Maakt porno mannen gek?

Afbeelding

Begin juli verscheen in De Morgen een opiniestuk van de Amerikaanse feministe Naomi Wolf, onder de subtiele titel ‘Pornografie maakt mannen gek’. Seksueel expliciet materiaal, zo betoogde Wolf, tast het mannenbrein aan. Het maakt mannen seksueel ongevoeliger, waardoor ze steeds extremere stimulansen nodig hebben om dezelfde mate van opwinding te ervaren. Die verslavende kracht van porno leidt dan weer tot een gebrek aan impulscontrole – vandaar de recente seksschandalen met machtige mannen.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Neurologische bevindingen staven haar bewering, volgens Wolf. De herprogrammering van het mannelijk brein door porno zou alles te maken hebben met het beloningssysteem van de hersenen, dat werkt via de afgifte van de opwekkende stof dopamine. ‘We weten nu dat porno de mannelijke hersenen beloont in de vorm van een kortstondige dopamineopstoot, die een uur of twee een goed gevoel geeft. Het neurale schakelschema is identiek als dat voor andere verslavende stimulansen, zoals gokken en cocaïne. De kans op verslaving is ook even groot (…). En zoals bij de andere beloningsopwekkers voelt de consument als de dopamine uitgewerkt is een terugslag: hij wordt prikkelbaar, angstig, en verlangt naar een volgende dosis.’

Als radicale feministen met wetenschap komen aanzetten, is het altijd uitkijken geblazen. Hun beweringen zijn vaak zoals zoekplaatjes: zoek de 37 verschillen met de daadwerkelijke wetenschappelijke gegevens, en vervolgens de 97 dingen die u niet te weten kwam omdat ze niet in het feministische kraam pasten. Met Wolf is het niet anders. In haar bestseller De zoete leugen of de mythe van de schoonheid negeerde zij op spectaculaire wijze de hopen bewijsmateriaal voor universele en biologisch gewortelde standaarden van vrouwelijke schoonheid. Die selectieve aanpak liet haar toe om schoonheid voor te stellen als een recente uitvinding, bedacht door mannen om vrouwen onzeker en zwak te houden. Wolf houdt niet van de aandacht die vrouwen besteden aan hun uiterlijk, en ze houdt evenmin van porno. Er zijn echter geen wetenschappelijke aanwijzingen dat gematigd pornogebruik enig negatief effect heeft. Of is Wolf op het lang gezochte bewijs van schadelijkheid gestuit? Het ziet er niet naar uit. De neurologie van genot en verslaving steekt niet zo simpel in elkaar als zij het voorstelt. We hebben inderdaad een genotscircuit in de hersenen, dat werkt via het vrijmaken van dopamine. Maar, zoals ook klinisch psycholoog Vaughan Bell schrijft in een vernietigend blogcommentaar, dat betekent niet dat de biochemie van pornogenot identiek is aan die van cocaïnegenot. Als elke beloning door een dopamine-opstoot het effect zou hebben dat Wolf beschrijft, zouden we allen al lang verslaafd zijn aan eten, sporten, dansen en goeie gesprekken, want ook die activiteiten maken dopamine vrij. En we zouden te kampen hebben met een stevige seksverslaving. Als er één prikkel is waarvan de biochemische effecten gelijkaardig zijn aan die van porno, is het namelijk seks zelf.

Herprogrammeert porno het mannelijk brein? Zeker, net zoals fietsen en de krant lezen dat doen. Aangezien alles het brein herprogrammeert, is dat een nietszeggende uitspraak. Maar, denkt u misschien, het is toch best mogelijk dat al die seksuele beelden voor gewenning zorgen? Dat klopt zolang het gaat om identiek dezelfde beelden, legt Bell uit. Steeds maar hetzelfde zien of doen leidt tot habituatie, maar dat geldt – opnieuw – voor alles. Altijd maar de missionarishouding gaat ook vervelen. Kleine variaties zorgen voor nieuwe prikkeling. Als seksuele ervaring werkelijk tot gewenning leidt, zouden we trouwens met een probleem zitten: we zouden seks als vroege twintiger al beu zijn.

Sommigen worden verslaafd aan porno, de meesten niet. Laat u maar niet gek maken door alarmistische berichten à la Wolf.

 

Meer over dit onderwerp

Diamond, Milton (2009). Pornography, Public Acceptance and Sex Related Crime: A Review. International Journal of Law and Psychiatry 32(5): 304-314.

Twohig, Michael, Jesse Crosby & Jared Cox (2009). Viewing Internet Pornography: For Whom Is It Problematic, How, and Why? Sexual Addiction & Compulsivity 16(4): 253-266.