Sapiens – Een beeldverhaal – Een misleidende verweving van wetenschappelijke feiten en fantasierijke interpretaties

Afbeelding

Yuval Harari’s boek Sapiens had veel succes als meeslepend langetermijnverhaal van de mensheid. De Israëlische historicus en futuroloog heeft een maatschappijkritische blik op onze geschiedenis en waarschuwt ook voor de mogelijke gevaren die de toekomst brengt. Het is nu herwerkt tot een beeldverhaal in 4 delen, als eerste ‘Het ontstaan van de mensheid’. Het zou gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Maar in welke mate klopt dat?

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Fictieve wetenschappers

Harari brengt enkele (relatief) nieuwe wetenschappelijke inzichten. We waren niet uniek. Nog niet zo lang geleden leefden we samen met andere moderne mensensoorten, zoals de Neanderthalers en de Denisovamens. De Neanderthaler werd in het verleden schromelijk onderschat, maar blijkt nu erg slim te zijn geweest, met grote survivalskills. Enkel Sapiens overleefde en veroverde de hele wereld. Dat hebben we te danken aan onze taal en het vermogen om mythen en verhalen te creëren die collectieve intelligentie, sociale samenhang en grote samenlevingen mogelijk maakten. Het leidde ook tot grote variëteit in gezins- en samenlevingsvormen en culturele gewoonten. Maar Sapiens ontpopte zich ook tot een intercontinentale seriemoordenaar van andere diersoorten.

Harari brengt die inzichten door vier personages als wetenschapper op te voeren. Drie daarvan zijn fictief, waaronder het centrale personage met de naam van een hindoe godin, en een figuur gemodelleerd op de Franse specialist grotkunst Henri (abbé) Breuil. Het komt de geloofwaardigheid van de strip niet echt ten goede. Harari beperkt zich niet tot de nieuwe, goed onderbouwde feiten, hij wil ook interpreteren en  verklaren en een eigen visie geven. Maar dan loopt het compleet fout. 

Politiek dynamiet

In plaats van met DNA-analyses aan te tonen dat er meerdere moderne mensensoorten bestonden, gaat hij zwalpen over onderlinge seks. Eerst hebben ze het niet gedaan, dan weer wel, dan was het weer zeldzaam en kunnen we niet echt spreken van kruising. Ook rond de hypothesen over de ondergang van de andere mensensoorten gaat het alle richtingen uit. Eerst kiest hij voor handje vasthouden tussen de soorten (en meer), daarna schetst hij de versie van kruising/vermenging naast deze van vervanging (door strijd, verdringing, ondergang) en uiteindelijk kiest hij (terloops) voor vervanging. 1  

Terwijl het wetenschappelijk nog steeds niet duidelijk is waarom ook de Neanderthaler uiteindelijk is uitgestorven. Waarom tracht Harari die kruising tussen de mensensoorten te minimaliseren? Omdat hij dat ‘politiek dynamiet’ acht. Dat zou volgens hem wel eens racistisch geïnterpreteerd kunnen worden. In plaats van erop te wijzen dat racistische ideeën al lang voor de ontdekking van de moderne mensensoorten bestonden en de koppeling van die onzin aan DNA-verschillen af te wijzen, tracht hij de kruising te minimaliseren. Het gaat maar om enkele ‘meeliftende Neanderthaler-genen’, ‘want de verschillen tussen de soorten waren toch te groot’ en uiteindelijk is de laatste band verbroken door een nieuwe mutatie – geen idee waar hij die vandaan haalt – en sindsdien zijn we allemaal ‘pure Sapiens’. Jawel, bloedzuiver! En dat vanuit een bekommernis om racistische interpretaties te ontmijnen! Terwijl wel degelijk wetenschappelijk is aangetoond dat er sporen van DNA van Denisova, Neanderthal en een nog onbekende soort zijn terug te vinden in de huidige mensen (zelfs in verschillende verhoudingen naargelang de regio).

Zijn poging om het begrip ‘soort’ te verduidelijken met een manke verwijzing naar kruising van ezels en paarden maakt het verhaal helemaal warrig en zijn groepering van mensensoorten is ook al een rommeltje.

Ongefundeerde interpretaties

Herhaaldelijk verwijst Harari naar genetische mutaties als verklaringsmechanisme, maar hij springt daar erg fantasierijk mee om. De cognitieve revolutie, die leidde tot de uittocht van Sapiens uit Afrika, was volgens Harari eveneens het resultaat van een genetische mutatie. Maar zowel het situeren van taalontwikkeling op -70.000 geleden, als het verklaren ervan door een enkele genetische mutatie is niet wetenschappelijk gefundeerd. Ontwikkeling van taal is ondertussen opgeschoven naar een véél vroegere periode. Harari gaat nog veel verder: ‘voor zover wij weten kwamen sociale veranderingen, nieuwe technologieën en volksverhuizingen eerder voort uit genetische mutaties en omgevingsfactoren dan uit culturele initiatieven’. Over welke omgevingsfactoren het dan wel gaat, is niet duidelijk in dit beeldverhaal. Zo laat hij bijvoorbeeld belangrijke klimaatveranderingen onbesproken. Tot welke ongefundeerde interpretaties dat leidt, wordt duidelijk in zijn verhaal over migratieroutes. Daar is hij al te bondig over en concentreert hij zich op vondsten in Israël die wijzen op de aanwezigheid van Neanderthalers ongeveer 100.000 jaar geleden. Toen zouden Sapiens zich volgens Harari hebben teruggetrokken, omdat ze nog niet zo slim waren, om dan na de cognitieve revolutie van 70.000 jaar geleden terug te komen en meteen door te stoten naar de rest van de wereld. Impliciet sluit hij hier dus een vreedzaam samenleven uit, terwijl hij elders dan weer toegeeft dat we geen zekere en eenduidige uitspraken kunnen doen over geweld in het paleolithicum.

Dat de Neanderthalers toen individueel ‘slimmer’ waren dan Sapiens, leidt Harari af uit hun groter hersenvolume. Een correlatie waar eveneens geen overtuigende wetenschappelijke grondslag voor is. Merkwaardig genoeg laat hij daarbij na te waarschuwen voor het trekken van gevaarlijke conclusies uit het gemiddeld kleiner hersenvolume van vrouwen, of kleine mensen zoals de San. Neanderthalers hadden volgens hem dan weer geen taal en geen hogere cognitieve vermogens. Terwijl onder meer de vondsten uit de Bruniquelgrot (ca. 176.000 jaar geleden) wel degelijk aantonen dat zij in staat waren tot het maken van symbolische constructies. Men gaat er nu overigens ook van uit dat ze wel degelijk taal hadden 2.

Evolutionaire psychoanalyse

Wat Sapiens betreft, gaat Harari al even fantasierijk interpreteren en verklaren. Sapiens is volgens hem zo gewelddadig en gevaarlijk, door de menselijke angst om macht te verliezen. Sapiens was de underdog van de savanne die op veel te korte tijd (amper een paar miljoen jaar) uitgegroeid is tot de dominante soort. Daar hebben we een trauma aan overgehouden. Die herinnering aan onze savannetijd verklaart immers ‘waarom we altijd zo gestrest zijn en altijd zo paniekerig doen over onze positie’ (…); ‘ons onderbewuste leeft namelijk nog steeds in die wereld’. Een groot contrast met het van zelfvertrouwen blakende gedrag van roofvogels. Voorwaar een origineel staaltje van wat men evolutionaire psychoanalyse zou kunnen noemen, maar wat gewoon pseudowetenschappelijke interpretatie is. Alsof een biologische soort zich gedraagt als een individueel persoon.

Nodeloos verwarrend

Volgens Harari werd Sapiens dominant door grote samenlevingen te vormen, dankzij zijn vermogen tot het creëren van collectieve verhalen en mythen. Die zorgen voor greep op de werkelijkheid en samenhorigheid. Maar ze zijn fictie, bestaan in veel versies en zijn snel veranderbaar. Ze werken omdat we erin geloven. We leven in een door onszelf gecreëerde fictieve realiteit. Dat beeld beperkt hij niet tot de onderdrukkende, machtslegitimerende en geweld genererende rol van religies, nationalistische, racistische en andere ideologieën, maar breidt hij postmodernistisch uit tot de hele menselijke cultuur: handel, geld, rechtsregels, politiek, ethiek... allemaal fictie. Over wiskunde en wetenschap (waarop hij beweert zich te baseren) zegt hij niets, maar die zullen er natuurlijk ook onder vallen. Uiteindelijk is zijn constructie zelfdestructief. Ook zijn verhaal moet immers fictie zijn, in zijn eigen logica. De bewerking van zijn bestseller tot beeldverhaal bevat enkele nieuwe, maar ook achterhaalde wetenschappelijke inzichten, is nodeloos verwarrend, spreekt zichzelf herhaaldelijk tegen en creëert foutieve beeldvormingen en pseudoverklaringen. 

Hét probleem met dit beeldverhaal is dat de wetenschappelijk onderbouwde feiten en de fantasierijke interpretaties zodanig verweven zijn, dat ze enkel mits voldoende kennis meteen te onderscheiden zijn, net zoals de interne contradicties enkel bij nauwgezette lectuur zullen opvallen.

 

Wat is er mis met een iconisch beeld van de menselijke evolutie? En hoe pakt Harari dat aan?

Afbeelding

De bovenste afbeelding duikt in allerlei varianten op in populaire teksten over evolutie. Harari vindt het misleidend, omdat het slechts één mensensoort afbeeldt. Hij vervangt het door een beeld waarin de verwante mensensoorten hand in hand naast elkaar staan. Maar, hij hergebruikt wel de afbeeldingen uit het bovenste beeld (met vervanging van de Neanderthaler door een vrouw) en niet de eerder gebruikte afbeeldingen van de verschillende mensensoorten. Dat is niet enkel verwarrend, het is ook misleidend. De eerste afbeelding verbeeldt immers een evolutie doorheen een tijdspanne van pakweg 7 miljoen jaar. Het tweede beeld bestrijkt een periode van samenleven van hoogstens 100.000 jaar. Met bovendien daarin een afbeelding van een voorouder die in het bovenste beeld 7 miljoen jaar geleden vertegenwoordigt!

Overigens lijkt dat meer de afbeelding van een knokkellopende mensaap van 25 miljoen jaar geleden dan van een bipedale hominide van 7 miljoen jaar geleden. Terwijl Harari in se alleen maar de relaties tussen Sapiens, Neanderthaler en Denisovamens wou illustreren. Eens te meer is hij daarbij zeer ambivalent: hier staan die mensensoorten hand in hand, elders trekt hij het vreedzaam samenleven in twijfel en neigt hij zelfs naar ondergang door gewelddadige confrontaties. Die aanpak is typisch voor Harari. Hij gaat in tegen een gevestigde visie en formuleert een alternatief dat ogenschijnlijk de ogen opent, maar bij nader inzien fantasievol, verwarrend en fout blijkt te zijn.

Met het iconische beeld is echter heel wat meer en belangrijkers mis.

  • Deze voorstelling van evolutie is teleologisch – een doelgerichte evolutie leidend naar de mens.
  • Het schetst enkel de evolutie van de hominiden, maar wordt vaak gebruikt als symbool voor de hele evolutietheorie en de ganse evolutie van het leven.
  • De evolutielijn is slechts één rechte evolutielijn, één horizontale tijdslijn.
  • De afbeeldingen zijn (enigszins) herkenbaar als momenteel bestaande dieren, wekken dus de indruk dat gemeenschappelijke voorouders er zo uitzagen en bestendigen zo het misverstand dat we van bekende ‘apen’ afstammen. Dat kan men enkel ondervangen door ook verticale afstammingslijnen te schetsen, die duidelijk maken dat huidige soorten elk het resultaat zijn van een eigen lange evolutie uit gemeenschappelijke voorouders

 

Titel: Sapiens. Een beeldverhaal.

Ondertitel: Het ontstaan van de mensheid.

Auteurs: Daniel Casanave,David Vandermeulen,Yuval Harari

Uitgever: Thomas Rap, 2020

 

1. Er is nog steeds geen consensus over de oorzaken voor het uitsterven van de Neanderthalers. Harari geeft slechts twee mogelijkheden (vermenging en vooral concurrentie/strijd) en negeert klimaatverandering (eens te meer) en ziekte. 

2. In 2002 kreeg de veronderstelde evolutionaire rol van het FOXP2-gen veel aandacht door publicatie van een artikel in Nature van onderzoekers uit het Max Planck Institute, Univ. of Oxford (waaronder W. Enard, Simon Fisher & Svante Pääbo). Die visie is ondertussen verlaten op grond van hernieuwde moleculaire analyses op veel grotere schaal. Taalontwikkeling kan niet toegeschreven worden aan één gen en de ontwikkeling heeft allicht plaatsgegrepen voor de splitsing Sapiens en Neanderthalers. Bovendien blijken er geen anatomische obstakels te zijn voor taalvermogen.