Wim Betz

Afbeelding

Afscheid van een skepticus

Het is echt geen cliché als ik zeg dat het overlijden van Wim Betz op 8 juni me erg heeft getroffen. Niet alleen verlies ik iemand die dertig jaar lang een strijdmakker was, er is ook het zwaar verlies voor SKEPP, voor de skeptici aller landen.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Onze allereerste ontmoeting vond plaats op een colloquium “Para of Pseudo ?” dat ik met een aantal mensen, waaronder Etienne Vermeersch en Jean Paul Van Bendegem in april 1989 organiseerde. Bedoeling was mensen met een kritische kijk op pseudowetenschappen elkaar te doen ontmoeten. Dat lukte vrij goed.

Ik herinner me niet of ik toen zelf met Wim Betz gesproken heb. Hij was een van de tientallen aanwezigen in het publiek Daaronder waren er ongeveer een dozijn die via een vragenformulier lieten weten dat ze belangstelling hadden voor verdere contacten. Op één zo’n formulier stond “dr. W. Betz, arts”.

Op een opvolgingsvergadering enkele maanden later was hij inderdaad aanwezig, samen met een andere arts en vriend van hem, de al eerder overleden Yves Beterams. Artsen, dat vonden we een echte verrijking.

Het was toen al meer dan tien jaar dat ik me met enkele geestesgenoten over pseudowetenschappelijke onderwerpen boog, maar onderwerpen van medische aard waren daar niet bij. De meesten onder ons hadden een exact-wetenschappelijke achtergrond. We waren op onze hoede voor de domeinen van ziekte en gezondheid, waar subjectieve ervaringen van de patiënt een rol moeten spelen.

We beseften wel dat er iets niet klopte aan de homeopathie, met haar enorme verdunningen. Maar anderzijds waren de patiënten van homeopaten niet van hetzelfde soort als lieden die een astroloog of een helderziende raadplegen. En de homeopaten waren toch ook artsen? En wat acupunctuur betreft leek er geen vuiltje aan de lucht. Nooit hoorden we iets negatiefs over dat speldenprikken dat vanuit China naar ons was komen overwaaien. Hoe dan ook kwamen daar maar weinig reacties van dokters over.

En nu was Betz daar om ons meer uitleg over die praktijken te geven. En hoe!

Wim Betz was docent huisartsengeneeskunde aan de VUB. Daarvoor had hij twintig jaar als huisarts gepraktiseerd in Kalmthout. Zoals hij vertelde kwam hij al snel in contact met patiënten die wel eens een beroep deden op een alternatieve geneeswijze. Dat intrigeerde hem. Hij ging uiteindelijk zelf cursussen homeopathie en neuraaltherapie volgen.

Zijn tegenstanders hebben later wel eens beweerd dat hij zelf een mislukte homeopaat was die zich uit rancune tegen de homeopathie keerde. Een bewering die geen rekening houdt met een van Betz’ meest opvallende eigenschappen: zijn scherpzinnigheid. Hij stelde voortdurend kritische vragen.

Het is dan ook niet te verwonderen dat hij snel moest afhaken met homeopathie. Het was voor hem en voor ieder rationeel mens onbegrijpelijk en onverdedigbaar. Er is de anekdote dat hij ooit eens een verkeerd homeopathisch geneesmiddel voorschreef voor een patiënt, om dan te constateren dat het evengoed werkte.

Daarmee was voor hem duidelijk dat homeopathische middelen niet beter waren dan een placebo. Die stelling heeft men nooit kunnen weerleggen in al die decennia dat er onderzoek naar homeopathie werd gedaan. Betz merkte overigens op dat je vaak niet eens het placebo-effect nodig hebt om het succes van die middeltjes te verklaren. Hij benadrukte dat de meeste ziekten spontaan genezen, dat het in de eerste plaats ons eigen lichaam is dat de ziekte bestrijdt. Medicamenten zijn vaak secundair of overbodig. Zodoende was homeopathie vrijwel een karikatuur van wat de meeste mensen aan geneeskunde verstaan: voor alles moet er een middeltje zijn.

Stichter van SKEPP

Betz had er al een tijdje aan gedacht een groepering van artsen op te richten die kritisch stond tegenover alternatieve geneeswijzen. De meeste medici stonden daar echter niet voor te springen. Ze wilden blijkbaar hun nek niet uitsteken. Ook later zou hij wel eens schamper doen over het gebrek aan steun van zijn collegae.

Het alternatief was een vereniging waar alle vormen van pseudowetenschap aan bod zouden komen Betz was zeker geen vakidioot. Hij kon zich evengoed amuseren met allerlei “paranormale” onderwerpen. We kregen trouwens snel na onze eerste ontmoetingen de gelegenheid om James Randi in België te ontvangen, de goochelaar-debunker van het paranormale, die zich trouwens ook met kwakzalvers bezighield.

Uiteindelijk ontstond de vzw die bekend raakte met de afkorting SKEPP (een idee van Betz, meen ik me te herinneren). Hij werd de eerste secretaris, niet in het minst omdat hij het secretariaat in zijn kantoor van het Huisartsencentrum van de VUB kon vestigen. Jarenlang zou dat kantoor op de campus van Jette (niet ver van mijn woning overigens) het zenuwcentrum van SKEPP zijn. Tot aan zijn pensionering in 2007 gingen de meeste bestuursvergaderingen in die lokalen door. Zeker in de eerste jaren, toen het gebruik van computers nog beperkt was en alles nog met de post moest worden verzonden, konden we rekenen op de belangeloze steun van zijn medewerkers.

Van COST naar Colla

Hoe belangrijk hij ook was voor de interne werking van SKEPP, Wim Betz was vooral de grote criticus van de alternatieve geneeswijzen. En hoewel de vereniging hem daarin op alle mogelijke wijzen steunde, was dat vooral solowerk. Alleen hij nam de moeite om allerlei mogelijke en onmogelijke, soms dodelijk dikke publicaties over de meest onwaarschijnlijke zaken door te nemen om ze te belichten vanuit zijn medische kennis en ervaring, gecombineerd met zijn kritische zin.

Betz aarzelde niet te doen waarvoor veel rationeel ingestelde artsen hun neus zouden ophalen. Hij bestudeerde niet alleen de beweringen van hen die hij “alterneuten” noemde, hij ging er zelf mee in dialoog. Zo zat hij in enkele officiële overlegorganen die waren opgericht om klaarheid te schenken over de alternatieve praktijken. Zeer belangrijk was een actie in de jaren ‘90 van de Europese Samenwerking in Wetenschap en Technologie (COST) om informatie uit te wisselen over “niet-conventionele behandelingen”. Door aanwezig te zijn op de vele discussies op Europees niveau van dit project (COST B4) belette Betz dat dit louter zou uitdraaien op promotie voor deze behandelingen. De meeste deelnemers waren immers onversneden fans van acupunctuur, homeopathie, enzovoort. De voortdurende opmerkingen van Betz op deze bijeenkomsten moeten voor veel knarsetanden hebben gezorgd. In elk geval zorgde hij ervoor dat het finale rapport niet zo indrukwekkend oogde over de prestaties van “niet-conventionele behandelingen”.

En dan was er de wet-Colla. Die wet uit 1998, genoemd naar de toenmalige minister van Volksgezondheid, gaf de regering de mogelijkheid om niet-conventionele geneeswijzen te erkennen op basis van een advies van en een paritaire commissie. Het wetsontwerp kreeg heel wat kritiek, in het bijzonder van Wim Betz, die zelf heel wat adviezen leverde.

Het standpunt van Betz over het wetsontwerp was heel origineel. De wet zou een procedure regelen die kon leiden tot erkenning van vier niet-conventionele “marktleiders”: homeopathie, acupunctuur, chiropractie en osteopathie. Volgens Betz was het absurd, ja discriminerend, om deze vier geneeswijzen serieus te nemen en de anderen niet. Hij protesteerde dus in de naam van de gebedsgenezers, handopleggers en oorkaarstherapeuten, wiens methodes evenveel – of even weinig – waard waren als de beoefenaars van de “marktleiders”. Hij meende overigens dat het beter was om alle geneeswijzen, ook de meest waanzinnige op een of andere manier te erkennen, om ze zo beter te controleren. Ik betreur nog altijd dat men dat voorstel niet ernstig heeft genomen.

Colla kreeg zijn wet er door, maar in gewijzigde vorm: de uiteindelijk voorgeschreven procedure tot erkenning was zo loodzwaar dat de hele wet een doodgeboren kind bleek – wellicht was het de bedoeling om ze zo snel mogelijk te vergeten. Inderdaad gebeurde er een hele tijd niets. Tot in 2010 de ongeduldig geworden beoefenaars van die geneeswijzen de staat via de rechtbank dwongen om de procedure in gang te zetten. Er kwam dus een paritaire commissie met vier “kamers” (een voor elke te erkennen geneeswijze;). Wim Betz slaagde er opnieuw in hier bij te zijn. Hij was al met emeritaat en niet zo gezond meer, maar moest heen en weer naar Brussel om op een zoveelste vergadering te mogen aantonen wat er allemaal niet deugde aan de argumenten van zijn opponenten.

Naast dit werk achter de schermen was er de actie naar het grote publiek. Betz schreef ijverig artikels en tribunes in diverse tijdschriften. Hij gaf ontelbare lezingen voor kleinere en grotere verenigingen. De media mochten zijn scherpe opmerkingen en zijn ironische toon wel. Hij werd zeer regelmatig opgebeld om zijn mening te laten horen, hij gaf interviews of hij was te zien in debatten en praatprogramma’s. Rond de eeuwwisseling was hij vrijwel een mediafiguur geworden, maar toen men hem vroeg voor tv-optredens rond onderwerpen die niets met kwakzalverij of pseudowetenschap te maken hadden, wees hij dat af. Hij wilde, zo zei hij het binnen SKEPP, geen nieuwe Rik Torfs worden.

Internationaal

Door zijn deelname aan internationale ontmoetingen raakte Wim Betz ook bij de buitenlandse skeptici bekend. Hij was er al bij op het Tweede Europees Skeptisch Congres in Brussel in 1990 en op het volgende congres, het jaar daarop in Amsterdam, voerde hij voor het eerst het woord. Sindsdien was hij een veelgevraagd spreker op de Europese en Wereldcongressen die er met regelmaat werden gehouden. Hij bracht geregeld verslag uit van de kwaktoestanden in Europa, goed gedocumenteerd en met de gebruikelijke humor.

Dankzij hem kreeg bijvoorbeeld het schandaal van de Belgische vrouwen die nierschade opliepen nadat alternatieve dokters hen Chinese kruidenmengsels hadden voorgeschreven om te vermageren ook aandacht in het buitenland.

Die inzet werd gewaardeerd. Wim Betz werd fellow van het CSICOP (nu Committee for Scientific Inquiry). In 2011 schonk de Vereniging tegen de Kwakzalverij in Nederland hem de Gebroeders Bruinsma Erepenning. Het jaar daarop eerde de Europese Raad van Skeptische Organisaties (ECSO) hem met de Outstanding Skeptics Award. Dat gebeurde op het Skeptisch Wereldcongres in Berlijn, waar hij zijn laatste grote internationale toespraak hield.

Duiveltje uit een doosje

Wim Betz was een enorm gedreven man. Zijn inzet en koppigheid maakten vaak het verschil. Het valt niet te ontkennen dat de media en de publieke opinie de laatste dertig jaar een stuk kritischer zijn geworden tegenover alternatieve geneeswijzen en zeker de homeopathie. Dat is althans voor een deel de danken aan het optreden van de skeptici en dan in de eerste plaats Wim Betz. Dat een oud-studente van hem de eerste minister van Volksgezondheid werd om expliciet te zeggen wat de wetenschap daarover denkt, is mooi meegenomen

Voor de alterneuten die zo graag ernstig wilden genomen worden, moet hij een nachtmerrie zijn geweest. Altijd verscheen hij, als een duiveltje uit een doosje, om hun beweringen tegen te spreken. Duivels kon hij genoeg zijn. En het doosje was SKEPP, waar we hem zo snel mogelijk verwittigden over wat er nu weer opdook. Ik herinner me in dat verband een merkwaardige anekdote.

Op 23 april 1998 – een historische datum – gaf de radio in het ochtendnieuws dat er een bewijs voor de werking van de homeopathie was gevonden. De voorzitter van de Unio Homeopathica Belgica vertelde ronduit voor de microfoon dat uit een of andere studie was gebleken dat homeopathie meer was dan een placebo. Gealarmeerd belde ik Wim Betz thuis op, maar hij bleek in het buitenland te zijn (in Kroatië meen ik me te herinneren) voor een of andere COST-bijeenkomst. Ik wist hem op zijn GSM te bereiken. Hij was ervan overtuigd dat de homeopaten van zijn afwezigheid gebruik gemaakt hadden om een ongefundeerd bericht de wereld in te sturen.

Het was inderdaad bijzonder moeilijk om in die toestand dat “nieuws” tegen te spreken en zelf een bericht de wereld in te sturen. De kans was groot dat de media er die avond en zelfs de volgende dag verder konden over uitweiden zonder dat Betz bereikt kon worden. Toch is dat niet gebeurd. Waarom? Omdat diezelfde dag Marc Dutroux ontsnapte, wat meteen wereldnieuws was. De media hadden alleen nog maar aandacht voor de sensationele gebeurtenissen rond ‘s lands beruchtste misdadiger en de zware politieke gevolgen ervan. Van het “bewijs” van homeopathie is nooit meer iets gehoord.

Niemand is onvervangbaar, zegt men, maar de ene is een stuk gemakkelijker vervangbaar dan de andere. Wim Betz heeft zoveel artsen en anderen geïnspireerd om zijn voorbeeld te volgen. We zullen hem heel erg missen.