Rotte appels in de mand
Jim Reekers werkte enkele decennia als arts-interventieradioloog in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam. Interventieradiologen voeren minimaal invasieve (door kleine gaatjes) ingrepen uit onder controle van radiologische beeldvorming, bijvoorbeeld een lekkend bloedvat dichtbranden in een goedaardig baarmoedergezwel, een stent plaatsen in een vernauwd bloedvat, een met stenen gevulde galblaas verwijderen, enzovoort. Interventieradiologen voeren meestal uit wat andere artsen beslissen. Reekers heeft in zijn lange carrière veel foute beslissingen gezien van medisch specialisten in tal van ziekenhuizen, niet alleen in het AMC Amsterdam. Beslissingen die niet alleen indruisten tegen de stand van de wetenschap, maar ook nadelig waren voor de patiënt en handenvol geld kostten aan de overheid. Alle artsen kennen dergelijke mistoestanden in het medisch handelen, maar zwijgen. Medische klokkenluiders hebben namelijk nog weinig carrièreperspecitief meer, schrijft de hoogleraar in zijn woord vooraf. Jim Reekers droeg wetenschap altijd hoog in het vaandel, was steeds kritisch in voordrachten en media-optredens, maar besloot pas na zijn pensioen alle registers open te trekken. Het is vooralsnog zijn ambitie om een discussie op gang te brengen over hoe om te gaan met artsen die de boel belazeren en welke rol van de industrie mag vervullen in de artsenpraktijk. Bijsturing en correct medisch handelen kunnen volgens Jim Reekers het Nederlands zorgstelsel dat steeds meer chronische zieken moet opvangen, opnieuw efficiënt maken.
Mistoestanden in Nederland
Eén van de voorbeelden van slechte geneeskunde die Jim Reekers in ‘De medische omerta’ beschrijft, betreft het veelvoorkomende probleem van goedaardige baarmoedergezwellen of zogenaamde vleesbomen. Deze gezwellen bevatten bloedvaatjes die kunnen zorgen voor veelvuldig en hinderlijk vaginaal bloedverlies. In het verleden werd dit verholpen door baarmoeder en gezwel samen chirurgisch te verwijderen. Een vrij uitgebreide operatie met verschillende hospitalisatiedagen, de nodige risico’s en nood voor nazorg. Een goedkoper, veiliger en minstens even efficiënt alternatief is het dichten (emboliseren) van de lekkende bloedvaatjes in het gezwel via interventieradiologie. Deze aanpak, die al enkele decennia een bewezen voordeel heeft, maakt een operatie overbodig. In werkelijkheid wordt dit alternatief veel te weinig aangeboden, omdat het volgens de auteur snijdt in de portemonnee van de gynaecoloog die een aardige duit verdient aan baarmoederoperaties.
Een ander voorbeeld: etalagebenen. Bij patiënten, vaak mannelijke rokers met overgewicht die weinig lichaamsbeweging hebben, kan een ongezonde levensstijl in combinatie met overgewicht leiden tot vernauwingen in de bloedvaten van de benen. Als gevolg van deze vernauwingen geraakt zuurstofrijk bloed moeilijker in de beenspieren. Tijdens het stappen veroorzaakt dit scherpe pijn, waardoor je even moet blijven staan tot de pijn verdwijnt. Je doet alsof je even in een etalage tuurt, vandaar in de volksmond etalagebenen. Artsen spreken van claudicatio. Claudicatio is op te lossen met rookstop, vermageren en wandeltherapie, waarbij je een wandelschema krijgt dat zelfs wetenschappelijk onderbouwd is. Meer nog, sommige kinesisten zijn opgeleide claudicatiotherapeuten. In plaats van de oorzaak zo aan te pakken, kan men ook “gedotterd’ worden: de vernauwde bloedvaten worden door middel van een sonde met een ballonnetje van binnenuit opengerekt en het bloed kan weer stromen. Wanneer niets aan de levensstijl gedaan wordt, staat de helft van de patiënten er binnen de twee jaar opnieuw met hetzelfde probleem en kan er weer gedotterd worden. Aan rookstop en levensstijlaanpassingen wordt weinig aandacht besteed.
In Nederland worden dichtslibbende bloedvaten gedotterd door interventieradiologen. In België doen vaatchirurgen de handeling zelf. Jim Reekers beschrijft uitgebreid de onethische praktijken van een Belgisch vaatchirurg, die geruggensteund door de industrie die het materiaal levert, zelfs mensen dottert die helemaal geen klachten hebben.
Hand in eigen boezem
Ook in de Belgische ziekenhuizen loopt dus één en ander helemaal fout. We staan bijvoorbeeld aan de wereldtop voor aantallen knieprothesen en rugoperaties, waar dat soms helemaal niet nodig is. Aan het ‘spoelen van een kniegewricht’ bij vijftigplussers met kniepijn, een doorgaans nutteloze ingreep, heeft de Belgische overheid recent paal en perk gesteld, door deze artroscopie nog voor een beperkt aantal gevallen terug te betalen.
Wat rugoperaties betreft, valt er nog veel te verbeteren. Richtlijnen waarschuwen al jaren voor te veel medische beeldvorming bij rugklachten. Op een röntgenfoto van een rug van een patiënt van middelbare leeftijd vind je altijd wel een mankement, maar daarom is er geen link met de klachten. In plaats van beweegprogramma’s in een rugschool voor te schrijven bijvoorbeeld, worden toch nog veel operaties uitgevoerd. Ze brengen meer op. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld prostaatoperaties bij prostaatkanker. Een deel daarvan is overbodig, soms volstaat opvolgen en afwachten, maar het ziekenhuis heeft het robotchirurgisch materiaal nu eenmaal aangekocht en dat moet renderen. Dat 70% van de mannen als gevolg van de ingreep impotent of urine-incontinent wordt, ook als een robot werd ingezet, daar lijken urologen minder van wakker te liggen. Ook vrouwen kunnen in de klappen delen. De vijfjaarsoverleving na borstkanker ligt gemiddeld 30% hoger wanneer een vrouw behandeld wordt in een erkende borstkliniek, waar men minstens 125 borstkankers per jaar moet behandelen. Ziekenhuizen die geen erkende borstkliniek hebben, vertellen dat niet altijd wanneer een vrouw zich aanmeldt met borstkanker. Of nog eentje. In België krijgen veel meer kinderen dan nodig trommelvliesbuisjes omwille van herhaalde oorontstekingen. In Vlaanderen zelfs dubbel zoveel als in Brussel en Wallonië. Af en toe met gehoorschade als gevolg. Ook bij ons is er een lange rij van praktijken die niet altijd de gezondheid van de patiënt dienen.
In België proberen diverse instanties, waaronder het Riziv, het KCE (federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg) en Cebam (centrum voor evidence-based medicine) onwetenschappelijke praktijken aan het licht te brengen, wel steeds zonder namen te noemen. Het Riziv beslist soms om bepaalde handelingen of medicijnen niet langer terug te betalen bijvoorbeeld. Het KCE financiert niet-commerciële klinische studies en brengt rapporten in de media over dingen die fout lopen en Cebam organiseert opleiding voor artsen over correcte geneeskunde en ebm. Evidence-Based Medicine (ebm) houdt niet alleen rekening met de laatste stand van de wetenschappelijke kennis in een bepaald domein, maar houdt ook rekening met de voorkeuren van de patiënt en de ervaring van de behandelende arts. Hoe je dat in de praktijk toepast, kan worden aangeleerd.
Jim Reekers hekelt de perverse financieringssystemen, waarbij financiële prikkels sommige artsen drijven tot overbehandeling. Mistoestanden binnen de eigen groep worden vaak toegedekt en blijven onbesproken. Wie kritiek durft te uiten, is een nestbevuiler. Dat moet volgens Jim Reekers veranderen. We moeten de onethische praktijken in sommige ziekenhuizen durven benoemen en sommige artsen op het matje durven roepen. De meeste artsen deugen, maar daar heeft een patiënt die bij een dwalende arts terechtkomt, helaas geen boodschap aan.
De Medische Omerta. Over horen, zien en zwijgen in het zorgstelsel. Jim Reekers
De Arbeiderspers 2023. ISBN 978 90 295 5035 2