De Sisyphusprijs

Afbeelding
Image by Willfried Wende from Pixabay

Wie wint de felbegeerde €1.000.000?

Al elf jaar lang looft SKEPP de Sisyphusprijs uit aan wie kan bewijzen over een paranormale gave te beschikken. Een jaar lang werd het prijzengeld verhoogd tot 1 miljoen euro. We geven u het relaas van de twee laatste pogingen: een pendelaar en een wichelroedeloper. Kon één van hen hun bijzondere gave demonstreren in een objectieve test?

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

De pendelaar

Het verhaal begint in 2010 wanneer Rik Verbeken aan onze voorzitter meldt dat hij zich kandidaat stelt voor de Sisyphusprijs. Met zijn pendel zou hij voorwerpen kunnen identificeren die voordien door een andere persoon werden aangeraakt. Op 5 oktober verklaren beide partijen zich akkoord met de onderhandelde voorwaarden: Verbeken zal door middel van zijn pendel minstens zes van de zeven voorwerpen identificeren die door een andere persoon zonder zijn bijzijn werden aangeraakt. Om cold reading uit te sluiten zal de ’aanraker’ niet aanwezig zijn tijdens het pendelen.

Een tweede kans

Op 27 november 2010 (één dag voor de afgesproken datum) laat Verbeken weten dat hij de afspraken niet kan nakomen omdat De Lijn haar dienstregeling heeft veranderd. De Raad van Bestuur beslist om Verbeken een tweede kans te gunnen, ditmaal bij hem thuis, te Tielt.

De procedure wordt eveneens aangepast: de pendelaar zal nu zes van de zeven woorden trachten te identificeren die eerder door iemand anders uit een willekeurig woordenboek werden geselecteerd. Na een reeks contacten wordt de afspraak vastgelegd op 16 oktober 2011.

Het SKEPP-team zal een welbepaald woordenboek (Prisma Nederlands-Frans 2001) meebrengen, samen met een enveloppe met daarin zeven Nederlandstalige woorden. Verbeken mag dit woordenboek vrij hanteren en erboven pendelen. Hij mag tevens pendelen boven de enveloppe die op tafel wordt gekleefd met plakband. De enveloppe zal pas worden geopend nadat de pendelaar een lijst met zeven woorden heeft voorgelegd, waarvan er dus zes eveneens moeten voorkomen op de lijst in de enveloppe, wil de test als geslaagd beschouwd worden.

Zeven woorden

Om toevalstreffers en cold reading uit te sluiten werden de woorden random gekozen en waren zij niet bekend aan enig lid van het SKEPP-team. De keuze van de woorden gebeurde als volgt: een buitenstaander (geen SKEPP-lid) werd verzocht om een lijstje van twaalf getallen te kiezen uit een bepaald bereik. De getallen moesten opgeschreven worden in de volgorde gekozen door de betrokkene, niet gesorteerd. De betrokkene zou pas later vernemen wat hiervan de bedoeling was geweest: het zouden de paginanummers worden. Aan een tweede persoon werd op dezelfde wijze een lijstje gevraagd van twaalf letters “l” of “r” (de kolomkeuze), en een derde een nieuw lijstje van twaalf getallen in een andere range (van 1 tot 50), zijnde de positie van het woord binnen de kolom. De lijstjes werden nu met elkaar gecombineerd. Lijnen die geen geldig woord opleverden werden in hun geheel verworpen. De eerste zeven aldus bekomen woorden kwamen op het lijstje in de enveloppe. Het was dus uitgesloten dat de woorden volgens een bepaald patroon werden gekozen. De gesloten enveloppe werd aan de coördinator overhandigd. De overige teamleden waren op geen enkele manier betrokken bij de selectieprocedure van de woorden.

Bij aankomst overhandigde Verbeken een aan zichzelf geadresseerde enveloppe waarin het resultaat van een eerdere pendelsessie opgeborgen zat, weliswaar op een ander woordenboek. Deze woorden waren: ‘aanstalten’, ‘betrouwbaarheid’, ‘branchevreemd’, ‘deuken’, ‘gebieden’, ‘lijnstoring’ en ‘marinier’. Verbeken verwachtte dat minstens enkele woorden hiervan zowel bij de pendelsessie als uit de enveloppe zouden voorkomen.

Vervolgens kon de pendelsessie starten. Deze leverde de volgende reeks op: ‘matrozenpak’, ‘groet’, ‘collage’, ‘besluitvorming’, ‘affect’, ‘beschaving’ en ‘contactpersoon’. Hierna werd de enveloppe geopend, en die bevatte volgende lijst : ‘deporteren’, ‘drogen’, ‘verhard’, ‘samenzweringstheorie’, ‘verzuiling’, ‘dagwaarde’ en ‘gymnastiek’. Het is duidelijk dat er geen enkel gemeenschappelijk element op deze lijsten voorkwam. De test moet dus als mislukt beschouwd worden.  De pendelaar leek wat verbaasd en teleurgesteld, maar niet verslagen. Hij had geen verklaring voor dit falen – dat hij overigens ruiterlijk toegaf – maar scheen het geloof in zijn kunnen niet te hebben opgegeven.

Onbewust spierlezen

De werking van de pendel is volgens Verbeken gebaseerd op ‘elektromagnetisme’, een antwoord dat hem door de pendel zelf werd ingegeven via het woordenboek. De manier waarop mediums in het tv-programma Het Zesde Zintuig pendelen, zo laat hij zich ontvallen, vindt hij “belachelijk”. Ze vertrekken niet vanuit stilstand en houden de elleboog van hun pendelende arm niet tegen het lichaam gedrukt. Is het mogelijk dat ook hij de pendel aanstuurt met subtiele bewegingen? “Dat zou ik graag laten uittesten”, luidt zijn antwoord. De methode met het woordenboek heeft Verbeken zelf ontwikkeld, na een periode van experimenteren. De vragen hoeven niet hardop gesteld te worden, zo legt hij uit, een mentale voorstelling volstaat. Soms ontwerpt Verbeken ook tekeningen, geleid door de pendel, die belangrijke gebeurtenissen zouden voorspellen, zoals de kernramp in Fukushima. “Is er iemand anders -behalve hij- die zijn persoonlijke pendel gebruikt?”, willen we tot slot weten. Een nichtje had de pendel ooit uitgeprobeerd en was er bang van omdat het kleinood echt bleek te werken.

Uiteindelijk zou Verbeken een demonstratie geven van zijn “normale” manier van pendelen aan de hand van een eigen woordenboek. Iemand van het SKEPP-team werd verzocht een vraag te formuleren, waarna Verbeken met zijn pendel een woord zou selecteren dat verband had met die vraag. In eerste instantie pendelde hij een paginanummer bij elkaar door vragen te stellen aan de pendel. De pendel antwoordde met ‘ja’ of ‘neen’. Het woordenboek werd toen opengeslagen op de geselecteerde bladzijde en Verbeken begon een woord te pendelen boven de open pagina’s. Het uiteindelijk gekozen woord bevatte (hoogstens) een vage verwijzing naar de vraag.

Wat echter opviel was dat Verbeken, telkens hij een vraag aan de pendel stelde, de pendel eerst volledig tot stilstand bracht en dan wachtte op het bewegingspatroon dat het antwoord gaf. Maar vooraleer de pendel bewoog, konden de leden van het team kleine handbewegingen opmerken die in feite de pendel stuurden. Het heeft er alle schijn van dat Verbeken dit niet bewust deed. Aangezien de pagina echter open lag, kende hij uiteraard zélf wel het antwoord dat de pendel diende te geven om hem in de richting van het gewenste woord te sturen. Het leidt weinig twijfel dat Verbeken aan onbewust spierlezen deed. In elk geval gaf de test geen enkele reden om te geloven dat een pendel langs paranormale weg informatie kon verschaffen of doorgeven.