Demografische bedenkingen bij een Buffalo Jump

Afbeelding

"Toekomstige vruchtbaarheidscijfers worden vaak te hoog ingeschat”

Het idee voor dit artikel ontstond tijdens een vakantie in Canada. Head-Smashed-In Buffalo Jump is een klif, gevormd door een stroompje in de prairie. Deze oorspronkelijk twintig meter hoge klif, een verraderlijke inzinking in de zacht rollende grassavanne, werd gebruikt door de Eerste Volkeren om bizons van af te jagen en te doden. De Canadezen gebruiken het domme woord indiaan niet langer, maar wel “Eerste Volkeren”, First Nations.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

In Canada leven nu naast de Eerste Volkeren veel nieuwe volkeren uit alle landen van de wereld min of meer harmonieus samen. Het meervoud doet beter recht aan de grote diversiteit van deze eerste volkeren. Er was een wereld van verschil tussen de volkeren die op de schrale prairie overleefden bij de gratie van de bizon en de westkustvolkeren die leefden van de rijke zee en het wonderbaarlijke regenwoud.

Het lijkt een brute maar simpele manier van jagen: bizons van de klif laten vallen, maar in werkelijkheid is het een buitengewoon gesofisticeerde jachtmethode, die een diep begrip vergde van het kuddegedrag van deze monsterlijke koeien en de samenwerking van meer dan honderd mensen over meerdere dagen. Die bizons gingen immers niet zomaar naar deze klif: ze moesten geleidelijk daarnaartoe gelokt worden. Aan de voet van de klif lagen zoveel bizonbeenderen dat hij een tijdje als fosformijn heeft gediend. De jachtmethode raakte in onbruik bij de herintroductie van het paard in Amerika in de 18de eeuw. Voordien was deze klif duizenden jaren in gebruik: de oudste jachtsporen dateren er van zesduizend jaren geleden. Bewijzen van deze jachtmethode zijn elders nog tweeduizend jaar ouder. Overleven op de ijzige, door wind geteisterde grassavanne was alleen mogelijk dankzij de bizon. Hij leverde vlees, huiden voor tenten en kleren, beenderen voor werktuigen en zelfs brandstof in de vorm van gedroogde mest. Hout is schaars op de prairie. De prairievolkeren leefden zo duizenden jaren van de bizon, zonder ook maar een noemenswaardige deukje in de populatie te maken.

Toen kwamen de geweren van de blanke man. In 1840 leefden er naar schatting nog veertig miljoen bizons op de NoordAmerikaanse prairie. In 1906, toen ze in allerijl werden beschermd, leefden er misschien nog driehonderd. Met het uitroeien van de bizon sloeg de kolonist twee vliegen in één klap: de prairie werd leeggemaakt voor veeteelt en de meest geduchte tegenmacht, de krijgersvolkeren op de prairie, werd herleid tot een bende bedelaars die leefde van alcohol en uitkeringen. Samen met de bizon verdween een menselijke cultuur, ouder dan de Egyptische piramidebouwers, naar spannende jongensboeken en Hollywood westerns.

Afbeelding
Het idee voor dit artikel ontstond tijdens een vakantie in Canada…

Bevolkingsdruk

Van waar en waarom kwamen die blanke mannen? Aanvankelijk was het geen lolletje, om met een zeilschip over een gevaarlijke oceaan naar een ver land te reizen, bewoond door vreemde en soms vijandige volkeren. Hier komt de demografie om de hoek kijken. Van de huidige bevolking van de Verenigde Staten claimen een 50 miljoen van Brits-Ierse afkomst te zijn. Van de huidige 25 miljoen Australiërs is ongeveer drie kwart van Brits-Ierse afkomst. Er leven meer mensen van Brits-Ierse afkomst in Canada, de Verenigde Staten en Australië dan in Groot-Brittannië zelf. Het is bittere ironie dat de Brexit, het afscheuren van GrootBrittannië van Europa, vooral geïnspireerd werd door enige honderdduizenden vaak broodnodige immigranten uit Oost-Europa.

In 1750 telt Engeland 7 miljoen inwoners. In 1900 zijn dat er 33 miljoen, met reeds miljoenen emigranten buiten de Britse eilanden. Tegenover het verpauperde, verknechte en relatief overbevolkte Engeland stond de aantrekkingskracht van het verre paradijs: Amerika, een leeg land waar iedereen de Amerikaanse droom kon waarmaken. Bevolkingsdruk is zelden de enige kracht, maar het speelt bijna altijd mee bij emigratie. Om te emigreren, moet je de bekende toestand in het thuisland lager inschatten dan de onbekende in het ontvangende land. Er zijn heel wat meer factoren dan bevolkingsdruk die vluchtelingen uit Arabië en Afrika naar hier drijven, maar de hoge bevolkingsdruk mag ook niet worden genegeerd.

Meer opgeleide vrouwen hebben consequent minder kinderen. Het negeren van deze belangrijke structurele verandering leidt tot hogere verwachtingen van toekomstige vruchtbaarheid.

Overbevolking

Mensen halen voedsel, water en andere benodigdheden uit hun omgeving om goed en veilig te leven. Bevolkingsdruk is relatief: hoeveel een land of de wereld kan dragen, hangt mee af van de productiemogelijkheden en de consumptie. seminomadische jagers-verzamelaars haalden hun voedsel uit uitgestrekte jachtgebieden, meerdere vierkante kilometer per inwoner groot. Primitieve landbouwers in Papoea-Nieuw-Guinea en Australië hebben een halve tot anderhalve vierkante kilometer per bewoner nodig (al zijn er dichter bevolkte gebieden). De moderne bevolkingsdichtheid over de landoppervlakte van de wereld, exclusief Antarctica, is nu ongeveer 55 inwoners per vierkante kilometer. Ongeveer een derde van die landoppervlakte is voor landbouw bestemd. Niet alleen de bevolking neemt toe, ook de welvaart, wat zich uit in groeiende behoeften. De zeer talrijke bevolking van de snel groeiende Aziatische economieën willen ook een stukje vlees voor bij de rijst.

Het lot van concurrerende dieren maakt hen een gevoelige maat voor menselijke bevolkingsdruk. De grotere predatoren en de met gedomesticeerd vee concurrerende grazers zijn de eerste slachtoffers. In de 15de eeuw was de wisent (de Europese bizon) al uit West-Europa verdwenen. De huidige wisenten stammen af van overlevende exemplaren uit beschermde jachtgebieden. De bruine beer verdween uit onze streken in de Middeleeuwen, de wolf in de negentiende eeuw. Zo beschreven is Europa al vele eeuwen overbevolkt. De wereld is langzamerhand één groot Europa aan het worden. De iconische grote katten, leeuwen en tijgers, overleven steeds meer in beschermde natuurparken. Grotere predatoren die het nog goed doen zijn typisch opportunisten die hun slag weten te slaan uit de menselijke aanwezigheid. Maar echt wilde exemplaren leven buiten natuurparken enkel nog in onherbergzame gebieden. Omdat ook prooidieren daar schaars en verspreid leven, wordt de dichtheid van de grote jagers gemakkelijk te gering om de soort daar nog in stand te houden.

Afbeelding
De bruine beer verdween uit onze streken in de Middeleeuwen, de wolf in de negentiende eeuw.

Bangladesh

Een ontnuchterend verhaal over bevolkingsdruk levert Bangladesh, het meest dichtbevolkte grote land op aarde. Van dit land kan zelfs niet worden beweerd dat het slecht bestuurd wordt. Corruptie is er een plaag, maar dat geldt voor alle economieën met een laag inkomen. Bij een zeker niveau van verpaupering wordt corruptie een sociale plicht om je familie te beschermen.

In 1930 woonden er 34 miljoen mensen in Bangladesh. In 1950 woonden er 44 miljoen, in 2000 137 miljoen en in 2010 142 à 150 miljoen. Dat komt overeen met 1100 inwoners per vierkante kilometer. Als België sinds 1930 (8 miljoen inwoners) even snel zou zijn gegroeid als Bangladesh, zouden er nu 38 miljoen mensen wonen in ons land. Bij de huidige bevolkingsdichtheid van Bangladesh zouden het er 34 miljoen zijn. De Europese Unie heeft een bevolkingsdichtheid van 116 inwoners per vierkante kilometer en telt ongeveer een half miljard inwoners. Bij een bevolkingsdichtheid van Bangladesh zouden in de Europese Unie een kleine vijf miljard mensen wonen.

Vergelijkingen als deze tussen Bangladesh en België of de EU tonen het relatieve van bevolkingsdichtheid. We kennen de toekomstige maximaal haalbare bevolkingsdichtheid van de wereld niet, wat sofistische speculaties gemakkelijk maakt. De bevolking van Bangladesh overleeft aan bevolkingsdichtheden die vroeger voor onmogelijk werden gehouden. In Bangladesh ligt het gemiddeld inkomen per dag op minder dan 4 dollar (aangepast aan koopkracht); in België ligt dat ongeveer dertig keer hoger. Afhankelijk van de manier van berekenen leeft een derde tot een vijfde van de bevolking van Bangladesh in absolute armoede. De grote mierendeskundige, sociobioloog en voorvechter voor het behoud van biodiversiteit E.O. Wilson schreef het zo: “Als Bangladesh 10 miljoen inwoners had in plaats van 115 miljoen (jaren 1990), zouden de mensen kunnen leven op welvarende boerderijen ver weg van de gevaarlijke overstromingsgebieden. Het is sofistisch om naar Nederland en Japan te verwijzen als modellen van dichtbevolkte maar welvarende samenlevingen. Dit zijn zeer gespecialiseerde industriële landen die afhangen van de massale invoer van natuurlijke hulpbronnen uit de rest van de wereld. Als alle naties hetzelfde aantal mensen per vierkante kilometer bevat, zal de wereld op Bangladesh lijken in plaats van op Nederland en Japan.”1

De toekomst van de wereldbevolking

De bevolking wordt gevormd door geboorte, sterfte en migratie. Bij de toekomstige wereldbevolking valt een zeer lastig voorspelbare variabele weg: migratie. Sterfte is goed voorspelbaar, toch over de komende vijf decennia, maar heeft een beperkte invloed op de bevolking.

Geboortecijfers bepalen dus de toekomstige wereldbevolking. De meest inzichtelijke maat is het totale vruchtbaarheidscijfer (total fertility rate, TFR). Het is het aantal kinderen dat een vrouw zou krijgen als ze gedurende haar vruchtbare leven blijft leven en daarbij de leeftijdsspecifieke geboortecijfers van een vrouwelijke bevolking in een bepaalde periode beleeft. Bij een stabiele bevolking krijgt iedere vrouw gemiddeld één overlevend meisje dat in staat is zelf één meisje krijgen en op te voeden tot volwassenheid. Dat betekent, bij lage sterfte, dat iedere vrouw wat meer dan twee kinderen moet krijgen om het bevolkingscijfer gelijk te houden (iets meer dan de helft van de geboren kinderen zijn jongens, een aantal meisjes halen de vruchtbare leeftijd niet of overleven niet lang genoeg).

In prehistorische tijden moest een vrouw eerder vijf kinderen krijgen om de bevolking stabiel te houden. Ongeveer de helft van de kinderen haalden de vruchtbare leeftijd niet, van de meisjes die het wel haalden stierven er nog heel wat bij de eerste zwangerschap. De bevalling is berucht gevaarlijk bij Homo sapiens. Semi-nomadische jagers-verzamelaars beperkten het kindertal door kinderen te spreiden, deels door taboes op seks, deels door infanticide. Rondtrekkende gezinnen konden zich niet meer dan één baby of peuter tegelijkertijd veroorloven.

Afbeelding
Figuur 1

Figuur 1 geeft de (grof geschatte) TFR van de wereld aan, uitgesplitst naar inkomensniveau. Je begrijpt de paniek in de jaren 1960: bij een TFR van 5, bij snel dalende kindersterfte, verdubbelt de wereldbevolking zowat om de dertig jaar. Die TFR daalde gelukkig snel in recente decennia. In de rijke landen zie je nog het staartje van de babyboom in de jaren 1960, waarbij de TFR geleidelijk daalt naar 1.8. De landen met een gemiddeld inkomen volgen. Die met een hoog gemiddeld inkomen hebben de rijke landen vervoegd, die met een laag gemiddeld inkomen dalen ook geleidelijk. Armoede gaat hand in hand met een hoog kindertal, nog steeds.

Afbeelding
Figuur 2

Figuur 2, uit de onvolprezen website Gapminder.org toont de vruchtbaarheid per land in 2015, met op de Y-as inkomen (op een logaritmische schaal). De grootte van de bolletjes is evenredig met de bevolking, de kleurtjes tonen (te) hoge vruchtbaarheid vooral nog in Afrika onder de Sahara. Het vruchtbaarheidscijfer van Nederland en België ligt tussen 1.7 en 1.8. Dit veroorzaakt een zachte bevolkingskrimp op langere termijn. In Oost- en Zuid-Europa (of Japan) is de TFR onder de 1.5, wat druk zet op de economie door vergrijzing en krappe arbeidsmarkten.

Voorspellingen

Demografie heeft een lange adem – dat heet demografische inertie of het demografisch momentum. Bijvoorbeeld, de kinderen van de grote babyboom in het Westen (mijn generatie) krijgen ook weer kinderen, nu beginnen die kinderen aan de kleinkinderen van de babyboomers. Een goed voorbeeld is Nederland. Dat beleefde een grote en lange babyboom tussen 1945 en 1965, om vervolgens een diepe babycrash te kennen in de jaren 1970. Het duurt echter meer dan veertig jaar voor dat lage geboortecijfer zich begint te vertalen in een dalende bevolking. Nu pas begint de autochtone Nederlandse bevolking heel geleidelijk te dalen – de huidige aangroei van de Nederlandse bevolking wordt veroorzaakt door immigratie.

Demografische modellen zijn eenvoudig en daarom transparant. Er hebben helaas veel mensen belang bij alarmisme. Dat uit zich in modellen die de TFR kunstmatig hoog houden. Een helaas niet zo goed voorbeeld zijn de nochtans veel geciteerde voorspellingen van de Verenigde Naties.2 Deze brutale voorspellingen nemen feitelijk aan dat de TFR 2.1 (het vervangingsniveau) wordt of blijft. Dat is op niets gebaseerd. Ze voorspellen dat de geboortecijfers weer zullen toenemen in de rijkere landen. Dat is nooit waargenomen. Ook de armere landen zullen niet onder de 2.1 dalen. Dat gaat in tegen alle bestaande trends. Bij deze aanname gaat de bevolking naar 11 miljard in 2100. Afrika stijgt van 1,3 miljard naar 4,5 miljard inwoners en haalt zo Azië in. Wat dat betekent voor de Afrikaanse bevolking en de verwachte vloed immigranten naar Europa laat zich raden.

Afbeelding
Figuur 3

Het internationale samenwerkingsverband tussen de VS, Rusland en een tiental Westerse landen IIASA (International Institute for Applied Systems Analysis) komt uit op 9 miljard mensen in 2100, of twee miljard minder dan de Verenigde Naties.3 Dit instituut voorspelt dat de wereldbevolking een piek van 9,4 miljard bereikt rond 2070, en dan begint te dalen. Het doet deze voorspelling op basis van schattingen van 550 experts. De IIASA modelleert expliciet de belangrijkste voorspellende variabel van het kindertal: het niveau van opleiding. Het resultaat zie je in figuur 3. Voor Nigeria voorspellen de Verenigde Naties bijvoorbeeld een stijging van 160 miljoen in 2010 tot 910 miljoen in 2100 terwijl de IIASA “slechts” 580 miljoen voorspelt. Nigeria boekte aanzienlijke vooruitgang bij de scholing van meisjes. De helft van de vrouwen van 20 tot 24 jaar heeft middelbaar onderwijs genoten, het dubbel van de generatie tussen de 40 en 44 jaar. Meer opgeleide vrouwen hebben consequent minder kinderen. Deze hoger opgeleide meisjes bereiken nu de reproductieve leeftijd. Het negeren van deze belangrijke structurele verandering leidt tot hogere verwachtingen van toekomstige vruchtbaarheid. Daarbij gebruikt de IIASA meer de beschikbare gegevens in plaats van arbitraire aannames. De Demographic and Health Surveys (DHS) tonen ook voor veel landen in zwart Afrika nu snel dalende kindertallen.

Besluit

De toekomst is zonniger dan het verleden. De demografen van het IIASA beschrijven op basis van realistische voorspellingen, gebruik makend van recente gegevens over niveau van opleiding en kindertal, dat in de redelijk nabije toekomst de wereldbevolking zal beginnen dalen. Die bevolking zal hoger opgeleid zijn dan ooit. We kloppen af op 9,5 miljard inwoners rond 2070 – een jaartal dat heel wat van onze lezers geboren na 1980 vermoedelijk nog gaan beleven. Dat zijn nog steeds heel wat mensen. De kunst zal erin bestaan om naast deze mensen ook zoveel mogelijk dier- en plantensoorten heelhuids doorheen een warmere en vochtigere wereld te loodsen. Om dit waar te maken, blijft het toverwoord: iedereen naar school.

Dit is de laatste bijdrage over bevolking uit een reeks van drie. De eerste twee artikels vind je in het lente- en zomernummer van Wonder en is gheen wonder 2017.

Bevolkingsgroei is het probleem niet  (Wonder 2017/1)

 Lezers reageren op voorpublicatie uit ‘Ecomodernisme’ (Wonder 2017/2)

Afbeelding
Bevolkingsgroei

Bronnen

  1. E. O. Wilson,The Diversity of Life, 1992
  2. https://esa.un.org/unpd/wpp/Publications/Files/
    WPP2017_KeyFindings.pdf
  3. http://blog.iiasa.ac.at/2014/09/23/9-billion-or-
    11-billion-the-research-behind-new-populationprojections