Pseudo-geschiedenis

Afbeelding

Het extravagante, fantastische, grandioze is altijd al verleidelijk geweest. Zo verleidelijk dat velen er hun kritisch vermogen bij opschorten en de meest wilde verhalen voor waar aannemen. Broodje Aap-verhalen doen met de regelmaat van de klok de ronde en urban legends zijn van alle tijden. Ronald Fritze, hoogleraar geschiedenis aan de Athens State University van Alabama, heeft zich in Invented Knowledge op een specifieke soort straffe verhalen geconcentreerd. In zijn vakgebied heeft hij af te rekenen met een aantal ‘geschiedenissen’ die ontspruiten aan het brein van charlatans die niet alleen de geschiedenis als ernstige wetenschap bedreigen, maar ook de rest van de wetenschap ondermijnen. Deze pseudohistorici hebben een speelveld dat dankzij televisie, film en internet groter is dan ooit tevoren. Fritze wil hen zijn zout op de staart leggen. Een boekbespreking.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Objectieve geschiedenis

Fritze weet als geen ander dat in deze postmoderne tijden geschiedenis in bepaalde middens niet als een vorm van objectieve kennis beschouwd wordt. Alles is voor die relativisten een Verhaal geworden, zeker de verhalen over het verleden. Fritze is nochtans spijkerhard rechtuit in zijn definitie van geschiedenis: “a true story about the human past”. De pseudohistorici claimen echter ook dat hun verhalen ware weergaven zijn van wat er in het verleden gebeurde. Hoe waar kan die waarheid dan zijn? Alleen toetsbare feiten en objectieve empirische methoden kunnen ons helpen, zegt Fritze, in een pleidooi dat in wezen de demarcatielijn tussen wetenschap en pseudowetenschap verkent op het grondgebied van de geschiedenis.

Hij concentreert zich op zes namaakgeschiedenissen, schetst hun ontstaan, hun context en historiografie. Van die zes is Atlantis ongetwijfeld de bekendste. Daarnaast behandelt hij de pre-Columbiaanse exploratie en kolonisatie van de Amerika’s, de valse geschiedenissen van racistische religieuze groepen zoals Christian Identity en Nation of Islam, de kosmische catastrofes en (bijna)botsingen van planeten en kometen van Velikovsky, de interplanetaire bezoekjes door buitenaardse beschavingen volgens Von Däniken, en de academische hoax van de vermeende Afrikaanse grondslagen van de klassieke Griekse beschaving, de zogenaamde Black Athena-hypothese. Fritze verdedigt zijn keuze voor het woord pseudogeschiedenis: “pseudo staat voor vals en pseudogeschiedenis is valse geschiedenis omdat ze feitelijk fout is en methodologisch incorrect.”

In den beginne was de mythe

Professionele historici maken een onderscheid tussen mythes en legenden. Mythes zijn allegorische of symbolische verhalen die een natuurlijk fenomeen of een onderdeel van de menselijke conditie of psyche verklaren. Legendes zijn verhalen die een of andere basis hebben in ware gebeurtenissen en in de loop van de tijd vervormd zijn geraakt. Pseudohistorici maken dat onderscheid niet en nemen aan dat mythes letterlijk vertellen wat ooit gebeurd is. Op gelijkaardige wijze verwarren zij mogelijkheid en waarschijnlijkheid. Het is natuurlijk in principe mogelijk dat een Chinese vloot tweeduizend jaar geleden de kusten van Amerika bereikte, maar gebaseerd op het beschikbare bewijsmateriaal is dat hoogst onwaarschijnlijk. Dat tweede lijken de pseudohistorici nooit in oogschouw te willen nemen. Ze vergissen zich ook in de inzet van de discussies tussen academische geschiedkundigen. Die zijn het er allemaal over eens dat Hendrik VIII de koning van Engeland was tussen 1509 en 1547, terwijl ze het ook eens zijn over de belangrijke gebeurtenissen en verwezenlijkingen tijdens zijn koningschap. Zij gaan wel in discussie over de betekenis, het belang en de consequenties van die gebeurtenissen of verwezenlijkingen. Pseudohistorici stellen het bestaan van feiten ter discussie. Bestond Atlantis? Stichtte een Schots edelman genaamd Henry Sinclair samen met enkele tempeliers een nederzetting in Amerika voor Columbus? Bereikten intelligente buitenaardsen de aarde in de prehistorie? Stammen de Angelsaksen af van de Tien Verloren Stammen van Israël? Wat we op zijn best als een bizarre hypothese kunnen beschouwen, is volgens hen een theorie. Wat meer is, ze noemen het graag een “verboden theorie”, omdat ze door de klassieke historici bestreden, verketterd en verzwegen zouden worden. Soms noemen ze het ook “alternatieve geschiedenis” of “niet-erkende geschiedenis”. De parallellen met “alternatieve geneeswijzen” zijn niet moeilijk te trekken. Het feit dat de gevestigde orde hun verhalen niet naar waarde wil schatten, is voor hen bovendien een bewijs dat ze gelijk hebben. Dikwijls vertonen zij de typische trekken van complotdenkers die de rest van de wereld tegen zich zien gekeerd, terwijl zij toch de enigen zijn die de waarheid gezien hebben. En hoe harder die ontkend wordt, hoe sterker zij ervan overtuigd raken dat ze wel degelijk gelijk (moeten) hebben, en dat die waarheid kost wat kost onder tafel geveegd wordt door de complottensmeders. (Zou het toevallig zijn dat Velikovsky een leerling van Freud en een beoefenaar van de psychoanalyse was?) 

De trucs van de charlatan

Fritze probeert erachter te komen hoe het komt dat onderwerpen als de verloren beschavingen, de vermeende Afrikaanse bronnen van de klassieke Grieken of de Heilige Graal zo hardnekkig zijn. Door ze samen te bespreken en bij elkaar te zetten, laat hij overeenkomsten tussen deze mythes en hun receptie zien en toont hij de trucs die gebruikt worden bij de verspreiding ervan. Zo maken pseudohistorici liever gebruik van de lacunes in de kennis om hun claims te ondersteunen dan dat ze het historisch feitenmateriaal in zijn geheel beschouwen. En dat is precies wat Fritze in zijn onderhoudende boek wel doet. Hij geeft niet alleen de waarschijnlijkste theorie over de oorspronkelijke bewoners en latere ‘ontdekking’ van Amerika, maar hij laat ook zien hoe volgens pseudohistorici in de loop der tijd tal van andere volkeren Columbus de loef af wisten te steken. Hij legt alle gegevens op tafel en probeert daaruit een samenhangend verhaal te maken. De pseudo’s doen dat nu juist niet. Die gebruiken alleen wat in hun kraam past. Ze zoeken ook in de meest uiteenlopende disciplines stukjes en brokjes, die ze zelf tot een voor hen overtuigend verhaal kneden. Data picking zouden we dat in de wetenschap noemen. Daarbij worden ze niet gehinderd door enige vakkennis. Etymologie is een gegeerd terrein waarop ze hun fantasie loslaten. In het hele pseudoverhaal dat de Angelsaksische volkeren zouden afstammen van tien verdwaalde stammen Israëls zie je hoe de Danes (de Denen) afkomstig moeten zijn van de stam Dan en de Scottish (de Schotten) van de stam Succoth. Overigens gaat deze pseudogeschiedenis verder dan dit soort onschuldige woordspelletjes. Het is het achterliggende oorsprongsverhaal voor de onorthodoxe religieuze beweging van de Christian Identity. In hun christelijke kosmogonie zijn de zwarten op deze wereld pre-adamieten. De christenen (alle blanken op het Westelijk halfrond en hun afstammelingen) zijn door God gekozen afstammelingen van Adam, geschapen door God naar zijn gelijkenis. Alle pre-Adamieten zijn inferieur en per definitie niet te redden. Het zijn de ‘mudpeople’ en hielenlikkers van de duivel. Tolerantie van en integratie met deze wezens is heulen met Satan en dus verwerpelijk. En het verhaal is nog niet afgelopen. Satan verleidde Eva in het aards paradijs, wat leidde tot de geboorte van Cain, uit het zaad van de duivel. Slecht als Cain was, doodde hij zijn broer Abel, trok naar het land van Nod en nam zich een vrouw van de pre-adamieten die daar leefden. Hun nakomelingen zijn de Joden. Antisemitisme is dus een logisch onderdeel van het wereldbeeld van de Christian Identity. Dit is ook het sluimerende gedachtegoed van christelijk rechts in de Verenigde staten, met erupties zoals de Ku Klux Klan of mannen zoals Timothy McVeigh, die in 1995 het federale overheidsgebouw van Oklahoma opblies. Voor sommigen is hij een martelaar en profeet van hun beweging.

Geheime kennis

Pseudogeschiedenis bedient zich bij voorkeur van verhalen. Religie is bij uitstek een leverancier van wereldbeelden die op overgeleverde verhalen en teksten zijn gebaseerd. Niet verwonderlijk dus dat de islam een evenknie heeft voor Christian Identity. Wat begon als de Moorish Science Temple of America in de jaren twintig van vorige eeuw, waarin Afro-Amerikanen zich verzamelden, groeide uit tot de Nation of Islam, later beroemd geworden door Malcolm X. Die X is overigens een typisch kenmerk van deze beweging. Mensen namen een nieuwe identiteit aan, waarbij ze een Arabische naam kozen of een X toevoegden aan hun naam. Die letter stond dan voor de onbekende namen van hun voorvaderen die in de slavernij waren omgekomen. Die naamsverandering werd voor tien dollar geregistreerd, veel geld voor een arme zwarte in volle depressie van de jaren dertig. Dat zegt iets over de overtuigingskracht van deze vertellers van pseudogeschiedenissen en drukt ook uit dat men er heel wat voor over had, dat het mensen heel wat waard was. Deze alternatieve geschiedenissen zijn, zo blijkt, ook dikwijls gewoon handel, net als pseudogeneeskunde. De verkoopscijfers van de boeken van deze fabrikanten van namaak spreken boekdelen.

De kosmogonie van Nation of Islam is in wezen het spiegelbeeld van dat van hun witte broeders en is een pervertering van wat de klassieke islam vertelt. Het verhaal van hun ontstaansgeschiedenis gaat 76 triljoen (!) jaar terug. Een (zwarte) man ontstond toen uit het primordiale atoom. Hieruit ontstond een beschaving van dertien zwarte stammen. Zij waren wetenschappelijk erg geavanceerd en maakten de bergen en alle andere fysieke karakteristieken van de wereld. Op andere planeten zoals Mars deden hun broederstammen hetzelfde. Zo ontstond een paradijs op aarde voor het grootste gedeelte van de tijd dat de aarde bestaan heeft. Het hele verhaal, en hoe de witte mens uiteindelijk op het toneel verscheen, is te uitgebreid om hier te vertellen, maar het is een verbluffende en wonderlijke cocktail van elementen uit sciencefiction, theosofie, vrijmetselarij en het oude testament. Een erg herkenbaar element in het hele verhaal dat nog vermelding verdient, is de apocalyptische inslag van hun geschiedenis. 

Lapjeskatconstructies

De pseudogeschiedenissen zijn opvallend hybride constructies. Ze sprokkelen te hooi en te gras en creëren een bont amalgaam van brokstukken van feiten. Doordat ze uit hun context gebruikt worden, verliezen ze hun wetenschappelijke waarde of bewijskracht. Ze verzamelen ook graag brokstukken wetenschappelijke kennis. De wetenschap heeft een groot aantal afgeschreven en gedumpte hypothesen opgeleverd, die een kerkhof van mislukte ideeën vormen waarop een cultus van pseudogeschiedenis en pseudowetenschap welig tiert.

Fritze beschrijft het geloof in het bestaan van Atlantis als de ‘moeder van alle pseudogeschiedenis’. Plato is de centrale bron van het verhaal van een verloren continent annex beschaving. Tijdgenoten zoals Aristoteles vonden het al een verzinsel dat ver af stond van de werkelijkheid. Maar anderen gingen ermee aan de haal en Atlantis laat een spoor achter doorheen heel de (pseudo)geschiedschrijving. Atlantis heeft al overal gelegen, van de Amerika’s (Francis Bacon), over de buurt van Uppsala (Olaus Rudbeck) tot Zeeuws Vlaanderen (Charles-Joseph de Grave). Net als de meeste andere pseudogeschiedenissen lag Atlantis ook goed in de markt bij allerhande cultisten. Madame Blavatsky, Rudolf Steiner en Edgar Cayce pikten het op en sommige Nazi’s claimden het als het originele Arische thuisland.

Soms gaat het bij de pseudogeschiedschrijvers om amateurs die zich met hart en ziel op hun nieuw ontdekte geheime geschiedenis storten. Von Däniken en Graham Hancock werkten in een zelf geschapen vacuüm, Gavin Menzies is een ex-marinier die zijn liefde voor de zee wist te vertalen in zijn wild hypothetische bestseller 1421: The Year China Discovered America. (De titel zegt het allemaal, het verhaal is even fantastisch als meeslepend.) Historici en archeologen lieten geen spaander heel van zijn beweringen en noemden hem incompetent of oneerlijk of allebei. (Terwijl ondertussen algemeen wordt aangenomen dat Columbus niet de eerste was om voet aan land te zetten aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.) Menzies liet al die kritiek niet aan zijn hart komen en kwam vorig jaar doodernstig met een nieuw boek aanzetten, waarin hij beweert hard te maken dat de Chinezen ook de Renaissance deden ontstaan. Typisch voor pseudohistorici is ook dat ze zich nooit laten overtuigen van hun ongelijk. Velikovsky studeerde nog wel geneeskunde aan de universiteit, maar verloor elk contact met het wetenschappelijk onderzoek naarmate zijn hypothesen zich steeds verder los zongen van elke redelijke theorievorming. Martin Bernal was professor aan Cornell University en publiceerde in 1987 zijn controversiële boek Black Athena: The Afroasiatic Roots of Classical Civilisation. Kort gezegd luidt Bernals verhaal dat het blanke racisme dat ontstond met de slavernij en het kolonialisme, ervoor zorgde dat de rol van het zwarte Egypte in het ontstaan  van de Westerse beschaving uitgegomd werd. Zijn stellingen werden door de Afro-Amerikaanse en feministische ontvoogdingsdenkers juichend onthaald. Het werd in bepaalde kringen politiek incorrect om tegen Bernal te zijn. Fritze haalt stevig uit naar Bernal. Diens pseudogeschiedenis leidt immers rechtsreeks tot een harde vorm van epistemologisch relativisme, dat corrosief is voor alle vormen van kennis en dat het verwerven van betrouwbare en evidence based kennis ondermijnt. Als je Bernal zijn gang laat gaan, houden feiten op te bestaan en wordt alles opinie en intuïtie, waarbij elke opinie even veel waard is.

Het loopt gelukkig niet altijd zo’n vaart, maar pseudogeschiedenis is populair. Haar ideeën vinden geregeld hun weg naar fictie en film en sijpelen vandaar weer terug naar de werkelijkheid. In films als 10.0000 BC of Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull vormt fake geschiedenis de basis van het verhaal. De Da Vinci Code is een ander voorbeeld van een bestseller gebaseerd op pseudohistorische premissen. Het zijn stuk voor stuk duidelijke fictieproducties, maar hun inhoud gaat naadloos over in de als non-fictie gepresenteerde boeken die in de secties new age of grenswetenschappen of occultisme van de boekhandel de dienst uitmaken. De grens met holocaustontkennende boeken is soms dun. Fritze geeft daar tal van voorbeelden van. Slordig denken in één gebied leidt al snel tot slordig denken op andere vlakken.

Fritze doet met dit boek een zeer lovenswaardige poging om voor geschiedenis te doen wat al gebeurde voor pseudogeneeskunde en pseudowetenschap, van homeopathie en psychoanalyse tot detoxkuren en ufo’s. Hij hangt ondertussen echter soms een iets te ideaal beeld op van hoe echte wetenschappelijke kennis tot stand komt. Het gaat in de realiteit allemaal niet zo rechtlijnig van hypothese en proefondervindelijke toetsing naar theorie en waarheid als je terugblikkend zou kunnen reconstrueren. Maar het is verfrissend om te zien hoe de nephistorici van deze wereld kritisch worden doorgelicht. Fritze maakt ook duidelijk hoe die verhalen ontstaan uit een mikmak van bijeengesprokkelde feiten die nooit getoetst worden aan de hypothese, terwijl alles wat die hypothese zou kunnen tegenspreken probleemloos veronachtzaamd wordt.

Vals verleden

Misschien wel het kwalijkste gevolg van al die valse geschiedenissen is dat ze de basis vormen van foute ideeën over het verleden, en dat vals verleden leidt tot een vals heden. Een gelijkaardig geval van valse geschiedenis is het creationisme. Gezien de aantallen mensen die geloven in het verhaal dat de aarde met alles erop en eraan zesduizend jaar geleden door de goedertierende god geschapen werd, heeft dat een niet te verwaarlozen impact op de manier waarop velen over zichzelf denken. Ook bij het creationisme is de valse geschiedenis een ingrediënt van een cultus, gebaseerd op overlevering en rituelen, en blind voor empirische feiten. Fritze heeft het niet expliciet over deze moderne aanhangers van het scheppingsverhaal, maar het zou er als gevalsstudie niet in misstaan. Het had hem echter in een heel ander vaarwater gebracht, wat het zeker in de Verenigde Staten niet gemakkelijk had gemaakt om zijn punt te maken. Fritze citeert met instemming Charles Darwin: “Valse feiten zijn hoogst schadelijk voor de vooruitgang van de wetenschap, want zij blijven dikwijls lang hangen. Maar foute ideeën, zelfs ondersteund door enige bewijs, kunnen weinig kwaad, omdat iedereen er een plezier in kan scheppen om hun foutheid aan te tonen.” Het probleem is, zoals Umberto Eco al zei: “ Foute verhalen zijn, in eerste instantie, verhalen, en verhalen, zoals mythes, zijn altijd verleidelijk.”

 

Geerdt Magiels is bioloog, filosoof en stichtend lid van SKEPP.

 

Invented Knowledge: False History, Fake Science and Pseudo-Religions
Ronald H. Fritze 
Reaktion Books
ISBN 978 1 86189 430 4
304 blz,