Energie: de onzin rond een zinnig begrip

Afbeelding

De term energie is een natuurwetenschappelijk begrip dat in het Europa van de 19e eeuw is ontstaan. Toch is het een van de meest geliefdkoosde woorden binnen de newage-beweging, waar men dol is op religieuze oosterse lectuur en wijsheden. Het woord bestond nochtans niet in het Sanskriet, het kwam in oorspronkelijke oosterse teksten in zijn geheel niet voor. Merkwaardig genoeg wemelt het heden ten dage in die geschriften van de "energie", maar de term is intussen wel behoorlijk uit zijn zinnige wetenschappelijke context gerukt.

Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Door cranio-sacraal-therapie kan het lichaam ontspannen en zal de lichaamsenergie weer vlot doorstromen - Met reflexologie om de energieblokkade te verdrijven - Volgens de theorie van rebalancing bezit het lichaam drie energievelden - Reiki betekent "vrije stroom van de universele energie" - Door Qi Gong reinigt u de energiebanen van uw lichaam - Acupunctuur deblokkeert de energiestromen door de meridianen van het lichaam - Piramides concentreren de kosmische energie...

Kunt u nog volgen? In de blaadjes over gezond leven wordt gegoocheld met het woord energie. Energie lijkt een cruciaal begrip te zijn in heel wat alternatieve therapieën en modieuze relaxatiemethodes. Maar wat wordt er eigenlijk mee bedoeld? Tenslotte is energie een natuurkundig begrip. De notie ontstond met de opkomst van de moderne mechanica in de 17e eeuw. Bij de studie van bewegende lichamen kwam men tot de vaststelling dat bepaalde grootheden onveranderd bleven als een lichaam zich ongehinderd voortbeweegt. Eén grootheid was evenredig met de massa van het lichaam en het kwadraat van de snelheid. Het werd aanvankelijk vis viva of levende kracht genoemd. Pas later zou men spreken van kinetische energie. Een voorwerp dat zich ongehinderd voortbeweegt behoudt zijn vis viva. Bij biljartballen die tegen elkaar botsen in ideale omstandigheden (geen wrijving, perfect elastische botsingen) is de som van de vis viva van alle ballen op elk ogenblik voor, tijdens en na de botsingen constant.

Dat behoud van kinetische energie geldt niet als er een kracht op het lichaam inwerkt. Laten we een voorwerp vallen, dan neemt de snelheid en dus de kinetische energie voortdurend toe. De zwaartekracht voert extra energie aan en men kan zeggen dat die energie "potentieel" aanwezig is in het zwaartekrachtsveld. Daardoor kan het begrip worden uitgebreid tot potentiële energie. Bij het vallend voorwerp stijgt de kinetische energie, terwijl de potentiële energie vermindert naarmate het dieper valt. Werpt men een voorwerp omhoog, dan gebeurt precies het omgekeerde tot de snelheid nul wordt en de potentiële energie een maximum bereikt, waarna het voorwerp opnieuw valt. Maar de som van potentiële en kinetische energie blijft de hele tijd constant. Ook een gespannen boog of katapult bevat potentiële energie. Bij wrijving gebeurt iets anders. De snelheid wordt afgeremd en de kinetische energie verdwijnt. Maar bij wrijving komt warmte vrij en in de negentiende eeuw werd duidelijk dat de hoeveelheid vrijgekomen warmte equivalent is met de verdwenen mechanische energie. Als we dus aannemen dat warmte een vorm van energie is, kunnen we stellen dat de totale energie bij wrijving gelijk blijft. En zo kunnen we verder gaan. Naarmate de kennis van de natuurkundige processen toenam, werd het energiebegrip steeds breder, om de behoudswet van energie te veralgemenen. Energie kan diverse andere vormen aannemen (chemische, elektrische, kernenergie) maar de totale hoeveelheid blijft altijd constant. Sinds Einstein weten we dat energie kan worden omgezet in materie en omgekeerd, wat er eigenlijk op neerkomt dat materie ook een vorm van energie is.

Energie is dus een heel abstract, algemeen begrip. Het wordt gedefinieerd als het vermogen om arbeid te verrichten. Arbeid is dan weer een uitwerking van een kracht. Op te merken valt dat de terminologie vrij recent is. In de zeventiende eeuw, toen pioniers als Galilei, Descartes en Leibniz een idee van deze begrippen begonnen te krijgen, werd de benaming "kracht" gebruikt. Pas in de negentiende eeuw raakte het begrip energie (Grieks energeia, van en, "in" en ergon, "werk") in zijn huidige betekenis in zwang. Energie bestaat hoe dan ook niet op zichzelf, maar vertoont zich altijd in de vorm van een of ander natuurkundig verschijnsel. Bewegende lichamen en straling "zijn" geen energie, ze dragen de energie. Of het nu om kwantumdeeltjes of biljartballen gaat. Wat moeten we nu denken van al die energie in de "alternatieve" sfeer? Het natuurkundige begrip energie raakt hierin meestal kant noch wal. Nu moeten we niet te strikt natuurkundig denken. Het woord energie wordt ook ruimer gebruikt. Volgens de woordenboeken is het synoniem met "geestkracht". Energie opdoen tijdens een weekendje in de Ardennen, u weet wel. Het is niet meer dan een metafoor: men spreekt toch ook van "zijn batterijen opladen". In deze zin is het wellicht zo dat allerlei vormen van massage, welriekende oliën of lichaamsoefeningen, al dan niet vergezeld van mystiek gonggeluid en oude Chinese wijsheid, voor extra energie zorgen. Zoiets kan deugd doen en ontspannen, al kan een goede wandeling of een avond doorzakken dat ook (en meestal voor minder geld). Maar die metaforische vlieger gaat niet overal op. De "energiebanen" of "meridianen", waar de acupunctuur, de voetrefexologie en dergelijke het over hebben, worden door de beoefenaars beschouwd als fysische of althans fysiologische realiteiten. Maar nooit is aangetoond dat die energiebanen inderdaad energie in welke meetbare vorm dan ook transporteren. Hetzelfde geldt voor de "energievelden" waar pendelaars, piramidioten en aardstralenbestrijders het over hebben. Voor zover ze iets van energie begrijpen - wat lang niet altijd het geval is - hebben ze nooit kunnen aantonen dat er ergens energie stroomt of aanwezig is, noch dat "bestraalde" voorwerpen meer of minder energie hebben gekregen. Of het zou een onmeetbare energie moeten zijn, maar vermits energie alleen zinvol is als ze op een of andere manier meetbaar is, lijkt zoiets een hersenschim.

Waarom is dat woord zo populair in alternatieve kringen? Misschien omdat energie nu eenmaal niet tastbaar en grijpbaar is, zoals materie. Spreken in termen van energie klinkt minder materialistisch. Zei dr. Rodolphe Liagre, de welbekende homeopaat en zelfverklaard apologeet van de alternatieve geneeswijzen in ons land, niet dat er naast materialistische geneeskunde ook plaats moest komen voor "energetische geneeskunde"? U ziet het aankomen: de ultra-verdunde oplossingen in de homeopathie werken niet door de nog aanwezige materie, maar door de energievelden die ze met de verdunningen achterlaten. Of toch zoiets, want heel precies zal men het ook niet kunnen uitleggen. Die energievelden zijn immers nooit gevonden. Deze spiritualistische sympathie voor energie is niet nieuw. Een eeuw geleden, toen de klassieke natuurkunde in de problemen zat, meenden sommige ernstige wetenschappers, zoals de chemicus Wilhelm Ostwald, dat materie had afgedaan en dat energie de essentie van het heelal vormde. Een misverstand, want als volgens de beroemde formule van Einstein materie als "geconcentreerde" energie is te beschouwen, dan is energie even materieel als de materie zelf. De enige (fysische) energie die we het lichaam rechtstreeks kunnen toedienen, is via de voeding. En iedereen kent die, want die energie wordt nog altijd uitgedrukt in (kilo)calorieën. Ironisch genoeg is het precies die energiestroom die zovelen proberen te beperken. En ook daar wordt door de commercie handig gebruik van gemaakt, net als voor middeltjes die u extra energie verschaffen. Onlangs las ik in een reclame voor honing: "Honing is rijk aan vitaminen en mineralen, bevat geen vetten en heel weinig calorieën, hij geeft je direct en veel energie..." Pardon?

 

Tim Trachet  is stichtend lid van SKEPP; wiskundige, filosoof en redacteur bij Histories VRT.