Op 11 september 2001 schokte de grootste terroristische aanval op eigen bodem ooit de Verenigde Staten, en met hen de rest van de wereld. Negentien terroristen van Al Qaeda kaapten vier vliegtuigen en troffen daarmee drie belangrijke gebouwen met symbolische waarde. Hierbij vielen meer dan 3000 doden en 6000 gewonden. Bij geen enkele andere catastrofe in de recente Amerikaanse geschiedenis vielen op één dag meer slachtoffers te betreuren.
De aanslagen van 9/11 waren moeilijk te bevatten, onwezenlijk zelfs. De emotionele naschok desoriënteerde het land nog maandenlang. Misschien konden sommigen dat schrikbarend eenvoudige relaas van de negentien Al Qaeda-terroristen daarom niet als geloofwaardig aanvaarden. Het ongelofelijke valt soms moeilijk te plaatsen.
Pas in 2021 kondigde president Joe Biden aan dat hij zijn troepen volledig terugtrekt uit Afghanistan. Daarmee komt een einde aan een oorlog die begon op 7 oktober 2001, omdat Al Qaeda er onderdak kreeg van de taliban. De VS en hun bondgenoten vielen het land binnen en vernietigden er meerdere strategische communicatie- en commandodoelwitten. Afghanistan werd de uitvalsbasis voor de jacht op Osama bin Laden en zijn handlangers. De taliban, die Bin Laden een hand boven het hoofd hielden, werden uiteindelijk verjaagd maar nooit verslagen. In een periode van twintig jaar sneuvelden in dat conflict bijna evenveel Amerikaanse militairen als burgers op die beruchte dag in september 2001.
Die andere oorlog in Irak pakte al helemaal desastreus uit. Tussen de aanslagen van 11 september en Saddam Hoessein was nooit enig relevant verband aangetoond. President George Bush greep echter zijn kans om de kwestie uit te buiten voor zijn persoonlijke agenda. De regering zaaide verwarring en trachtte Irak aan Al Qaeda te linken door middel van de leugen dat het land over massavernietigingswapens zou beschikken. Zo konden de VS en hun bondgenoten ook dat land binnenvallen, met als achterliggend motief het vrijwaren van de oliereserves. Die aanpak leidde echter tot sektarisch geweld, dat een vruchtbare voedingsbodem vormde voor de opkomst van Islamitische Staat (IS), wat dan weer resulteerde in een totaal ontwrichte regio en een gigantische vluchtelingenstroom.
Fundamentele kritiek op Bush’ beleid is dus verre van ongegrond. Maar wie profiteert van een crisis heeft deze natuurlijk nog niet noodzakelijkerwijs veroorzaakt of ontworpen. Mensen die zo redeneren, bezondigen zich al snel aan de aloude drogreden post hoc, ergo propter hoc: aangezien B zich voordeed na A, is B door A veroorzaakt. Maar het is niet omdat iemand geniet van een erfenis dat hij per definitie ook zijn erflater heeft vermoord, toch?
Desondanks zijn allerlei mensen over de hele wereld ervan overtuigd dat de aanslagen op 11 september 2001 niet leken wat ze waren, namelijk een terroristische actie gepland en uitgevoerd door islamitische fundamentalisten van Al Qaeda. Ze stellen dat de officiële weergave van de feiten barstensvol tegenstrijdigheden, onwaarschijnlijkheden en onverklaarbare elementen zit. Ze koesteren een onwrikbaar geloof dat het officiële verhaal niet kan kloppen. Die versie zou immers niet opgewassen zijn tegen hun kritischer analyse. Daarnaast houden ze vast aan het idee dat heel wat bewijsmateriaal vernietigd zou zijn, niet vrijgegeven, over het hoofd gezien, of simpelweg verdwenen. Heel wat belangrijke getuigen die de officiële versie tegenspreken, zijn volgens hen niet gehoord, of hun getuigenissen zijn nooit opgenomen in de officiële rapporten.
De Amerikaanse regering vertelde ons dus niet het hele verhaal, zo stellen deze criticasters. Volgens hen was de overheid zelf betrokken bij de aanslagen. Of straffer: de geheime operaties van 11 september 2001 waren al jaren voordien gepland en voorbereid door niemand minder dan topambtenaren in schaduwkabinetten binnen de regering. 9/11 was een inside job, zo beweren ze.
Deze mensen zien zichzelf als leden van de Truth Movement of waarheidsbeweging. Ze noemen zich truthers of waarheidszoekers. Vanuit skeptisch en wetenschappelijk perspectief behoort deze groep tot de complotdenkers. Hun opvattingen zijn complottheorieën.
Zo’n complottheorie is een alternatieve, maar foutieve verklaring voor een historische gebeurtenis waarbij de officiële versie wordt verworpen en er bij de truthers de overtuiging is dat de ware toedracht voor het publiek wordt verborgen. Deze aanhangers vermoeden dat schimmige organisaties, geheime overheidsdiensten of een onzichtbare elite (die op een verholen manier werkzaam is in de politiek, de wetenschap of de media), eigenlijk de gebeurtenissen sturen, zonder dat dit openlijk bekend is. Ze doen dat in de schaduw of achter de schermen, waar zij degenen zijn die werkelijk aan de touwtjes trekken. Ze werken aan een kwaadaardig, immoreel en ongerechtvaardigd plan om meer geld, macht en controle over ons, argeloze burgers te verwerven.
De media zijn in dat verhaal door die elite geïnfiltreerd en zitten dus mee in het complot. Ze spelen onder één hoedje om de waarheid te verhullen. In een meer gematigde versie is de pers gewoon te bang om deze zaken naar buiten te brengen. Het volstrekte (en dus ongenuanceerde) wantrouwen ten opzichte van de gehele reguliere pers, die de truthers dan denigrerend mainstream media of MSM noemen, is een typisch kenmerk van complotdenken.
Uiteraard worden in de realiteit ook effectief echte complotten beraamd en bestaan er wel degelijk geheimzinnige genootschappen. Niemand is zo naïef om dat te ontkennen. Samenzweren is des mensen, zowel onder familieleden als op topniveau bij onze machthebbers. In de geschiedenis zijn tal van voorbeelden te vinden van authentieke complotten die heel wat belangrijke gebeurtenissen bepaalden. Daarom bestaat de kunst erin om de echte samenzweringen te onderscheiden van de valse complottheorieën. Dat is niet altijd makkelijk. Maar laat één iets duidelijk zijn: samenzweringen veronderstellen en verdedigen die in feite onbestaand zijn, is betreurenswaardig tijdverlies en kan zelfs gevaarlijk zijn1.
Volgens truthers moet de Amerikaanse overheid maar eens echt werk maken van een serieuzer, diepgaander onderzoek dat de échte waarheid aan het licht brengt. Ze verwachten dit nog steeds en spannen zelfs rechtszaken aan om het af te dwingen. Nu is het vanzelfsprekend behoorlijk lastig om iets naar buiten te brengen wat niet bestaat, waardoor de truthers kunnen blijven volhouden dat de staat iets achterhoudt.
De Amerikaanse skepticus Mick West vergelijkt de roep om ‘rechtvaardigheid’ van de 9/11-truthbeweging met de wens van de ufo-gemeenschap dat de overheid bewijzen openbaar zou maken die aantonen dat er aliens en ufo’s zijn. Beiden blijven boos en gefrustreerd omdat het niet tot hen doordringt dat er gewoon niet kan worden ingegaan op hun vurige verzoeken.
Diezelfde truthers hechten ironisch genoeg dan weer geen enkele waarde aan de beschikbare officiële rapporten en het onderzoek dat omstandig uit de doeken doet hoe de WTC-torens zijn neergekomen, hoe het Pentagon werd geraakt en wat de toestand was in het veld in Pennsylvania waar een vliegtuig neerstortte. Wat hun overtuigingen niet bevestigt, maakt blijkbaar geen indruk. Velen schuiven zonder argumentatie dat onderzoek aan de kant als onderdeel van het complot om de ware toedracht geheim te houden. Zo wordt het risico om in een cirkel te blijven redeneren – eveneens een drogreden – wel erg groot. Ze zijn er nu eenmaal rotsvast van overtuigd dat hun analyse van allerlei zogenaamde onregelmatigheden het officiële verhaal voldoende overtuigend onderuit zou halen. Maar maken de truthers daarmee werkelijk zomaar brandhout van die officiële rapporten? In het boek neem ik een aantal van hun beweringen kritisch onder de loep.
Een noodzakelijke disclaimer: de specifieke complotvarianten zijn zo talrijk en onoverzichtelijk dat het onmogelijk was om ze allemaal op te lijsten en te behandelen binnen het bestek van mijn nieuwe boek. Zoals de wet van Brandolini voorschrijft, is de hoeveelheid energie die nodig is om dubieuze beweringen te weerleggen groter dan om ze te produceren. Er is een heel spectrum: van schijnbaar aannemelijke ideeën tot fantastische waanzin. Ze variëren van website tot website, overlappen elkaar gedeeltelijk, vullen elkaar aan of spreken elkaar flagrant tegen. De complottheorieën werden door de jaren heen met complexe details uitgebreid en verfijnd. Veel truthers hebben bovendien hun eigen stokpaardjes. Ook deze konden vanzelfsprekend niet allemaal aanbod komen. En dat op zich zal voor een aantal waarheidszoekers al voldoende reden zijn om meteen het hele boek ongeldig te verklaren; een al te voorspelbare beschuldiging dus, waar ik verder geen rekening mee zal houden.
Logischerwijs kunnen die uiteenlopende complotverhalen niet allemaal tegelijkertijd waarheid zijn. Dat inherente dilemma lijkt een groot deel van de truthers echter niet te storen, zolang het maar duidelijk blijft dat de officiële versie niet klopt en wij worden voorgelogen. Dat moet de focus zijn, de enige die hen kan verbinden. Niettemin verdelen hevige twisten (infights) de waarheidsbeweging intern. Sommige complotdenkers vermoeden daarom dat bepaalde ideeën de truthbeweging zijn binnengesmokkeld om complottheorieën in het algemeen en hun groep in het bijzonder in diskrediet te brengen of om interne verdeeldheid te zaaien. Complottheorieën als onderdeel van het complot, als het ware. Figuren die hiervan worden beschuldigd krijgen het hard te verduren, net als de afvalligen – zoals CharlieVeitch2 bijvoorbeeld.
Maar die schier onoverzichtelijke chaos aan complothypotheses zorgt ervoor dat binnen complotkringen over de aanslagen van 9/11 nog steeds geen eensgezindheid bestaat, zelfs niet na twintig jaar. Dat is trouwens niet uniek: dit geldt evenzeer voor alle complotversies rond de moord op John F. Kennedy. De toekomst van coronacomplottheorieën is vermoedelijk eenzelfde lot beschoren. Dit boekje kan met andere woorden slechts een bescheiden inleiding zijn tot de populairste complotverhalen over de aanslagen van 11 september. Daarom komen bijvoorbeeld de verdachtmakingen over mogelijke voorkennis die de overheid via de geheime diensten had, niet aan bod. We gaan evenmin dieper in op de veronderstelde beursspeculaties en de put-options. Truthers kunnen zich eindeloos verliezen en skeptici kunnen zich evenzeer eindeloos verdiepen in allerhande fascinerende en boeiende details van de truthcanon. Helaas zijn we noodgedwongen beperkt. Dit werk is dus geschreven voor de leek die graag een correct eerste beeld krijgt van de diverse beweringen, de mogelijke weerleggingen, de wetenschappelijke en feitelijke informatie, en de echte bewijzen die voorhanden zijn. Onderweg wijs ik telkens op het gebrek aan logica in de desbetreffende complotredeneringen. Er is tot slot nog een kort historisch overzicht van de evolutie van de truthbeweging en haar vooraanstaande actoren.
Onder de veel zogenaamde waarheidszoekers lijkt de gedachte dat 9/11 geen inside job was ondenkbaar en onverdraaglijk. De begrijpelijke verbazing bij wie daar niet in meegaat, zorgt er vaak voor dat discussies al snel conflictueus worden. Korte lontjes dreigen dan meermaals het debat op te blazen. Ongecontroleerd. Dit nieuwe boek in de SKEPP-reeks kan een houvast betekenen om zich bij een discussie op de feiten te focussen en emoties buiten spel te houden.
Twintig jaar geleden trof een ongezien drama de VS. Dat gaf veel stof tot nadenken, en twintig jaar later is het stof nog steeds niet gaan liggen. Wereldwijd blijven talloze mensen, groepen en organisaties weigeren om de officiële versie te aanvaarden. Over hun ideeën gaat dit boek.
Brecht Decoene is moraalwetenschapper, leraar Moraal en bestuurslid van SKEPP. Zijn voornaamste interesse gaat uit naar de diverse aspecten van kritisch versus complotdenken. Hij geeft regelmatig lezingen voor een breed publiek. Van tijd tot tijd schrijft hij opiniestukken voor Knack.be, Liberales, De Standaard en De Wereld Morgen.
Over het boek
De aanslagen van 11 september 2001 veranderden de wereld. Vrijwel onmiddellijk ontstonden er complottheorieën, die de officiële verklaring van de dramatische gebeurtenissen verwierpen. Twintig jaar later oefenen die theorieën nog steeds een grote aantrekkingskracht uit op zeer veel mensen. Konden de terroristen wel een vliegtuig besturen? Reageerde de luchtverkeersleiding niet verdacht traag? Misschien gebruikte de Amerikaanse overheid wel zelf explosieven om de Twin Towers gecontroleerd te laten instorten? En wat met WTC7?
Wat moeten we nu van dergelijke beweringen maken? Zit er enige grond in bepaalde complottheorieën? En waarom blijven ze zo vaak circuleren? In dit boekje gaat Brecht Decoene op zoek naar de oorsprong en de aantrekkingskracht van alternatieve verklaringen voor 9/11. Decoene verdiepte zich de afgelopen tien jaar grondig in de zogenaamde 9/11-truthersbeweging. Hij beschrijft de complotkringen die ontstonden na de aanslagen en de figuren die daarin centraal staan. Decoene houdt de populairste complotversies kritisch tegen het licht, beoordeelt ze op hun onderlinge consistentie en legt uit hoe men hun waarheidsgehalte rationeel kan inschatten.
9/11
Brecht Decoene
ISBN: 9789461171894
13 x 21
176p
Nederlands
€ 20
Voetnoten
1. Meer info: zie Achterdocht tussen feit en fictie. Kritisch omgaan met complottheorieën. (ASP 2016) dat verscheen in de reeks ‘De Skeptische Kijk’.
2. Charlie Veitch was ooit één van de leidende figuren van de Britse truthbeweging. Nadat hij deelnam aan de documentairereeks van de BBC 9/11 Conspiracy Road Trip waarbij hij met vijf truthers Ground Zero, het Pentagon, familieleden van slachtoffers en experts bezocht, veranderde hij van gedachten en gaf hij zijn samenzweringsideeën op. Sindsdien werd hij een criticus en bestrijder van truthopvattingen.