Op 15 mei 2003 viel de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen naar aanleiding van het kortgeding dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding aanspande tegen uitgeverij Wayti uit het Nederlandse Apeldoorn. Wayti kreeg het verbod om vijftien boeken van de Nederlandse ziener Jozef Rulof te promoten op een stand tijdens een paranormale beurs op 18 mei 2003 te Berchem - georganiseerd door Paranormica - en ook op toekomstige beurzen van gelijke aard. De rechter oordeelde dat de boeken van Rulof racistische en discriminerende ideeën verspreiden en dat dit niet kan in een maatschappij waar verdraagzaamheid tegenover elkaar een fundamentele waarde is. De leer van Rulof, aldus de rechter, is niet alleen beledigend en kwetsend voor een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, maar zet ook aan tot haat, discriminatie en geweld en is derhalve in strijd met de wetgeving tegen het racisme. Verdraagzaamheid heeft een grotere fundamentele waarde dan grenzeloze meningsuiting, klonk het. De kersverse Belgische antidiscriminatiewet werd hiermee voor het eerst toegepast. Uitgeverij Wayti ging in beroep. Het Antwerpse Hof van Beroep sprak zich op 8 maart echter niet uit over de racismekwestie, maar oordeelde alleen dat het opgelegde spreidingsverbod niet verantwoord was, vanwege de reeds ruime verspreiding van het werk van Rulof. Het is nu aan de rechter van Dendermonde, waar nog een strafrechterlijk onderzoek loopt, om te oordelen of Wayti schuldig is aan misbruik van de persvrijheid.
De boeken van de Nederlandse ‘metafysische’ schrijver, schilder en paragnost Jozef Rulof propageren een soort occult christendom waarin maatschappelijk gevaarlijke en deels racistische interpretaties van de begrippen reïncarnatie, karma en zogeheten natuurwetten centraal staan. De meest bekende propagandiste van deze boeken is het Nederlandse, momenteel in België wonend ‘genezend medium’ Jomanda (burgerlijk: Joke Damman).
Alle wijsgeren overtroffen
De omstreeks 1949 geschreven driedelige autobiografie van Jozef Rulof, getiteld Jeus van moeder Crisje, wordt door zijn aanhangers beschouwd als biografie, omdat ze aan Rulof gedicteerd zou zijn door zijn astrale ‘meester’ Zelanus. Zelanus is een van de ‘meesters’ waarmee Rulof dankzij uittredingen in contact zou hebben gestaan. Deze trilogie verhaalt hoe Rulof in zijn kindertijd - hij was kind van een armlastig gezin in het oosten van Nederland - al visioenen had van een lichtgevend wezen. Als jongeling deed hij al voorspellingen, evenals genezingen door handoplegging. Toen hij omstreeks 1930 naar Den Haag verhuisde, maakte dit wezen zich bekend als ‘Meester Alcar’.. Alcar nam Rulofs leven geheel in handen en vijf geestelijke gaven openbaarden zich: helderziendheid, helderhorendheid, tekenend en schilderend mediumschap en genezend mediumschap. Alcar wilde al die gaven in eigen hand houden: zijn medium zou alleen zien en beleven wat hij aan gene zijde zag en wilde doorgeven. Rulof kon op eigen kracht niets ondernemen. Tijdens zijn uittredingen, in een soort slaaptrance, vernam de pupil veel wijsheden over het hiernamaals. Hij schreef ze neer in 27 boeken.
Tussen 1933 en1939 pende Rulof zes omvangrijke boeken over het hiernamaals bij elkaar. In 1941, tijdens de Tweede Wereldoorlog, ‘ontving’ hij zijn belangrijkste boek, De volkeren der aarde door gene zijde bezien, dat pas in 1946 voor het eerst uitgegeven werd. Rulofianen beschouwen het als het ware woord Gods. Het bevat de meest omstreden teksten en werd op aandringen van een joodse stichting ter bestrijding van het antisemitisme midden jaren 1980 door de uitgever uit de handel genomen. Sindsdien kan het wel besteld worden bij de uitgever en ligt het ook in enkele grootstedelijke Nederlandse bibliotheken. Omstreeks 1948, na het voltooien van veertien boeken, aldus de (auto)biografie, overtrof Rulof alle vroegere en huidige wijsgeren en religieuze leiders ruimschoots in wijsheid. Boeddha, Ramakrishna, Pythagoras, Sokrates, Plato, Blavatsky, Krishamurti, Freud, Jung, Steiner en anderen zouden nu van hem college kunnen krijgen, want zij beschikten niet over het unieke contact met de ‘meesters’.. Dit wordt tientallen malen herhaald. Nergens is te vinden dat Rulof ook boeken van deze wijsgeren of religieuze leiders zou hebben gelezen. Hij wilde duidelijk zijn fantasieën bekrachtigen om indruk te maken op zijn lezers. Zijn boeken werden immers slecht ontvangen.
Rulof, zelf laag opgeleid en afkomstig uit een streek die men toen wel eens als achtergebleven beschouwde, had een hekel aan het intellect. Hij veroordeelt in zijn boeken wetenschappers, geestelijken en andere critici die de reïncarnatie afwijzen. Daarom deelt hij hen in bij de allerlaagste menselijke graad (zie verder), die eigenlijk alleen aan primitieve oerwoudbewoners en menseneters toebehoort. (Het is niet uitgesloten dat hij aan een minderwaardigheidscomplex leed.)
Voor relatief kleine landen zijn de lezersaantallen aanzienlijk: 20.000 à 25.000 in Nederland en 8.000 à 10.000 in Vlaanderen. Bovendien zijn veel boeken beschikbaar in openbare bibliotheken. In België is een aantal ervan te koop in esoterische boekhandels en alle titels kunnen besteld worden bij de Stichting Wayti Uitgeverij. Die uitgeverij, een voortzetting van de Stichting Geestelijk-Wetenschappelijk Genootschap ‘De Eeuw van Christus’, heeft tot doel het woord van Rulof te verspreiden. De hoogste meesters zouden dankzij hun aardse medium voldaan hebben aan hun belangrijkste taak, het laten vastleggen van hun astrale wijsheid. Hun opdracht luidde de door de Eerste Mentor, Jezus Christus, eens beloofde schenking van de Openbaringen te verspreiden. Rulofianen beschouwen de Bijbel grotendeels als een vervalsing, vooral wat betreft het evolutieverhaal en het feit dat dit boek over reïncarnatie zwijgt. Een uitzondering wordt gemaakt voor een fragment in het Johannes-evangelie (16:12-15): “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen.” Volgens Rulofianen kondigt dit fragment de bijna 2000 jaar latere verschijning van Jozef Rulof als schrijvende profeet aan.
Omdat de boeken dus van een ‘Hogere intelligentie’ afkomstig zijn en beweren de objectieve waarheid te bevatten, dient men de reactionaire inhoud zeer ernstig te nemen. Het bewijs van Rulofs teksten zou zich trouwens elk moment kunnen aankondigen: omstreeks 1950 voorspelde hij dat over een 50-tal jaar het ‘directe stem-apparaat’, waarmee we verbaal contact met gene zijde kunnen bewerkstelligen, zou worden uitgevonden. Alleen de regeringen krijgen de beschikking over dit apparaat.
De boeken van Rulof worden in twee categorieën onderverdeeld. De eerste is bestemd voor beginnende lezers, heeft ISBN-nummers, is in de boekhandel te koop en in bibliotheken te vinden. De tweede, meer uitgebreide, categorie (de ‘studieboeken’) is volgens uitgeverij Wayti alleen bestemd voor gevorderde lezers. Deze boeken hebben geen ISBN, zijn niet in boekhandel en bibliotheek te vinden en kunnen alleen rechtstreeks bij de uitgeverij worden besteld. Wayti beweert daarmee beginnende lezers te willen beschermen voor verkeerde interpretaties. Men moet de boeken lezen in de volgorde die door de ‘meesters’ werd gedicteerd, zoniet kan men de context niet meer begrijpen. Maar juist die studieboeken bevatten de meest omstreden teksten, waarmee Wayti de verdenking op zich laadt zich met deze handelswijze tegen rechtsvervolging te willen beschermen.
Bovennatuurlijke horror
Al in drie boeken van de beginnersreeks, namelijk Het ontstaan van het heelal, Zielsziekten van gene zijde bezien en Geestelijke gaven, komt het bedenkelijke gedachtegoed van Rulof duidelijk naar voren, hoewel de uitgever probeert om dat in voorwoord en voetnoten te bagatelliseren. Volgens De volkeren der aarde (een boek voor gevorderden) zal de ‘Eeuw van Christus’, de geïdealiseerde eindfase van de menselijke ontwikkeling, over afzienbare tijd beginnen. In dat tijdperk zullen uitsluitend blanke, gezonde en gehuwde heteroseksuele mensen bestaan, die gekneed zijn in deze fase, dus aanhangers zijn van de leer. Andere godsdiensten - vooral de joodse - worden afgewezen. Hun volgelingen zullen zich uiteindelijk moeten bekeren tot de Rulof-leer. Zolang dat niet gebeurt, zullen steeds weer conflicten en oorlogen plaatsvinden, die enerzijds worden verafschuwd, anderzijds zeer nuttig zijn omdat zij de mensheid op een hoger plan brengen.
Andere levensstijlen en voorkeuren, zoals homoseksualiteit, worden verworpen. Zij hebben slechts een beperkte karmische rol en zijn van voorbijgaande aard, zoals sommige ziekten. Homoseksuelen worden in dezelfde categorie ingedeeld als kindermoordenaars; de hel zou zijn bestaansrecht aan hen te danken hebben. Vrouwenemancipatie is uit den boze, omdat de vrouw zich, als dienares van haar echtgenoot, in de eerste plaats moet wijden aan haar moederrol. Daardoor kunnen vrouwen bijvoorbeeld nooit grote kunstenaars worden; het moederschap bindt hen aan het aardse. Mannen kennen die beperking niet. Mensen met het syndroom van Down hebben in vroegere incarnaties een verwrongen ontwikkeling doorgemaakt. Demonen hebben zich in hen uitgeleefd omdat ze massamoordenaars waren, vandaar hun mongoloïde gelaatstrekken. Hiermee wordt hun de gelegenheid geboden, aldus de ziener, om zich in één keer van hun zware karma te bevrijden, wat zeer rechtvaardig zou zijn.
Rulofs boeken propageren een trapsgewijze hiërarchie van zeven stoffelijke menselijke graden (lees in veel gevallen: rassen), die elk mens via reïncarnaties doorloopt. Volgens die indeling behoren oerwoudbewoners en dwergvolkeren zoals pygmeeën tot de laagste drie graden. Blanken komen voor vanaf de vierde graad, kleurlingen echter niet meer vanaf de vijfde. Eskimo’s raken niet hoger dan de vijfde graad. De zevende en hoogste graad kan uitsluitend door blanken en enkele Aziatische volkeren (voornamelijk Indiërs) beleefd worden. Beiden zijn echter niet van hetzelfde niveau, want het oosten moet zich oriënteren naar het westen en niet omgekeerd. Blanken die de vijfde of een hogere graad hebben bereikt, maar niet goed leven volgens de door de boeken gepropageerde kosmische wetten, kunnen in een volgende reïncarnatie gedegradeerd worden naar de vierde graad, waarbij zij weer met een donkere huidskleur ter wereld komen. Door de vermenging van verschillende levensgraden ontstaat onzuiver bloed - de oorzaak van alle ziekte en afbraak op onze planeet. Die ontwikkeling kan tot leedwezen van de ‘meesters’ niet meer worden hersteld, maar we kunnen de gevolgen wel beperken door zieken niet meer te laten huwen. Omdat het huwelijk heilig is en echtscheiding een overtreding tegen de kosmische wetten, zullen parapsychologen - in dienst van de staat – voortaan geschikte huwelijkspartners aanwijzen. Abortus, euthanasie, zelfdoding, crematie, orgaandonatie en bloedtransfusie worden dringend afgeraden. Door sommige van die handelingen zou onzuiver bloed ontstaan, met funeste karmische gevolgen. Indien een overledene wordt gecremeerd, zouden lichaam en ziel daarbij vreselijke pijnen en folteringen ondergaan. Na een zelfdoding zou de ziel zolang in bewuste staat bij het lichaam blijven tot dit volledig vergaan is, om uiteindelijk aan gene zijde opgevangen en gecorrigeerd te worden. De bekende Nederlandse paragnost Jan Kleyn schreef in zijn boek Geesten, leiders en engelen (1997) dat hij in zijn praktijk meerdere mensen ontmoet had die aan paranoïde voorstellingen leden na het lezen hierover in een boek van Rulof.
Dictators als kruisridders
In het boek De volkeren der aarde wordt de eindfase van de menselijke evolutie samengevat met de zin “abnormaliteiten ziet men op de aarde niet meer” (p. 344, 4de druk). In dat boek adviseert Rulof de joden om Adolf Hitler dankbaar te zijn voor de holocaust, omdat hij hun de mogelijkheid bood om in één keer het zware groepskarma af te lossen dat zij opliepen door hun medeschuld aan de kruisiging van Christus. Hitler is volgens Rulofs alter-ego, ‘meester’ Zelanus, de reïncarnatie van de toenmalige bevelhebber Cajafas, die bevel gaf tot de kruisiging (pp. 155, 159, 4de druk). In zijn daaropvolgende reïncarnatie leert Cajafas zijn fouten inzien alsmede “het gesjacher, het liegen en bedriegen van de joden” (p. 153, 4de druk). Daarop reïncarneert hij als Hitler en besluit wraak te nemen. De shoah wordt zo als rechtvaardiging van de karmawetten beschouwd. In het vervolg De kosmologie van Jozef Rulof (deel 3, pp. 12, 153, geschreven omstreeks 1946) wordt Hitler zelfs aangespoord: “Adolf, maak je taak af!”. In een ander vervolg, geschreven in 1951, wordt de oprichting van de staat Israël aldus verworpen: “de joden hebben die Goddelijk rake tik [=de holocaust] nog steeds niet begrepen” (Vraag en antwoord, deel 1, p. 199, 1ste druk).
Hitlers rol als kruisridder wordt door Rulof/Zelanus nog vergroot doordat hij een voor de mensheid nuttige ‘evolutie’ tot stand bracht. Eerst zal hij langdurig in de hel vertoeven, maar als de mensheid de betekenis van deze evolutie heeft ingezien zal men bloemen neerleggen op zijn graf. Naast Hitler oogsten ook andere oorlogszuchtige dictators en veldheren bewondering. Napoleon had met zijn veldslagen het doel om Europa te verenigen, want door het eenmaal afgedwongen contact leerden de volkeren elkaar beter kennen. Mussolini wordt geprezen omdat hij Abessinië (nu Ethiopië) veroverde. Dat was Gods noodzakelijke wil, ”want ook de zwartjes moesten ontwaken” (De volkeren der aarde, 4de druk, p. 128; De kosmologie van Jozef Rulof, deel 1, 1ste druk, p. 14). Kolonialisme dient om de volkeren van de laagste levensgraden omhoog te trekken naar een blank bewustzijn, desnoods met geweld.
Niet op tegenstrijdigheden letten
Over astrale thema’s valt moeilijk te argumenteren: het medium matigt zich hemelse autoriteit aan die gewone stervelingen niet durven tegenspreken. Het wordt echter anders als het medium of zijn volgelingen proberen occulte beweringen quasi-logisch te onderbouwen. Oplettende lezers zullen op vele tegenstrijdigheden in de boeken stuiten, een aanwijzing van de mate waarin Rulof gefantaseerd heeft. Een voorbeeld uit zijn eerste werk, Een blik in het hiernamaals, waarin duidelijk gegoocheld wordt met het pseudoniem van Rulof, ‘André’. In het voorwoord van de eerste drie drukken (alleen nog antiquarisch te vinden) omschrijft Rulof deze André als een vriend wiens belevenissen hij in dat boek weergeeft. In het voorwoord van de volgende vier drukken meldt Rulof echter dat deze alias-naamgeving later zal worden verklaard – hiermee toegevend dat zijn eerste versie op fantasie berustte. Vanaf de achtste druk krijgen we in het voorwoord de beloofde verklaring. Rulof, zo klinkt het, zou in het beginstadium van zijn transcendente ontwikkeling uit zijn trance geraakt zijn indien zijn bovenaardse meester Alcar hem bij zijn echte naam (Jozef) had genoemd of verwezen had naar situaties uit Jozefs aardse leven. In hetzelfde boek leest men echter hoe Rulof alias André in trance van Alcar het ware, schokkende verhaal van Rulofs doodgeboren dochtertje voorgeschoteld krijgt, waarbij Alcar tegen alle ‘voorzorgsmaatregelen’ in het kindje bij haar ware naam noemt. Jozef alias André blijkt ongestoord zijn trance voort te kunnen zetten… Op vragen hierover antwoordde de uitgever dat men zich niet te veel moet storen aan details.
Het ‘genezend medium’ Jomanda
Het bekende en omstreden ‘genezend medium’ Jomanda is een van Rulofs grootste fans. Ze beweert contacten te onderhouden met een Goddelijke wereld, die in zekere zin lijkt op Rulofs ‘gene zijde’.. Jomanda treedt met haar healingbijeenkomsten niet alleen in Nederland op, maar ook over de grenzen en zelfs in Japan en Canada. De opkomst voor deze bijeenkomsten was massaal van 1996 tot 2001. In de grote evenementenhal van het Midden-Nederlandse stadje Tiel hoopte men via Jomanda’s mediumschap op verbetering voor ziekten en kwalen. Wie geluk had, werd uitgekozen en mocht op een van de behandelingstafels gaan liggen, waarna een ‘spirituele operatie’ plaatsvond. Alleen de helderziende Jomanda kon deze operaties waarnemen. Ze beweerde dat behalve zij slechts vier mediums op aarde over deze gave beschikken. De inkom was destijds slechts tien gulden per persoon, maar bij vier en meer druk bezochte bijeenkomsten per week groeide Jomanda spoedig uit tot miljonaire. De pers schreef over een paranormaal circus en beschuldigde haar van grootheidswaan. Jomanda wees alle aantijgingen van de hand, stellend dat men haar geen succes wou gunnen. Anders dan zij beweerde, kwam medische verbetering bij de patiënten zelden of slechts gedurende een korte periode voor. Artsen en skeptici verklaarden dit door het placebo-effect.
De massa’s bleven toestromen, tot in 2001 een ernstig incident plaatsvond. Jomanda stelde bij de populaire tv-vedette Sylvia Millecam een verkeerde diagnose. Millecam leed aan borstkanker, maar haar werd vanuit de Goddelijke wereld gezegd dat het slechts om een infectie ging. Millecam zette de alternatieve behandelingen voort, tot ze na helse pijnen overleed. Een tijdige reguliere behandeling had haar kunnen redden. De Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg startte daarna een onderzoek naar het doen en laten van Jomanda (zie elders in deze Wonder). De hardcore fans bleven haar trouw, maar bij het grote publiek verloor zij haar geloofwaardigheid. Jomanda verhuisde naar het voormalige klooster Maria Vrede te Valkenburg, in de omgeving van Maastricht. Dat liet zij verbouwen tot een ‘healing-centrum’, waar ze een aantal bevriende alternatieve genezers in dienst heeft. Dit beroep is in Nederland niet wettelijk erkend. Ze ging weer op tournee in kleinere zalen, waarbij de inkomprijs tot minstens het zesvoudige werd verhoogd.
In haar Tielse periode verzorgde Jomanda eenmaal per week bij een commerciële radiozender een programma dat 90.000 luisteraars per uitzending trok. Zij beantwoordde daarin brieven en telefonische vragen en straalde water in dat de luisteraars thuis in flessen klaar hadden gezet. Het zou een middel zijn tegen tal van kwalen, maar laboratoriumonderzoek toonde aan dat het ook na Jomanda’s behandeling gewoon leidingwater bleef.
Tijdens deze uitzendingen prees Jomanda de boeken van Jozef Rulof regelmatig aan. Ze adviseerde om dagelijks slechts één pagina van deze moeilijke maar uiterst belangrijke stof te bestuderen. Alleen zo zou men de ware essentie ervan kunnen begrijpen. De aanbevelingen werkten, want in de bibliotheken waren de boeken voortdurend uitgeleend en bij uitgeverij Wayti verschenen steeds nieuwe titels. Vanwege haar sterke invloed probeerden anti-discriminatiebureaus Jomanda er – vergeefs - toe te bewegen haar aanprijzingen niet in het openbaar te doen. Jomanda beschouwde Een blik in het hiernamaals als de unieke waarheid en kritiek als een bewijs van geestelijke armoede. Tegenstrijdig genoeg liet ze zich in dezelfde periode op een poster tegen racisme afbeelden met enkele bekende Nederlanders. Aan het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (min of meer vergelijkbaar met het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding) onthulde ze ten slotte dat ze omstreden titels zoals De volkeren der aarde of Het ontstaan van het heelal niet kende en niet in haar bezit had. Ze zou slechts één boek van Rulof bezitten, Een blik in het hiernamaals. Zou zij echt boeken aanbevelen die zij helemaal niet kende?
Ondanks veel kritiek van antiracistische instanties stopte Jomanda niet met haar aanprijzingen. Tijdens haar uitzending van 16 maart 2003, nu bij een andere commerciële zender, hield ze eerst een preek voor de wereldvrede en prees daarop het werk van Rulof aan. Uit onderzoek was net gebleken dat dit oorlogsverheerlijkende fragmenten bevat. De gerechtelijke uitspraak in Antwerpen deed haar evenmin van koers veranderen. Via haar site kan men Een blik in het hiernamaals bestellen. Op 18 mei 2003 vertelde ze op de radio dat de boeken van Rulof de enige echte waarheid bevatten en dat het lezen ervan een studie op zich is. Op 8 juni en 17 augustus 2003 beweerde ze dat de boeken de allerbeste geestelijke voeding bezitten en dat kritiek erop ook een soort reclame is. Jomanda zwijgt sinds eind september 2003, nadat haar Goddelijke wereld haar een zwijgplicht van een half jaar oplegde “als boetedoening, omdat het slecht gaat met Nederland”. Mogelijk betreft het weer een publiciteitsstunt.
Boeken honderden jaren te vroeg
Omdat de lezersaantallen alsmaar groeiden besloot Wayti enkele jaren geleden haar activiteiten uit te breiden. Het woord van Rulof moest over de hele wereld verspreid worden. Er kwamen niet alleen vertalingen in het Engels, Duits en Frans, maar er zijn ook plannen voor Poolse, Russische en Portugese vertalingen. In verscheidene continenten ontstonden verkooppunten en er werden plannen gesmeed voor een docu-speelfilm op DVD. Voorzitter Ludo Vrebos, zelf een Vlaming, had immers de filmacademie doorlopen. Om deze projecten financieel te verwezenlijken werd aan lezers om donaties verzocht. Dat leverde inmiddels meer dan 250.000 euro op. Bovendien werd een ‘Club van 100’ opgericht. Honderd trouwe Rulof-lezers moesten gedurende vijf jaar elk jaar een gift van 1.500 euro per persoon doneren, aftrekbaar van de belasting. Een ander project is de publicatie van kinderboeken. Het eerste boek zou in de winter van vorig jaar uitkomen, maar vanwege de rechtszaak verdwenen promotie-activiteiten voorlopig naar de achtergrond.
Rulofianen zijn ook op het internet actief. Er bestaan verschillende chat-sites, waar vrijwel alleen strikte volgelingen te vinden zijn. Kritiek wordt al snel van tafel geveegd. Ook wordt er ‘hineininterpretiert’ om de scherpe kantjes van Rulofs leer te verzachten. Men toont weinig medeleven met bevolkingsgroepen die in de boeken zwaar worden gediscrimineerd, zoals de joden. Zij hebben zich bij de kruisiging van Christus immers aan het hoogste vergrepen, dus is het logisch dat zij later met een zwaar karma geconfronteerd werden. Dat bij de kruisiging wellicht slechts enkele honderden joden waren betrokken, terwijl Palestina destijds ook onder Romeinse heerschappij viel, speelt geen rol. De latere shoah was rechtvaardig, aldus de Rulofianen, omdat het groepskarma in een veelbetekenend geval toeslaat; bovendien had Cajafas/Hitler een heel bijzonder karma uit te werken. De inhoud van de boeken stuit vooral op onbegrip omdat ze enkele honderden jaren te vroeg zijn verschenen, zo luidt het verder. De mensheid is er nog niet rijp voor. Een pijnlijke rekenfout van de ‘meesters’ dus. In huiselijke kring worden eveneens discussies georganiseerd. Over thema’s als ‘Wie Hitler beschimpt, belastert ook Jezus’ kan niet lang genoeg gepraat worden. Rulofianen vormen geen sekte in de gebruikelijke zin, maar hebben wel sektarische kenmerken met de boeken als charismatisch middelpunt.
Enkele jaren geleden oordeelde Wayti dat de betoogtrant in de boeken nogal verouderd was en liet, speciaal met het oog op jeugdige lezers, van een vijftal titels ‘gemoderniseerde’ uitgaven verschijnen, onder meer van Het ontstaan van het heelal en Zielsziekten.. Alle racistische en anderszins beledigende uitingen waren daaruit verwijderd, waardoor een volledig gezuiverde Rulof op de markt kwam. Het voorwoord repte niet over deze ingrijpende wijzigingen. Beginnende lezers hadden dus geen enkel vermoeden van het ware gedachtegoed van Rulof. Strenge Rulofianen wezen de zuiveringen echter af, zodat de volgende drukken een jaar later weer in de originele uitgave verschenen. De ‘gemoderniseerde’ edities konden gratis omgeruild worden. De uitgeverij betuigde haar spijt over deze ontsporing door te stellen dat men zelf nooit het spirituele niveau van de ‘meesters’ zou kunnen bereiken. Een jaar eerder dacht men daar blijkbaar anders over.
Beursorganisatoren, vertalers en uitgeverijen weigeren
Pas gedurende de laatste jaren toont de perskritische belangstelling voor het ‘oude goud’ van Rulof. In november 2002 publiceerde het Nederlands ochtendblad Trouw een uitvoerig artikel dat de gemoederen losmaakte. Wayti reageerde ontwijkend en bevestigde daardoor juist de controversiële inhoud van de boeken. Aan Trouw-journalist Lodewijk Dros werd verzocht om zich enkele uren beschikbaar te stellen voor een verduidelijking van de juiste betekenis van de Rulof-leer. Dat weigerde hij met de motivering dat Wayti in staat is om dat op veel kortere tijd op zogenaamd paranormale beurzen te doen voor een argeloos publiek. De bespreking werd geannuleerd en er volgden enkele boze brieven van Rulof-lezers aan de redactie van de krant. Naar verluidt hebben verschillende vertalers, niet in vast dienstverband van Wayti, hun opdracht teruggegeven, omdat zij zich stoorden aan de vele racistische en antisemitische teksten. In het verleden was Wayti met Rulofs boeken en schilderijen vaak vertegenwoordigd op paranormale beurzen, maar na de publicatie van het artikel in Trouw zegden alle beursorganisatoren de samenwerking op. Op 17 en 18 mei 2003 vond de grootste Nederlandse beurs op dit gebied plaats in Den Haag. Organisator Paravisie weigerde Wayti op het laatste moment de toegang. De uitspraak van de Antwerpse rechtsbank, twee dagen eerder, zal daaraan bijgedragen hebben.
Een juridische procedure tegen de boeken van Rulof heeft in Nederland weinig kans van slagen, omdat het Openbaar Ministerie zich inactief opstelt bij beledigende uitlatingen die gedaan worden vanuit een (semi-)religieuze context. Daarnaast is er het feit dat de meest omstreden boeken alleen op bestelling geleverd worden. Bovendien verwijst men naar het recht op vrije meningsuiting. Er gaan ook stemmen op om het enige in Nederland verboden boek, Hitlers Mein Kampf, weer officieel vrij te geven. Niettemin willen beursorganisatoren hun reputatie niet op het spel zetten door in verband gebracht te worden met het omstreden ideeëngoed van Rulof. Trouw schreef op 17 mei 2003 terecht: “Racistische ziener Rulof houdt geen etalage over”.
Herman Nimis is Rulof-onderzoeker en -criticus.
Kritische berichtgeving over de boeken van Jozef Rulof is ook te vinden in:
- Skepter - december 1999, (‘Jomanda’s racistische goeroe’) (www.skepsis.nl/rulof.html);
- Trouw - 15 november en 9 december 2002, 17 mei 2003;
- Het Parool - 17 mei 2003;
- De Gazet van Antwerpen, De Standaard en De Morgen – alle van 16 mei 2003.