De lijkwade herrezen?

01-06-2004

-

door verscheen in :
2 minuten
Leestijd:
Dat het geloof in de authenticiteit van sommige 'anomalistische' objecten een zeer taai leven kan leiden, werd recent nog maar eens bewezen met de 'nieuwste' onthullingen over de lijkwade van Turijn. Het zal wel geen toeval zijn dat de bekendmaking ervan samenviel met de reclamecampagne voor Mel Gibsons film ´The Passion of the Christ´ (die zelf om voor de hand liggende redenen samenviel met de paastijd). Er werden in april maar liefst twee spectaculaire berichten de wereld ingestuurd: er was een 'tweede gezicht' gevonden op de lijkwade, en het patroon van het doek zou erop wijzen dat het in Palestina geweven is. Volgens de meeste (maar gelukkig niet alle) persberichten bijkomende bewijzen voor de authenticiteit ervan.

De onderzoekers Fanti en Maggiolo (Departement Mechanica, Universiteit van Padua) beweren in een artikel dat ze door toepassing van een batterij gesofistikeerde beeldbewerkingstechnieken (waaronder Gaussfilters, Fouriertransformaties en ´template matching´) op een foto van de achterzijde van de lijkwade een zeer zwakke afbeelding van een tweede gezicht gevonden hebben. Volgens hen kan het geen doordruk van het beeld op de voorzijde zijn, want de vezels van het doek tussen de twee oppervlaktes zouden de afbeelding niet vertonen. Hun conclusie: onverklaarbaar en dus een bewijs van authenticiteit.
Skeptici zijn echter niet erg onder de indruk: de analyse werd uitgevoerd op een ingescande foto uit een boek, niet op het originele beeldmateriaal! Bovendien weet iedereen die wat met beeldbewerkingsprogramma´s gespeeld heeft dat te veel beeldbewerking leidt tot artefacten. Dit lijkt hier dan ook het geval te zijn. Het ´tweede gezicht´ is zeer vaag; meer dan een wazige vlek die met het hoofdhaar op de voorkant correspondeert is het eigenlijk niet. Vermoedelijk hebben ze het beeld bewerkt tot ze vonden wat ze zochten. De bewering dat de afbeelding in de stof zelf afwezig zou zijn, is nogal ongeloofwaardig. Hoe zouden de onderzoekers, zonder toegang tot het origineel, dit hebben kunnen nagaan? En trouwens, hoe bewijst dit tweede gezicht dat het hier om de lijkwade van Jezus gaat?

Het tweede bericht dat de wereld ingestuurd werd, is afkomstig van Mechthild Flury-Lemberg, een textielrestauratrice. Volgens haar is het weefpatroon van de lijkwade (een soort visgraatpatroon) vergelijkbaar met dit van stoffen van betere kwaliteit uit de eerste eeuw. Daarnaast vond ze dat sommige steken erg leken op materiaal dat gevonden werd in de buurt van het joodse bolwerk Masada. We kunnen ons echter wel de vraag stellen in hoeverre ze in haar onderzoek ook stoffen uit het Frankrijk van de veertiende eeuw betrokken heeft. Kenmerkend voor deze onthullingen is dat twee belangrijke zaken systematisch genegeerd of geminimaliseerd worden: de originele documenten uit de veertiende eeuw waaruit blijkt dat de lijkwade in Champagne vervaardigd werd en men de maker ervan gevonden had, en de C-14 dateringen die, in overeenstemming hiermee, aan het doek een ouderdom van een zestal eeuwen geven.

In tegenstelling tot wat de pers liet uitschijnen is er dus eigenlijk weinig nieuws; skeptici met enige ervaring weten al langer dat sommige sindonologen (´Lijkwade-van-Turijndeskundigen´) tot hun laatste snik de authenticiteit van de lijkwade zullen verdedigen. En dan bedoelen ze natuurlijk wel de lijkwade van Jezus van Nazareth; in de lijkwade van de een of andere misdadiger die door het Romeinse bestuur in het begin van onze jaartelling gekruisigd is, zijn ze veel minder geïnteresseerd.

Authors
Ronny martens
Publicatiedatum
01-06-2004