Een brug tussen twee culturen

Afbeelding
Image by Gerd Altmann from Pixabay

Een vroegere leidende figuur in de new age-cultuur - auteur van negen boeken over aura's, chakra's, "energie" enzovoort - doet verslag van haar moeilijke en pijnlijke overgang naar het skepticisme. Ze bedankt de skeptische gemeenschap en zoekt naar de beste manier om de wetenschappelijke en kritische boodschap effectiever over te brengen naar haar vroegere new age-collega's.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Ik bestudeer het conflict tussen de skeptische gemeenschap en de metafysische/new age-gemeenschap nu al enkele tientallen jaren, en ik denk dat ik eindelijk uitgemaakt heb waar de centrale struikelsteen ligt die de communicatie tussen die twee culturen zo moeilijk maakt. Het is niet alleen, zoals velen veronderstellen, een conflict tussen op feiten of op geloof gebaseerde standpunten. Noch is het simpelweg een conflict tussen rationaliteit en lichtgelovigheid. Nee, het is een lijnrechte botsing tussen culturen, die echte communicatie op zijn zachtst gezegd onwaarschijnlijk maakt.

Ik weet dit uit de eerste hand omdat ik als voormalig lid van de new age-cultuur jarenlang geworsteld heb om de taal, de regels, de attitudes en de verwachtingen van de skeptische cultuur te ontcijferen. Het heeft lang geduurd voor ik doorhad waar het in de skeptische cultuur eigenlijk om te doen was.

Ik weet niet goed hoe mezelf te introduceren. Misschien met deze parafrase: “Ik heb de vijand gezien en het was ikzelf.” Ik ben (of, liever gezegd, was) auteur en genezer in de metafysische cultuur. Ik schreef over energie en chakra’s, over aura’s, genezen en allerlei soorten psychische vaardigheden - de hele reutemeteut. Ik heb alle staten in de VS afgereisd om mijn boeken te promoten en om seminaries en workshops te geven. Ik trad op bij alle new age-topgelegenheden zoals het Omega Institute, Naropa University, en de Whole Life Expo (die ik nu de Hell Life Expo noem, maar dat is een ander verhaal). Mijn boeken zijn in vijf talen vertaald en ik heb zelfs een titel in de One Spirit Book Club. De metafysische/new age-gemeenschap en cultuur begrijpen was mijn levensdoel.

Ik was niet alleen lid van de new age-gemeenschap, maar ik was ook een leverancier van alles wat de skeptische gemeenschap zo hoog zit. Ik heb me meer dan 30 jaar beziggehouden met metafysica en new age, ik heb er vier boeken over geschreven en er vijf audiolessen over opgenomen. Ik werd gezien als een van de leidende figuren in deze materie.

Ik hou me er niet langer mee bezig, maar het is bijna ondoenlijk helemaal van de scène te verdwijnen als er nog zoveel boeken en tapes van mijn hand circuleren. Het is ook moeilijk ermee op te houden als ik niet goed weet hoe ik het moet uitleggen aan de mensen van mijn cultuur. De culturele afgrond is zo diep dat wat ik ook zal zeggen een bewijs zal zijn voor het feit dat ik het andere kamp heb gekozen, het verkeerde kamp, dat van de vijand. In feite is het me duidelijk geworden dat de skeptische en kritische denkers een zeer pertinente en betekenisvolle boodschap te vertellen hebben. Ik heb nu voldoende skeptische en wetenschappelijke informatie over paranormale vermogens en gebeurtenissen om een groot aantal van de principes waarop mijn werk was gebaseerd, in vraag te stellen. En, wat belangrijker is, ik heb nu voldoende inzicht om de echte kostprijs van new age te snappen.

Ik ben ook de verschillen en overeenkomsten tussen de twee culturen gaan begrijpen, waardoor ik niet langer op een stereotiepe, beledigde manier reageer telkens wanneer de mensen die ik ken en bemin worden afgeschilderd als bedriegers, komedianten en gedupeerden. Ik begrijp nu dat deze termen meestal niet beledigend bedoeld zijn. Ik begrijp dat er dikwijls een grote bezorgdheid voor de mensen in de new age-cultuur achter schuilgaat. Het is vaak moeilijk om deze bezorgdheid te herkennen, er is bijna een antropologisch inzicht voor nodig om begrip op te brengen voor die culturele verschillen, maar ze is reëel.

Voordat ik die bezorgdheid begreep, kon ik mezelf niet terugvinden in het skeptisch lexicon. Ik kon mezelf onmogelijk identificeren met de niets ontziende gebakkenluchtverkopers, de uit hun nek kletsende kwakzalvers, de nooit aan zichzelf twijfelende mediums, de langharige evangelisten of de megalomane Oosterse fakirs. Ik kon mijn werk of mezelf niet identificeren met het bedrog of de onevenwichtige personen die zo hevig worden aangepakt door de skeptische cultuur, omdat het nooit mijn bedoeling was om iemand te bedriegen. En hetzelfde geldt voor mijn collega’s en vrienden. Ik hield me ermee bezig omdat ik een diepe en blijvende bezorgdheid koester voor mensen en vanuit een eerlijk verlangen om mezelf nuttig te maken in mijn cultuur. Toegang tot helder en precies voorgesteld skeptisch materiaal zou mij (en anderen in mijn geval) bij elke stap vooruit geholpen hebben, maar ik had geen toegang tot die informatie omdat ik er me eenvoudigweg niet mee kon identificeren. Tot nu.

Ik schrijf dit stuk als een bedankje aan de skeptische gemeenschap. Ik wil jullie bedanken omdat jullie mij geholpen hebben in te zien aan hoeveel foute training ik in mijn metafysische/new age-cultuur heb blootgestaan (in feite is het niet langer mijn cultuur, maar laat ik haar eenvoudigheidshalve voor de duur van dit stuk zo noemen). Maar ik schrijf ook in een poging om een dialoog te openen, en misschien wel om een brug te slaan over de gapende kloof die tussen onze twee oorlogvoerende culturen bestaat, omdat op dit ogenblik het merendeel van de mensen in mijn cultuur haast niets verneemt over de skeptische cultuur. En dat is een spijtige zaak.

Dit culturele onderscheid maakt het mij bijna onmogelijk om in mijn cultuur eerlijk te zijn over de veranderingen die ik heb doorgemaakt. Mijn website meldt dat ik me voorlopig heb teruggetrokken. Ik heb alle workshops opgezegd, veel boekcontracten afgewezen en ik ben stilletjesaan mijn hele loopbaan aan het analyseren. Ik heb bestanden, e-mails en brieven, duizenden brieven, opgeruimd. Allemaal van mensen die mij als een expert terzake beschouwden. Ik wijs alle verzoeken voor interviews en consultaties af en ik ga terug naar school om mijn graad in sociologie en gedragswetenschappen te behalen. Als ik ooit een nieuw boek over de new age-cultuur zal schrijven zal ik het als socioloog – niet als mysticus, noch als dissident – doen, omdat geen van beide houdingen mensen in mijn cultuur veel zou helpen.

De strijd tussen onze culturen was vaak gemeen en verwarrend en, in alle eerlijkheid, ze kan onmogelijk gewonnen worden op de manier waarop we nu bezig zijn. Ik ben het moe om te moeten vaststellen dat zoveel mensen gekwetst worden zonder dat die kwetsende uitspraken veel zoden aan de dijk brengen. Dus ga ik proberen het op een andere manier aan te pakken en de schade die ik denk te hebben aangericht, goed te maken. Maar eerst moet ik de juiste woorden zien te vinden om de mensen in mijn cultuur duidelijk te maken wat ik aan het doen ben en waarom.

Mijn verhaal is echter geen typisch voorbeeld van een new age-adept die eindelijk het licht heeft gezien. Hoewel het ongewoon en misschien ongehoord is dat iemand in mijn positie een algehele ommekeer doormaakt, denk ik toch dat het doorlopen proces nogal typisch was. Het begon in mijn jeugdjaren, met de overtuiging (gestoeld op directe ervaring) dat wat ik leerde in de new age- en metafysische beweging de waarheid was en dat dissidenten niet meer dan dissidenten waren. Na een tijdje begon ik me echter toch vragen te stellen bij zaken die niet in het plaatje pasten – de ongerijmdheden, de onwerkzame behandelingen, de ideeën die kant noch wal raakten als je ze wat nauwkeuriger bekeek, enzovoort. Ik schreef gepassioneerd over de moeilijkheden in mijn cultuur en ik werd er zelfs de stem van de rede. Maar spijtig genoeg botste ik, telkens als ik die dingen die me verwarden wilde onderzoeken, op een muur.

Die muur, opgebouwd uit diepe culturele verschillen en decennia (of eeuwen) van wantrouwen, betekende dat ik binnen mijn cultuur niets kon vinden dat me kon helpen om kritisch te denken. Kritisch denken en skepticisme gedijen in een andere wereld dan de mijne – ze gedijen aan de andere kant van een kloof waarover geen brug of veilige overtocht bestaat. Pas toen ik vertrouwd werd met het internet was ik in staat om de kwellende reis over die kloof aan te vatten en aan de overkant vaste grond te vinden.

Hoe kon een toegewijde, aura-dragende, chakra-meeslepende leidster van de new age-beweging ertoe komen de skeptische cultuur te begrijpen en uiteindelijk in haar armen te sluiten? Het liep niet van een leien dakje, laat ik dus beginnen bij het begin.

Ik kwam voor het eerst in aanraking met de new age-beweging in 1971. Ik was toen tien jaar. Mijn moeder had herhaalde aanvallen van artritische symptomen gehad die niet goed reageerden op medische behandeling en ze dreigde in een rolstoel te belanden. Op een of andere manier kwam ze terecht in een cursus yoga en langzamerhand verbeterde haar toestand. Ze werd ook vegetariër (wat in die tijd zeer avant-garde was) en we werden regelmatige bezoekers van natuurwinkels, op zoek naar ongewone dingen als volkorenkoekjes, levertraan en bonenkiemen. Ons leven nam een drastische wending, vooral nadat mams zelf yogalerares werd en zich meer in de metafysische/new age-cultuur verdiepte. Yoga wordt wel eens de “toegangsdrug” tot de new age-beweging  genoemd. Voor ons was dat zeker zo.

Onze familie viel uit elkaar door deze omwenteling (al was het huwelijk van mijn ouders altijd nogal stormachtig geweest), doordat mijn vader een skepticus was en nog steeds is. Hij beschikt over een sterk intellect en een goede natuurlijke onderlegdheid in wetenschappelijke en kritische gedachtenprocessen. Een van mijn broers, die nu professor in de wiskunde is, koos de kant van mijn vader, terwijl de andere kinderen (vier in totaal) meegingen in moeders interesse voor metafysica, spiritualiteit en new age.

Van conventionele geneeskunde schakelden we over naar homeopathie, we leerden mediteren en sloten ons aan bij groepen die contacten legden met “overgegane” personen – we werden “ingewijden”. Ik groeide op in de omgeving van de baai van San Francisco en volgde middelbaar onderwijs in Marin County (het epicentrum van de new age-explosie van de jaren zeventig en tachtig). Ik werd dus voortdurend omringd door ongewone mensen en ervaringen. Het was een leuke en dikwijls opwindende tijd en hoewel ik de voorkeur gaf aan de magische wereld van mijn moeder boven de alledaagse wereld van mijn vader, bleef ik toch altijd nogal pienter en skeptisch. Zelfs in mijn vroege tienerjaren doorzag ik twijfelachtige zaken zoals est, Scientology, breatharianisme, urinedrinken en de echt gevaarlijke praktijken – en toch hielpen dit skepticisme en intelligentie mij net om andere ongewone ervaringen (en ik had er vele) positief te evalueren. Ik kende vele mediums en alternatieve genezers die erg goed waren in hun vak en ik maakte genezingen en paranormale readings mee die ik logisch niet kon weerleggen.

Had ik in die tijd maar wat onderwijs kunnen krijgen in skeptische en kritische denktechnieken! Maar dat kwam in mijn middelbare school niet aan bod. Ik wist niet eens dat er zoiets als kritisch denken bestond! Bij mijn verdere studies volgde ik geometrie en logica en miste zo opnieuw een kennismaking met dat onderwerp. In mijn opvoeding verwierf ik niet de vaardigheden die ik nodig had om juist in te schatten wat er gebeurde als de new age- en metafysische ideeën en technieken schenen te werken. Mijn empirische ervaring “bewees” de deugdelijkheid van zaken als paranormale vaardigheden, aura’s, chakra’s, contact met de doden, astrologie en dergelijke – en ik had indertijd te weinig intellectuele bagage om te begrijpen wat er echt aan de hand was.

Begrijpen hoe “cold reading”  werkt zou me daarbij al erg geholpen hebben. Ik heb nooit geweten wat het inhield. Pas toen ik de professionele goochelaar en ‘debunker’ Mark Edward vorig jaar cold reading zag toepassen op een ABC News special, begreep ik dat ik in mijn eigen werk een vorm ervan had toegepast! Ik werd nooit onderwezen in cold reading en het was nooit mijn bedoeling om iemand erin te laten lopen. Ik had de techniek eenvoudigweg geabsorbeerd door culturele osmose.

Om eerlijk te zijn moet ik toegeven dat er tijdens mijn vroege tienerjaren al een skeptische beweging opgang maakte. Helaas veroorzaakte ze vooral een diepe afgrond die tot op de dag van vandaag onze culturen scheidt. In de jaren zeventig werd Uri Geller populair. Mijn eerste kennismaking met iemand uit de skeptische cultuur was James Randi, die in een tv-programma brandhout maakte van de act van Uri Geller. Ik snapte niets van wat daar gebeurde. Uri Geller trad op in de Mike Douglas show en in de Merv Griffin show en demonstreerde zijn paranormale vaardigheden voor iedereen duidelijk op tv. Mike en Merv zouden hun publiek toch niet beliegen? Ik begreep niet waarom Randi een probleem had met Geller en mijn vrienden en ik dachten dat Randi alleen maar onnodig scherp was. Van Randi leerde ik niets over kritisch denken. Wat ik onthield was dat er mensen zijn die een pik hebben op gebedsgenezers en paranormaal begaafden. Ik weet dat hij dit niet graag zal horen, maar toch is het zo: James Randi’s gedrag en houding waren zo cultureel ongevoelig dat hij een enorme terugslag veroorzaakte tegen het skepticisme, en een gigantische opstoot naar de new age die nog onverminderd doorgaat.

Natuurlijk kan ik begrip opbrengen voor Randi’s kwaadheid, frustratie en nu zelfs voor zijn scherpte (na vele tientallen jaren het new age-gedoe te hebben moeten meemaken), maar indertijd zag ik slechts een buitengewoon sarcastische man die Geller persoonlijk aanviel. Nu, nadat ik een regelmatig bezoeker geworden ben van zijn website (www.randi.org), zie ik hem als een diep geëngageerd mens die zich onvermoeid inzet voor de goede zaak. Ik zie ook dat hij zich het lot van enkele uit hun evenwicht gebrachte new agers ter harte neemt. Ook al zijn hun brieven nauwelijks leesbaar. Ik voel met hem mee, want zulke mensen schrijven mij ook, al krijg ik in hun koortsachtige fantasie de rol van heldin toebedeeld en Randi de rol van slechterik. Nu ik hem als individu kan zien en zijn cultuur begrijp, zie ik James Randi als de excellente (en bewogen) man die hij is, maar ik had er wel wat tijd voor nodig. Als Randi meer inzicht in de new age-beweging  had gehad toen Uri Geller opgang maakte, zou zijn discours zeker tot hen doorgedrongen zijn – of dan zou hij tenminste niet zo’n hevige tegenstroom hebben veroorzaakt. Of misschien zie ik het toch iets te rooskleurig.

Ik sprak tot de mensen van de new age-beweging in hun eigen taal en werd wel degelijk gehoord, toch denk ik niet dat ik veel goeds heb bereikt. Opgroeiend in het gekke, excentrieke Marin County heb ik enkele van de meest verwerpelijke voorbeelden van new age-bedrog meegemaakt – en naarmate ik groeide als schrijver en genezer heb ik ook steeds gewaarschuwd voor misbruik. Het probleem zit hem echter hierin: in mijn cultuur mag je nooit iemand of zijn karakter openlijk aanvallen en je kan zeker geen onverbloemd skepticisme hanteren. In mijn cultuur worden persoonlijke aanvallen als een voorbeeld van emotioneel onevenwicht (d.w.z. je wordt gestuurd door je emoties) beschouwd, terwijl een skeptische houding als mentaal onevenwicht wordt beschouwd (d.w.z. je wordt gecontroleerd door je verstand). Beide houdingen zijn cultureel not-done, want zowel emoties als verstand worden gezien als problematische gebieden van de ziel die je alleen maar verwijderd houden van het (verondersteld) waarachtige en betekenisvolle rijk van de geest. In mijn boeken en audio-opnames moest ik zo op mijn woorden letten dat de meeste mensen het twee of drie keer moesten lezen om te beseffen dat ik een kritische noot had geplaatst bij enkele fundamentele uitgangspunten van de new age-beweging. In feite was mijn cultureel gevoelige aanpak om aan te vallen zonder aan te vallen en te bekritiseren zonder te bekritiseren er de oorzaak van dat vele geïnteresseerde lezers nu nog niet doorhebben wat ik wilde zeggen.

Vanuit het perspectief van een buitenstaander lijkt de miskenning door mijn cultuur van emoties en intellect wellicht heel bevreemdend en bijna onbegrijpelijk. Toch vormt het een heel reële culturele component, die begrepen en overwogen moet worden als er ooit zinvolle communicatie wil ontstaan. Willen we succesvol communiceren met anderen, dan moeten we immers niet enkel hun taal begrijpen, maar ook de culturele context waarin die taal haar wortels heeft. Voor zover ik de new age-cultuur en de skeptische beweging kan inschatten, is dit wederzijdse begrip volledig afwezig. Ik zou in elk geval nooit iets begrepen hebben van de skeptische cultuur, mocht ik niet de tijd hebben genomen om haar ook daadwerkelijk als cultuur te benaderen – en ik heb genoeg gelezen om te weten dat de meeste mensen in de skeptische cultuur nog geen werkelijk inzicht in de new age-cultuur hebben verworven. Met als resultaat dat het geschreeuw tussen beide enkel luider wordt, terwijl de werkelijke communicatie verloren gaat in de afgrond die ons scheidt. In al die herrie kunnen mensen uit mijn cultuur enkel horen wat ze inschatten als hyperintellectuele en emotioneel geladen aanvallen op hun diepgekoesterde overtuigingen, terwijl leden van jullie cultuur slechts ijdele hoop, wetenschappelijke ongeletterdheid en emotioneel gechargeerde salvo’s ter verdediging van pure waanvoorstellingen menen te horen.

Dit is natuurlijk tragisch, maar nu ik me de voorbije drie jaar in de skeptische literatuur heb verdiept, ben ik er meer dan ooit van overtuigd dat deze tragedie misschien niet onherroepelijk is. Ik begrijp jullie cultuur nu en ik heb begrip voor de bezorgdheid, bekommernis en interesse die jullie voelen voor de mensen in mijn cultuur. Tegenwoordig ben ik in staat om teksten in mij op te nemen die ik ooit als opruiend beschouwde en tussen de regels door word ik de sterke toewijding gewaar – niet alleen jullie aandacht voor competent onderzoek en informatievergaring, maar ook de toewijding aan duidelijke communicatie. Ik heb oog gekregen voor het vertrouwen in de menselijke intelligentie, de ergernis over zwendelaars en charlatans, de open mentaliteit die jullie in staat stelt autoriteiten en algemeen aanvaarde wijsheden in vraag te stellen, en ik zie nu de strijdvaardigheid waarmee jullie ijveren voor een doel dat jullie zo nauw aan het hart ligt. Het zijn stuk voor stuk kwaliteiten die jullie delen met de mensen in de new age-cultuur die ik het hoogste acht. Ik ben ervan overtuigd dat mensen uit jullie cultuur in staat zijn een brug te slaan naar mijn cultuur op fijngevoelige manieren die een kans maken om gehoord te worden. Want het is broodnodig dat jullie gehoord worden.

Er is dringend nood aan een manier om de mensen van mijn cultuur bij te staan in hun pogingen om het spervuur van informatie en desinformatie waarmee ze dagelijks geconfronteerd worden in vraag te stellen, te overdenken en kritisch te interpreteren. Maar de verstrekte informatie moet ook cultureel fijngevoelig zijn. De eerste keer dat ik Quackwatch, de skeptische website rond gezondheidszorg, bezocht, had ik bijvoorbeeld het verontrustende gevoel me op vijandig terrein te begeven. “Kwak” is een heel geladen woord – het is een strijdwoord! Natuurlijk heeft de eigenaar van de site, dr. Stephen Barrett, elk recht om zijn excellente website te noemen zoals hij wil, maar toch vraag ik me af waarom de site bijvoorbeeld niet HealthWatch genoemd werd, of HealthInfo, DocFacts of iets even onbedreigends. Waarom moet ik steeds opnieuw het woord “kwak” intikken om een skeptische visie te bekomen op de keuzes die ik maak in verband met gezondheidszorg? En waarom moet ik bij mijn bezoek aan skeptische sites zoveel tijd besteden aan het hertalen - of gewoon overslaan - van polemiserende woorden als zwendel, bedriegerij, kwak, fraude, dupe en dwaas? Waarom moet ik mezelf (als typevoorbeeld van de persoon die echt nood heeft aan skeptische informatie) steeds omschreven zien in offensief jargon en waarom moet ik mijn hoofd buigen in schaamte telkens ik toegang wil krijgen tot de informatie in jullie cultuur?

Ik heb zo mijn eigen redenen voor het stellen van deze vragen. Aanvankelijk speelde ik immers met het idee om mijn eigen website om te bouwen tot een cultureel sensitieve portaalsite naar de skeptische websites – maar ik vind gewoonweg geen manier om dit juist aan te pakken. In mijn documenten bevindt zich de voorlopige versie van een webpagina, een proefversie die ik wellicht al 50  keer of meer herschreven heb, die het concept van skepticisme op een niet offensieve manier tracht in te leiden. Ik had graag links ingevoegd naar de briljante urban legends site (snopes.com), naar Bob Carrolls online skeptisch woordenboek (skepdic.com), naar CSICOP en Skeptical Inquirer (csicop.org) en naar Skeptic (skeptic.com). Ook Quackwatch (quackwatch.org) en de site van James Randi (randi.org) had ik heel graag toegevoegd, maar het is onmogelijk er de juiste woorden voor te vinden. Natuurlijk kan ik mijn site gewoon gebruiken om de lezers enigszins voor te bereiden op de reis, maar ik weet uit ervaring dat doorklikken op de skeptische links altijd confronterend blijft. Je begrijpt wat ik bedoel: het is één ding om tot de ontdekking te komen dat het merendeel van je cultuur en overtuigingen op niets anders steunt dan op vluchtige praatjes voor de vaak, maar het is nog heel wat anders om te ontdekken dat mensen zoals ikzelf blijkbaar ook overladen moeten worden met denigrerende opmerkingen.

Ik ontdekte jullie cultuur en doorstond de (misschien ongewild?) beledigende teksten en de minachting, omdat ik gedreven werd door een ernstige nood. Ik had er nood aan greep te krijgen op de cascade van almaar andere new age-ideeën, snufjes, meditatietechnieken en persoonlijkheden die me overvielen naarmate mijn carrière van de grond kwam. Tijdens mijn reizen en ontmoetingen in de new age-cultuur kwam ik met zoveel informatie in contact, en zoveel daarvan verontruste me, dat ik het internet begon te gebruiken om de lawine aan gegevens te organiseren en om mezelf in te werken in de beschikbare informatie over mijn vakgebied. Dat het een schokkende reis geworden is, is een understatement. Tijdens mijn speurtocht naar de informatie uit jullie cultuur raakte ik uiteindelijk het spoor van de mijne volledig bijster. Tijdens de meest pijnlijke stuiptrekkingen was ik soms zo wanhopig of razend dat ik er cynisch van werd, iets waar ik nog steeds tegen vecht.

Wat me opvalt aan de tragische botsing tussen de new age- en skeptische culturen is dat de meeste skeptici blijkbaar niet in staat zijn om zodanig te spreken dat er ook geluisterd wordt. Toegegeven, de mensen in mijn cultuur zijn hiertoe evenmin in staat. Toch zie ik binnen de new age-cultuur wetenschappelijke types die proberen te bewijzen dat chi werkelijk bestaat of dat bidden wel degelijk werkt (of wat het ook is dat ze die week proberen aan te tonen). De new age-cultuur is tegenwoordig vergeven van het wetenschappelijk jargon, en al is het wellicht bedroevend om te zien hoe de wetenschap er versneden en verminkt wordt, toch bewijst het dat we ons best doen om er greep op te krijgen - dat we de dingen trachten uit te drukken op een manier die jullie kunnen horen. Ik weet dat het respectloze misbruik van wetenschap door de mensen uit mijn cultuur iets is waaraan veel mensen uit de skeptische gemeenschap zich mateloos ergeren, maar misschien kunnen we dit toch even vanuit een ander perspectief bekijken?

Mensen in mijn cultuur hebben geluisterd en we trachten een antwoord te formuleren, maar we begrijpen jullie niet. Onze culturele achtergrondkennis over de gevaren van het intellect maakt het voor ons bijna onmogelijk om wetenschap op een correcte wijze aan te wenden of om jullie intellectuele rigueur met iets anders te associëren dan met een ongezonde overbelasting van het brein. Ik weet dat dit belachelijk klinkt, maar vergelijk het met de manier waarop jullie aankijken tegen onze manier om helemaal op te gaan in bepaalde aspecten van spiritueel of religieus onderzoek. Het valt niet vaak voor dat jullie onze toewijding opvatten als eruditie (al vergt het wel degelijk wat intelligentie om de onderling vaak grote tegenstrijdigheden in onze heilige teksten te begrijpen of enigszins in te kaderen); in plaats daarvan neigen jullie ernaar ons werk af te doen als een overmaat aan goedgelovigheid of waarschijnlijk zelfs als een koppige weigering om gehoor te geven aan steekhoudende argumenten.

Het is goed mogelijk dat onze twee strijdige culturen nooit een brug zullen slaan over de diepe kloof die ons scheidt. Ik weet uit mijn eigen ervaring dat de overgang van mijn cultuur naar die van jullie lang, zwaar en uiterst pijnlijk kan zijn. Het was allerminst te vergelijken met een pleziertochtje over een goed gebouwde brug. In wezen moest ik mezelf in de afgrond storten. Ik moest wegstappen van mijn carrière, mijn bestaanszekerheid, mijn cultuur, mijn familie, mijn vrienden, mijn vertrouwenspersonen in de gezondheidszorg, de meeste van mijn zakelijke contacten, mijn verleden en mijn toekomst. Dit vertel ik niet om sympathiek over te komen, maar om aan te tonen wat de sprong werkelijk inhoudt. New age vormt een complete cultuur met eigen regels, eigen idealen, een eigen infrastructuur en sociale omgeving. Toen ik uiteindelijk tot het besef kwam dat mijn culturele achtergrond me had laten balanceren op een wankel fundament van honing en zoete dromen, en erger nog, dat mijn eigen werk anderen wellicht evenzeer aan het wankelen had gebracht, overviel me een troosteloos gevoel, net op een moment waarop ik bij niemand terecht kon.

Dat ik het gehaald heb, heb ik volgens mij te danken aan de woede en ontsteltenis die ik voel over mijn eigen medeplichtigheid aan de misleiding van anderen – en misschien ook aan de spijt en wanhoop die ik voel (al is dat eerder periodiek) over de verloren kansen van mijn eigen opvoeding. Ik overweeg nu wat mijn volgende stap zal zijn. Uit de enkele gesprekken die ik had (minder dan tien) met op geloof vertrouwende mensen, heb ik kunnen opmaken dat skeptische informatie op hen uiterst bedreigend overkomt en ongewenst is. Wat ik tot heel recent niet begreep, is dat er bij het in vraag stellen van fundamentele geloofspunten een domino-effect in werking treedt, dat uiteindelijk het hele kaartenhuisje onderuit dreigt te halen, tot niets nog rechtstaat. Open staan voor vragen is een heel gevaarlijke zaak en mensen uit mijn cultuur lijken dat op een onbewust niveau heel goed te begrijpen. Als reactie op hun hevige verwarring, bewaar ik in de buurt van gelovigen zoveel mogelijk de stilte – wat soms lastig is, want ze maken het merendeel van mijn vrienden, familie en correspondenten uit.

Mocht ik het voor het geld gedaan hebben, dan zou ik nooit ernstig in vraag gesteld hebben waarmee ik eigenlijk bezig was. Ik zou teruggedeinsd zijn van zodra mijn zoektocht bedreigend of gevaarlijk werd. Maar ik zat er niet in voor het geld. Ik wou er zijn om mensen te helpen, en het waren vaak heel getroebleerde mensen, die gekluisterd zaten aan één of andere geneeswijze, een snufje, een goeroe of andere mirakeloplossingen. Ik probeerde de mensen in mijn cultuur te helpen om greep te krijgen op alle ideeën en gadgets waarmee ze zo massaal bestookt werden, maar het was onbegonnen werk. Het duurde tot ik begreep dat alleen al het vermelden van termen als aura’s, chakra’s of “energie” garant staat voor een resem aan potentieel gevaarlijke en ongeteste veronderstellingen, hoe goed mijn bedoelingen verder ook mochten zijn. Toen ik eenmaal inzag dat ik anderen in een arena bracht waar skeptisch en kritisch denken verboden waren, wist ik dat het tijd was om er volledig mee op te houden. Het was een ontwrichtende, isolerende en met wanhoop vervulde beslissing, maar aangezien mijn oorspronkelijke opzet erin bestond anderen te helpen, was het de enige ethische of morele stap die ik kon zetten.

Ik kan slechts deemoedig vragen dat ook jullie in de skeptische gemeenschap zouden overwegen om een gelijkaardige (zij het hopelijk niet zo ontnuchterende) gedachtesprong te maken in de manier waarop jullie ons benaderen. Na jaren van lezen en onderzoek begrijp ik nu dat de skeptische cultuur bestaat omwille van een heel reële bekommernis voor de welvaart en het welzijn van anderen. Ik kan nu heel overtuigd stellen dat van beide culturen de skeptische cultuur verreweg mijn voorkeur met zich meedraagt. Niettemin weet ik uit eigen ervaring dat het skeptische standpunt niet gehoord of werkelijk begrepen kan worden in de cultuur van new age en metafysica; het klinkt er als vloeken in de kerk, en dat is jammer voor elk van ons. Het is doodjammer, omdat de zoektocht naar waarheid, de bekommernis om het welzijn van anderen, de behoefte om met respect behandeld te worden en het verlangen om je opgenomen te voelen in een cultuur stuk voor stuk dingen zijn die mensen uit onze cultuur delen met die van jullie. We hebben een verschillende taal en een andere achtergrond, maar we delen deze menselijke basisbehoeften. Ik wil jullie vragen om onze menselijkheid te respecteren en ons niet te benaderen alsof jullie hervormers of verlossers zijn. Ik wil jullie vragen ons te benaderen als medemensen die jullie bekommernis en interesse in het welzijn van de anderen delen. Ik wil jullie vragen om cultureel even intelligent te zijn als jullie wetenschappelijk intelligent zijn, en moeite te doen om onze cultuur even onmiskenbaar te begrijpen als jullie de technieken, ideeën en modaliteiten begrijpen die eruit zijn voortgekomen. We vormen een gemeenschap, geen probleem.

Ik denk dat ik een manier gevonden heb om over de afgrond heen met jullie te praten. Ik tracht nu onder de knie te krijgen hoe dit ook omgekeerd zou kunnen: om met mensen uit mijn cultuur over jullie te praten, maar dat is veel lastiger. Ik heb in eerste instantie nood aan wat rust, aan een echte opleiding, aan het bestuderen van echte wetenschap en het verwerven van een echt diploma (in mijn cultuur halen mensen gewoonlijk onconventionele diploma’s over onconventionele onderwerpen aan onconventionele scholen). De confrontatie met mensen in de new age-cultuur was voor mij vaak even pijnlijk als ze voor jullie is. Onder alle magie, wijze geesten en eindeloze kuren ligt een bron van pijn en eenzaamheid die immens en overweldigend is. Ik heb dit altijd in de gaten gehad. Ik heb de gekwelde waarheid van mijn cultuur altijd beseft, en ik dacht dat ik kon helpen. Dat ik uiteindelijk geen hulp kon bieden – niet werkelijk – is mogelijk de grootste mislukking van mijn leven. Ik moet genezen worden van het genezer zijn.

Ik had een belangrijke stem in mijn eigen cultuur en daarom moet ik de verantwoordelijkheid nemen voor wat ik heb aangericht. Ik moet mezelf opnieuw opvoeden en opnieuw op een gezonde en respectvolle manier de arena betreden. Tegen de tijd dat ik mijn gedachten weer wat op een rijtje heb, zal er misschien al een overbruggende cultuur ontstaan zijn. Misschien ontdek ik een manier om werkelijk gehoord te worden of om het skeptisch vocabularium op zo’n wijze te vertalen dat mensen in mijn cultuur er toegang toe vinden zonder zich beschaamd of beledigd te moeten voelen. Een ding waar ik zeker de nadruk op zal leggen, is dat er in de wetenschap wel degelijk meer schoonheid, verwondering, glans en mysterie schuilt dan in de mystieke wereld.

Een van de grootste onwaarheden waarmee ik geconfronteerd werd, is dat de skeptici geen mysterie kunnen verdragen, terwijl new age-mensen dat wel zouden kunnen. Niets is minder waar, want het zijn in feite de mensen in mijn cultuur die niet overweg kunnen met mysterie – zelfs geen heel klein beetje. Alles komt er volledig met een antwoord, een reden, een diepste oorzaak. Elke daad, elke emotie, elk symptoom van ziekte, elke droom, elk toeval, elke geboorte en elk idee staan in direct verband met de sterren, chi, vroegere levens, voorvaderen, energievelden, interdimensionale wezens, enneagrammen, deva’s, elfjes, spirituele gidsen, engelen, buitenaardse wezens, karma, God of de Godin.

In de new age-cultuur houden we ervan te zeggen dat we het mysterie omarmen, maar dat is cultureel bedrog en het is flagrant fout. In werkelijkheid voelen we geen tolerantie voor welk mysterie dan ook. Alles, van de kleinste individuele actie tot de grootste bewegingen in de ontwikkeling van de planeet, heeft een specifieke metafysische of mystieke oorzaak. Ik ben van mening dat deze onmogelijkheid van mijn cultuur om met het mysterie om te gaan een direct resultaat is van haar miskenning van het intellect. Eén van de meest afschrikwekkende dingen bij het aanleren van de vaardigheid om skeptisch en kritisch te denken, is dat zoveel dingen plots geen duidelijk antwoord meer hebben. Kritische en skeptische denkers hebben geen nood aan verzonnen antwoorden om hun angst te bezweren.

Misschien vind ik een manier om in te spelen op de sterke dorst naar antwoorden in mijn cultuur. Misschien kan ik de capaciteit van die mensen om met strijdige informatie om te gaan enigszins uitbuiten (metafysische rages veranderen zowat om de zes maanden, dus ze zijn het wel gewend om hun mentale trein nu en dan op een andere spoor te zetten). Ik voel nu een soort vertrouwen dat ik vroeger niet had: vertrouwen in de bekommernis en de integriteit van jullie cultuur, en vertrouwen in de nieuwsgierigheid van mijn cultuur en haar vaardigheid om nieuwe dingen te leren. Uit eigen ervaring weet ik dat een slechte opleiding, hoewel schadelijk, niet meteen levenslang hoeft te betekenen.

Ik heb nog veel werk en onderzoek voor de boeg, maar ik zie duidelijk kansen die ik voorheen niet zag. Ik wil jullie bedanken voor jullie werk en inspanningenom mensen als ik te behoeden voor gevaarlijke onzin. Jullie maken echt een verschil. Ik hoop dat ik dat op een dag ook zal doen.



Karla McLaren was 32 jaar lang lid van de metafysische/new age-cultuur. Ze is de auteur van negen titels in het genre, waaronder Emotional Genius, Energetic Boundaries, en Your Aura & Your Chakras: The Owner’s Manual. Momenteel bouwt ze haar carrière af en keert ze terug naar de (echte) schoolbanken om een (echt) diploma in de sociologie en de gedragswetenschappen te behalen. Ze werkt ook mee aan een boek over het overbruggen van de kloof tussen de skeptische beweging en de new age-cultuur.


Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Skeptical Inquirer, vol. 28, nr. 3 (mei/juni 2004)