Wetenschap en pseudowetenschap
Er is één filosofie die de grote meerderheid van de mensen impliciet als waar aanneemt: de wetenschap. Ze hoeven daarom geen scientisten, positivisten of materialisten te zijn: in de praktijk aanvaarden ze elke dag de conclusies van de wetenschap, als ze zich verplaatsen, telefoneren of achter een computer zitten. De ongelooflijk gesofisticeerde apparaten die ze daarbij gebruiken, werken volgens principes die de meesten van hen niet begrijpen, maar die ze volledig vertrouwen. Anders stapten ze nooit in een vliegtuig of vertrouwden ze hun geld niet toe aan een online spaarrekening. En dan hebben we het nog niet gehad over wat ze met zich laten doen als ze ernstig ziek zijn.
Maar wie beroep doet op een pseudowetenschappelijke praktijk, aanvaardt impliciet dat daar regels gelden die totaal afwijken van die wetenschappelijke principes, of daarmee in strijd zijn. Misschien beseffen de meesten dan niet, maar daarom is het niet minder waar.
Astrologie
Neem bijvoorbeeld de “koningin der pseudowetenschappen”, de astrologie (die staat misschien minder in het voetlicht dan vroeger, maar telt nog altijd veel aanhangers). De astrologie stelt kortweg dat (1) de mensen beïnvloed worden door de stand van de planeten, vooral bij hun geboorte en (2) dat het om die reden mogelijk is hun karakter en zelfs hun toekomst te voorspellen – let op dat (2) niet vanzelf volgt uit (1). Als dat waar zou zijn, hoe kan het?
Verdedigers van de astrologie hebben allerlei hypothesen naar voren gescho- de ene gaat het om “straling”, een soort fysische beïnvloeding, volgens de andere is het de werking van de “geest”, de spirituele dimensie van de kosmos. Nog anderen denken aan “synchroniciteit”, een begrip ingevoerd door de psychoanalyticus Jung, waarbij er een verband zou bestaan tussen twee gelijktijdige gebeurtenissen die elkaar niet causaal beïnvloeden. Aan uitleg geen gebrek, maar bewijzen zijn er niet. Bovendien impliceert elke verklaring dat de wereld er een stuk vreemder en ingewikkelder uitziet dan we tot nu toe aannamen, want ze geldt naast en mét de natuurwetten die de wetenschap ons leert.
Nemen we bijvoorbeeld die vermeende straling. Als het echt zo is dat de planeten ons beïnvloeden met onbekende straling, dan heeft die straling eigenschappen die sterk afwijken van die van bekende vormen van straling en invloed. Elektromagnetische straling, zoals licht en radiostraling, neemt snel af met de afstand. Met de astrologische invloeden lijkt dat niet het geval: de afstand van de planeten tot ons kan met tientallen tot honderden miljoenen kilometers verschillen (enkele planeten staan altijd meer dan een miljard kilometer ver), maar dat lijkt geen verschil te maken voor de astrologie.
Dat is maar één voorbeeld. De wereld ziet er veel vreemder uit als we moeten aannemen dat een pseudowetenschap als de astrologie werkt. Aanhangers van de astrologie hebben daar echter geen probleem mee.
Alternatieve geneeswijzen
Het kan nog gekker. Pseudowetenschappen kunnen niet alleen principes huldigen die in strijd zijn met wat de wetenschap zegt, maar die ook onderling met elkaar in strijd zijn. Dat geldt zeker voor de zogenaamde alternatieve geneeswijzen. Hun aantal is zeer groot. In hun onvolprezen boek ‘Beknopt of behandeld? (Trick or treatment?)’ bespreken onze medeskeptici Simon Singh en Edzard Ernst een veertigtal dergelijke geneeswijzen en zijn daarmee bijlange niet volledig. Die praktijken werken allemaal volgens principes die vrijwel/helemaal niets met die van de wetenschappelijke geneeskunde te maken hebben, maar die bovendien ook onderling weinig of niets gemeen hebben! Dat vergeet men wel eens.
Die verschillen zijn er zowel bij de onderlinge filosofie als in de praktijk. Neem nu de homeopathie. Die is gebaseerd op het similiaprincipe: het gelijkende wordt door het gelijkende genezen. Men geneest een aandoening met een (zeer sterke) verdunning van een product dat die aandoening zou veroorzaken. Onderliggend idee is dat iedere patiënt voor om het even wat met een (homeopathisch) geneesmiddel kan worden geholpen. Wat op zich al een bijzonder bizarre opvatting is.
"Antroposofische “artsen” hebben er geen probleem mee om homeopathische producten te gebruiken. Hoewel ze elkaar dus dik tegenspreken, lijken velen er geen probleem mee te hebben ze door en naast elkaar te gebruiken.”
Deze opvatting staat haaks op de leer van andere alternatieve geneeswijzen, zoals bijvoorbeeld de acupunctuur of de antroposo sche “geneeskunde”. Die laatste gaat ervan uit dat ziekten die we krijgen verband houden met handelingen in vorige levens.
Natuurlijk zijn er alternatieve therapieën die sterk bij elkaar aanleunen, maar dat neemt niet weg dat de verschillen diepgaand zijn. Neem nu de Bachbloesemtherapie. Die is ontwikkeld door een homeopaat (de Brit Edward Bach) en gebruikt als geneesmiddelen sterk verdunde oplossingen van water waar verse bloemen in gelegen hebben. De gelijkenis met de homeopathie is groot (de verdunningen zijn ook bijna even groot) maar er zijn fundamentele verschillen, zoals het ontbreken van het eerder genoemde similiaprincipe.
Nu zou je geloven dat de aanhangers van al die verschillende geneeswijzen streng gescheiden sekten vormen die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden, of op zijn best hun praktijken onderling vergelijken om te zien wie de beste resultaten scoort, omdat ze zo onvergelijkbaar zijn. In de praktijk leven die geneeswijzen naast elkaar en worden ze ook nog wel door elkaar gebruikt. Antroposofische “artsen” hebben er geen probleem mee om homeopathische producten te gebruiken.
Hoewel ze elkaar dus dik tegenspreken, lijken velen er geen probleem mee te hebben ze door en naast elkaar te gebruiken. Of zelfs te propageren.
Zo vond ik op een Nederlandse website een aankondiging van een cursus alternatieve geneeswijzen met de volgende uitleg.
Naast de reguliere geneeskunde staan ons (…) tal van alternatieve methoden en middelen ter beschikking om de ziekte te lijf te gaan. Van massage, geneeskrachtige baden tot acupunctuur, van paranormale genezing en reflexzonetherapie tot edelsteentherapie. Het aantal uitwendige behandelingstechnieken is zeer uitgebreid. In deze cursus worden ze allemaal besproken. Daarbij worden de voor- en nadelen uitvoerig belicht.
Wat hier staat, is eigenlijk heel bizar. Men behandelt in deze cursus de diverse geneeswijzen en geeft de indruk dat ze allemaal min of meer nuttig kunnen zijn, terwijl we a priori toch kunnen aannemen dat sommige absolute onzin zijn, of volkomen nutteloos.
Het lijkt een beetje op een vergelijkende test van bijvoorbeeld wasmachines door Test-Aankoop. Met het verschil dat wasmachines allemaal volgens hetzelfde principe werken (ik ken geen homeopatische wasmachines) en dus perfect vergelijkbaar zijn.
Daarbij hebben we het nog niet gehad over de verschillende variaties binnen dezelfde discipline. De ene alternatieve genezer zal anders te werk gaan dan de andere. Neem nu edelsteentherapie. Claire Moens merkt in haar nieuwe boekje ‘Magische en helende stenen. Feiten en mythes’ (ASP & SKEPP, 2022) op dat edelsteentherapeuten het helemaal niet eens zijn welke edelsteen moet gebruikt worden in verband met een bepaalde ziekte. Maar ja, ook astrologen zijn het onderling absoluut oneens.
ls dat allemaal tegelijk waar moest zijn, dan zijn er inderdaad veel meer dingen in de hemel en op aarde dan welke filosofie ook kan dromen…