Waarom de serie Chernobyl kernenergie niet begrijpt

Afbeelding

‘Journalisten zien veel fictie aan voor feiten’

Chernobyl, de razend populaire miniserie over de kernramp van 1986, wordt geprezen omdat de makers zich zouden hebben gehouden aan de feiten. Maar het wemelt van de fouten, schrijft Michael Shellenberger. De Chernobyl reeks is te bekijken via Telenet Play en More en komt vanaf april 2020 op Canvas.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

De serie Chernobyl brak eerder dit jaar records en werd al snel hoger gewaardeerd dan Game of Thrones. Ze kreeg volop aandacht in de media. The New York Times stelde dat Chernobyl meer gaat “over leugens, bedrog en een verrot politiek systeem” dan over de vraag “of kernenergie goed of slecht is”.

Scenarioschrijver Craig Mazin heeft dit ook steeds benadrukt. “De les van Tsjernobyl is niet dat moderne kernenergie gevaarlijk is”, twitterde hij. “De les is dat liegen, arrogantie en het onderdrukken van kritiek gevaarlijk zijn.” Rond de release van Chernobyl beloofde Mazin dat zijn miniserie zich aan de feiten zou houden. Hij stelde dat hij niet “een lijn wilde overschrijden richting sensatie”.

In werkelijkheid gaat zijn serie al in de eerste aflevering over die lijn – en keert daarna nooit meer terug. Want nu ik alle vijf de afleveringen van Chernobyl heb gezien, lijkt het erop dat deze miniserie miljoenen mensen doods- en doodsbang maakt voor kernenergie.

Zo stort in Chernobyl een helikopter neer, ogenschijnlijk vanwege de radioactieve straling van de gesmolten reactor. Welnu, er stortte in de regio inderdaad een helikopter neer, maar dat gebeurde zes maanden later en had niets met straling te maken; een van de bladen van de helikopter raakte een ketting die aan een bouwkraan bungelde.

Verder zien we, nogal onheilspellend, de omwonenden die zich op een brug verzamelden om van een afstandje naar de brand in de centrale te kijken. Aan het slot van de serie beweren de makers dat “er is gemeld dat geen enkele toeschouwer het heeft overleefd. Het staat nu bekend als de Brug des Doods.” Maar: in meer academische kringen staat de Brug des Doods bekend als een sensationeel gerucht, waarvoor geen enkel deugdelijk bewijs bestaat. Niettemin werd deze mythe herhaald door tijdschriften van roddelblad People tot het deftige Economist.

Straling: superkrachtig gif?

Het meest schandelijke van de sensatiezucht is de suggestie dat straling besmettelijk is, als een virus. De held, gespeeld door Emily Watson, sleept de zwangere vrouw van een brandweerman weg die overlijdt aan het acute stra-lingssyndroom. “Ga weg! Ga weg van hier!”, schreeuwt Watson, alsof de vrouw en de baby in haar buik zullen worden vergiftigd als ze nog een seconde langer bij hem blijft.

Iedere expert weet echter dat straling niet besmettelijk is. Intussen, in Chernobyl, sterft de baby, waarop Watson zegt: “De straling zou de moeder hebben gedood, maar in plaats daarvan heeft de baby het geabsorbeerd.” Dit is je reinste nonsens. Het weerhield The New Yorker er niet van om kritiekloos te schrijven over de baby die straling “absorbeerde”.

 

Afbeelding

The New Republic omschreef straling als “bovennatuurlijk hardnekkig” en besmettelijk: “een zombielogica, waardoor iedereen die vergiftigd is zelf giftig wordt”. Zelfs bij de wat meer intellectuele bladen zagen journalisten veel van de fictie aan voor feiten.

Sterker, er is geen enkel bewijs dat de straling van Tsjernobyl ook maar één baby heeft gedood. Er is ook geen bewijs dat het heeft geleid tot een verhoging van geboorteafwijkingen. Straling is nu eenmaal niet het superkrachtige gif dat Chernobyl ervan maakt.

Er is de suggestie dat alle hulpverleners met het acute stralingssyndroom stierven, maar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie heeft 80 procent van de mensen met dit syndroom het overleefd. In aflevering 1 laat straling de werknemers hevig bloeden en in aflevering 2 kleurt de hand van een verpleegkundige die een brandweerman aanraakt ineens felrood, alsof ie ter plekke verbrandt. Niets van dat alles is gebeurd. Het is niet eens mogelijk.

Kogels, wapens en kernbommen

Het wordt nog gekker. Een van de helden in Chernobyl is een wetenschapper die straling omschrijft als “een kogel”. Hij vraagt ons om het ongeval voor te stellen als “3 biljoen kogels in de lucht, het water en het voedsel (...) die pas over 50 duizend jaar zullen stoppen met vuren”

Kogels? Echt?! Maar wacht even, elk moment is er natuurlijke radioactieve straling om ons heen: als we ons bevinden in gebouwen van graniet, als we een banaan eten, als we vliegen. Op sommige plekken is die straling wat hoger dan elders. Neem Colorado, waar de achtergrondstraling hoger is dan gemiddeld in de Verenigde Staten. Op de inwoners van Colarado worden dus elk moment meer “stralingskogels” afgeschoten dan op andere Amerikanen. Maar de mensen in Colorado leven nog – en leven zelfs gemiddeld langer. Kogels? Als straling als een kogel was, zouden we allemaal allang dood zijn.

Wat in aflevering 1 nog begint als een “kogel” evolueert tijdens de miniserie tot een wapen. “Tsjernobylreactor nummer 4 is nu een kernbom”, zegt een wetenschapper annex held, die “uur na uur” afgaat en “niet zal stoppen (...) tot het hele continent dood is”.

Huh? Tot het hele continent dood is?! De angst die dit oproept, is natuurlijk de angst voor een kernoorlog. En zo gebruikt Chernobyl dezelfde oude truc als elke andere rampenfilm rondom nucleaire technologie. Hollywood presenteert het smelten van uraniumbrandstof nu eenmaal graag als een ontploffende kernbom.

De paradox van gevaar en veiligheid

De makers van Chernobyl zitten er compleet naast. De reden daarvoor is dezelfde reden als waarom de mensheid het al ruim zestig jaar mis heeft bij nucleaire technologie: wij hebben onze angst voor kernwapens overgeheveld naar kerncentrales.

Feitelijk onderstreept de ramp in Tsjernobyl waarom kernenergie de veiligste manier is om elektriciteit te maken. Kerncentrales zijn, gemeten over hun hele levenscyclus van mijnbouw tot afvalverwerking, veiliger dan elke andere energiebron, inclusief zonnepanelen en windmolens. Ze voorkomen ook ziekte en dood, want kerncentrales verminderen de blootstelling aan schadelijke luchtvervuiling doordat ze centrales op kolen, gas of biomassa vervangen. Daarom heeft kernenergie, volgens een studie uit Nature, tot nu toe al bijna twee miljoen levens gered.

Niet alleen onze angst voor kernenergie is overdreven, ook onze angst voor kernwapens is overdreven. Sinds de eerste kernwapens werden gebruikt in 1945 zijn er 74 jaar verstreken. Die 74 jaar zijn de meest vreedzame van ten minste de laatste 700 jaar. Naarmate de kernbom zich verspreidde, daalde het aantal doden als gevolg van oorlogen en conflicten met 95 procent. Kan het menselijk bewustzijn zich ontwikkelen om te begrijpen waarom zoiets gevaarlijks als een kernwapen de wereld zo veilig heeft gemaakt?

Misschien besluit Hollywood ooit om het ware verhaal van kernenergie te vertellen, inclusief de paradoxale relatie tussen veiligheid en gevaar. Als dat gebeurt, hoeven de scenarioschrijvers niet hun toevlucht te nemen tot sensatie. De waarheid is al sensationeel genoeg.

Dit is het tweede en laatste deel van de bespreking van de televisieserie Chernobyl. Het eerste deel verscheen in het zomernummer van Wonder en is gheen wonder.

Vertaald door Marco Visscher