Aan gespecialiseerde wetenschappers en therapeuten werden video-opnamen getoond van kinderen die over een ervaring vertellen die ze nooit gehad hebben, maar waarin ze door misleidende informatie sterk zijn gaan geloven (bijv. dat ze als peuter hun ouders kwijtgeraakt waren in een grootwarenhuis). De specialisten konden die verhalen over in feite denkbeeldige ervaringen met geen mogelijkheid onderscheiden van andere verhalen over reële ervaringen. Na afloop van dergelijke experimenten weigert zowat de helft van de kinderen de ingeplante herinneringen af te zweren. Onderzoek heeft ook aangetoond dat veel volwassenen (meer dan 20%) en nog meer kinderen (52%) vrij gemakkelijk fictieve gebeurtenissen integreren als persoonlijke herinnering, tot en met denkbeeldige traumatische ervaringen. Ook in het gewone leven is er vaak sprake van misleidende en suggestieve beïnvloeding, veelal onbedoeld en zonder dat men het in de gaten heeft. Bijvoorbeeld bij onderzoek en ondervraging door politielui en therapeuten die van een bepaalde hypothese uitgaan, zonder alternatieve verklaringen uit te proberen.
De therapeuten in dit boek willen met alle geweld de wereld ervan overtuigen dat ritueel-seksueel misbruik van kinderen stilaan epidemische vormen aanneemt. Het zijn mensen met een missie, ze willen "een stem geven aan de stille slachtoffers wier geloofwaardigheid door de ontwikkelingen in de actualiteit en de controversen in het mediadebat op de helling" gezet dreigt te worden. In naam van de talloze slachtoffers die ze menen te bespeuren, voeren ze een ware kruistocht. Ze onderteken-en hun pamflet met vermelding van hun titels en functies. Die gezagsargumenten zijn ook nodig, wetenschappelijk gezien stelt hun stuk immers niets voor. Meer dan een gedreven getuigenis is het niet, vol pseudo-wetenschappelijke weetjes, een aanfluiting van wat in wetenschap en rechtspraak als bewijsvoering geldt.
Dat hulpverleners meegaan in de beleving van hun cliënt, dat ze meeleven, is zonder meer lovenswaardig. Maar kritiekloze overname en prediking van onbewezen gruwelijke verhalen, is toch heel wat anders. Therapeuten horen het verschil te kennen tussen beleving en werkelijkheid. Anders dan ze beweren is het verhaal van deze vrouw geen getuigenis. Zolang haar herinneringen niet door andere bronnen gestaafd zijn, is het een verhaal tot stand gekomen in een toch wel bijzondere therapeutische situatie. Dat in vergelijkbare omstan-digheden analoge "ge-tuigenissen" geproduceerd worden, zegt niets over hun werkelijkheidskarakter. Het is niet omdat velen in vliegende schotels of god geloven en daarover "getuigen", dat die zaken ook werkelijk bestaan. Geloof en getuigenis verwijzen wel naar andere werkelijkheden, behoeften en noden. Zogenaamde getuigenissen over satanisch-ritueel seksueel misbruik zijn in de eerste plaats verhalen van vrouwen die geholpen moeten worden.
Deze therapeuten halen leed en misbruik voortdurend door elkaar. Anders dan ze bijvoorbeeld in hun slotzin stellen, moet niet "het vreselijke misbruik onder ogen gezien worden door de maatschappij en de hulpverlening", maar wel het leed. Satanisch-seksueel misbruik is niet aangetoond en zij hebben zich niet de minste inspanning getroost om een bewijs aan te dragen. Deze hulpverleners overschatten ook hun bekwaamheid en verantwoordelijkheid; hun hulpverlening aan individuen in psychische nood breiden ze uit tot een wereld die ze in nood verklaren. Vanuit hun satanisch verwrongen wereldbeeld willen ze de wereld verbeteren. Inez De La Forge (een schuilnaam) is ongetwijfeld door een hel gegaan. Als twintiger kreeg ze steeds meer fysieke en psychische problemen, vooral rond seks. Ze deed een beroep op deskundigen; niemand kon haar helpen. Rond haar 35ste namen de onverklaarbare angsten en paniekaanvallen almaar toe. Artsen en therapeuten konden alleen eventjes verdoven. Velen blunderden, een enkele had het zelfs over aanstellerij. Toen ze ten einde raad was kwam de "kleine Inez" op de proppen, de kleuter die in haar verscholen zat. Aangemoedigd door haar therapeut stelde ze zich open voor alles wat van dan af in haar opborrelde. Op zeer jonge leeftijd seksueel misbruikt door een oom van twintig, die haar binnensmokkelde in een legerkamp en haar tegen betaling door militairen liet bepotelen, fotograferen en verkrachten. Later werd ze meermaals misbruikt door een ritueel-satanische sekte. Bloedstollende taferelen, messen en sikkels in de vagina van de "kleine Inez", hakenkruisen, hersenspoelingen, netwerken, pasgeboren baby's die worden geslacht, hartje en piemeltje worden op een schaal aan Satan geofferd. Het is een goed geschreven verhaal, een beetje overgedetailleerd, hier en daar inconsistent en soms zo ongeloofwaardig, dat de auteur zelf moeite heeft om het allemaal te geloven. Het boek is mogelijk gebaseerd op een dagboek dat als onderdeel van de therapie werd bijgehouden. De invloed van de therapeutische situatie is in elk geval zeer duidelijk, veel van haar "verklaringen" vind je ook in de inleiding terug.
De bewering dat iemand die als kind door seksueel misbruik getraumatiseerd werd, dat decennialang kan vergeten om het zich dan terug te herinneren, wordt door vele deskundigen in vraag gesteld. Een afdoend bewijs hiervoor werd nooit geleverd. Hoe verklaart men overigens dat andere zwaar getraumatiseerden, slachtoffers van folteringen, frontervaringen en genocide bijvoorbeeld, hun ervaringen niet verdringen en ze gewoon niet kùnnen vergeten? Onderzoekscommissies die in verscheidene landen werden opgericht, wijzen in hun conclusies steevast op het verband met bepaalde therapeutische technieken. Ook in het hoogoplopend recovered-memory debate in de VS en Engeland, staat de vraag centraal of dergelijke "herinneringen" worden aangereikt of bekrachtigd door therapeuten.
In wetenschappelijke kringen wordt met de grootste omzichtigheid omgesprongen met de zogenaamde meervoudige persoonlijkheidsstoornis (verschillende persoonlijkheden bij één individu), een diagnose die de laatste twintig jaar sterk in de mode geraakt is. Therapeuten die erin geloven menen dat deze stoornis meestal veroorzaakt wordt door fysiek of seksueel misbruik tijdens de jeugdjaren. De verborgen persoonlijkheden zouden doorgaans slechts onder hypnose te voorschijn komen.
Oprechte verontwaardiging over seksueel misbruik heeft er toe geleid dat almaar meer therapeuten cliënten proberen te overtuigen dat ze verdrongen herinneringen aan seksueel misbruik moeten terugvinden. Daarbij wordt dikwijls gebruik gemaakt van suggestieve technieken, van relatief onschuldige droominterpretatie, over hypnose en regressietherapie tot zelfs "geneesmiddelen" die de fantasie stimuleren. Cliënten worden aangemoedigd herinneringen te produceren zonder zich al te veel zorgen te maken over het werkelijkheidskarakter ervan. Ontkent de cliënt de herinneringen die tijdens de verlaagde bewustzijnstoestand hervonden werden, dan wordt dat aan verdringing geweten. Herhaalde hypnose moet daaraan verhelpen. Uiteindelijk produceren velen de "juiste" herinneringen. Het risico op inplanting van pseudo-herinneringen is bijzonder groot. Hypnose bijvoorbeeld zwakt de kritische zin af en verhoogt de vatbaarheid voor suggestie, waardoor de accuraatheid van wat men zich dan herinnert gewoonlijk zwaar overschat wordt. Therapeuten horen dat te weten en moeten zich daarvan bewust blijven. In het buitenland hebben verenigingen van therapeuten en psychiaters zich al openlijk gedistantieerd van deze technieken. In België is dat bij mijn weten nog niet gebeurd, al zien vele deskundigen dit alles met lede ogen aan en betreuren ze dat de psychotherapie erdoor in een kwaad daglicht komt te staan.
Ook in dit boek worden de afwezigheid van herinneringen en de ontkenning van satanisch-ritueel misbruik steevast geweten aan verdringing en afweermechanismen. Slachtoffers en familieleden die blijven ontkennen, zouden zonder dat ze het weten geprogrammeerd zijn door een satanische sekte. Of De La Forge hypnotherapeutisch werd behandeld, wordt nergens duidelijk gemaakt. Vermoedelijk wel, ze schrijft dat ze lange tijd op dit soort therapie heeft aangedrongen. De inleidende getuigenis van de therapeuten schiet ook op dit vlak te kort; de lezer wordt compleet in het ongewisse gelaten over de aangewende technieken en het verloop van de therapie.
In de Verenigde Staten ging de bal aan het rollen met The courage to heal, een boek waarin twee vrouwen duidelijk maken hoe vrouwen zich dankzij hypnose kunnen herinneren dat ze als kleuter seksueel werden misbruikt. Het "begint dikwijls met vage gevoelens, een intuïtie ... Aanvaard die gevoelens... Als je denkt dat je misbruikt werd en je leven vertoont daar de symptomen van, dan wérd je ook misbruikt". De meeste mensen die in de VS en in Engeland hun ouders op basis van hervonden herinneringen beschuldigd hebben, waren in het bezit van dit handboek.
Sommige vrouwen herinneren zich pas iets na jarenlange therapie. Een Amerikaanse vrouw die haar therapeut aanvankelijk niet wou volgen en weigerde te geloven dat ze seksueel misbruikt was, produceerde tijdens de sessies geleidelijk steeds meer herinneringen aan jarenlang seksueel misbruik door een satanische sekte. Uiteindelijk geloofde ze dat ze als hogepriesteres kinderen had geofferd aan Satan en haar eigen foetussen had opgegeten. Het FBI werd ingeschakeld, maar vond geen spoor terug van wat in de geest van deze vrouw en haar therapeut was uitgegroeid tot een reusachtig complot. Slot van het verhaal: de vrouw herriep haar "getuigenis" en haar meervoudige persoonlijkheid, en spande een proces aan tegen haar psychiater. Dit is helaas geen alleenstaand geval. Duizenden Amerikaanse gezinnen werden door onbewezen beschuldigingen getroffen en veelal verwoest. Vele beschuldigden hebben zich georganiseerd in verenigingen zoals de False Memory Syndrome Foundation. Ouders dagen dochters voor het gerecht wegens smaad. Sommigen hebben hun beschuldigingen ingetrokken, van anderen werd aangetoond dat ze dwaalden. Ook in Engeland en Nederland werden dergelijke zelfhulpgroepen opgericht.
Van satanische sekten wordt beweerd dat ze orgieën organiseren waarop kinderen worden misbruikt en gefolterd, baby's worden vermoord en opgegeten. Zo ook in dit boek. In de voorbije twintig jaar werd verwoed naar bewijzen gezocht, maar gevonden werd er niets. Satanische sekten bestaan wel, maar men vond niet het minste verband met kindermisbruik. Meer dan 10% van de Amerikaanse psychologen heeft gevallen van zogenaamd satanisch-ritueel misbruik behandeld.
In de voorbije decennia is er heel wat onderzoek gebeurd naar de menselijke waarneming en herinnering. Die bleken heel wat minder betrouwbaar te zijn dan doorgaans verondersteld wordt. Herinneringen zijn geen exacte kopies van de werkelijkheid : informatie over waarnemingen en ervaringen wordt gefragmenteerd opgeslagen in verschillende hersengebieden en bij het herinneren worden fragmenten van deze en vaak ook andere waarnemingen samengesmolten en soms vermengd met informatie die niet uit eigen ervaring stamt. Herinneringen zijn niet statisch maar dynamisch; ze worden geconstrueerd, ze veranderen en evolueren samen met de persoon. Dit geconstrueerd karakter ligt aan de basis van talrijke herinneringsvervormingen (zowat de helft van de gerechtelijke dwalingen ligt aan foute getuigenissen). Herinneringen aan traumatische gebeurtenissen zijn meestal betrouwbaarder, al zijn ook zij aan vertekening onderhevig. De meeste herinneringen nemen geleidelijk in kracht af, behalve als ze regelmatig gereconstrueerd, verhaald, gerepeteerd worden. Het omgekeerde dus van wat volgens de theorie van de hervonden herinnering zou gebeuren. De inleiders van dit boek leggen dit alles naast zich neer. Resultaten van wetenschappelijk en gerechtelijk onderzoek worden verzwegen of verdacht gemaakt. Ze stellen er alleen loze beweringen en schrikbarende cijfers tegenover, zonder bronverwijzing of onderzoek. Kinderporno en prostitutie worden als bewijzen van satanisch misbruik aangevoerd. Een oppervlakkige en deels foute weergave van historische en sociologische bevindingen moet aan hun betoog een schijn van wetenschappelijkheid geven. Drogredeneringen, complottheorieën en verdachtmakingen volgen elkaar op. Ware er niet het leed van deze en andere vrouwen, het zou bijna lachwekkend zijn.
Maar er is meer. Deze paniekzaaierij is niet zonder gevaar. De auteurs hameren er op dat de daders er uitzien als doodgewone mensen, mensen zoals u en ik. Iedereen is met andere woorden verdacht. Te vrezen valt dat andere slachtoffers van seksueel misbruik, die het niet kùnnen verdringen, aan geloofwaardigheid zullen inboeten, nog argwanender benaderd en minder snel geholpen zullen worden. Een ander risico is dat steeds meer kinderen en opvoeders zich almaar onzekerder gaan voelen. Ongedwongen beleving van erotiek en seks komt in gevaar. De satanische verklaring belemmert ook onderzoek naar tastbaarder oorzaken, maatschappelijke en sociale wantoestanden die ten grondslag liggen aan het leed van deze vrouwen. Een ander gevaar schuilt in het feit dat dit soort verhalen aan een behoefte beantwoordt: de nood aan eenvoudige verklaringen voor ellende en kwaad. Mensen houden van simplistische totaalverklaringen, zeker als die inspelen op wijd verbreide angsten. Vrouwen die zich herkennen in de fysieke en psychische klachten in dit boek, kunnen op ideeën gebracht worden. Inez' relaas over enkele vrij courante ongemakken en angsten uit haar kleuter- en adolescentiejaren kan, door de koppeling aan het tijdens de therapie "herinnerde" misbruik, daarin een kwalijke rol spelen. Eigenlijk is dat ook de bedoeling van de therapeuten. Het uit de VS overgewaaide gebruik deze vrouwen "overlevenden" te noemen en ze gelijk te stellen met slachtoffers van de jodenuitroeiing, kan labiele persoonlijkheden die op zoek zijn naar aandacht en hulp een laatste zetje geven. Het gevaar voor een lawine van ongecontroleerde herinneringen en beschuldigingen is niet denkbeeldig. Ook deze therapeuten verliezen alle zin voor verhouding en verwijzen voortdurend naar de holocaust. Ze veronderstellen dat satanische sekten een deel van hun kennis opgedaan hebben bij experimenten in de concentratiekampen. Elie Wiesel wordt er zelfs bijgehaald en ze suggeren dat er misschien, zoals voor de holocaust, een wet moet komen die ontkenning van satanisch-ritueel misbruik aan banden legt. Dat satanische sekten gevaarlijk zijn, "bewijzen" ze door te verwijzen naar het Thule-genootschap uit het Duitsland van de jaren twintig. Wat de auteurs daarover vertellen, is grotendeels onjuist. En, last but not least, is er natuurlijk ook nog de ellende van onterecht beschuldigden en van vrouwen die inzien dat ze gedwaald hebben.
Is het verhaal van Inez De La Forge over ritueel-seksueel misbruik waar gebeurd? Deels misschien wel, maar niemand heeft moeite gedaan om het serieus na te trekken, laat staan te bewijzen. Komt satanisch-ritueel misbruik van kinderen dan nooit voor? Misschien wel, maar dat moet dan ook aangetoond worden. Wat er in dit boek over verhaald wordt, is meer dan onwaarschijnlijk en in elk geval onbewezen.
Inez De La Forge - Kerven in mijn ziel, Antwerpen, Icarus, 1998
"Kruistocht der therapeuteraars" verscheen eerder in De Morgen op 19 maart 1998.