“Gelukkig weet AI nog niet veel van het verleden af”

Afbeelding

Op jacht naar nepgeschiedenis met Jo Hedwig Teeuwisse

Een tijdje geleden kwam ik toevallig op de Facebookpagina terecht van iemand die zich Fake History Hunter noemt. Achter die naam schuilt Jo Hedwig Teeuwisse, een Nederlandse die gefascineerd is door de tijd van toen. Ze pikt online berichten op – beelden of verhalen – die niet overeenstemmen met feiten uit de geschiedenis. Op haar sociale media voorziet ze die foute berichten van onderbouwd commentaar, bronnen, originele beelden, etc. Spek voor de bek van skeptici, dachten we.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Jo Hedwig Teeuwisse woont in Groningen en werkt al decennialang als historisch adviseur en als onderzoeker voor films, documentaires en musea. Haar uitgever beschrijft haar als volgt: ‘Ze is wereldwijd bekend als The Fake History Hunter, een populaire historisch adviseur die op sociale media misvattingen over het verleden ontkracht en rechtzet. Ze is gespecialiseerd in het dagelijks leven in Europa, met name tijdens de middeleeuwen en de eerste helft van de twintigste eeuw.’

SKEPP: Ik volg jou al een tijdje en ik vind het heel boeiend wat je doet. Jouw werk is volgens mij niet enorm bekend in kringen van georganiseerde skeptici, zoals SKEPP. Dus laat ons beginnen met een kennismaking: wie ben je en hoe kwam je ertoe om te gaan jagen op nepgeschiedenis? 

JO HEDWIG TEEUWISSE: Ik ben mijn hele leven lang al geobsedeerd geweest door geschiedenis. Ik wilde er altijd meer over weten en het liet me maar niet los. Na mijn film en tv-studie in Amsterdam wilde ik enkel aan historische projecten zoals documentaires voor Discovery Channel werken. Dat vond ik heel leuk en dus besloot ik een Historisch Adviesbureau op te zetten. De komende decennia deed ik onderzoek, leverde rekwisieten en kleedde locaties aan als setdresser. Dat deed ik niet alleen voor film en tv, maar ook voor musea. Geregeld stond ik er zelf in historische kleding het publiek verhalen te vertellen over vroeger. Het was mijn beroep, hobby, passie en obsessie. Ik was bijna continue bezig met het verleden. Toen ik Twitter (sinds het interview werd afgenomen, is de naam van het platform gewijzigd naar X, red.) ontdekte, kwam ik erachter dat er nogal wat onzin over geschiedenis werd verspreid en ging ik op jacht.

 

Drijfveren

Pseudogeschiedenis doet al lang de ronde, zeker rond oude beschavingen. Ik denk aan de vele generaties zogenaamde ‘piramidioten’ en aan von Däniken, Robert Bauval, Graham Hancock, etc. Het grote publiek is duidelijk geboeid door millennia-oude bouwwerken en kunst, maar het wordt telkens weer ‘verleid’ om er mysterieuze of zelfs buitenaardse ontwerpers achter te zoeken. Hoe komt dat, denk je?

In sommige gevallen is het een soort chronologisch snobisme, we kunnen het moeilijk bevatten dat onze voorouders eeuwen geleden iets konden dat wij niet of nauwelijks kunnen. We denken graag dat wij aan het uiteinde van de menselijke vooruitgang staan, dat wij de top zijn en dat alles altijd beter is geworden. Erachter komen dat sommige dingen vroeger misschien toch beter of minder slecht waren dan we willen geloven, voelt contra-intuïtief aan. In andere gevallen speelt een bepaald regionaal or racistisch superioriteitsgevoel mogelijk ook een rol. Zo kunnen we best geloven dat de Romeinen grote paleizen bouwde, maar de Egyptenaren … ?

Er zitten uiteenlopende bedoelingen achter geschiedenisvervalsing. Initieel waren in (dikwijls jonge) natiestaten schoolse geschiedenislessen bedoeld om kinderen op te voeden tot goede burgers. Dat deden ze door hen een gedeeld, heroïsch narratief aan te bieden van de historische grootheid van hun land. Daarin werd soms wat losjes omgesprongen met de feiten. Ook nuances ontbraken meestal. In dictaturen werd – en wordt nog steeds – geschiedenis soms grondig herschreven om de legitimiteit van het regime te onderbouwen. Maar vandaag, op sociale media, lijkt het meer een spel zonder bedoeling of agenda. Wat zijn daar de drijfveren? 

Geschiedvervalsing met een bepaald doel is er nog steeds, ook op sociale media. Die agenda is er wel, maar in veel gevallen is het een kwestie van gewoon even iets te delen zonder dat zelf eerst te controleren. Een soort blindelings vertrouwen in iets wat je online vindt. Soms simpelweg omdat je wil geloven dat het waar is, soms omdat de bron betrouwbaar lijkt. Waarom zou je geen vertrouwen hebben in een Twitteraccount dat zichzelf aanprijst als een geschiedenisexpert en een miljoen volgers heeft?

Net daar zit een nieuwe drijfveer: geld. Een groot account met veel volgers heeft financiële voordelen. Je kunt reclameberichten delen met je volgers of de account verkopen. Nu brengt Twitter onder Elon Musk nieuwe manieren waarmee gebruikers geld kunnen verdienen. Zo wordt het nog meer de moeite waard om iets te delen dat veel aandacht krijgt, of het nu waar is of niet.

Dat Napoleon de neus van de Sfinx eraf schoot is niet waar, maar zeggen dat niemand weet wie dat deed is minder interessant. Dus deel je de leugen. Er komen veel boze reacties. Sommige mensen willen je corrigeren, anderen zullen je bericht delen om te laten zien hoe dom je bent, etc. Wat de reacties inhouden, maakt eigenlijk niet uit. Het zijn allemaal interacties en aan die interacties kan je geld verdienen.

De geschiedvervalsingen op sociale media lijken doorgaans van een lichter kaliber. Trokken die jouw aandacht en dacht je: daar wil ik iets aan doen? Was er een specifieke trigger voor je?

Het begon met een foto van dansende dames waarbij stond dat die dateerde uit de jaren 20. Ik weet het niet zeker meer, maar denk dat ik die bewering tegenkwam tijdens een onderzoek naar dat onderwerp. Ik zag meteen dat er iets niet klopte en ontdekte al snel dat de foto gemaakt was in de jaren 50 en een musical van de jaren 20 afbeeldde. Ik zocht nog even verder en kwam erachter dat deze foto heel vaak gedeeld werd als zijnde origineel. Toen besloot ik wat mensen te corrigeren en zo kwam van het een het ander.

 

Artificiële intelligentie

In 2016 startte je met geregelde factchecks. Lijkt het jou dat er een evolutie is in het type content of verhalen?

Sommige nepverhalen zijn van het internet verdwenen, anderen blijven gewoon bestaan. En er zijn ook nieuwe verhalen bijgekomen. Dat Beethoven zwart was horen we minder dankzij de recente DNA-test. Dat Vikingen geen hoorntjes op hun helm hadden, lijkt ook minder gedeeld te worden. Andere mythes komen en gaan. Een hele nieuwe golf van nepgeschiedenis hebben we te danken aan AI. Onzinverhalen worden nu soms vergezeld door foto’s en schilderijen die best echt kunnen lijken, ondanks het feit dat ze computergegenereerd zijn.

Artificiële Intelligentie is een nieuwe uitdaging, zowel voor jou als voor skeptici in het algemeen. Er zijn natuurlijk tools die kunnen helpen om dit te herkennen. Een reverse image search doen om te achterhalen hoe nieuw een verdacht beeld is, bijvoorbeeld. AI-beelden bevatten ook nog vaak opvallende fouten, zoals een vinger te veel. Toch zal de kwaliteit van de gegenereerde beelden blijven vooruitgaan. Maakt dat jouw job lastiger?
Ja absoluut, de afbeeldingen worden steeds beter en het zal niet lang meer duren voor niemand het verschil nog kan zien. Er is software die dit dan waarschijnlijk nog wel kan, maar ook niet altijd. Dan is het dus een kwestie van proberen te achterhalen waarom de foto niet eerder ergens online te vinden was.

Gelukkig weet AI nog niet veel van het verleden af, dus kan je als expert nog zien dat de kleding bijvoorbeeld niet klopt of een auto in de achtergrond van een ander decennium is. Uiteindelijk zullen ook deskundigen het verschil niet meer zien en dan zullen we de vraag moeten omdraaien: kan de persoon die de afbeelding deelt bewijzen dat deze echt is?

Om een bericht te weerleggen deel je dikwijls oude foto’s en documenten die een amateurskepticus moeilijk zou weten te vinden. Je bent natuurlijk professioneel geschiedkundige, maar ik vermoed dat er toch heel wat tijd en moeite inkruipt. Hoe pak je zo een onderzoek het beste aan? Zijn er tools, apps, bronnen waarmee een amateurskepticus aan de slag kan?

Er zijn online allerlei experts die hun kennis graag delen. Wat bijvoorbeeld ook erg populair is, zijn nepcitaten of citaten die aan de verkeerde persoon worden toegeschreven. Om die te bestrijden, bestaan er websites als de Quote Investigator en Wikiquote. Voor afbeeldingen kan je dus een reverse image search gebruiken. Verschillende websites en zoekmachines zoals TinEye, Google, Yandex en Bing bieden de mogelijkheid aan om naast tekst ook op afbeelding te zoeken. Je geeft dan een plaatje in de zoekmachine in en vervolgens krijg je als resultaat wanneer het voor het eerst op het internet is verschenen. Dat kan interessante informatie opleveren.

Voor de rest moet je gewoon heel veel lezen: de meest recente historische onderzoeken, archeologische rapporten, etc. Ik maak veel gebruik van online krantenarchieven, zoals Delpher hier in Nederland, maar ook Newspapers.com voor buitenlandse kranten. Ook de website Archive.org vind ik onmisbaar.

Om eerlijk te zijn, ik zou moedeloos worden van het opsporen van al die onzin. Hoe vind je al die nepberichten? Volg je diverse socialmedia-accounts die zulke onzin verspreiden? Of heb je een ‘kliklijn’ waar fans berichten kunnen rapporteren? 

Ik volg zulke pagina’s en profielen niet want daar steun je ze mee. Dus als ik even tijd en zin heb, zoek ik naar bepaalde termen. Soms krijg ik inderdaad ook tips of taggen volgers mij en vragen ze me of wat ze net gelezen hebben wel klopt.

Afbeelding

Donkere middeleeuwen

Als ik jouw website bekijk, zie ik een grote verscheidenheid. Zijn er bepaalde periodes in de geschiedenis die je verkiest of heb je een bijzondere expertise voor bepaalde onderwerpen?

Mijn expertises zijn het dagelijks leven in Europa vooral in de middeleeuwen, en ook in de jaren 30 en 40. Dat soort onderwerpen kan ik meestal corrigeren zonder er veel bijkomend onderzoek naar te doen. En door mijn grote liefde voor het verleden passeren er zelden geschiedenisonderwerpen waarover ik niet meteen alles wil weten.

Enkele van jouw recente posts gaan over de middeleeuwen. Die waren helemaal niet zo donker als wat de traditionele geschiedenis ons wil doen geloven. Er zijn de voorbij jaren heel wat goede populairwetenschappelijke boeken verschenen die aantonen hoeveel verdere ontwikkeling er was: van filosofie tot technologie. Van hygiëne over kleur in kledij tot vrijheid van denken en onderzoek heen, lijken de donkere tijden pas in zestiende eeuw te zijn aangebroken. Zoals je regelmatig aanhaalt, is dit ‘duistere’ beeld van de middeleeuwen symptomatisch in historische films, series en documentaires. Zie je enig lichtpunt? Zijn er filmmakers die het wel goed doen?

Ik kan zo snel geen filmmaker bedenken die het goed doet als het over de middeleeuwen gaat. Het is altijd smerig, donker, kleurloos. Of de film zit vol met andere clichés. Het is overigens wel interessant dat films over de middeleeuwen, gemaakt in de jaren 50, dan wel ook voor geen meter kloppen, maar tenminste wel vol kleur zaten. Vlaggen, vaandels, kleding, noem het maar op, technicolor galore. De zon scheen ook nog wel eens. Filmmakers gebruikten toen nog geen blauwe filter die alles donkerder, grauwer en minder kleurig maakt. Moderne filmmakers zouden die filter beter links laten liggen.

 

Je publiek vinden

Je verspreidt jouw boodschap op een hele reeks online kanalen. Hoe kies je wat waar te posten? Zijn er onderwerpen die eerder een Instagrampubliek aanspreken dan een Facebookpubliek? 

Ik post voornamelijk op Twitter. Dat vind ik het beste medium voor mij en ik heb daar het meeste aantal volgers. Af en toe denk ik dat iets ook werkt op andere websites. Dan deel ik het daar, maar interactie met het publiek en reageren op reacties is er meestal een stuk onhandiger.
Sinds kort ben ik ook actief op TikTok. Reageren op reacties is daar helemaal moeilijk, maar je bereikt wel een nieuw publiek. Dat maakt het de moeite waard.

Skeptische analyses wekken dikwijls negatieve reacties op: jullie hebben geen open geest, waarom moet je een mooi verhaal afbreken, wetenschap is ook maar een mening, … Krijg jij weleens negatieve reacties of haatmail? 

Oh ja, bergen. Niet iedereen is volwassen genoeg om te accepteren dat ze iets fout hadden of om daar dan tenminste normaal op te reageren. Soms denken mensen ook dat wat ik corrigeer iets zegt over mijn persoonlijke ideeën. Dan denken ze dat ik zeg dat Hugo Boss de Nazi-uniformen niet ontwierp omdat ik Boss wil beschermen of omdat ik zelf een Nazi ben. Dat is natuurlijk onzin.

Je steekt veel energie en tijd in je project en zoekt daarvoor – terecht – ook financiële steun via Patreon (een lidmaatschapsplatform voor creatieve contentmakers, red.). Je hebt ten andere ook een leuk alternatief systeem met je eigen Buy me a drink & a stroopwafel by clicking here . Bij SKEPP spreken we regelmatig over hoe we middelen zouden kunnen verzamelen om medewerkers te vergoeden voor wat ze in hun vrije tijd doen voor de organisatie. Zou je dat Patreonsysteem aanraden voor bijvoorbeeld skeptische bloggers? 

Ik was niet echt op zoek naar financiële steun, maar kreeg zo vaak te horen dat mensen me wilde bedanken of steunen dat ik die Patreon opzette. ’t Is als het ware een soort van fooienpot, maar meer ook niet. Mijn stroopwafelverslaving kan ik er niet mee betalen (lacht).

Het zou fijn zijn mocht er op sociale media een wat makkelijkere manier bestaan om mensen te bedanken en financieel te ondersteunen. Dat je bijvoorbeeld met een klik eenmalig een euro kan doneren bij een bericht. Nu moet je mensen daarvoor omleiden naar een hele andere website.
Patreon kan goed werken, maar dan moet je ook op die website je volgers iets extra aanbieden. De enige manier om er geld aan te verdienen die voor mij werkt? Sponsoring. Ik krijg gratis toegang tot websites in ruil voor een vermelding ervan als ik info heb gebruikt bij een onderzoek. En ik had ook het geluk dat mijn werk de aandacht trok van een uitgever trok die met mij een boek wou maken. Dat boek komt uit in oktober.

Daar kijken we naar uit. En wie weet bieden er zich in de toekomst kansen aan om samen te werken met SKEPP. Tot dan, veel succes … en veel stroopwafels.

 

Jo Hedwig Teeuwisse is wereldwijd bekend als the Fake History Hunter: factchecker van nepverhalen over het verleden. Ze werkt als historisch adviseur voor films, documentaires en musea. Op X heeft ze meer dan 250.000 volgers. Haar stukken lees je op fakehistoryhunter.net. In september 2023 verscheen haar eerste boek bij Horizon (Fake history: 101 dingen die nooit zijn gebeurd).

 

Paul De Belder is burgerlijk ingenieur en reeds jarenlang lid van SKEPP. Hij was productspecialist voor visuele inspectiesystemen voor de micro-elektronica-industrie bij een hightech spin-off van de KU Leuven.