Met de opname van het weekblad Blik in TV-Familie, verdwijnt wellicht één van de markantste voorbeelden van misleidende berichtgeving inzake ziekte en gezondheid. Als gevolg van het groeiend ongenoegen over de kwaliteit van deze berichtgeving zowel bij zorgverstrekkers als bij verantwoordelijken inzake medisch beleid en preventie, zette de vakgroep communicatiewetenschappen van de universiteit Gent een onderzoek op over dit thema. Het is inderdaad een feit dat de thema's ziekte en gezondheid in de populaire dag- en weekbladen op toenemende belangstelling kunnen rekenen. Indien deze berichtgeving zou bijdragen tot een beter inzicht in preventie, diagnose en therapie, dan zou men deze evolutie alleen maar kunnen toejuichen. Helaas maakt de analyse duidelijk dat dit soort berichtgeving in populaire weekbladen er op gericht is het vertrouwen in de klassieke geneeskunde te ondermijnen door hoofdzakelijk een pleidooi te houden voor allerhande obscure alternatieve geneeswijzen zoals handoplegging, uitdrijven van het kwaad, kleurentherapie, aardstraalinterferenties, vage anti-stress behandelingen …. De journalistieke deontologie ontspoort vermits het vaak gaat om pure redactionele reclame waarbij medische 'tovenaars' een forum krijgen.
Het Vicky Versavel-verhaal waarmee Dag Allemaal als eerste uitpakte vond al vlug weerklank in de populaire media en ontwikkelde zich tot een heuse mediahype waarbij Blik het voortouw nam. Versavel beweerde kanker te hebben en af te zien van chemotherapie om heil te zoeken bij een alternatief arts. De actrice kreeg een wekelijkse column in Dag Allemaal, werd regelmatig opgevoerd in televisieprogramma's en tal van populaire tijdschriften. De aandacht ging snel in stijgende lijn. Maar Blik trekt alle registers open en de 'wonderdokter' zelf krijgt veel ruimte om zijn visie op kankertherapie te opnbaren. Want een openbaring lijkt het wel, een mengeling van toverkracht en spiritisme. Blik volgt kritiekloos de redenering dat zielen van overledenen de levenden ziek maken, dat hele families moeten verzorgd worden om het probleem van één persoon op te lossen en dat tumoren verdwijnen waneer men er de energie uithaalt. Chemotherapie wordt door de 'wonderdokter'zo gestigmatiseerd: 'Van alle mensen die ik de laatste jaren heb zien kiezen voor chemo, blijft niemand over. Ze liggen allemaal onder de grond. Niet dat de klassieke geneeskunde daar problemen mee heeft, want die mensen klagen niet meer, ze kunnen niet meer.(…). Maar van alle mensen die ik zelf ken en die gekozen hebben voor chemo, blijft niemand over. Ze zijn kapotgegaan, gecrepeerd op de meest mensonwaardige manier. Maar allemaal wetenschappelijk verantwoord natuurlijk. Daarom noem ik chemotherapie de trein naar Auschwitz' (830:12).
Het Vicky Versavel-verhaal is slechts één voorbeeld waarbij Blik koploper was in het brengen van onverkwikkelijke, misleidende medische berichtgeving. Aangezien straks 'Blik' als titel verdwijnt en opgenomen wordt in TV-Familie, delen wij de resultaten van het onderzoek die betrekking hebben op Blik reeds mee, in de hoop dat de uitgevers van TV-Familie alvast zullen besluiten om de medische rubriek van Blik definitief op te doeken.
De inhoudsanalyse voor Blik werd gevoerd voor de periode 9-10-2001 tot 22-1-2002 en maakt duidelijk dat veel aandacht besteed wordt aan gezondheidsthema's. Niet minder dan 160 artikels, een groot deel daarvan lezersbrieven met reactie van 'medisch journalist' Duckaert.
In 'Blik' zijn de attitudes tegenover de klassieke geneeskunde uitgesproken negatief, zowel tegenover de diagnose, de behandelende arts als de ingestelde therapie. De negatieve attitude tegenover de ingestelde therapie is erg sterk (80 procent van de vermelde attitudes) maar de negatieve houding ten aanzien van klassiek geöriënteerde artsen loopt zelfs op tot 95 procent.
Tegenover alternatieve vormen van geneeskunde daarentegen zijn de attitudes eenduidig positief. Artsen die opteren voor alternatieve geneeswijzen maar ook genezers zonder duidelijk medisch profiel kunnen in Blik steevast rekenen op een positief klankbord.
De negatieve attitudes tegenover artsen uit de klassieke geneeskunde kunnen tot een aantal hoofdkenmerken teruggebracht worden. De inhoudsanalyse toont duidelijk aan dat deze artsen voorgesteld worden als dom, als onwetend, als voorschrijfmachines in dienst van de farma-industrie, of als gehaaide zakenlui. Duckaert reageert doorgaans zeer scherp, en quasi altijd in het nadeel van de conventionele artsen. Vermelden we citaat dat artsen tekent als willoze slachtoffers van de farma-industrie : 'De meeste artsen kennen de bijwerkingen van de door hen voorgeschreven medicatie niet, of willen ze niet kennen, laten zich wel inpakken door de farma-industrie en margarine-fabrikanten. En ondernemen zelden of nooit iets om die bijwerkingen tegen te gaan (…) Die artsen worden daarvoor dan ook met alle middelen - eerbare en minder eerbare- onder druk gezet. Niet zo moeilijk want aan onze universiteiten kregen zij weinig geneeskunst gedoceerd- heel veel voorschrijfgedrag. (…)' (823: 50-51)
Blik neemt elke kans te baat om artsen uit de klassieke geneeskunde voor te stellen als incompetent. Daardoor krijgen patienten de raad om niet veel waarde te hechten aan hun adviezen. Een voorbeeld: 'Maar Mathijsje ziet er nu weer kerngezond uit (…)Dit omdat zijn ouders weigerden zich passief bij de beslissing van de dokters neer te leggen, maar daarentegen zelf naar een oplossing zochten' (830:61)
Artsen worden af en toe zelfs geportretteerd als een gevaar voor de gezondheid van hun patienten. Als antwoord op een vraag van een lezer die vroeg naar de wenselijkheid van vaccinatie tegen meningitis toont Duckaert zich bij voorbeeld niet enkel tegenstander maar stelt hij zonder meer: 'En dan is er nog een grof schandaal. Nagenoeg alle kinderen die recent aan hersenvliesontsteking zijn gestorven, zijn dat omdat de betrokken artsen niet in staat waren diagnoses te stellen.' (824:56). Of nog:'Jonge moeders zouden, indien mogelijk , bij kinderartsen moeten wegblijven' (828:51). En zo kunnen nog tal van voorbeelden aangehaald worden.
Niet enkel naar artsen uit de klassieke geneeskunde als individu wordt zwaar uitgehaald, ook klassieke therapieën moeten het ontgelden: chemotherapie, radiotherapie, chirurgische ingrepen, gebruik van cortisones, antibiotica en andere medicatie… nergens een positief woord.
Lezers krijgen raad die meer angst inboezemt dan wel vertrouwen schenkt. Zo krijgt een lezer bij wie een biopsie van de prostaat werd uitgevoerd volgend antwoord: 'Ze hadden beter van die prostaat afgebleven. Heel veel, om niet te zeggen, de meeste oudere mannen hebben een latente prostaatkanker waar ze geen last van hebben en die zich maar zeer traag ontwikkelt.(…). Nu men echter in de kleine latente kanker heeft gestoken, bestaat er gevaar voor uitzwerming en dat gevaar bant men niet uit met het totale wegnemen van de prostaat. Opgelet, want ze gaan proberen u, met of zonder operatie, hormonen aan te smeren. (...). (816:56)
De reacties van Duckaert viseren niet alleen bepaalde therapieën, ook bepaalde geneesmiddelen worden met naam vernoemd. Raadgevingen aan patiënten gaan in tegen therapieën zoals die door artsen werden voorgeschreven. Zo deinst de journalist er bij voorbeeld niet voor terug om de posologie van bepaalde voorgeschreven medicijnen op eigen initiatief aan te passen. Er kunnen ook verschillende voorbeelden aangehaald worden waarbij Duckaert mensen probeert te overtuigen om met klassieke kankertherapie te stoppen. Zo wordt het gebruik van het kankerremmende geneesmiddel Nolvadex ontraden aan een borstkankerpatiente omdat het de dame in kwestie zou 'ontvrouwelijken' en het risico op baarmoederhalskanker 'geweldig' zou verhogen.' (827:52). Bepaalde geneesmiddelen worden afgeraden door hun mogelijke nevenwerkingen zwaar in de verf te zetten en hun werking te minimaliseren. Voorbeelden zijn terug te vinden voor onder meer, Dakar, Aldactone, Nolvadex, Zocor, ... De journalist is veel minder terughoudend over alternatieve producten. Hij raadt producten aan die verkrijgbaar zijn in natuurwinkels of in de grijze zone van particuliere aanbieders die dan enkel met telefoonnummer vermeld worden. Voor dit soort producten wordt nergens melding gemaakt van mogelijke nevenwerkingen of contra-indicaties. Deze 'redactionele' reclame komt bovenop de commerciële advertenties voor 'superpillen' en 'aardstraalverwijderaars' waarvan de gezondheidsbladzijden vol staan.
Wij gaan ervan uit dat de uitgevers van TV-Familie de medische rubriek van Duckaert zullen afvoeren. Dit impliceert daarom niet dat er in bepaalde Vlaamse media geen misleidende medische berichtgeving meer zal verschijnen. Ondanks de stelselmatige vooruitgang van de geneeskunde, de hoogstaande kwaliteit van de gezondheidszorg waarbij de levensverwachting van de Belgische burger hoog scoort volgens Europese normen, blijven sommige media medisch charlatanisme de hemel inprijzen. Hier rijzen uiteraard veel vragen rond journalistieke deontologie. Het geval Duckaert is onaanvaardbaar omdat hier niet enkel het vertrouwen in de behandelende geneesheer ondermijnd wordt, maar tevens omdat de voor de patient passende behandeling wordt afgeraden om dan binnen de redactionele tekst ongegeneerd reclame te maken voor allerhande obscure medische producten. Blik is dan wellicht een voorbeeld van de meest onverkwikkelijke vorm van medische berichtgeving, maar toch dringt meer onderzoek zich op naar de kwaliteit van de medische informatie in Vlaanderen waarbij een ruim scala van het media-aanbod, zowel voor de printmedia als voor de audiovisuele media, in de analyse betrokken wordt.