Wijlen Dr. Paul Janssen zei tegen zijn onderzoekers: ”Als jullie een proef doen en je krijgt het resultaat dat je verwacht had, werk dan door. Maar als je iets vindt dat je niet verwacht had, dan moet je mij onmiddellijk roepen.” Dan wordt het namelijk pas interessant. De wetenschap leeft van nieuwsgierigheid. Wetenschappers proberen verder te denken dan hun meetlat nu reikt. Elk antwoord leidt naar nieuwe vragen. Om die te beantwoorden zijn nieuwe hypothesen nodig, gedurfde denkbeelden die om nieuwe bewijsvoering, nieuwe meettechnieken vragen.
Aan de grens van de kennis staat een onderzoeker met het idee dat iets zou kunnen zijn. Hij of zij moet dat vermoeden met doorzettingsvermogen, passie en inventiviteit beetje voor beetje en met vallen en opstaan omzetten in betrouwbare kennis. Aan die grens verzamelt John Brockman in de bundel Ik geloof dat... maar heb geen bewijs een honderdtal wetenschappers en denkers van over heel de wereld en uit alle disciplines om in een mini-essay de vraag te beantwoorden: wat geloof je, zonder dat te kunnen bewijzen?
John Brockman is een duivel-doet-al. Hij zwerft door de werelden van kunst, wetenschap, boeken, software en internet. Hij is in de eerste plaats Brockman Inc, een internationaal literair en software agentschap gespecialiseerd in ernstige nonfictie. Dat was de basis voor de Edge Foundation met bijhorende website www.edge.org, een platform voor discussies aan de frontlijn van de wetenschap, thuisbasis voor de scherpste denkers van het moment, wereldwijde denktank van wat de ‘derde cultuur’ genoemd wordt.
Vloeken in de kerk
De vraag van Brockman is een knuppel in een hoenderhok. De wetenschap wordt niet graag geassocieerd met geloof. Wetenschappelijke kennis is gebaseerd op feiten en spijkerharde bewijzen. Daar hoeft geen geloof, in wat dan ook, bij te pas te komen. De vraag van Brockman slaat dan ook vonken. Ze prikkelt wetenschappers om buiten hun hokje te denken. Het lijkt paradoxaal. Bij leken leeft het idee dat wetenschappers nooit iets geloven wat ze niet kunnen bewijzen. Gaan de ridders van het dubbelblind, gerandomiseerd en vergelijkend onderzoek op hun knieën en belijden ze hun geloof? Maar de paradox heft zich al snel op. Het gaat hier uiteindelijk ook niet om geloven in de religieuze zin van het woord. Het gaat om boude hypothesen die nog niet getoetst kunnen worden, maar waarvan je wel aanneemt dat ze kloppen (geloven dus) tot het tegendeel bewezen is. De wetenschap is geen fabriek van de Waarheid, maar een fantasierijke werkplaats waar dit boek je een inkijkje in geeft.
Het boek opent met een inleiding van Ian McEwan, een gerenommeerd schrijver van boeken waarin nauwgezet met de feiten wordt omgesprongen om de fictie meer gewicht te geven. Zijn bijdrage alleen al verantwoordt de aanschaf van het boek. In zijn heldere stijl beschrijft McEwan de karakteristieken van wetenschap, een grotere uitvinding dan het wiel of de landbouw: een gedachtensysteem dat tegenbewijs essentieel vindt en zelfcorrectie vanzelfsprekend. Waarin geen heilige teksten bestaan, waarin integendeel een vorm van blasfemie uiterst nuttig is gebleken. Hij onderstreept ook een opvallende eigenschap van de wetenschap van vandaag: ze komt uit haar ivoren toren, zoekt toenadering over de grenzen van de disciplines heen, in een open contact met het publiek. In dat opzicht is dit boek slechts een tastbaar resultaat van het permanente, groeiende en bloeiende colloquium dat op de website van The Edge gevoerd wordt.
Een tsunami van ideeën
Het is onbegonnen werk de veelheid en rijkdom aan ideeën in dit boek samen te vatten. De bijdragen doorkruisen alle gebieden van de menselijke kennis. Ze zijn deskundig, onbevooroordeeld en ruimdenkend. Ze leveren een onderhoudend en stimulerend menu van intellectueel en speels giswerk. Ze zetten ook lijnen uit naar de toekomst van vele disciplines. En opvallend is de optimistische toon die weerklinkt op deze pagina’s, in schril contrast tot het pessimisme dat verondersteld wordt de ware kritische intellectueel te kenmerken. Hier wordt plezier geschept in het weten en het niet-weten, in het (zichzelf) in vraag stellen, in verwondering.
Uit de optelsom van alle bijdragen wordt duidelijk dat wetenschap en technologie geen loutere kwestie zijn van het kennen of manipuleren van de dingen, het zijn ook middelen en methoden om diepere vragen te beantwoorden over wie we zijn en hoe we weten wat we weten. Het is dan misschien ook niet verwonderlijk dat veel van de onbewijsbare aannames gaan over het menselijk bewustzijn, over de manier waarop we de wereld (kunnen) kennen, over taal en bewustzijn (ook bij andere diersoorten). Ook het heelal, tijd, ruimte en het toeval zijn ruim vertegenwoordigd.
Niet alle Nederlandstalige bijdragen die speciaal voor deze Belgisch-Nederlandse editie zijn verzameld, kunnen zich meten met de ‘leading thinkers’ van de originele editie, maar dat mag de pret niet drukken. Want ondertussen krijg je een panoramisch overzicht van datgene waar de grootste geesten in de biologie, fysica, neurologie, economie, psychologie en sociologie zoal mee bezig zijn. Hun hypothesen vertrekken natuurlijk vanuit wat ze al wel weten en dat krijg je er, in kort bestek, puntig en verstaanbaar uiteengezet, gratis bij.
Een klein geloofje
Het is geen boek om in één keer uit te lezen, hoewel je de nieuwsgierigheid sterk moet intomen om niet na het lezen van een bijdrage dadelijk over te gaan op de volgende. Achter elke bladzijde lonkt immers een nieuwe verrassing. Ik denk dat de manier van kritisch en exploratief denken die in dit boek gedemonstreerd wordt de enige manier is om deze wereld leuker en beter te maken. Maar ik kan het niet bewijzen."Ik geloof dat... maar heb geen bewijs", samengesteld door John Brockman.
Titel: Ik geloof dat, maar ik heb geen bewijs
Ondertitel: De belangrijkste denkers van nu over wat zij zeker menen te weten.
Auteur: John Brockman (samenstelling) - met bijdragen van Richard Dawkins, Bas Haring, Jared Diamond, Ronald Plasterk, Jean Paul Van Bendegem, Vincent Icke, Steven Pinker en vele andere.
Originele titel: What we believe but cannot prove. Today’s leading thinkers on science in the age of certainty, Spectrum
Deze recensie verscheen eerder in "de Standaard der Letteren" en in "Wonder en is gheen Wonder",nr.1-2007.