Placebo's werken, op voorwaarde dat je erin gelooft. Maar als ons lichaam zichzelf kan genezen, waarom doet het dat dan niet spontaan? Waarom hebben we externe toestemming nodig om tot zelfgenezing over te gaan? De Britse cognitieve psycholoog en skepticus Nicholas Humphrey gaf op 9 november aan de Gentse universiteit een voordracht over de evolutionaire oorsprong van het placebo-effect en verklaarde meteen ook de oorzaak van onze geringe controle over ons zelfgenezend vermogen.
Met een efficiëntiepercentage van dertig tot zestig procent zijn placebo's de betrouwbaarste, veiligste en goedkoopste geneesmiddelen. Wetenschappelijk bewijs stapelt zich op dat ze gunstig inwerken op vrijwel elke kwaal. Of het nu gaat om homeopathie, massage, acupunctuur, gebedsgenezing, biofeedback, yoga of dieet, er is geen enkele reden om te twijfelen aan het ontstaan van normale fysiologische genezingsprocessen onder invloed van een placebo. Het opvallende verschil met klassieke geneesmiddelen is dat de patiënt zichzelf geneest, zonder externe hulp, enkel met het geloof in de heilzame werking van de behandeling.
We zijn evolutionair ontworpen om onszelf te kunnen genezen, meent Humphrey. Er zijn twee redenen om aan te nemen dat Darwins evolutietheorie licht kan werpen op het placebo-effect: het had ongetwijfeld een sterke impact op de overlevings- en voortplantingskansen van onze verre voorouders, en de wisselwerking tussen het brein en het immuunsysteem is te subtiel en complex om toeval te zijn. Evolutionair beschouwd is het trouwens logisch dat we ons zelfgenezend vermogen niet naar willlekeur kunnen inschakelen. Soms is het beter nog even ziek te blijven.
Vele vervelende aandoeningen zijn in feite geen defect, maar een verdediging van het lichaam tegen andere vijanden. Pijn maant ons aan rust te nemen en zo ons lichaam geen verdere schade toe te brengen; koorts is een afweerreactie tegen bacteriën of virussen; depressie waarschuwt ons dat we ons leven beter over een andere boeg gooien. Tegenover die baten staan echter ook kosten: zware pijn maakt hulpeloos; koorts slokt energie op; depressie leidt tot sociale isolatie. De specifieke situatie bepaalt telkens of we maar beter snel genezen of niet. Hetzelfde geldt voor kwalen waarbij sprake is van een echt defect, zoals een gebroken been of een infectie. Genezen brengt kosten met zich mee, want het inschakelen van ons immuunsysteem vraagt veel metabolische energie. Dieren waarbij het immuunsysteem kunstmatig gestimuleerd wordt, verliezen gewicht.
De natuur heeft onze hersenen uitgerust met mechanismen die in elke situatie een kosten-batenbalans van ziekte en ongemak opmaken, meent Humphrey. Als je je enkel verzwikt tijdens de jacht, waardoor je moet opgeven, wegen de baten van de pijn zeker op tegen de kosten. Het begeerde wild glipt je door de vingers, maar je enkel is gered van verdere schade. Als je daarentegen een leeuw achter je aan hebt, doet je lichaam er beter aan de pijn van de verzwikking even op te heffen, zoniet ga je eraan. Ons lichaam is ingesteld op een economische inschakeling van ons immuunsysteem, want in de toekomst wachten ons misschien nog ergere gevaren die nog meer van onze krachten vergen. De cruciale vraag bij het al dan niet inschakelen van ons immuunsysteem - en dus onze zelfgenezende kracht - is dan ook vaak: wat brengt de toekomst? Als alles veilig lijkt, kunnen we gerust nu onze krachten stoppen in het genezingsproces. Als onzekerheid ons wacht, sparen we ze beter op voor gebruik in mogelijk ernstiger situaties.
Zo belanden we bij het placebo-effect. Want, stelt Humphrey, elk omgevingssignaal dat wijst op een veilige toekomst, geeft aan dat we energie mogen steken in zelfgenezing; er dreigen immers geen andere gevaren. Aandacht, sociale steun, succes, zonneschijn, geruststellende rituelen en lekker eten doen ons alle beter voelen. Daarentegen worden onheilspellende omstandigheden als werkloosheid, vrieskou of eenzaamheid geassocieerd met hoge kosten verbonden aan zelfgenezing; misschien hebben we onze krachten binnenkort immers nog méér nodig. Naast de reële toestand speelt ook onze toekomstverwachting een grote rol. Als we geloven dat de toekomst er goed uitziet, dat rust en veiligheid ons wachten, mogen we ons immuunsysteem probleemloos nu inschakelen. Over het algemeen kunnen we op drie manieren tot een nieuwe overtuiging komen: door persoonlijke ervaring, door rationele argumentatie of door een externe autoriteit. Als ik geloof dat homeopathie helpt doordat ik zag hoe een vriendin erdoor genas, of doordat ik meen de werking ervan te doorgronden, of doordat vele anderen dat beweren, kan die overtuiging het flesje verdunde alcohol wonderbaarlijke krachten schenken. Ook werkelijke geneesmiddelen hebben vaak, door het gemak om erin te geloven, een placebo-effect.
Door de eeuwen heen hebben mensen sjamanen, goeroes en andere charismatische genezers opgezocht om de leugens te horen die ze nodig hadden om zich weer goed te voelen. Voor sommige van die illusies valt zeker wat te zeggen, meent Humphrey. Het is zelfs onverstandig geen placebo-respons te vertonen als die gerechtvaardigd is. Toch blijven we beter kritisch, want soms is het wegtoveren van kwalen onvoorzichtig. Misschien verdwijnt rugpijn door slangenolie, maar feit is dat rugpijn ontworpen werd door natuurlijke selectie om ons te beschermen. Het gevaar bestaat dat je pijn beter wordt, maar je rug slechter.