UFO-West heeft als eerste doelstelling om UFO-meldingen van over heel België op een kritische en wetenschappelijke manier te onderzoeken. Ze kunnen daarvoor rekenen op de medewerking van andere UFO-organisaties, sterrenwachten, militaire instanties, het KMI enzovoort. Hoe kritisch en wetenschappelijk zijn ze daar bij UFO-West? Laten we dat eens kritisch en wetenschappelijk onderzoeken. Vorig jaar kregen ze de BUFON-Award: de prijs van het Belgisch UFO-netwerk voor de beste UFO-organisatie van het jaar. Door TV en verschillende kranten, zo schrijft Delaere in zijn ‘redactioneel’, werden ze onder de loep genomen. Tijd dat SKEPP dat dus ook eens doet. Kunnen we meteen vaststellen hoe serieus het werk is dat er in België op ufologisch vlak wordt gevoerd.
In het hoofdartikel (Delaere) wordt het onderwerp aangekondigd als ‘ondenkbaar in SF-films’; nochtans zal je niets anders lezen dan wat in Independence Day al te zien was. De tekst telt wat spijtige dubbelzinnigheden, onvolkomenheden en inconsistenties: eerst insinueert Delaere dat ‘velen’ een goede reden hebben om zich vragen te stellen bij Area-51 (dit is de bestaande geheime basis van de Amerikanen waar men volgens UFO-fanaten buitenaardse tuigen en wezens bestudeert, volgens anderen 'gewoon' proeven doet met spitstechnologische wapens), terwijl toch nog ‘nooit iemand’ er een voet heeft binnengezet en ‘niemand’ er wat over zal kunnen vertellen, maar dat we niettemin toch allerlei details erover te weten zijn gekomen (omtrent beveiliging en onderzoeksprogramma’s).
Voldoende om er een punt achter te zetten? Delaere doet het iets voorzichtiger. Hij besluit dat er veel vragen kunnen gesteld worden rond Area-51, maar dat de bewijzen omtrent de claims schaars zijn en vaak niet overtuigend. De ‘nieuwe UFO-meldingen’ zijn wat ze zijn: sommigen zagen ze vliegen en dat wordt dan gewoontjes gemeld. Enige kritische noot kan je dus vergeten. Het is grappig om lezen dat ‘een getuige een politiecommissaris was en dus een zeer goed waarnemer’. Dat zegt eigenlijk genoeg over de kritische ingesteldheid bij UFO-West.
Een tiental andere ‘vreemde’ gebeurtenissen wordt kort beschreven, weerom zonder enige, laat staan kritische evaluatie. Het langere artikel (Tom Desmet) over ‘poldergeisten’ (sic) doet het tij niet keren. Alhoewel Desmet in het artikel beschrijft dat de belangrijkste Poltergeist-cases eigenlijk gevallen van oplichterij waren, is het besluit uiterst voorzichtig. Tenminste, zo begrijp ik toch het volgende: “De mensen zijn dus eigenlijk het slachtoffer van hun eigen spanningen. In elk geval, de onderzoekers zullen nog lang niet klaar zijn met de onderzoekers die ze uitvoeren op deze eigenaardige soort geesten bij de mensen die heden nog kunnen waargenomen worden.” Dergelijke zinsconstructies vind je wel meer in ‘Contact’; de taal is niet bepaald verzorgd en dit wekt na een tijdje ergernis. Het zal wel te wijten zijn aan een tekort aan mankracht en dat mag, uiteraard, geen reden zijn om het initiatief te fnuiken. Want het blijft een initiatief dat op zijn minst onze goedkeuring mag krijgen: als Contact iets bijdraagt tot ons werk, dan is het wel dat UFO’s een sociologisch fenomeen zijn en en tot nader order niets met buitenaardsen te maken hebben, en dat de geciteerde paranormale verschijnselen banaal zijn of gewoon fraude betreffen. Ik kan me overigens niet ontdoen van de gedachte dat die paranormale verschijnselen (zowat de helft van de bijdragen) worden geciteerd om het tijdschrift wat dikker te maken.
Contact leek me bij momenten in aanmerking te komen voor de Skepptische Prijzen: zowel voor de ‘put’ als voor de ‘vijs’. “Bij momenten,” want meestal houden ze zich bij UFO-West op de vlakte. Zich profileren, lijkt me de boodschap. Mijn besluit: er valt over UFO’s niet veel meer te vertellen.
Hoogvliegers in West-Vlaanderen
Afbeelding
Geplaatst onder