Herinneringen aan een wereldberoemde skepticus

Afbeelding

Tim Trachet en Johan Braeckman in gesprek over James ‘the Amazing’ Randi (1928-2020)

Einde oktober overleed de Amerikaanse goochelaar James Randi. Hij werd 92 jaar. Randi voerde jarenlang strijd tegen mensen die zich voordeden als helderzienden of beweerden over paranormale gaven te beschikken. SKEPP’ers Tim Trachet en Johan Braeckman blikken terug op deze merkwaardige man.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Foto: Paolo Attivissimo, CC BY 2.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/2.0&gt;, via Wikimedia Commons

Tim Trachet: “De eerste keer dat ik iets over James Randi vernam, was ergens in de jaren 1980 toen het weekblad Humo enkele teksten van hem publiceerde onder de titel ‘Leuk maar larie’. Het ging om excerpten van Randi’s boek Flim-Flam! (1980) dat een klassieker in de skeptische literatuur werd. Ik was toen al enkele jaren intensief met pseudowetenschappen bezig en had uiteraard al wat kritische boeken over dit onderwerp gelezen. Randi kende ik nog niet. Wat hij schreef, viel vooral op door een aparte stijl. Zijn bijtende spot, zijn sarcastische opmerkingen, zijn ongezouten commentaar op de onzin die hij ontmaskerde; het klonk nieuw en was verfrissend. Niet iedereen vond overigens die ‘onvriendelijke’ aanpak van aanhangers van pseudowetenschappen gepast. Randi behandelde in zijn boek, naast de meest diverse pseudo-onderwerpen - van de Bermudadriehoek tot het monster van Loch Ness – ook de mediums en andere paranormale bedriegers die hij ontmaskerd had. Randi was zelf een briljant goochelaar en illusionist, en was dus zeer goed geplaatst om aan te tonen dat velen die zichzelf paranormaal noemden, in werkelijkheid trucs toepasten. De bekendste onder die charlatans was de Israëliër Uri Geller, die beweerde met psychische krachten lepels en andere metalen voorwerpen te kunnen buigen. Randi toonde onomstotelijk aan dat Geller in werkelijkheid trucs toepaste, die in principe vrijwel iedereen kon leren. Met paranormale begaafdheid had het allemaal niks te maken.”

Johan Braeckman: “Ik heb Randi meerdere trucs zien uitvoeren, tijdens diverse studiedagen en congressen, in Europa en in de Verenigde Staten. Het was vaak verbluffend wat hij deed. Zijn grote voorbeeld was Harry Houdini (1874-1926), en net als hij was Randi gespecialiseerd in ontsnappingskunst, iets wat hij vooral in zijn jonge jaren beoefende. Zo liet hij zich in februari 1956 in een metalen koffer opsluiten, die men vervolgens in het zwembad van een hotel liet zakken. Pas na 104 minuten werd hij bevrijd, waarmee hij het record uit 1926 brak van Houdini, die het 93 minuten volhield. Ook Houdini gebruikte overigens goochelkunst om bedriegers te ontmaskeren. Maar ik denk dat Randi verder ging. Hij zette zijn kennis van goochelen en illusionisme ook in om aan te tonen dat vrijwel iedereen kan bedrogen worden. Onze zintuigen en cognitieve vermogens zijn niet opgewassen tegen een bekwame goochelaar. Daardoor kon Randi ook academici, wetenschappers met doctoraten en professoren, vaak makkelijk in de luren leggen. Het is dankzij Randi dat meerdere psychologen nu ernstig onderzoek doen naar de manier waarop goocheltrucs werken. Dat is erg leerzaam, en het legt onze zwakke plekken bloot. Ik ondervind dit zelf vaak wanneer ik lezingen geef waarbij iemand ook goocheltrucs vertoont. Het zijn, iets waar Randi ook geregeld op hamerde, vaak de meest intelligente mensen in het publiek die de mist ingaan. Ze zien iets gebeuren wat wetenschappelijk gesproken onmogelijk is, bijvoorbeeld iemand die iedere keer opnieuw kan ‘voorspellen’ aan welke speelkaart iemand denkt. Ze slagen er niet in om te doorgronden wat er precies aan de hand is, ondanks hun intelligentie. Dat het om een truc gaat, kan men vaak moeilijk aanvaarden, omwille van het ernstige misverstand dat slimme mensen makkelijk in staat moeten zijn om ter plekke de truc te ontrafelen. Het gevolg is dat die mensen steevast op zoek gaan naar verklaringen die hopeloos vergezocht zijn en helemaal fout. Ik hoorde bijvoorbeeld een arts luidop redeneren dat het om “een quantum-electrodynamisch effect” moest gaan in het brein van de goochelaar, waardoor hij kon “intunen” op het brein van diegene die aan een kaart moest denken. Randi beleefde er veel plezier aan dat hij kon aantonen hoe naïef hooggeschoolde mensen vaak zijn, maar hij deed het natuurlijk op de eerste plaats voor het pedagogisch effect. Met goocheltrucs kan je aantonen dat iedereen kan bedrogen worden, en er zijn meer dan genoeg bedriegers en criminelen die daar handig gebruik van maken. Belangrijk is ook, en Randi besefte dat beter dan gelijk wie, dat het ontkrachten, door goocheltrucs, van zogenaamde paranormale vermogens op zich niet voldoende is om de lichtgelovigheid van het publiek op te heffen. Zo bijvoorbeeld: nadat Randi ervoor zorgde dat Uri Geller zijn trucs niet kon uitvoeren tijdens de populaire Johnny Carson show op de Amerikaanse televisie, werd Geller nog veel populairder! In feite had Randi, in samenwerking overigens met Johnny Carson, die zelf ook een en ander van goochelen afwist, aangetoond dat Uri Geller zijn zogenaamde magische krachten spoorloos verdwenen, telkens hij een lepeltje ‘paranormaal’ moest buigen terwijl een goochelaar op zijn vingers toekeek. Maar volgens zijn fans was het omgekeerde gebeurd. Zij dachten dat het feit dat Geller faalde, net aantoonde dat hij wel degelijk paranormaal was begaafd! Immers, aldus de believers, mocht Geller trucs gebruiken, dan zou zijn performance iedere keer opnieuw succesvol zijn.”

Afbeelding

Tim Trachet leidt Randi in voor zijn lezing.

Tim Trachet: “Hetzelfde gebeurde, toch tot op zekere hoogte, ook met de gebedsgenezers die beweren rechtstreeks met God in contact te staan. Randi ontmaskerde onder meer Peter Popoff, die multimiljonair werd door zogenaamd miraculeus mensen te genezen. Hij zou informatie ontvangen van God over de gelovigen die zijn hulp zochten. In werkelijkheid, zo kon Randi aantonen, was het Popoffs vrouw die tijdens de massabijeenkomsten in kerken informatie door stuurde naar het microotje in het oor van haar man. Popoff tuimelde van zijn voetstuk en ging failliet. Maar een paar jaar later begon hij opnieuw, om op dezelfde frauduleuze manier mensen geld af te troggelen. Randi’s boek Flim-FLam! bevatte ook een uitdaging die voor iedere vermeende paranormaal begaafde een nachtmerrie kon worden. Randi was bereid een fors bedrag – in het begin 100.000 dollar denk ik, later opgevoerd tot een miljoen - neer te tellen aan wie iets kon verrichten dat in de ogen van Randi wetenschappelijk onverklaarbaar was. Uiteraard moest het om prestaties gaan die Randi kon testen, onder controleerbare omstandigheden. Niemand is tijdens Randi’s leven geslaagd in de test. De prijs is nooit uitbetaald. Omstreeks 1988 – of iets vroeger – had ik een eerste ontmoeting met Randi. Hij was in Brussel voor een TV-uitzending van de RTBF. Het Comité Para, dat aan de uitzending meewerkte, had me uitgenodigd. Ik nam zelfs aan een diner deel in een restaurant waarbij Randi, net zoals Uri Geller, vorken deed buigen, tot ontzetting van de obers… Het zou niet de laatste keer zijn dat ik dat meemaakte. De tv-uitzending was nogal spectaculair, omdat Randi er de Filipijnse “paranormale chirurgen” nabootste. Dat waren vermeende spirituele genezers die hun patiënten op “wonderbaarlijke wijze” opereerden. Met hun blote handen leken ze een opening in de buik van de patiënt te maken en daar vermeende kwaadaardige gezwellen uit te trekken. Die praktijk bestond al een tijd maar in de jaren 1980 stond ze erg in de publiciteit. Nogal wat zwaar zieke mensen in Westerse landen, ook in België, vertrokken naar de Filipijnen om zich door deze toverchirurgen te laten behandelen. Velen waren ongeneeslijk zieke kankerpatiënten die zich na de behandeling soms wel even beter voelden maar niet genazen en ook niet ontsnapten aan de fatale afloop van hun ziekte. Randi voerde een identieke “spirituele operatie” uit voor televisiecamera’s (weliswaar op een gezonde vrijwilliger) en ook hij leek bloederige stukken weefsels uit de zogenaamde patiënt zijn buik te kunnen halen. In werkelijkheid waren het stukken van een kip die hij in zijn handen verborg. Net zo min als de Filipijnse genezers heeft hij ooit echt met zijn vingers in een menselijke buik zitten prutsen, maar het gaf de indruk van wel (het enige verschil was dat Randi bij dit bloederig spektakel een dosis humor hanteerde). De paranormale chirurgie was totaal bedrog, en zelfs een zeer boosaardig bedrog. In 1989 werd Randi voor het eerst ontvangen door een Vlaams groepje skeptici waaruit later overigens SKEPP zou ontstaan. Daartoe behoorden behalve mijzelf, onder meer Etienne Vermeersch en Wim Betz, maar ook de goochelaar Mark Braem, die later het Illuseum zou oprichten. Mark had een enorm respect voor Randi en wist hem te strikken voor een bezoek aan Gent. Door toedoen van Etienne Vermeersch kreeg hij er een medaille van de universiteit. Tegelijk vonden er ontmoetingen met skeptici plaats en uiteraard gaf hij een spetterende show voor aanhangers en studenten."

Johan Braeckman: “Ik herinner me dat ook nog vrij levendig. Randi gaf toen enkele lezingen voor de studenten filosofie. Ik was al warm gemaakt voor het skeptische denken door Etienne Vermeersch, maar Randi wakkerde het vuur nog wat meer aan. Hij was een geweldig goede causeur, die moeiteloos de ene anekdote na de andere vertelde, op een zeer grappige en entertainende wijze. Maar hij gaf geen show voor de show: uiteindelijk wou hij de studenten doen inzien wat kritisch denken is, waar het vaak fout loopt en hoe je het jezelf eigen kan maken. Hij zette me op het spoor van de boeken van Carl Sagan, Martin Gardner, Paul Kurtz en meerdere anderen, waaruit ik ontzettend veel leerde.”

Afbeelding

v.l.n.r. Wim Betz, James Randi, Gilles-Maurice de Schryver (taalkundige UGent en vriend van Randi), een fan en Jean Meeus. Astronoom en erelid van SKEPP

Tim Trachet: “Randi’s bezoeken en optredens waren volkomen onbaatzuchtig. Hij trad toen op als een soort skeptische missionaris voor het CSICOP (nu CSI), de Amerikaanse vereniging waar de filosoof Paul Kurtz de leiding van had. In sommige landen betekende zijn komst het begin van een skeptische organisatie. Wij waren zoals gezegd daar al een tijdje mee bezig, maar zijn komst heeft onze onderneming zeker een boost gegeven. Het jaar daarop was Randi opnieuw in ons land voor het Tweede Europees Skeptisch Congres, dat aan de VUB plaatsvond. SKEPP was toen net formeel opgericht en we profiteerden van Randi’s aanwezigheid door met hem een persconferentie te houden waarin de oprichting werd bekendgemaakt. Randi zou ik de volgende jaren nog meermalen ontmoeten op skeptische congressen in het buitenland. Ik herinner me dat jij en ik samen in het Italiaanse kuuroord Abano Terme waren en daar ook een voordracht van Randi bijwoonden. Ook dat was een wereldcongres. SKEPP zelf heeft hem nog één keer zelf uitgenodigd, in 2004 toen hij zowel in Brussel als Gent optrad. Mijn laatste ontmoeting met hem was tijdens het Wereldcongres in 2012 in Berlijn, waar we ook beiden aanwezig waren. Randi was toen een eregast. Fysiek was hij reeds sterk verouderd, maar hij wist nog iedereen te boeien met een retrospectie ve van zijn carrière. James Randi was een bijzonder man. Hoewel zijn optredens zeer spontaan overkwamen, waren ze ongetwijfeld tot in de puntjes voorbereid. Dat gold ook voor de grote hoeveelheid humor waarop hij zijn publiek trakteerde. In loutere privégesprekken was hij nochtans geen lolbroek.”

Johan Braeckman: “Ik denk dat hij soms moedeloos werd van zijn strijd tegen pseudowetenschap en andere flim-flam, of “woo woo” zoals hij het ook noemde. Hij reisde zestig jaar lang de hele wereld rond om het kritische denken te verspreiden en mensen meer weerbaar te maken tegen allerlei onzin. Maar heeft het geholpen? Ik ben er helemaal zeker van dat een ontelbaar aantal mensen dankzij hem meer helder en rationeler is gaan nadenken, en gelukkig lieten zeer velen hem weten dat ze daar dankbaar voor waren. Maar tijdens zijn leven is er natuurlijk ook een enorme hoeveelheid nonsens bijgekomen. De strijd daartegen is als de Hydra van Lerna: hak er een kop af en er groeien er twee terug.”

Het geheugen van water

Tim Trachet: “Ik denk wel dat Randi’s bilan zeer positief is. Hij heeft gevaarlijke bedriegers ontmaskerd die zonder hem nog veel meer naïeve slachtoffers konden maken. Daar heeft hij trouwens last mee gekregen. Vergeten we niet dat Uri Geller jarenlang processen tegen hem heeft gevoerd. Ook dat kan hem getekend hebben, te meer daar hij toen niet overal op steun en solidariteit kon rekenen. Een andere opmerkelijke prestatie was zijn bijdrage in het ontmaskeren van het “geheugen van water”. De Franse bioloog Jacques Benveniste had in 1988 resultaten gepubliceerd van een proef waarbij organische stoffen zeer sterk werden verdund en de eigenschappen van die stoffen toch merkbaar bleven. Dat leek in de richting te gaan van de beweringen van de homeopathie. De hoofdredacteur van het wetenschappelijk tijdschrift Nature, die tegen zijn zin het artikel van Benveniste had gepubliceerd, organiseerde een controleproef, waarbij hij beroep deed op Randi om te voorkomen dat (zelf )bedrog de proef zou beïnvloeden. Door de strenge voorwaarden die Randi stelde, leverde de controleproef geen bevestiging op. Ook dat resultaat werd in Nature gepubliceerd, met Randi als een van de auteurs. Het zal wel zeldzaam zijn dat in dit befaamde tijdschrift een artikel voorkwam van een goochelaar zonder universitair diploma…”

Afbeelding

James Randi doet kaarttruc.

Johan Braeckman: “Het is lastig om uitgepraat te geraken over de invloed en betekenis van James Randi. Ik zou aan elke beginnende skepticus nog steeds de lectuur van zijn boeken aanraden. Flim-Flam blijft erg goed en relevant, maar ook zijn boeken over Uri Geller en de zogenaamde Faith-Healers zijn schitterende introducties tot wat skeptisch en kritisch denken vermag. Wie helemaal niks van Randi afweet en een snelle introductie tot zijn leven en werk zoekt, kan naar de documentaire An Honest Liar (2016) kijken. Er zit een twist in het verhaal die ik hier niet kan verklappen, maar die erg verrassend is, misschien niet in het minst voor James Randi zelf!”

Afbeelding

Randi met Wim Betz in een café voor de lezing.