Honderd jaar geleden danste de zon in Fátima

Afbeelding

Drie kinderen, een kudde schapen en een maagd

Op 13 oktober 1917 stonden in de buurt van het Portugese dorp Fátima duizenden mensen in een veld om de verschijning van de Maagd Maria mee te maken. Op drie kinderen na zagen ze haar niet. Maar velen zagen wel de zon dansen.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Het verhaal van de verschijningen begint precies vijf maanden eerder. Op 13 mei hoeden de drie kinderen een kudde schapen in dat veld. Het zijn de tienjarige Lúcia dos Santos, haar negenjarig neefje Francisco Marto en zijn zevenjarig zusje Jacinta Marto. Een lichtflits lokt de kinderen naar een plaats waar een kleine eik staat. Onder die eik zien de twee meisjes een in het licht schitterende “prachtige vrouw” staan.

Afbeelding

De vrouw vertelde de meisjes (Francisco kon haar aanvankelijk zien noch horen) dat ze voortaan elke dertiende van de maand naar deze plek terug moesten komen. Op de zesde en laatste verschijning zou ze haar naam meedelen. Ze zei dat ze alle drie in de hemel zouden komen maar dat Francisco eerst nog veel rozenkransen zou moeten opzeggen. Op haar verzoek vroeg Jacinta haar broer om onmiddellijk de rozenkrans te bidden. Daarna zag ook hij de vrouw. Nadat de dame de kinderen opdroeg om te bidden zodat de oorlog zou ophouden (de Eerste Wereldoorlog woedde toen volop), verdween ze in de hemel.

De kinderen twijfelden er niet aan dat ze Maria hadden gezien, maar spraken af hun ervaring geheim te houden. Toch verklapte de kleine Jacinta al snel het geheim aan haar ouders. Daarna verspreidde het nieuws zich snel.

Een maand later waren de drie kinderen opnieuw op de plek, nu vergezeld van een vijftigtal dorpelingen. Ze knielden voor de eik en baden tot ze de vrouw uit de hemel zagen neerdalen. De andere aanwezigen zagen en hoorden niets. Ook in de volgende maanden zou de verschijning beperkt blijven tot de drie herdertjes. Wel meenden sommigen een wolkje boven de boom te zien opstijgen, terwijl de bladen ritselden op het moment dat de verschijning ophield.

Na de derde verschijning, op 13 juli, zeiden de kinderen dat ze van de vrouw een bijzondere openbaring hadden gekregen die ze niet mochten onthullen. Dat gaf extra ruchtbaarheid aan de gebeurtenissen. De Portugese overheid, die de hele zaak wantrouwde, liet de kinderen ondervragen en hield ze een tijd vast in de gemeente Ourén. Daardoor misten de drie de verschijning van 13 augustus. Maar de aandacht nam alleen maar toe.

Het zonnewonder

Op 13 oktober, de dag van de aangekondigde laatste verschijning, waren er tienduizenden, volgens sommigen 70.000 mensen aanwezig. Het was bewolkt en regenachtig. Velen geloofden dat er een groot wonder zou gebeuren.

Maar opnieuw waren het alleen de drie kinderen die de vrouw zagen en hoorden. Ze stelde zich voor als Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. Ze riep de mensen op berouw te tonen en op de plek een kapel te bouwen. Nadat ze de kinderen het einde van de oorlog had voorspeld, hief ze haar handen ter hemel, waarop Lúcia riep: “De zon”.

Wat er toen gebeurde, is op verschillende manieren beschreven. Het was opgehouden met regenen. De wolken openden zich en de zon brak door. Althans, er was een zeer heldere schijf te zien die de indruk gaf te beginnen dalen en volgens sommigen was ze omringd door stralen of een heldere ring.

Daarna leek het alsof de zon neerviel in de richting van de menigte. Dit verschijnsel zou zich een paar keer herhaald hebben, waardoor men zei dat de zon danste.
Velen zagen de zon al roterend van kleur veranderen, van grijs tot dieprood. Na een hele tijd begon ze springende bewegingen te maken. De zon leek in een zigzagbeweging neer te dalen en zo laag te komen dat er even paniek ontstond. Maar na een tijd steeg de zon al springend of dansend weer op en werd ze helemaal normaal. Intussen was het wolkendek volledig opengebroken en werd het mooi weer.

Niet iedereen kon dit vaststellen. Sommigen zagen de zon alleen majestatisch van oost naar west glijden. Anderen hadden de indruk dat er het hemellichaam witte vonken neerdaalden. Er was ook sprake van verschillende kleuren.

Een bijkomend wonder zou geweest zijn dat vele aanwezigen, die door de regen druipnat waren geworden, plots droog waren en dat de velen die bij het verschijnsel met hun knieën op de natte grond waren gevallen, geen slijk op hun kleren hadden.

Dit “zonnewonder” was voor de kerke-lijke autoriteiten een zeer belangrijk argument om de gebeurtenissen bij Fátima als een mirakel te beschouwen. De verschijningen werden als authentiek erkend en Fátima werd een van de bekendste bedevaartsoorden van de twintigste eeuw.

Verklaringen

De vraag is of er een afdoende weten-schappelijke verklaring voor dit zonne-wonder te vinden is. Er is aan collectieve hallucinaties gedacht, maar hier moeten we voor-zichtig zijn. Niets is minder voorspelbaar dan het gedrag van een grote menigte waarin de opgewonden stemming heerst dat er “iets” gaat gebeuren. Maar omdat ook meer kritische geesten de vreemde zonsbewegingen zagen, lijkt het niet om zuivere inbeelding te gaan.

Dat de zon echt bewogen heeft, is natuurlijk ondenkbaar en in strijd met wat de natuur- en sterrenkunde leert. Overigens werd elders in de wereld die dag niets bijzonders over de zon gerapporteerd.

Er is gesuggereerd dat de lichtende schijf iets anders was dan de zon. Sinds het ufo-fenomeen zich ingeburgerd heeft, komt het zonnewonder in heel wat ufologische literatuur voor, met als suggestie dat het toen om een buitenaards tuig ging. Of de “mooie vrouw” iets met buitenaardse bezoeken te maken had, laat ik hier volledig terzijde. Een “ufo” klinkt moderner en rationeler dan een Mariaverschijning, maar is geen goede verklaring. Als het niet de zon was, moet worden uitgelegd waarom deze ufo uitzonderlijk veel licht gaf. Er zijn maar weinig gevallen waarbij een ufo verward wordt met de zon. Wat velen als een ufo zien, is vaak een al dan niet ongewoon natuurverschijnsel. In dit geval is vooral aan atmosferische verschijnselen gedacht: een tornado of een bolbliksem.

Afbeelding

De meest aanvaardbare fysische verkla-ringen draaien echter rond parhelische verschijnselen, optische effecten rond de zon veroorzaakt door straalbreking in de atmosfeer. Iedereen heeft al wel een halo gezien: een kring rond de zon (of de maan). Minder bekend zijn bijzonnen, heldere vlekken in de buurt van de zon. Ze zijn niet altijd opvallend, maar soms kunnen ze vrijwel even schitterend zijn als de zon zelf. Een bijzon kan verschillende kleuren hebben, tot zelfs blauw. Halo’s en bijzonnen staan meestal op een relatief grote afstand van de zon, maar sommige kringen zijn kleiner. Een ander fenomeen is een krans rond de zon, wat kan gebeuren als die door een wolk schijnt. Dergelijke verschijnselen verplaatsen zich echter niet snel aan de hemel, en zeker niet in dansende sprongen.

Staren in de zon

Een belangrijke aanwijzing is dat de aanwezigen in Fátima volgens getuige-nissen letterlijk recht naar de zon keken, zeg maar in de zon staarden. In dat geval kunnen opvallende gewaarwordingen ontstaan. Het is uiteraard ten zeerste af te raden om dit te proberen, omdat recht in de zon kijken schade aan het netvlies kan toebrengen. Wie het wel uitvoerig gedaan heeft, was de bekende 19de-eeuwse fysicus Joseph Plateau, hoogleraar in Gent, die - dat zei hij tenminste zelf - er blind van werd.

Plateau ontdekte het nabeeld. Een fysiologisch effect, dat we allemaal kennen als we eerst naar een fel licht-gevend voorwerp kijken en vervolgens onze ogen sluiten of naar een donkere of witte achtergrond kijken. We zien nog steeds de vorm van het voorwerp, maar nu in een andere, complementaire kleur. Wie al dan niet toevallig in de zon gekeken heeft en zijn ogen daarna dichtkneep, heeft wellicht al een blauwachtige schijf gezien. Het is een gevolg van de gewenning van de lichtgevoelige cellen in de ogen aan fel licht.

Als men recht in de zon staart zal men bovendien instinctief de ogen bewegen om te beletten dat het zonnebeeld op dezelfde plaats van het netvlies valt. Het gevolg is dat het beeld van de zon zich op het netvlies verplaatst, wat de indruk geeft dat zij “danst”. Bovendien vormen zich dan meerdere nabeelden, die andere kleuren geven. Wie recent dergelijke gevaarlijke experimenten deed, was Auguste Meessen, voormalig hoogleraar natuurkunde aan de UCL.

Meessen is vooral bekend door zijn opvattingen over ufo’s. Hij beschouwt ze als buitenaardse ruimtetuigen en formuleerde hypothesen over de wijze hoe die tuigen zich voortbewegen. Ook over andere pseudowetenschappelijke onderwerpen nam hij eerder naïeve standpunten in. Hij publiceerde ook over het zonnewonder van Fátima , maar daarover meent hij dat de verklaring ligt in het (te) lang naar de zon turen.

Meessen waagde zich aan gevaarlijke experimenten door zelf in de zon te kijken: “De zon werd grijs omdat mijn ogen onmiddellijk antwoordden op haar grote helderheid door een automatische vermindering van hun gevoeligheid.” Bovendien zag hij een schitterende ring rond de zonneschijf. Ook dat werd door een aantal getuigen in Fátima gerapporteerd. Volgens Meessen is dat een gevolg van de manier waarop de lichtgevoelige cellen van ons netvlies licht doorgeven aan de hersenen. We gaan hier niet in op de correctheid van Meessens fysiologische uitleg, maar het staren in de zon levert ongetwijfeld effecten op die als “wonderbaarlijk” kunnen worden geïnterpreteerd. Fátima is niet de eerste, laat staan de enige “verschijning” waar dergelijke effecten optraden (zie kader).

De historische context

Behalve het zonnewonder zijn er nog enkel aspecten die Fátima uitzonderlijk maken. Het bidden voor het einde van de oorlog en de voorspelling van dat einde staan niet los van de historische context. Fátima leek de hoop of de wens van vrede uit te drukken2.

Portugal was in die tijd een economisch behoorlijk achtergesteld land. Ondanks het grote koloniale rijk waarover het beschikte, heerste er in agrarische streken, zoals de streek van Fátima, grote economische onderontwikkeling en analfabetisme. In 1910 was na een korte revolutie de monarchie ten val gekomen. Het nieuwe republikeinse regime was sterk antiklerikaal en probeerde de grote macht van de kerk te beperken. Dat zorgde voor felle reacties, met af en toe zelfs opstanden en staatsgrepen. De politieke instabiliteit was groot.

Afbeelding
Fatima3

De Eerste Wereldoorlog verergerde die tegenstellingen nog. Vanwege de koloniale en maritieme belangen had het land altijd een pro-Britse koers gevaren en bovendien waren de antiklerikale republikeinen sterk op Frankrijk gericht. Die pro-geallieerde sympathieën van de regering leidden er in 1916 toe dat Duitsland de oorlog verklaarde aan Portugal, dat overigens niet veel in het conflict zou betekenen.

In de meeste oorlogvoerende landen toonden de katholieken zich heel patriottisch, met de steun van de geestelijkheid (denk aan kardinaal Mercier in België). Maar in het onderontwikkelde Portugal waren de conservatieven en katholieken tegen deelname aan de oorlog, vanwege alle onheil die hij meebracht. Dat in tegenstelling tot de meer progressieve partijen. Eenzelfde houding vond men trouwens in Spanje, dat buiten de oorlog wist te blijven, maar waar veel progressieve Catalanen gingen vechten in het Franse leger. De oorlog werd beschouwd als een gevolg van de decadentie van de moderne wereld, iets wat de toenmalige paus ook had beweerd.

De drie geheimen van Fátima

In latere tijden zou Fátima gekend worden voor de geheime voorspellingen die Maria aan de kinderen zou hebben gedaan.

Alles wat we van de die geheimen weten, kennen we van Lúcia dos Santos, de oudste van de drie herdertjes. De andere twee stierven kort na de gebeurtenissen: Francisco in 1919 aan de Spaanse griep, Jacinta een jaar later aan een longontsteking. Beiden werden onlangs door paus Franciscus heilig verklaard en wel op 13 mei 2017, precies 100 jaar na de eerste verschijning. Tijdens haar verschijningen zou Maria hun vroege dood voorspeld hebben, maar die bewering is afkomstig van Lúcia en pas in 1927 voor het eerst neergeschreven.

Lúcia zelf zou pas in 2005 op 97-jarige leeftijd overlijden. Ze verbleef sinds 1925 in een klooster, eerst in de Spaanse stad Tuy, op de Portugese grens, sinds 1948 in een karmelietessenklooster in Coimbra, niet ver van Fátima . Ze had daar nog verscheidene mystieke ervaringen en keerde meermalen naar Fátima terug, soms in aanwezigheid van de paus.

De eigenlijke drie geheimen zouden tijdens de verschijning van 13 juli 1917 zijn meegedeeld. De eerste twee schreef Lúcia in 1941 neer, op verzoek van de bisschop van Leiria (Fátima valt onder zijn gezag). Het eerste geheim is niets anders dan een beschrijving van de hel. Het tweede geheim was concreter: “De oorlog zal eindigen. maar als men niet ophoudt God te beledigen, zal er nog een ergere beginnen onder het pontificaat van Pius XI. Wanneer gij de nacht verlicht zult zien door een onbekende licht, weet dat dit het grote teken is dat God u geeft, dat hij de wereld zal straffen voor zijn misdaden door middel van oorlog.”

Lúcia zelf meende dat het “onbekend licht” het uitzonderlijk opvallende poollicht was dat op 25 januari 1938 te zien was in een groot deel van Europa, zelfs tot in Portugal en door sommigen als een “gordijn van vuur” werd beschreven. De toenmalige paus heette inderdaad Pius XI. De aangekondigde oorlog was uiteraard de Tweede Wereldoorlog. Die begon formeel in september 1939, maar toen was Pius XI al meer dan een half jaar overleden3. Het is natuurlijk opvallend dat er in 1917 voorspeld zou zijn dat de Eerste Wereldoorlog snel (15 maand later) zou eindigen en dat er een paus Pius XI zou zijn. Maar dit alles werd wel in 1941 neergeschreven!

Wat het derde geheim betreft, dat wilde Lúcia niet aan de bisschop van Leiria meedelen. Ze achtte er de tijd niet rijp voor. Toen ze in 1943 ernstig ziek werd en men voor haar leven vreesde, schreef ze op verzoek van de bisschop het geheim neer en stopte dit document in een verzegelde enveloppe die pas in 1960 geopend mocht worden. De bisschop maakte de verzegelde enveloppe in 1957 over aan het Vaticaan.

Het ontbrak intussen niet aan speculaties over dat derde geheim van Fátima . Sommigen meenden dat de kerkelijke overheid Lúcia het zwijgen had opgelegd. Het complotdenken nam nog toe toen het Vaticaan in 1960 bekendmaakte dat het geheim “hoogstwaarschijnlijk” altijd een geheim zou blijven. In 1981 kaapte een halve gare een vliegtuig waarbij hij eiste dat de paus het geheim zou bekendmaken.

Afbeelding

In 2000 werd het geheim dan toch bekendgemaakt door de toenmalige prefect van de Romeinse Congregatie voor de Geloofsleer, kardinaal Josef Ratzinger (de latere paus Benedictus XVI). Die merkte meteen op dat “zij die opwindende apocalyptische open-baringen over het einde van de wereld en de toekomstige loop van de geschiedenis verwachtten, teleurgesteld zullen zijn”. Het bewuste geheim is een kort en nogal schrikwekkend visioen waarin een bisschop in het wit, meestal aangezien als de paus, vergezeld door andere priesters en bisschoppen een berg beklimmen, waar ze door soldaten met pijlen en vuurwapens gedood worden.

Sommigen zagen daar een voorspelling in van de aanslag op paus Johannes Paulus II op 13 mei 1981 (amper elf dagen na de vermelde vliegtuigkaping). Die aanslag werd echter niet uitgevoerd door soldaten, de paus beklom toen geen berg en bovendien overleefde hij de aanslag.

Diezelfde paus, die nochtans een grote fan is van Fátima, heeft heel voorzichtig meegedeeld dat het onthulde geheim enkel symbolisch mag worden geïnterpreteerd en dus geen concrete voorspelling zou inhouden.

Moeten we eraan toevoegen dat sommigen geloven dat dit niet het echte derde geheim van Fátima was en dat het “echte” nog steeds geheim wordt gehouden?

 

Voetnoten

  1. http://www.dnaindia.com/india/report-50-people-looking-for-solar-image-…
  2. Het jaar voor de Mariaverschijningen zouden de drie herdertjes al een “Engel van de Vrede” hebben gezien.
  3. Er kan worden gesteld dat de Tweede Wereldoorlog eigenlijk al begon op 7 juli 1937 met de Chinees-Japanse oorlog. Dat conflict zou inderdaad later opgaan in de Tweede Wereldoorlog. Maar blijkbaar heeft niemand in dit verband daaraan gedacht !

 

Bibliografie

Joe Nickell
Looking for a Miracle: Weeping Icons, Relics, Stigmata, Visions and Healing Cures
Buffalo, NY: Prometheus Books., 1993

Auguste Meessen
Apparitions and Miracles of the Sun
International Forum in Porto “Science, Religion and Conscience”, 2003. Actas do Forum International, Centro Transdisciplinar de Estudos da Consciência, 2005. Zie http://www.meessen.net/AMeessen/MirSun.pdf.