Kruidenmiddelen: 100% natuurlijk? En 100% veilig?

23-03-2011

-

door verscheen in :
18 minuten
Leestijd:
Veel mensen geloven dat alles wat de natuur ons biedt, gezond en veilig is. Lieflijke plantjes, daar komt toch geen gevaar bij kijken? De realiteit is helaas anders: er zijn meer giftige dan eetbare planten.

Toch zijn planten vanaf het begin van de mensheid niet alleen als voedsel maar ook als medicijn gebruikt. Sommige daarvan, zoals de herfsttijloos (Colchicum autumnale) en de beide vingerhoedskruiden (Digitalis purpurea, D. lanata), zijn giftig.

Alvorens daar verder op in te gaan, wil ik echter een hardnekkig misverstand uit de weg ruimen. Kruidengeneeskunde heeft namelijk niets met homeopathie te maken. De homeopathie gebruikt om te beginnen behalve planten ook dieren, mineralen en allerlei chemicaliën. Een belangrijker verschil is dat homeopathie gebaseerd is op extreme verdunning. Dat heeft als gevolg dat het homeopathisch middel geen enkele werkzame stof meer bevat, afgezien van het oplosmiddel (alcohol of suikerwater). Vandaar dat het homeopathisch middel ook geen enkel effect kan hebben. In die zin kun je homeopathie ‘veilig’ noemen. Maar voor kruiden gaat dat helemaal niet op. Kruiden bevatten wel degelijk bepaalde substanties, en die kunnen gevaarlijk zijn.

Enkelvoudige kruidenmiddelen

Zit er in wat op het etiket staat?

Dit artikel gaat over kruidenmiddelen die als geneesmiddelen worden gebruikt zonder als zodanig wettelijk erkend te zijn. Ze zijn (of waren) zonder recept verkrijgbaar bij drogisten, apothekers, sportscholen, natuurvoedingwinkels, smartshops, enzovoort. Ook in het buitenland zijn ze verkrijgbaar, via e-mail of tijdens buitenlandse reizen. Sommige kruiden, zoals knoflook (Allium sativum), tijm (Thymus vulgaris) en anijs (Pimpinella anisum), worden als keukenkruid en als geneeskruid gebruikt. En we gebruiken thee (Camilla sinensis) en koffie (Coffea arabica) om wakker te blijven. Mijn waarschuwingen voor het gebruik van kruiden gelden vooral voor de hoeveelheden die gebruikt worden als geneesmiddel. Die zijn bijna altijd veel groter dan de hoeveelheden die we hanteren in de keuken. 

De basis van de kruidenmiddelen is altijd de vers geoogste plant. Planten van precies dezelfde soort en zelfs van hetzelfde veld hebben echter niet allemaal dezelfde samenstelling. Iets meer of minder zon, iets meer of minder vocht, het kan al een verschil opleveren. Ook de aanwezigheid van insecten, bacteriën en zwammen veroorzaakt verschillen.  Dat is allemaal heel erg natuurlijk. Het is daarom geen wonder dat bij het testen van enkelvoudige kruiden de samenstelling en dan met name de hoeveelheid van de stoffen waarvan men verwacht dat ze werkzaam zijn, sterk uiteenloopt, ook bij de als erg degelijk bekend staande grote Duitse firma’s. Een analyse door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van 29 ginkgo-preparaten toonde aan dat het merendeel niet bevatte wat op het etiket stond.  De ginkgo biloba van vandaag kan anders zijn samengesteld dan die van gisteren. Onderzoeken door drie testorganisaties in de VS verkregen soortgelijke resultaten. In 2002 vonden zij dat bij 40% van de onderzochte kruidenmiddelen het etiket op de verpakking niet overeenkwam met de samenstelling van de middelen. 

Bijwerkingen

Kruiden zijn voor de wet voedsel en ze worden daarom niet gekeurd voor ze op de markt komen. Ook is er geen verplichting van de arts om de bijverschijnselen van kruidenmiddelen te rapporteren. Voor echte geneesmiddelen moet dit bij het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking (BCGH) en bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum (www.lareb.nl). Zelfs bij deze meldingscentra wordt onderrapportering vermoed. Dan kunt u wel nagaan hoe dat met kruidenmiddelen gaat. Ter illustratie: een geval van tamelijk serieuze neuropathie als gevolg van het gebruik van sint-janskruid (Hypericum perforatum), waarbij de patiënte uitdrukkelijk om melding had gevraagd, was een jaar later bij Lareb nog altijd niet bekend. Nadat ik het geval bij Lareb had gemeld werd dat rechtgezet, uiteraard na contact met de arts. Lareb registreert en onderzoekt sinds enkele jaren namelijk ook de meldingen door patiënten en bekenden van patiënten. Voor België doet Test-Aankoop (www.test-aankoop.be) dat. De gezondheidsdiensten in België en in Nederland, allebei overigens zwaar onderbemand, komen alleen daadwerkelijk in actie bij ernstige situaties.

Kruidenmiddelen worden gekocht door of voor mensen die wat mankeren, van een onschuldig verkoudheidje tot en met ernstige levensbedreigende ziekten. Meestal, maar niet altijd, gebruikt men het kruid als een toevoeging aan reguliere geneesmiddelen. Men verwacht dat zoiets geen kwaad kan, onder het motto “baat het niet, dan schaadt het niet”. Helaas is dat niet waar. Er bestaat sinds 1993 een driedelig boek genaamd Adverse Effects of Herbal Drugs, tot stand gekomen onder leiding van Prof. P. de Smet van de KNMP, de organisatie van Nederlandse apothekers, en in samenwerking met buitenlandse kruidendeskundigen. 

Het besef dat flink wat traditionele geneeskruiden een gevaar voor de gezondheid zijn, heeft er ook toe geleid dat de autoriteiten in België in 1997 en in Nederland in 2001 een lijst publiceerden van planten die niet in voeding gebruikt mogen worden.   De Belgische lijst is veel vollediger dan de Nederlandse, dus je kunt beter de Belgische raadplegen. Het is ook belangrijk om na te kijken of er wijzigingen zijn geweest. Er zijn kruiden bijgekomen en een enkele is van de lijst geschrapt. De erkende geneesmiddelen op basis van kruiden zijn wel degelijk werkzaam. De gekende bijverschijnselen, die minder erg moeten zijn dan de te behandelen ziekte, staan keurig op de bijsluiter. 

Op bovengenoemde lijsten van gevaarlijke kruiden staan er een flink aantal die tot ruim 10 jaar geleden nog als geneeskruiden werden verkocht, zoals de kruiden met pyrrolizidine-alkaloïden (P.A.’s), bijvoorbeeld groot- en klein hoefblad (Petasites hybridus en Tussilago farfare), alle soorten kruiskruid (Senecio) en vooral het wondermiddel smeerwortel (Symphytum officinale). Op markten bij plantenkramen worden ze hier en daar nog steeds als geneeskruid verkocht. In menig kruidenboekje, zelfs de recente, worden ze nog aanbevolen. En op het internet vindt u ze ook nog. Op www.kruidengeneeskunde.be worden bijvoorbeeld klein hoefblad en smeerwortel nog steeds aanbevolen. Planten met P.A.’s zijn stiekeme moordenaars. Ze verstoppen geleidelijk de aders van de lever tot die niet meer kan werken. Dan wordt het zoeken naar een lever voor transplantatie. De aandoening lijkt op cirrose als gevolg van te veel alcoholconsumptie. Als de patiënt zegt dat hij een matige alcoholconsument is, wordt hij al te vaak niet geloofd en wordt de klacht dus niet gerapporteerd. Dit soort kruiden zou nu dus niet meer in België of Nederland te koop mogen zijn. Vreemd genoeg worden ze wel nog commercieel geteeld.  

Een aantal van de planten die zich niet op de twee bovengenoemde lijsten bevinden, hebben desondanks wel de nodige bijwerkingen, die niet noodzakelijk op de verpakking staan. Stinkende gouwe (Chelidonium majus L.), zilverkaars (meestal verkocht als Black cohosh, Actae racemosa), Nonisap (Morinda citrifolia) en zaagpalm (Serenoa repens) veroorzaken eveneens schade aan de lever. Verder vergroten soja (Glycine max) en cranberries (Amerikaanse veenbes, Vaccinium macrocarpon) de kans op nierstenen. Medewerkers van de beroemde Mayo Clinic in de VS hebben een lange lijst samengesteld van kruiden die patiënten met hart- en vaatklachten beter niet kunnen gebruiken.  Een ingekorte vertaling staat op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij.  

En dan is er nog de verstoring van de werking van échte medicijnen, die in de lijst van de Mayo Clinic ook wordt vermeld. Van sint-janskruid zullen veel mensen dat wel weten, maar van echinacea (Echinacea angustifolia, E. palladia, E. pupurea), black cohosh (Actae racemosa) en nog een heel aantal andere kruiden waarschijnlijk niet. Deze lijsten zijn te lang om hier weer te geven en ze worden met de dag langer. Ook veroorzaken een aantal kruiden problemen bij operaties, zoals onverwacht hevige bloedingen, problemen met de narcose of afstoting van een getransplanteerd orgaan. Dit soort reacties kan men verwachten o.a. bij ginkgo biloba (Japanse noteboom), ginseng (Panax quinquefolius, P. sinseng en Eulotherococus sentocosus), knoflook  (niet in de hoeveelheden die bij het koken worden gebruikt), Danshen (Chinese salie, Salvia bowleyana), Dong quai (Chinese engelwortel, Angelica sinensis), echinacea, Goldenseal (Hydrastis canadensis), moederkruid (Tanacetumparthenium), valeriaan (Valeriana officinalis), sint-janskruid en zoethout (Glycyrrhiza glabra). Ook zijn planten een bekende bron van allergieën, met name de asterachtigen, zoals echinacea en kamille (Matricaria chamomilla), maar vooral Arnica montana (valkruid). 

Niemand kan beweren dat bovenstaande lijsten volledig zijn. Bijwerkingen komen nu eenmaal pas goed aan het licht als een kruid populair wordt. Al met al zijn dit echter voldoende redenen om niet te gauw naar ongeteste “geneeskruiden” te grijpen en om in ieder geval uw arts(en) en vooral uw apotheker daarvan op de hoogte te stellen. 

Werkzaamheid

Hoe staat het echter met de werkzaamheid? Niet al te best. Bedenk wel dat de planten die werkelijk effectieve medicijnen opleveren, al lang te koop zijn als pilletjes of capsules bij uw apotheker of drogist. Dit procedé zorgt met name voor de juiste dosering. Meestal is er een voorschrift van uw arts voor nodig, maar niet altijd. Voorbeelden: kinine, opiaten, digitalis, aspirine, vincristine. Vincristine is, vergeleken met de andere genoemde plantenmiddelen, gloednieuw. Men zoekt dus nog altijd naar nieuwe plantaardige medicijnen. Ook de werkzaamheid van de vrij verkrijgbare kruiden wordt echter onderzocht. Van een aantal kruiden zijn grootschalige en gedegen onderzoeken naar de werkzaamheid uitgevoerd, o.a. door het National Center for Complementary and Alternative Medicine (NCCAM) in de VS. Van de drie omvangrijke tests van echinacea (Echinacea angustifolia, E. palladia, E. pupurea) gaf slechts één test een mogelijke verkorting van de verkoudheid aan met een halve dag. Het innemen van echinacea om verkoudheid te voorkomen, gaf een negatieve uitslag: de echinaceaslikkers hadden één verkoudheid meer gedurende de testperiode dan degenen die neppillen hadden geslikt. De organisator van de test geloofde in de werkzaamheid van echinacea en was zwaar teleurgesteld met het resultaat. Ernstige fouten in het onderzoek kon hij echter niet ontdekken. Ginkgo biloba haalt niets uit tegen geheugenverlies of andere ouderdomsverschijnselen. Black cohosh doet niets bij overgangsverschijnselen, en saw palmetto (Serenoa repens) verbetert de symptomen van prostaatvergroting niet.  Tien jaar geleden leken dat nog veelbelovende kruiden. 

Kruidenmengsels

Over kruidenmengsels kan men eigenlijk niets zinnigs zeggen. Verreweg de meeste preparaten worden samengesteld op grond van traditionele toepassingen van de individuele kruiden. Enkele van die middelen kwamen in Wonder en is gheen Wonder 2009/2 al uitvoerig aan bod. Maar zelfs als men kruiden zou gebruiken waarvan door redelijk betrouwbare recente proeven de werking bekend is, mag men ze, wegens de zo goed als zekere interacties, niet gewoon bij elkaar optellen om de werkzaamheid te bepalen. En meestal is de dosering, zo die al bekend is, van ieder afzonderlijk kruid ook nog te laag. Als er dan nog – vaak in relatief grote hoeveelheden – vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen aan toegevoegd worden, is het einde helemaal zoek. Toch vermeld ik even die meneer uit Veendam, die een kruidenelixer te koop aanbood dat maar liefst 120 verschillende kruiden zou bevatten. U begrijpt dat dit mengsel volgens hem goed was voor van alles en nog wat. De namen van de kruiden horen op het etiket te staan, maar daar heeft deze meneer niet voor gezorgd.

En denk erom, vooraf testen op veiligheid, laat staan werkzaamheid, is er voor kruidenmengsels niet bij. Bij een vluchtige blik ziet men vaak al dat ze onbetrouwbaar zijn. Neem de tweeling-kruidenelixers Tancosan (www.tancosan.nl) en Phytexponent (www.phyt.be), het ene oorspronkelijk met 8 kruiden, sinds kort met 9; het andere met 11. Beide elixers hebben 5 kruiden met elkaar gemeen. Bij Phyt worden de overige 6 niet bij naam genoemde kruiden “phytotherapeutische componenten” genoemd, maar dat zijn die andere 5 uiteraard net zo goed. De toediening voor beide middelen is 1 druppel per kg lichaamsgewicht, in 3 porties verdeeld: ’s morgens, ’s middags en ’s avonds. Phytexponent werd ontworpen door Dr. Ap. E. Verhaeren van Lab Aver te Wijnegem (Antwerpen), die ook een wetenschappelijke onderbouwing voor Tancosan zou hebben samengesteld. Tancosan en Phytexponent zouden allebei immuniteitsverhogende middelen zijn, maar daar is geen spat bewijs voor. Bovendien is verhoging van de immuniteit lang niet altijd gezond.

Soms lijkt het idee achter de samenvoeging van enkele kruiden niet onredelijk, maar een gedegen onderzoek naar de werkzaamheid van ook maar één kruidenmengsel werd tot nu toe niet gepubliceerd. Alle gevaren die voor de enkelvoudige kruidenmiddelen gelden, gelden minstens in dubbele mate voor de mengsels. 

Traditionele Chinese Geneeskunde en Ayurveda

In de Traditionele Chinese Geneeskunde, meestal aangeduid met de Engelse afkorting TCM, en bij het Indiase Ayurveda gebruikt men veel kruidenmengsels. Bij TCM was tot kort geleden Aristolochia (pijpbloemen) een hogelijk gewaardeerd bestanddeel. Het werd vaak, zonder vermelding op het etiket, gebruikt om een minder geacht kruid te vervangen. Dat het zwaar kankerverwekkend was, had men na een ervaring van – naar men zelf zegt – 2000 jaar nog niet ontdekt. Langdurig gebruik is geen bewijs van veiligheid, wat de WHO ook mag beweren. Het duurt immers enkele jaren voor kankers merkbaar worden. Wie herinnert zich dan nog welk kruid men pakweg vier jaar geleden gebruikte? 

De Belgische Aristolochia-zaak kwam in 1991 aan het licht dankzij de oplettendheid van een behandelend specialist. Meer dan 100 vrouwen verloren hun nieren als gevolg van het gebruik van Aristolochia in een afslankkruidenmengsel met een aantal Chinese kruiden. Ondertussen hebben meer dan 30 van hen ook kanker van de urinewegen, een aantal is hieraan overleden. Dit mag in de Benelux ondertussen algemeen bekend zijn, sommige TCM-beoefenaars lijken nog altijd niet te geloven dat Aristolochia de oorzaak was. En dat ondanks het feit dat men ook in China, Taiwan en Hongkong veel problemen heeft ondervonden met het gebruik van kruidenmengsels met Aristolochia. Het voorschrijven ervan gebeurt dus nog steeds, zij het lang niet zo vaak meer, zoals ook nog blijkt uit onderzoek in Taiwan.  

De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) controleert de laatste jaren erg streng op Aristolochia. Tussen 2002 en 2007 trof men bij 68 risicovolle preparaten, dat wil zeggen preparaten die traditioneel Aristolochia bevatten, in 25 gevallen nog steeds aristolochiazuren aan, hoewel men die sinds 2001 in Nederland niet meer mag verhandelen en sinds 1992 niet meer in de EU mag invoeren.  Er bestaan wel degelijk inheemse Europese soorten (de Engelse naam voor Aristolochia is het vertrouwenwekkende “Birthworth”!) maar wat de VWA aantrof was van Chinese oorsprong. In het Verenigd Koninkrijk, dat een flink aantal emigranten en hun nabestaanden uit Zuidoost-Azië telt, neemt men elk jaar ook weer de nodige hoeveelheid Aristolochia in beslag. Overigens wordt Aristolochia ook in Ayurveda nog wel eens gebruikt, maar lang niet zo vaak als in TCM. Het komt ook binnen per post na een bestelling per e-mail of wordt meegenomen door reizigers. 

Behalve Aristolochia vormen bij kruidenmiddelen uit Zuidoost-Azië zware metalen, dus lood, kwik en arseen, ook een ernstig probleem, bij de Ayurvedische middelen minstens zo vaak als bij de TCM-kruiden. Het gaat hier niet om vervuiling. De metalen worden opzettelijk aan de mengsels toegevoegd, omdat men er een genezende werking aan toeschrijft. De Ayurvedische praktijk heeft recepten waardoor men die zware metalen kan “ontgiften”. Arseen, lood en kwik zijn zelf zwaar giftig en “ontgiften” helpt dus geen sikkepit. Ook hiernaar verrichtte de VWA een uitgebreid onderzoek in de periode 2004 tot en met 2007.  Men onderzocht 292 kruidenpreparaten. In 186 gevallen (64%) kwam arseen, kwik of lood voor. In 59 daarvan trof men te hoge concentraties van deze stoffen aan. De website van de VWA bevat links naar lijsten van de namen van de betreffende kruidenpreparaten. Zo bent u gewaarschuwd. 

Een voordeel van loodvergiftiging ten opzichte van vergiftiging met Aristolochia is dat de symptomen vlugger opduiken. Er zijn gevallen bekend waarbij iemand weliswaar maar net op het nippertje gered werd, maar als de ontgifting eenmaal heeft plaatsgevonden en het lichaam is hersteld, hoeft er geen blijvende schade te zijn. Tenzij de patiënt, zoals in één geval in Nederland, toch meteen weer dezelfde beoefenaar opzoekt. De betrokken hulpverleners raakten hierdoor nog meer van streek dan door de vergiftiging zelf. 

Hoe men een kruidenmengsel werkzaam maakt: 100% natuurlijke potentiepillen en afslankpillen

Eén van de manieren om een kruidenmengsel werkzaam te maken bestaat erin stiekem een echt geneesmiddel toe te voegen. Dat komt vooral voor in China,  maar de laatste tijd ook in andere landen. Potentiepillen zoals Viagra, Cialis en Levitra en afslankmiddelen zoals Sibutramine zijn wat dat betreft populair. 

Kort na de introductie van Viagra kwamen ook kruidenmiddelen op de markt waaraan men stiekem Viagra of Cialis en later ook Levitra toegevoegd had. Sigra werd daar twee keer op betrapt, de eerste keer met Viagra, daarna met Cialis.  Bedenk wel dat deze middelen als zuiver plantaardige kruidenmiddelen werden verkocht. Daardoor leveren ze met name gevaar op voor degenen die van hun arts geen Viagra etc. voorgeschreven kunnen krijgen. Het kan nog een graadje erger: de toevoeging van analogen van de echte erectiemiddelen, waarbij men enkele atomen veranderd heeft en die op geen enkele manier getoetst werden. Nou ja, mogelijk hadden Pfizer, Lilly en Bayer ze wel degelijk getest, maar werden ze te licht bevonden, bijvoorbeeld omdat ze onveiliger waren dan Viagra, Cialis of Levitra.

Een van de eerste middelen in deze categorie was LibidFit, dat de analoog acetyldenafil bevatte. De firma DistriFit V.O.F., die dit poedertje uit China importeerde, was officieel in Nederland gevestigd, hoewel de eigenaar een Belg is. De eigenaar had LibidFit laten onderzoeken door het laboratorium Aver van Dr. Ap. E. Verhaeren in Wijnegem (Antwerpen). De verkoop ervan begon in 2003, ondanks het feit dat een Nederlandse inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), die toen nog niet wist dat het middel acetyldenafil bevatte, er in februari 2003 al voor waarschuwde dat LibidFit een geneesmiddel was en als zodanig moest worden geregistreerd. De eigenaar betwistte dit, omdat LibidFit een “natuurlijk” middel was. Helaas voor hem, ook natuurlijke middelen moeten geregistreerd worden, zowel in Nederland als in België, als men ze als geneesmiddel wil verkopen. Bovendien was LibidFit helemaal niet natuurlijk.  De geschiedenis van de rechtszaak DistriFit V.O.F staat in onderstaand katern. Dit is de eerste rechtszaak betreffende het ongeëtiketteerd gebruik van analogen van potentiemiddelen in kruidenpreparaten in de EU. Het is precedent zettend.

DISTRIFIT V.O.F.

  • 5 mei 2005: Eerste zitting Economische Politierechter, Rechtbank Middelburg. Verdachte en verdedigers waren niet aanwezig, maar wel hun lijst met namen van nog te horen getuigen, echter zonder hun adressen.
  • 12 april 2007: Sector strafrecht meervoudige economische strafkamer, Rechtbank Middelburg. Meervoudige strafkamer omdat de zaak ingewikkelder was dan het eerst leek.
  • Uitspraak 25 april 2007: Boete €20.000,--, subsidiair 130 dagen hechtenis. 
  • 21 januari 2008: Rechtbank Middelburg: ontnemingsvordering van €1.013.509,68 wegens onrechtmatig verkregen voordeel over de verkoop LibidFit vanaf 26 februari 2004 tot en met 10 juni 2004.
  • 8 oktober 2008: Gerechtshof te ’s Gravenhage, economische kamer. Boete €20.000,-- bevestigd.
  • 24 maart 2010: ontnemingsvordering €855.000,--.

De verdachte heeft cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden, echter alleen inzake de ontnemingsvordering. 

Bedenk wel dat de eigenaar de winst van vóór 26 februari 2004 mooi heeft mogen behouden. Dat zal best een aardig sommetje zijn geweest. Ook na 14 juni 2004 ging de verkoop van LibidFit nog door, maar dan via een website met een Brits postadres. Men kan in het Duits, Frans, Engels en… Nederlands bestellen. De website heeft een Zwitserse provider.  De directeur van Libidfit UK Ltd. is ook al een Zwitser, die in Zwitserland woont. SwissMedic, het Zwitsers geneesmiddelinstituut, is hier nog druk mee bezig.

LibidFit was niet het enige geval. In 2003 waren ook de analogen homosildenafil en hydroxyhomosildenafil in omloop, en nadien kwamen er meer dan 30 bij. De merken van de pillen en de namen van de analogen zijn niet meer bij te houden. Kijk eens naar www.ergogenics.org of Santé Canada http://www.hc-sc.gc.ca/index-fra.php (verander fra in eng indien u liever Engels leest); die zijn er goed in. Ze verschaffen allebei ook veel informatie over de gebruikte analogen. Of kijk anders naar de rapporten van de RIVM (www.rivm.nl). In de loop van dit jaar zal, naar men verwacht, het derde rapport over dit soort potentiepillen verschijnen. Heel erg waren onder meer Herb Vigour met 1,5 maal de maximale dosis nor-acetildenafil, Natural Vigour met 1,5 maal de maximale dagdosis vardenafil (Levitra), en China Vigour met maar liefst 2,5 maal de maximale dosis tadalafil (Cialis). Die belandden het eerst in Nederland en de IGZ zond een internationale waarschuwing uit. 

Wat geldt voor potentiepillen gaat ook op voor afslankpillen. In februari 2005 werd een middel uit China op een geheimzinnige manier vanuit China via Vladivostok naar Brussel getransporteerd. Via een snelle koerier kwam het in Nederland terecht. Het bleek LiDa Dai Dai Hua te zijn (er zijn hiervan verschillende spellingen in omloop), een “100% natuurlijk” afslankmiddel met maar liefst bijna 2 maal de maximale dagdosis sibutramine. In maart werd het gevolgd door Meizitang en Miaozi, overigens van dezelfde firma afkomstig en waaraan dezelfde hoeveelheid sibutramine toegevoegd was. Toch is 2 maal de dagdosis niets vergeleken met die 3,5 maal de maximale dagdosis in Zhen de Shou.  Het kan nog erger: bij Jia Yi Jian gaat het om 2,5 maal de maximale dagdosis Cialis plus 7 maal de dagdosis sibutramine!!  Levensgevaarlijk. Daarbij vergeleken is Miaozi “onschuldig”, maar toch heeft volgens een bericht van de IGZ een Nederlandse vrouw daar zware hartschade aan over gehouden en in Duitsland overleed tenminste 1 vrouw nadat ze het middel slechts twee dagen had gebruikt. 

Overigens bevinden zich onder de afslankpillen nog veel meer merken met stiekeme medicijnen, die vaak erg gevaarlijk en verouderd zijn, zoals fenfluramine en nitroso-fenfluramine. De FDA publiceerde op 22 december 2008 een lijst met 59 merken.  Ook daarna kwamen er echter weer nieuwe bij, zoals bovengenoemde Jia Yi Jian. Indien u er de websites van deze preparaten op naslaat, zult u vaak lezen dat de pillen met de gevaarlijke toevoegingen vervalsingen zijn. De oorspronkelijke, onvervalste pillen zijn echter, vreemd genoeg, nog nooit te voorschijn gekomen. 

Mengsels zijn zonder meer onbetrouwbaar, en die uit Zuidoost-Azië al helemaal.

Besluit

Ik heb niets tegen kruiden. In twee kleine hoekjes van mijn tuin staan er maar liefst 25 verschillende soorten, maar ze zijn bijna allemaal bedoeld voor de keuken. Een dagelijkse gebruiker weet hoeveel alleen al de smaak verschilt afhankelijk van de plaats waar de plant groeit of van hoe lang het warm en zonnig is geweest. Hetzelfde geldt voor geneeskruiden. Zelfs dosering van de pure, enkelvoudige kruiden is daardoor niet betrouwbaar. Mengsels moet u maar helemaal in de winkel laten staan.

Dr. Marie Prins is elektrotechnica en experte in de werking van planten en kruiden.

Authors
Marie Prins
Publicatiedatum
23-03-2011
Opgenomen in
Kruidengeneeskunde