Interview met Paul Kurtz (in De Morgen)

Afbeelding

Skepp bestaat tien jaar. Ter gelegenheid van hun verjaardag nodigden de sceptici Paul Kurtz, voorzitter van de Amerikaanse zustervereniging CSICOP (Committee for the Scientific Investigation of Claims of the Paranormal) uit naar België. Kurtz, emeritus hoogleraar filosofie aan de State University of New York te Buffalo, ontving gisteren het erelidmaatschap van Skepp. Een skeptisch gesprek met hem.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Het scepticisme gaat terug tot in het Oude Griekenland, toen Socrates vaststelde enkel te weten dat hij niets wist. Weinigen delen deze steriele en onproductieve houding. Het moderne scepticisme wordt belichaamd in de wetenschappelijke methode, die gegevens verzamelt, verklarende hypothesen formuleert, die toetst aan de werkelijkheid en een bewering uiteindelijk als feit aanvaardt als voldoende bewijsvoering wetenschappelijke consensus mogelijk maakt. Sceptici zijn geen cynici, alleen willen ze harde bewijzen op tafel voor ze iets geloven. Ze passen de wetenschappelijke methode toe op alle gangbare ideeën; heilige huisjes kennen ze niet. Daarbij geldt de regel dat buitengewone beweringen ook buitengewoon sterke bewijzen vragen. Afgaande op de immense populariteit van para- en pseudo-wetenschappelijke theorieën en fenomenen ( astrologie, UFO’s, gebedsgenezing, spiritisme), lijkt hun strijd echter nog niet gestreden.

Paul Kurtz: "Het irrationalisme neemt in onze maatschappij inderdaad almaar toe. We zien het bijvoorbeeld steeds vaker opduiken in de media; films of tv buiten de fascinatie van het publiek voor het paranormale uit. Series als The X-Files vervagen de grenzen tussen realiteit en fictie. Scherpzinnige kijkers beseffen het verschil wel, maar helaas gaat dat niet op voor de meesten. Zelfontbranding, UFO's, geesten: ze zien het voor waar aan."

GV: Onderschat u de kritische zin van de mensen niet?

"Ik vrees van niet (lacht). Dat geldt misschien voor sommigen, maar de massa boeken over paranormale verschijnselen die het daglicht zien, is toch wel een teken aan de wand. Het paranormale is een goed verkopend product en de media ontlopen daarin hun verantwoordelijkheid. Daarom hebben de Amerikaanse sceptici een Council for Media Integrity opgericht. We willen de media ertoe aanzetten toch enige wetenschappelijke analyse of kritiek te brengen. Dat doén ze wel, maar gewoonlijk dertig seconden in een programma van een uur. Ik verscheen al in zowat alle Amerikaanse tv-programma's, maar een bestek van een halve minuut is natuurlijk onvoldoende. Vrijwel alle paranormale fenomenen zijn nochtans perfect verklaarbaar.

“Ik werd een paar keer geconsulteerd voor het zeer populaire NBC-programma Unsolved Mysteries, maar de programmamakers gebruikten alleen de informatie die hun van pas kwam. Ze hadden helemaal niet de bedoeling de mysteries op te lossen; ze wilden de spanning van het publiek ophouden. Sceptici willen mensen duidelijk maken dat er alternatieve verklaringen bestaan."

GV: Misschien ligt een van de sleutelproblemen in het gebrek aan aandacht voor kritische weerbaarheid in het onderwijssysteem ?

"Inderdaad. Kritischer onderwijs behoort dan ook tot onze doelen; nuchter denken is van essentieel belang. Ik meen echter dat de voornaamste bron van onderwijs in het hedendaagse Amerika niet langer de school is, maar de massamedia. Kinderen brengen meer uren voor de tv door dan op de schoolbanken. Ouders zouden hun kroost zin voor kritiek kunnen bijbrengen, maar dat doen ze niet. In Amerika heeft vrijwel elk kind een tv op de eigen kamer."

GV: Een van de aantrekkelijke aspecten van pseudo- en parawetenschappen is wellicht hun belofte de ‘waarheid’ te presenteren, terwijl ernstige wetenschap feilbaar is.

"Dat klopt. Wetenschap is kwetsbaar. Ze is geen mirakel, maar bestaat uit hypothesen die de test doorstonden. Jammer genoeg leiden sommigen daaruit af dat alles relatief is, dat er geen waarheid is. Onze samenleving, als product van wetenschap en technologie, vormt hiervan het tegenbewijs. De wetenschap zorgde voor een verhoging van levensstandaard en levensverwachting. Het valt niet te ontkennen dat we over betrouwbare kennis beschikken; we zijn er allen afhankelijk van. Natuurlijk is de sociale context soms medebepalend voor de wetenschappelijke resultaten, maar zonder herhaalde experimenten en harde confirmatie van de gegevens wordt niets als wetenschappelijk aanvaard. Zo gebruikt de geneeskunde dubbelblindtests: een trage procedure, maar ze werkt. Ik denk dat het brede publiek een verkeerd beeld heeft van wetenschap. Het wetenschappelijk onderzoek boekt een enorme vooruitgang. De werkelijkheid is veel opwindender dan sciencefiction, maar mensen verkiezen het laatste."

GV: Sciencefiction kan werkelijkheid worden. Sommige wetenschappers beloven ons op termijn onsterfelijkheid.

"Sciencefiction is waardevol en boeiend, want product van onze verbeelding, en verbeelding is belangrijk. Er is echter een verschil tussen sciencefiction als fantasierijk spel en wetenschap als een geheel van bevestigde hypothesen. Sommige wetenschappelijk ideeën klinken te speculatief. Waarschijnlijk zal onze levensverwachting stijgen tot 150 jaar. Het is moeilijk de mogelijkheden in te schatten. Door de wetenschap verleggen we voortdurend onze grenzen."

GV: Vele waarden die mensen het nastreven waard achten, zijn niet wetenschappelijk te benaderen, maar zijn te situeren in het domein van religie, moraliteit of kunst. Misschien ervaren velen de wetenschappelijke aanpak als koud?

"Dat punt is inderdaad al opgeworpen: het romantische protest tegen het tijdperk van de rede. Ik heb echter nooit ontkend dat muziek, literatuur en andere creatieve dimensies deel uitmaken van een goed leven. Het probleem ontstaat wanneer je ze tot waarheid uitroept, zoals fundamentalistische creationisten met de bijbel doen: zij geloven dat het boek Genesis een accurate beschrijving geeft van het ontstaan van het universum. Daarom is wat wij doen hard nodig. Iémand moet toch weerwerk bieden tegen die beweringen? De meerderheid van de Amerikaanse bevolking hangt een of andere vorm van creationisme aan. Sommige creationisten hanteren nu zelfs de term creation science om aan te geven dat zij Genesis beschouwen als een wetenschappelijk verslag van de schepping van de wereld."

GV: Zijn hun drijfveren vooral moreel? Ze beschuldigen Darwin ervan de oorzaak te zijn van allerlei problemen, van atheïsme en homoseksualiteit tot Hitler.

"Arme Darwin! Ik denk dat hun voornaamste drijfveer religieus is, net zoals geloof in het paranormale dat in essentie is. Dergelijke beschuldigingen aan het adres van zo'n krachtige en alomvattende theorie zijn nogal ongelukkig. De gehele wetenschap is gebaseerd op het evolutieprincipe: geologie, fysica, astronomie, antropologie, genetica... We merken nu dat zelfs sommige biologen creationistisch denken. Een nieuwe vorm van oppositie tegen Darwin is ontstaan: conservatieve critici die een letterlijke bijbelinterpretatie afwijzen, maar die wel geloven dat creatie een belangrijke factor vormt. Ze willen de evolutieleer aanvullen met een vorm van intelligent ontwerp. Daarmee is een theorie terug die we al eeuwen uitgestorven waanden. Die paar randwetenschappers die haar aanhangen worden gretig door de media opgepikt. Amerika beleeft een religieuze revival. Een van de verklaringen hiervoor is de snelheid van de maatschappelijke veranderingen. Die schrikt mensen af, waardoor ze zich terugtrekken in een religieuze sfeer. Een van mijn boeken draagt niet voor niets de titel The Courage to Become. Het vraagt moed om in deze wereld te leven."

GV: Het creationisme waait over naar Europa. Onlangs kwamen in Nederland zo'n 25.000 creationisten samen, waaronder een paar duizend Vlamingen.

"Is het hier al zo erg gesteld? Dat is een aanwijzing te meer van het belang van organisaties als Skepp en CSICOP. Reactie daartegen is van fundamenteel belang. Te veel wetenschappers zijn enkel gefocust op hun eigen kleine domein. Dat is begrijpelijk, maar er zijn ook generalisten nodig, mensen als Carl Sagan, Isaac Asimov en E.O.Wilson, die zich interdisciplinair op wetenschappelijke problemen toeleggen en die interpreteren voor een groot publiek. Er is behoefte aan initiatieven als de Simonyi-leerstoel in Engeland, gericht op het begrijpelijk maken van wetenschappelijke resultaten en het verminderen van de weerstand tegen de wetenschap.

“Het creationisme is echter ook een politieke beweging. Het aast op politieke macht, en mede daardoor ontwikkelt het zich zo snel in Amerika. Vanuit hun conservatieve motivatie pogen creationisten greep te krijgen op het leerprogramma van scholen. Dat lukte al in Kansas, waar de evolutietheorie van het curriculum verdween, maar ook in andere staten. Het is een politieke oorlog. Vele conservatieven vrezen de morele implicaties van de evolutietheorie. Als er geen God is, vervalt de theologische fundering van onze moraal en moeten we een nieuwe moraal uitwerken, vertrekkend vanuit menselijke behoeften en belangen. Dat is natuurlijk mogelijk. Vele niet-gelovigen leiden een zeer moreel bestaan. Dat gold ook voor Kant, Spinoza en andere filosofen. Ik ben ervan overtuigd dat een zekere objectiviteit mogelijk is in het uitwerken van een humanistische ethiek. Het creationisme verzet zich hier heftig tegen. Het blokkeert de ontwikkeling van de wetenschap."

GV: Het hoofd van het Human Genome Project, Francis Collins, is een wedergeboren christen die meent dat de verrijzenis van Christus het belangrijkste moment uit de wereldgeschiedenis is en dat God tussenkomt in de natuurwetten. Richard Seed, die mensen wil gaan klonen, beschouwt dat en DNA-reprogrammering als eerste stap naar onze eenwording met God.

"Die beangstigende uitspraak van Richard Seed hoorde ik. Ik vind dat het onderzoek naar klonering moet doorgaan, maar de gemeenschap moet zich zeker buigen over de ethische implicaties van biotechnologische ontwikkelingen. Wat religiositeit betreft: 60 procent van de Amerikaanse wetenschappers verklaart zich atheïst of agnosticus. Van de elitewetenschappers aan de National Academy of Sciences is dat 97 procent. Dat betekent dat relatief veel wetenschappers gelovig zijn, maar ook dat blind geloof afneemt naarmate scholing en kennis toenemen.

"Toch lijken we een evolutionaire predispositie voor irrationele opvattingen te hebben; ik noem dat de transcendentale verzoeking. Toen ik twaalf jaar geleden met een ploeg naar China trok en de mensen daar vroeg of ze al door UFO's waren ontvoerd of iemand kenden die iets dergelijks had meegemaakt, luidde het antwoord overal ontkennend. Daaruit besloot ik dat UFO's geen Chinezen ontvoeren. De situatie is nu veranderd, door de invloed van sciencefictionfilms. De mens is zeer gevoelig voor irrationalisme."

GV: Vindt u dat religieuze beweringen sceptisch onderzocht moeten worden?

"Zeker, waarom niet? Dat geldt voor alle beweringen: politieke, economische, paranormale, dus ook voor religieuze. Het is niet omdat sommige religieuze claims niet-falsificeerbaar zijn - we kunnen geen tegenbewijzen aanbrengen - dat we om het even wat mogen geloven. Vrijheid van onderzoek is essentieel voor alle domeinen. Sommigen vrezen hierdoor demystificatie. Het universum is echter zo groots en fascinerend, er schuilt zoveel mystiek in het begrijpen van wetenschap. De oude manier van verklaren was een beroep op een mirakel, maar een mirakel is enkel een substituut voor onze onwetendheid. Zodra je de oorzaken vindt... that really blows your mind."

Website CSICOP (ondertussen CSI,nvdr)


Interview door Griet Vandermassen.
Dit artikel verscheen in Aula, bijlage aan ©De Morgen van vrijdag 9 juni 2000.