Chemische basis van geloof in het paranormale

Afbeelding
Image by Gerd Altmann from Pixabay

Geloof in het paranormale in verband gebracht met hersenchemie.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Of je al dan niet gelooft in het paranormale kan volledig afhangen van je hersenwerking. Mensen met een hoog dopamineniveau zijn meer geneigd om belang te hechten aan het toeval en om diepere betekenissen en patronen te zien waar er geen zijn. Peter Brugger, neuroloog aan het universitair ziekenhuis in Zürich, suggereerde eerder al dat mensen die in het paranormale geloven vaak patronen of relaties tussen gebeurtenissen zien terwijl sceptici daar niets van merken. Om te weten te komen wat die gedachten zou kunnen veroorzaken, overtuigde Brugger twintig uitgesproken believers en twintig sceptici om deel te nemen aan een experiment. Brugger en zijn collega’s vroegen de twee groepen om een onderscheid te maken tussen echte en vervormde gezichten, terwijl de afbeeldingen kort oplichtten op een scherm. Daarna voerden de vrijwilligers een vergelijkbare taak uit. Deze keer moesten ze echte woorden onderscheiden van gefantaseerde.

Zien en geloven

Op een bijeenkomst van de Federation of European Neuroscience Societies in Parijs onthulde Brugger onlangs dat believers meer geneigd waren dan sceptici een woord of gezicht te zien wanneer er geen was. De sceptici misten echter vaker echte gezichten of woorden als die op het scherm verschenen. De onderzoekers gaven de vrijwilligers vervolgens een geneesmiddel (L-dopa), dat het dopamineniveau in de hersenen verhoogt en meestal gebruikt wordt om de symptomen van de ziekte van Parkinson te verlichten. Beide groepen maakten meer fouten onder invloed van het medicijn, maar de sceptici interpreteerden nu vaker vervormde woorden en gezichten als echt. Dat suggereert dat paranormale gedachten geassocieerd zijn met hoge concentraties dopamine in de hersenen en dat L-dopa de sceptici minder sceptisch maakt. “Dopamine lijkt mensen te helpen patronen te zien”, zegt Brugger.

Het plateau effect

Hoe dan ook, een enkele dosis van het medicijn leek de neiging van de believers om toevalligheden te zien of verbanden te leggen tussen de woorden en de afbeeldingen, niet te verhogen. Dat zou kunnen betekenen dat er een plateau-effect bij hen ontstaat, waarbij meer dopamine boven een bepaalde drempel relatief weinig effect heeft, zegt Peter Krummenacher, een van Bruggers collega's. Dopamine is een belangrijke chemische stof die betrokken is bij het systeem van beloning en motivatie in de hersenen, en bij verslaving. Volgens Françoise Schenk van de universiteit in Lausanne helpt de stof ons, via zijn rol in het beloningssysteem, beslissen of informatie relevant of irrelevant is.

 

Bron : Paranormal beliefs linked to brain chemistry, © New Scientist, 24 juli 2002.

Vertaling Liesbeth Tysmans