Paul is dood, lang leve Paul?

Afbeelding
Paul is dood

Paul Mc Cartney

In februari bracht hij een nieuwe plaat uit, kreeg hij een ster op de Hollywood Walk of Fame en op 28 maart trad Paul McCartney zelfs op in het Sportpaleis. De oud-Beatle staat dus nog altijd volop in de schijnwerpers. Niemand staat er echter bij stil dat het wel eens om een dubbelganger zou kunnen gaan. Volgens de ‘Paul is dead’-theorie kwam de zanger immers in 1966 om het leven en werd hij heimelijk vervangen door een look-alike. Dat zou betekenen dat McCartney onmogelijk de (co-)auteur kan zijn van klassiekers als ‘Hey Jude’, ‘Let it Be’ en ‘Live and Let Die’. Een merkwaardig verhaal, niet?

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

In 1969 ontstond binnen het Amerikaanse universiteitsleven het gerucht dat Paul McCartney van The Beatles drie jaar voorheen omgekomen was in een auto-ongeluk. Zoals bij elke ‘urban legend’ bestaan er uiteenlopende versies van het verhaal. Volgens één versie werd McCartney tijdens het rijden afgeleid door een bevallige dame. Daarop reed hij door een rood licht, met fatale afloop. Een andere versie luidt dat hij dronken achter het stuur in slaap is gevallen. De meeste versies zijn het er wel over eens dat hij in het ongeval onthoofd moet zijn.› Een dubbelganger zou daarna zijn plaats hebben ingenomen, onder druk van de Britse overheid. Die wilde de belastinginkomsten van de Beatles-platenverkoop niet mislopen. Volgens het verhaal werd de hele operatie in de doofpot gestopt. The Beatles kregen zwijgplicht opgelegd en de vervanger, de Amerikaanse acteur William Campbell, winnaar van een McCartney lookalike-wedstrijd, onderging plastische chirurgie om de gelijkenis compleet te maken. De ‘Paul is dead’-hypothese verspreidde zich snel binnen het circuit van de Amerikaanse college radios en waaide ook over naar Europa, waar de Britse pers er heel wat aandacht aan besteedde. Ook vandaag leeft het verhaal nog binnen de populaire cultuur.

Wat zijn de argumenten voor deze toch wel buitengewone bewering? Harde bewijzen zoals een overlijdensakte, het wrak van de auto, een foto van het lijk of getuigenissen van ooggetuigen ontbreken. Believers wijzen erop dat het om een doofpotoperatie ging en dat bijgevolg alle bewijsmateriaal vernietigd is. Het is een veelgebruikte immunisatiestrategie: het ontbreken van goede bewijzen wordt als een argument voor de samenzwering gezien. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat van alle betrokkenen in het complot (de Britse overheid, politieagenten, ambtenaren, ooggetuigen, plastische chirurgen, ...) niemand zijn mond zou hebben voorbijgepraat. Dit argument contra geldt ook voor andere samen-zweringstheorieën, zoals de 9/11-complottheorie en de Apollo-maanlandingscomplottheorie. De samenzwering en bijhorende doofpotoperatie fungeert in de argumentatie van de believers als joker om de gebrekkige bewijslast te verklaren.

Een ander aangedragen ‘bewijs’ berust op een fysieke vergelijking tussen de McCartney van voor het ongeluk en die erna. Daarbij wordt voornamelijk McCartneys litteken op de bovenlip aangehaald. Dit verscheen voor het eerst op een foto van de hoes van ‘The White Album’. Het zou volgens de believers een overblijfsel zijn van de plastische chirurgie die Campbell aan het gezicht moest ondergaan. Veel waarschijnlijker is natuurlijk dat het betreffende kleine litteken het resultaat is van zijn motoraccident. Op 22 november 1966 had McCartney een licht motoraccident, waaraan hij een afgebroken tand zou hebben overgehouden. Volgens sommige believers is dit de ‘aangepaste versie’ van het werkelijke ongeluk, of misschien van een ongeluk met een mes bij het koken of van een onstuimige kat met iets te scherpe klauwen. Het litteken is ook zo klein dat het onmogelijk het enige artefact kan zijn van zo’n ernstige chirurgische ingreep. Bovendien waren de technieken van plastische chirurgie in de sixties helemaal niet te vergelijken met de mogelijkheden van vandaag. 

Een andere manier om de twee Pauls te vergelijken is op basis van de stem. Je kan songs met McCartneys stem van voor het ongeluk naast songs van na het ongeluk leggen. De belangrijkste aanwijzing die de believers in dit verband aanhalen, is het ‘onderzoek’ uit 1969 van Henry Truby, professor pediatrie en linguïstiek aan de universiteit van Miami. Truby bestudeerde voornamelijk ‘Yesterday’ (1965) en ‘Hey Jude’ (1968) en kwam tot de conclusie dat beide stemmen verschillend zijn. De doorslaggevende waarde van dit ene onderzoek voor de ‘Paul is dead’-hypothese valt echter ernstig te betwijfelen. Zelfs met de huidige technologie is het moeilijk om doorslaggevende resultaten van stemidentificatie te verkrijgen binnen een rechtszaak. De beschuldigde moet bijvoorbeeld, wil de stemidentificatie aan bewijslast winnen, met gelijke intonatie dezelfde zinnen inspreken als op het voorbeeldfragment.  Zie het artikel van Steve Cain, Lonnie Smrkovski en Mindy Wilson over de betrouwbaarheid en methodologie van stemidentificatie, met nadruk op de toepassing ervan binnen het juridische systeem.› Het onderzoek van Truby dateert uit een periode waarin stemidentificatie nog in de kinderschoenen stond. Hij baseert zich bovendien louter op twee verschillende songs die geen gelijke tekst of intonatie en veel achtergrondmuziek bevatten. Voeg daarbij dat de conclusie door geen enkel ander onderzoek werd bevestigd en dat Truby zich niet bereid verklaarde om zijn conclusie op de radio te verdedigen, en we kunnen het stemidentificatie-argument voor het ‘Paul is dead’-verhaal terecht van tafel vegen.

Ook op basis van persoonlijkheidsbeschrijvingen zijn er pogingen ondernomen om een verschil aan te tonen. De maanden na McCartneys vermeende dood ondergaat zijn leven inderdaad een aantal veranderingen: The Beatles maken een transformatie door van een brave naar een meer experimentele muziekgroep, Pauls vijfjarige relatie met de Britse Jane Asher loopt op de klippen en wat later leert hij de Amerikaanse Linda Eastman – zijn toekomstige echtgenote Linda McCartney – kennen. Het verhaal luidt dat de Amerikaan William Campbell een nieuwe, Amerikaanse vriendin zou hebben gekozen om zijn accent te verbergen en niet ontmaskerd te worden door Jane Asher, die na een vijfjarige relatie een dubbelganger snel zou herkennen. Iemands persoonlijkheid is echter een dynamisch gegeven. We kunnen deze veranderingen probleemloos situeren binnen de psychologische ontwikkeling van een 24-jarige man. Daarnaast is een buitenstaander slecht gepositioneerd om uitspraken te doen over iemands karakterveranderingen. Alleen zij die hem persoonlijk kennen, hebben recht van spreken. Dat de valse McCartney blijkbaar nooit door de mand is gevallen op familiefeesten of tijdens gesprekken met jeugdvrienden, pleit niet echt voor de ‘Paul is dead’-hypothese.

De believers kampen dus met een groot probleem: elke aanwijzing voor twee verschillende McCartneys, omwille van een verschil in uiterlijke verschijning, stemgeluid of persoonlijkheid, ontbreekt. De aanhangers kunnen alleen nog beweren dat de vervanger in die mate identiek is dat geen enkele test het verschil ontwaart. Zij overschatten duidelijk de mogelijkheid om een quasi-exacte Engelstalige dubbelganger te vinden, met dezelfde stem,  die linkshandig basgitaar speelt en die bovendien over minstens evenveel muzikaal talent beschikt als de oorspronkelijke McCartney. 

Het merendeel van de argumenten voor het ‘Paul is dead’-verhaal komt echter uit een geheel andere hoek. Ze gaan uit van de veronderstelling dat de overige Beatles het moeilijk kregen om te zwijgen en als reactie geheime boodschappen in hun werk gingen stoppen. Het leidt ertoe dat believers achter elk schijnbaar onbelangrijk detail op platenhoezen en in songteksten (zowel normaal als achterwaarts afgespeeld) belangrijke mededelingen zoeken. Alleen al met betrekking tot de hoes van het album ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ (1967) zijn de voorbeelden van overinterpretatie quasi eindeloos. Zo zouden de bloemen onderaan wijzen op een graf. De pop helemaal rechts heeft op haar schoot – veelbetekenend! – een speelgoed-Aston Martin liggen, de auto waarmee ook Paul reed, en links ervan ligt een ‘bebloede rijhandschoen’. De badge op McCartneys linkerschouder zou het opschrift ‘OPD’ dragen, ofte ‘officially pronounced dead’. Een plausibeler verklaring is echter dat er ‘OPP’ staat, een afkorting voor ‘Ontario Provincial Police’. Zo’n badge bestaat én McCartney heeft verklaard er één ontvangen te hebben na een optreden in Ontario. Ook de hoes van ‘Abbey Road’ is voorwerp geweest van Hineininterpretierung. McCartney loopt er op blote  voeten (een verwijzing naar zijn dood), John Lennon is gekleed in het wit (de priester), Ringo Starr in het zwart (de begrafenisondernemer) en George Harrison draagt jeans (de grafdelver). De nummerplaat van de geparkeerde auto leest ‘28 IF’, Pauls leeftijd indien hij niet gestorven was.

Believers zoeken ook obsessief naar geheime boodschappen in achterwaarts afgespeelde songfragmenten, het zogenaamde ‘backmasking’. De voorbeelden van ‘backmasking’ zijn eindeloos. Geïnteresseerden verwijs ik graag naar Youtube, waar heel wat illustrerende video’s te vinden zijn.› Het refrein van ‘All Together Now’ zou, indien omgekeerd afgespeeld, de woorden ‘I buried Paul’ bevatten. Wie het betreffende fragment beluistert zonder de ‘I buried Paul’-invulling vooraf te kennen, zal echter allerminst geneigd zijn tot die interpretatie. Men hoort alleen een reeks onsamenhangende klanken. Je kan het vergelijken met het tijdverdrijf om herkenbare vormen te zoeken in wolken: de één ontwaart een draak en de ander een olifant. In dat geval ziet men echter de complete contingentie van de eigen interpretatie in; de believers doen dat niet. Ze lijken ook niet te beseffen hoe aartsmoeilijk het is om tekstfragmenten te creëren waarbij het resultaat in beide afspeelmogelijkheden betekenisvol klinkt.

De ontstaansgeschiedenis van het ‘Paul is dead’-verhaal illustreert hoe gemakkelijk een klein verzinsel kan uitgroeien tot een samenzweringstheorie. Alles begon immers met een anoniem telefoontje aan een radiostation, waarna er een zekere hysterie ontstond en kritische vragen tijdelijk verstomden. Het hele verhaal straalt een zekere charme uit en draagt ongetwijfeld bij tot de magie die nog steeds rond The Beatles hangt. Dat mag echter nooit een argument zijn voor de geloofwaardigheid van een hypothese.

 

Joost Lambert is student wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. 

 

Bronnen