[Foto © George Stock]
Julie demonstreren de houding van een rasechte skepticus: open voor soms wonderbaarlijke getuigenissen, kritisch over de kwaliteit van de data, geen uitspraak doen voor je de data grondig hebt geanalyseerd en geen angst om te besluiten: ‘we weten het niet, we hebben te weinig data’. Een verdiende prijs, de Zesde Vijs. Nogmaals proficiat.
Het was een bijzondere eer om deze van jullie in ontvangst te mogen nemen. Het doet enorm veel plezier om na vele jaren eens een blijk van erkenning voor ons werk te krijgen. Dit is een prachtige prijs!
Sommige skeptici waren oorspronkelijk ‘gelovigen’, fans van ufo’s, Atlantis, von Däniken, de Yeti, etc. die na een tijd begonnen te twijfelen aan de soms bizarre verhalen. Hoe is jouw interesse voor ufo’s ontstaan? Ben jij ook van ‘gelovige’ naar skepticus geëvolueerd?
Ik ben nooit echt een ‘gelovige’ geweest, eerder een groot twijfelaar. Het lijkt me niet abnormaal dat vele geïnteresseerden eerst ‘*believer*’ zijn, aangezien je als nieuweling een overvloed aan informatie te verwerken krijgt. Het is vaak bijzonder moeilijk om het kaf van het koren te scheiden, want als we het over ufo’s hebben, staat er vooral veel onzin te lezen. Mijn interesse voor het fenomeen is er gekomen toen ik als veertienjarige met m’n grootvader naar de bibliotheek van Tielt trok en in de bib een klein rekje tegenkwam met een twintigtal boeken over ufo’s. Het eerste boek dat ik die dag mee naar huis nam was De UFO-saga van de onlangs overleden Julien Weverbergh. Ik was meteen verkocht! Het boek handelde voornamelijk over Belgische waarnemingen en de befaamde Belgische ufo-golf. Ik was vooral verbaasd te lezen dat er blijkbaar ook zo dicht bij huis vreemde fenomenen aan de hemel werden waargenomen. Als jonge knaap dacht ik onterecht dat ufo’s zich vooral boven de V.S. lieten zien. De weken die daarop volgenden las ik alle boeken over ufo’s die ik in de bibliotheek kon vinden. Op de laatste pagina’s van De UFO-saga waren ook enkele adressen terug te vinden van ufo-organisaties in België. Ik heb ze toen allemaal aangeschreven en een abonnement genomen op tal van tijdschriften.
Toen leerde ik ook Wim van Utrecht kennen. Ik zie Wim nog steeds als mijn mentor die me het juiste pad heeft leren bewandelen. Ik heb bijzonder veel van zijn ervaring opgestoken en gebruikt in mijn eigen zoektocht. Vanaf dat ogenblik trok ik dan ook geregeld het veld in om getuigen van ufo-waarnemingen te interviewen en hun bijzondere ervaringen onder de loep te nemen. Al vlug maakte de twijfel plaats voor de skeptische aanpak. Ook al kon ik niet iedere waarneming meteen verklaren, bij een groot deel lukte dat wel. Ik merkte ook op dat er bijzonder veel onzin over ufo’s te lezen viel en hier had ik het zeer moeilijk mee. Ik voelde mezelf verplicht om een soort van tegengewicht te vormen en niet het mysterie te promoten maar het juist aan de kaak te stellen, iets wat weinig ‘onderzoekers’ toen – en nu nog steeds – deden.
Het ufo-fenomeen is reëel, als je het definieert als ‘iets zien wat je niet kan verklaren’.
Wat is de trigger geweest om het UFO-meldpunt op te starten?
Toen ik in de jaren ’90 het ufo-toneel betrad waren er verschillende ufo-organisaties in België actief. Enkele deden voortreffelijk werk, maar het overgrote deel was een lege doos waarbij de bestuursleden zich vooral probeerden te profileren als deskundigen. Her en der konden mensen hun waarneming melden, maar slechts zelden werden deze meldingen onderzocht, laat staan dat er werd gezocht naar een logische verklaring. Dit kon stukken beter. Samen met Wim van Utrecht ben ik toen rond de tafel gaan zitten en samen hebben we afgewogen hoe we dit probleem zouden kunnen aanpakken. We vonden mensen ergens met hun ervaringen terecht moesten kunnen en dat die meldingen ook effectief onderzocht moesten worden. Een neutraal meldpunt dus waarbij verklaringen vinden en correcte informatie verspreiden centraal staan. Het moest een tegenpool zijn van de onzin en het nepnieuws waarmee het fenomeen geplaagd werd. De zogenaamde zelfverklaarde ufologen zijn de oorzaak waarom wetenschappers en de media ufo’s vaak niet au sérieux nemen. Het ufo-fenomeen is reëel, als je het definieert als ‘iets zien wat je niet kan verklaren’. Wij zijn de mening toegedaan dat je bijna voor iedere bizarre waarneming een rationele verklaring kan vinden als je maar goed genoeg zoekt.
Het Belgische UFO-meldpunt bestaat nu zestien jaar. Welke interessante evoluties heb je opgemerkt in de meldingen gedurende die periode?
We hebben de voorbije jaren gemerkt dat bepaalde fenomenen in golven worden waargenomen. Rond 2014 kregen we heel veel meldingen te verwerken die vooral te wijten waren aan een rage van dat moment: de Thaise lampionnen. Ze werden destijds omschreven als oranje of rode vuurbollen die soms in formatie of alleen door het luchtruim vlogen. Sinds 2019 krijgen we dan weer met regelmaat van de klok meldingen binnen over een ‘treintje van sterren’. Dat is het Starlink-satellietsysteem. Elke keer na een nieuwe lancering van een 60-tal satellieten zijn ze een paar dagen zichtbaar boven ons land.
Close encounters of nabije ontmoetingen met ufo’s zorgden vooral in de jaren ’60 en ’70 voor ophef, maar die komen zo goed als nooit meer voor. De meest spectaculaire waarnemingen worden vaak door één persoon gedaan en dat maakt het allemaal wat verdachter.
Ik merk wel een positieve evolutie wat de reactie van de media en bijvoorbeeld ook van de volkssterrenwachten betreft. Dankzij onze kritische aanpak krijgt het fenomeen nu ook bij hen gehoor en kan er op een serieuze manier over gesproken en geschreven worden.
Technologie snijdt langs twee kanten
Het voelt alsof we ons op een kantelpunt voor meldingen van buitengewone zaken bevinden. Bijna iedereen heeft nu de technologie op zak om betrouwbare waarnemingen te registreren, met bv. een smartphone. Maar faking wordt almaar makkelijker, zeker met AI. Heb je al meldingen ontvangen die duidelijk fake waren? En hoe denk je dat jullie bij het Belgisch UFO-Meldpunt – en bij uitbreiding wij ons allemaal – kunnen wapenen tegen een mogelijke toevloed van fake data?
Ik ben het hier volmondig mee eens. Dankzij de komst van de slimme telefoon heeft tegenwoordig iedereen een camera en fototoestel op zak. Dit heeft voor- en nadelen. Voordeel is dat we dankzij de beelden vaak vrij snel zien waarmee we te maken hebben. Een beschrijving is niet altijd even duidelijk en beeldmateriaal kan vaak helpen een melding sneller te verklaren.
Als het om fake data gaat heb ik de afgelopen jaren vooral geleerd op de hoede te zijn voor beeldmateriaal dat té mooi is om waar te zijn. Vaak is er in zo’n geval iets niet pluis. Het allerbelangrijkste om in het achterhoofd te houden, is dat veel foto’s en video’s online een eigen leven leiden. Bij een foto of video is ook een getuigenis nodig, wanneer die niet verzoenbaar is met wat op de foto of video te zien is, gaan er bij het meldpunt al snel alarmbelletjes rinkelen.
Onszelf wapenen tegen deze fake data is bijzonder moeilijk. Wanneer we beseffen dat we mogelijk met een valse melding te maken hebben, blijven we doorvragen. Vroeg of laat valt de persoon wel door de mand. Vaak confronteren we valse getuigen ook met de onjuistheden in hun verhaal. Met wat geluk geven ze dan ook toe dat de melding eigenlijk vals was.
Hoe is de manier van werken geëvolueerd? Heb je bij het meldpunt mettertijd nieuwe methodieken ontwikkeld? Zijn er betere analysetools ter beschikking gekomen?
Zeker en vast. Dit zowel in positieve als negatieve zin. Toen ik in de jaren ’90 met ufo’s begon stond het internet nog in zijn kinderschoenen. De komst van het net heeft zonder twijfel bijzonder veel veranderd. Meteorologische gegevens moesten in het verleden per brief – én tegen betaling – bij het KMI worden aangevraagd, tegenwoordig kunnen we alle weersgegevens zomaar met enkele muisklikken online raadplegen. Ook de vluchtgegevens van vliegtuigen of satellietpassages kunnen tegenwoordig makkelijk via tal van websites nagetrokken worden. Dat lag kort na de oprichting van het meldpunt toch wat moeilijker.
Tegenwoordig moeten we ook steeds minder de baan met dank aan systemen als Google Street View. Soms was het in het verleden echt wel nodig om ter plaatse bepaalde situaties in kaart te brengen, maar tegenwoordig kunnen we dit zeer snel en eenvoudig van thuis uit.
Met de komst van slimme telefoons krijgen we ieder jaar tientallen foto’s en video’s binnen. Dit beeldmateriaal helpt vaak om een ufo zeer snel naar een ifo’s – identified flying object – om te zetten.
Er zijn ook negatieve aspecten bij die technologische vooruitgang. Eerst en vooral is het zeer eenvoudig geworden om een spectaculaire valse ufo-foto of video te maken. Je kan tegenwoordig nog amper de werkelijkheid van de fictie onderscheiden. Een tweede negatief aspect zijn drones. Die kunnen geruime tijd stilhangen of snel de meest vreemde bewegingen maken. Het grote probleem waarmee we kampen, is vooral dat er nergens vluchtgegevens van drones beschikbaar zijn. Willen we dergelijke meldingen kunnen verklaren dan is duidelijk beeldmateriaal nodig. Of toch minstens een gedetailleerde beschrijving die aansluit bij de typische bewegingen en zoemende geluiden die drones maken.
Hoge of lage vreemdheid
In 2016 hebben jullie besloten om ‘lage vreemdheidsgraad’ als filter te gebruiken om te beslissen of je een melding verder wil analyseren. Ik snap heel goed waarom zo een stap nodig was, maar hoe bepaal je een ‘lage vreemdheid?
We waren in zekere zin genoodzaakt om deze filter in het leven te roepen. Jaarlijks kregen we – en krijgen we nog steeds – tientallen meldingen binnen die vrij eenvoudig te verklaren zijn of die te weinig informatie bevatten. Het beantwoorden van deze waarnemingen kost ons veel tijd en energie.
Wanneer minstens een van de volgende negen karakteristieken van toepassing is bij een melding, is de kans groot dat we met een lage vreemdheid te maken hebben. Ik citeer ze even, ze zijn ook te vinden op onze website:
-
een object dat bij duisternis werd waargenomen en naast vaste verlichting ook knipperlichten voerde;
-
een ster- of bolvormig voorwerp dat een rechtlijnig traject volgde zonder opvallende versnellingen;
-
een lichtpunt dat minutenlang stationair of quasi-stationair bleef (kleine verspringingen inbegrepen);
-
een lichtverschijnsel dat minder dan 5 seconden zichtbaar was;
-
een verkleuringen van de hemel of een gloed op lage bewolking;
-
lichten of objecten die op een foto of video opduiken, maar niet werden opgemerkt op het moment dat de opname werd gemaakt;
-
een melding waarbij enkel geluid werd waargenomen;
-
een melding die onvolledige, slecht geformuleerde of tegenstrijdige gegevens bevat;
-
een melding afkomstig van een melder die zich niet bereid verklaarde om bijkomende vragen te beantwoorden.
Als ik jullie rapporten lees dan zie ik analyses op basis van locatie, richting, gekende vliegbewegingen, raketlanceringen en satellietbanen, mogelijke storende evenementen, etc. Allemaal heel indrukwekkend. Hoeveel tijd steken jullie gemiddeld in een analyse van een geval dat geen lage vreemdheidsgraad heeft?
Het is zeer moeilijk daar een cijfer op te plakken. Voor meldingen met een hoge vreemdheid kan een onderzoek gemakkelijk enkele weken of maanden in beslag nemen. In zo’n geval gaan we meestal ter plaatse, moeten we de nodige gegevens opvragen en schrijven we alles zo gedetailleerd mogelijk neer in een onderzoeksrapport.
De kwaliteit van de rapporten die jullie krijgen is dikwijls bedroevend laag. Het zou voor jullie – en onderzoekers van andere bijzondere fenomenen – helpen als we die kwaliteit zouden kunnen opkrikken. Hebben jullie acties ondernomen om mensen hiervoor te sensibiliseren?
Jawel, nog steeds is de kwaliteit van sommige meldingen echt laag. We vragen mensen nochtans altijd om hun waarneming zo gedetailleerd mogen te omschrijven en alle vragen in het meldingsformulier op onze website in te vullen. Wanneer bepaalde informatie ontbreekt, kunnen we de waarnemers vaak niet verder helpen. Enkele jaren geleden hebben we ook een IFO-databank in het leven geroepen. Het is de bedoeling dat de waarnemer eerst op deze databank gaat kijken of er geen simpele verklaring voor zijn of haar melding mogelijk is. Als dat het geval is, is het niet meer noodzakelijk om hun waarneming bij ons te melden.
Onverklaard, niet onverklaarbaar
Wat zijn de top drie onverklaarde meldingen bij het meldpunt?
Van de meer dan 3500 meldingen die sinds de oprichting van het meldpunt bij ons binnenkwamen blijven er een 50-tal onverklaard. Onverklaard wil uiteraard niet zeggen onverklaarbaar! Met de huidige informatie die voorhanden is, konden we deze gevallen niet verklaren. Met eventueel nieuwe info of inzichten kunnen we in de toekomst deze meldingen misschien wel verklaren. Wij doen dan ook geen verdere uitspraken over deze meldingen en gaan niet met wilde theorieën zwaaien.
Bij het schrijven van mijn boek Ufo’s in België en Nederland (2014) werd mij door de uitgeverij een gelijkaardige vraag gesteld. Ik heb hier dan ook een volledig hoofdstuk aan besteed.
In mijn boek staat een uitgebreide beschrijving van een waarneming uit het Nederlandse Bunde in de zomer van 2001. Een jogger zag plots een typische “vliegende schotel” boven een kanaal zweven. We hebben destijds de zaak grondig onderzocht, de getuige meermaals gesproken, maar we konden geen sluitende verklaring vinden. De man klonk overtuigend en gezien we nergens zijn persoonlijke gegevens mochten kenbaar maken, leek hij ons geen sensatiezoeker. Een negatief kantje aan de zaak: hij was de enige die deze metalen schotel van zeer dichtbij traag door de lucht had zien vliegen. Ook een oproep tot getuigen in een plaatselijk huis-aan-huisblad leverde geen aanvullende getuigenissen op.
Een tweede incident dat we niet konden verklaren was de landing van een vreemd voorwerp op de luchtmachtbasis van Koksijde op 14 maart 2005. Een – naar eigen zeggen – radartechnicus van deze militaire luchtmachtbasis kwam tijdens een ontmoetingsdag die ik in 2008 had georganiseerd zijn verhaal doen. Hij had een onbekend voorwerp, dat hij omschreef als een soort van drone, naast de landingsbaan zien landen om even later terug te zien opstijgen. Volgens de man werd het incident geregistreerd als een ‘veiligheidsincident’ maar er werd nooit meer over gesproken. Ook in deze zaak was deze man de enige getuige die met zijn verhaal naar buiten kwam, …
Nog een onverklaarde waarneming die iets recenter is. In de nacht 31 mei 2019 was een dame uit Lint de stal van haar paarden aan het kuisen wanneer ze acht enorme zwarte cirkels zag stilhangen in de lucht. Wim van Utrecht en Henk Kalfsbeek zijn ter plaatse geweest en hebben de omgeving bekeken en de getuige grondig ondervraagd. Spijtig genoeg konden ze deze melding niet verklaren. En ook hier was er slechts één getuige. Wie nieuwsgierig is kan het volledige rapport over de zaak nalezen op onze website.
‘Of deze buitenaardsen onze aarde bezoeken of bezochten? Ik heb tot op heden geen enkel bewijs gezien.’
Als ik me de de enorme afstanden in ons melkwegstelsel en ver daarbuiten in de rest van het heelal voorstel, daar ‘snelheidsbeperking’ van de lichtsnelheid bij optel en ook de buitengewone energiebehoeften voor interstellaire reizen, dan lijkt het mij onwaarschijnlijk – hoewel het in principe niet volledig onmogelijk is – dat buitenaardse beschavingen de aarde bezoeken. Hoe kijk jij daarnaar?
Ik ben ervan overtuigd dat we vast niet de enige levende wezens in het universum zijn. Het zou arrogant zijn dat te denken. In hoeverre dit leven dan geëvolueerd is, is natuurlijk nog maar de vraag. Over de vraag of deze buitenaardsen onze aarde ook bezoeken of bezocht hebben kan ik zeer duidelijk zijn. Ik heb tot op heden geen enkel bewijs voor deze theorie gezien. Niet in het verleden en niet in het heden. In de doofpottheorieën zoals bijvoorbeeld dat de Amerikanen buitenaardse technologie bezitten in *Area 51*, geloof ik al helemaal niet. Zaken met dergelijke verstrekkende gevolgen op wereldvlak kan men gewoonweg niet geheimhouden. Beweren dat een buitenaardse levensvorm onze planeet bezoekt, is een straffe uitspraak. Dus verwacht ik er dan ook straf bewijsmateriaal voor. In de 25 jaar dat ik me in het ufo-fenomeen verdiep, ben ik dit straf bewijsmateriaal nog niet tegengekomen.
In 2017 passeerde een bijzonder object door ons zonnestelsel. Op basis van de baan konden sterrenkundigen vaststellen dat het een interstellair object was, van buiten ons zonnestelsel. De wat bizarre vorm, lang en smal (ongeveer 400 op 150 m), zette bij velen de fantasie aan het werk. Wat denk jij over de speculaties over Oumuamua als interstellair ruimtetuig?
De beweringen van Avi Loeb over Oumuamua als interstellair ruimtetuig overtuigen me niet echt. De wilde theorie van Loeb: dat Oumuamua een lichtzijl bestuurd door een buitenaardse beschaving zou zijn, werd al snel door enkele van de z’n collega’s de kop ingedrukt. Volgens mij hebben we hier te maken met pseudowetenschap. Forbes wijdde er een interessant artikel aan, voor wie er meer wil over weten: https://www.forbes.com/sites/startswithabang/2021/01/28/the-uncensored-guide-to-oumuamua-aliens-and-that-harvard-astronomer/
Tips voor skeptici
Skeptische analyses wekken dikwijls erg negatieve reacties op als: ‘jullie hebben geen open geest’, ‘ik weet wat ik gezien heb’, ‘wetenschap is ook maar een mening’, etc. Hoe reageren mensen op analyses van hun foto’s of video’s die resulteren in een verklaring als ‘het was gewoon Venus’ of ‘het was een insect dat voorbijvloog’ of ‘de binnenverlichting reflecteerde in het raam’? Ik kan aannemen dat sommigen zich dan dom kunnen voelen. Ook als jullie – zo neem ik aan – de boodschap zo constructief mogelijk te proberen presenteren.
Een groot deel van de waarnemers is best tevreden met de verklaring die we voor hun melding vinden. Anderen reageren niet op de voorgestelde verklaring. En er is inderdaad een klein percentage waarnemers die van geen enkele verklaring moet weten. Zelfs als we de verklaring staven met bewijsmateriaal, dan nog willen ze van een uitleg niet weten.
Skeptici krijgen weleens haatmail omdat ze niet ‘open zouden staan’ voor andere standpunten. Gebeurt dat bij jullie ook? Hoe reageer je daarop?
We kregen in het verleden ook weleens haatmail. Niet meer dan normaal als je op een gegeven ogenblik het droombeeld van een fanatiek gelover in buitenaards bezoek aan diggelen gooit. Nu en dan proberen we deze persoon nog even van het tegendeel te overtuigen, maar als deze getuige voor geen enkele rede vatbaar is, dan gaan we hiermee niet verder is discussie. Uit ervaring weten we dat ellenlange discussies voeren met rasechte believers vaak een maat voor niets is. We steken onze tijd en energie liever in het onderzoek van de meldingen zelf.
Alle skeptici worden voortdurend geconfronteerd met getuigenissen van rare fenomenen. Zulke ervaringen kunnen erg emotioneel en overtuigend zijn voor de waarnemer. Voor de skepticus is het ‘gewoon’ een rapport van iemand met feilbare zintuigen en een geest die probeert een zinvol verhaal te verzinnen op basis van beperkte data. Jullie hebben bij het meldpunt veel ervaring met analyseren van getuigenissen van rare fenomenen. Heb je advies voor je collega-skeptici over hoe hier het best mee om te gaan?
We laten iedere getuige zijn of haar verhaal doen en benaderen de waarneming steeds zonder vooringenomenheid, maar we baseren ons wel altijd op de feiten. Het is uiteraard afhankelijk van de getuige, maar in sommige gevallen kan een waarneming een serieuze emotionele impact op iemand hebben. Bij meldingen waarbij de getuige emotioneel betrokken is, lijkt het ons van belang deze persoon zo goed mogelijk bij te sturen en duidelijk te vertellen wat er werkelijk werd waargenomen. Dat is niet altijd een eenvoudige opgave. We vertrekken altijd van respect voor iedere getuige, maar wanneer een melder geen rationele argumenten kan aanvoeren die een sluitende verklaring tegenspreken, dan houdt het verhaal voor ons natuurlijk op.
Ik kan me niet helemaal van de indruk ontdoen dat er wel wat skeptici stiekem hopen dat we een keer geen normale verklaring vinden. Hopelijk vinden SKEPP en het Belgisch UFO-meldpunt in de toekomst nog mogelijkheden om samen te werken rond wat ons fascineert: hoe buitengewone getuigenissen met betrouwbare, kwaliteitsvolle data, bijna altijd tot normale verklaringen leiden.
We houden zonder twijfel in de toekomst verder contact want ik draag SKEPP hoog in het vaandel en apprecieer ten zeerste wat jullie doen. In deze woelige tijden waar we met complottheorieën om de oren worden geslagen, moet er iemand op het pedaal staan die tegengas geeft.
Zo is dat.
Bedankt voor je tijd, Frederick. En nogmaals proficiat met jullie Zesde Vijs.