barbault nog altijd een gevierd astroloog die pocht met zijn succesvolle voorspellingen. Dat hij ook enorme flaters heeft begaan, is minder bekend. Zo voorspelde hij kort voor de moord op de Amerikaanse president Kennedy in 1963 dat deze het jaar daarop zou worden herkozen. En over zijn horoscoop van Petiot is nog maar weinig te vinden.
Tja, Barbault is net als Petiot afkomstig uit de Yonne en maakte zijn eerste voorspellingen in een krant aldaar. Maar dat zal wel toeval zijn.
Bronnen
Frédérique Césaire: L’affaire Petiot. Nîmes, 2006
Paul Couderc: L’astrologie (5e ed.). Parijs, 1974
Michel Gauquelin: ‘L’astrologue paré de l’ordinateur’ in Science et Vie nr. 611 (1968)
Claude Quétel: L’effrayant docteur Petiot. Fou ou coupable? Parijs, 2014 Lezersbrieven in Science et Vie nr. 612 en 613
Website astroariana.com: L’affaire Petiot et “l’effet Barnum” ou le cirque anti-astrologique