Tijdlijn
In 2010 schreef ik een artikel nadat een collega een seminarie had gezien met Carl Van de Velde (CVDVTI). Hij had daar ernstige bedenkingen bij. Een korte blik op de website van Van de Velde leerde mij bovendien dat hij deelnemers blootsvoets over een bed van brandende kolen liet lopen, ook wel vuurlopen genoemd. Basisfysica leert ons dat de risico's laag zijn, vooral als je eerst je voeten nat maakt… Toch zijn er ernstige risico’s aan verbonden wanneer men bijvoorbeeld te lang in het vuur blijft. Kleine brokken steenkool kunnen ook bovenop uw voet of tussen uw tenen komen, en struikelen kan leiden tot ernstig letsel.
Ik meldde in dat artikel ook dat er foto’s op de website stonden die suggereerden dat deelnemers ertoe werden gebracht om houten planken te breken met hun hoofd of handen …
Van de Velde beweerde toen al dat hij meer dan 85.000 mensen had opgeleid en gecoacht. Ik berekende hoeveel mensen hij daarvoor per dag zou moeten zien. Als hij 300 dagen per jaar zou werken zou hij 28 individuele mensen per dag moeten coachen. Zelfs als hij 10 seminars per maand zou leiden, zou hij nog steeds gemiddeld meer dan 70 mensen in zijn seminars moeten hebben.
Ik bekritiseerde daarnaast ook het feit dat hij ‘levenstransformerende’ denktechnieken gebruikte tijdens zijn zogenaamde ‘Personal Mind Power Seminar’. Daarom schreef ik dat Van de Velde een nieuwe ster was in ‘charlatanland’. Van de Velde reageerde destijds maar heel summier.
In februari 2018 hadden journalisten van de Belgische krant De Tijd een seminarie bijgewoond. Naast Carl Van de Velde werden ook andere mensen om commentaar gevraagd. Deze commentaren waren snoeihard, zoals ‘hij is de Vlaamse Tony Robbins, fake it till you make it’ en ‘hij verkoopt gebakken lucht’.
In het artikel lazen we dat inmiddels meer dan 200.000 mensen zijn seminars zouden hebben bijgewoond, een aantal waar we nog steeds argwanend tegenover staan. Hij beweerde verder dat hij op zijn zeventiende de school verliet en huis-aan-huisverkoper werd. Onder het voorwendsel van een enquête over energiebesparing zou hij in de jaren ‘80 een voet tussen de deur trachten te krijgen, om vervolgens koperen keukensets te proberen verkopen voor 1.350 euro, wat toen veel geld was. In ons eigen artikel uit 2018 maakten we onze bedenkingen hierover.
Toevallig vertelde onze dierenarts me enkele dagen later, tijdens de behandeling van onze oude hond, dat hij een vijfdaags seminarie had bijgewoond van Carl Van de Velde. Ik vertelde hem over het artikel in De Tijd en over mijn artikel uit 2010. Ik vroeg hem of ik het cursusmateriaal dat hij van Van de Velde had gekregen, mocht raadplegen en zelfs kopiëren, zodat ik het kon onderzoeken. Hij stond mij toe om dit te doen.
In het magazine EOS Wetenschap verscheen op 18 april 2018 een artikel over de praktijken van TalentTester. Die werden bestempeld als kwakzalverij. TalentTester gebruikte immers ‘psychognomie’ om mensen te adviseren over hun carrière. Psychognomie zou een combinatie zijn van frenologie (schedelleer) en de studie van het hele lichaam, gezicht, haar en haartooi. SKEPP reikte trouwens haar jaarlijkse prijs ‘de Skeptische Put’ uit aan de CEO van Talent Tester in juni 2018.
Mijn collega Bart Van de Ven, PhD, deeltijds docent psychologie aan de Universiteit van Gent, en ikzelf besloten daarop (2018) in het zomernummer van Wonder en is gheen Wonder een artikel te schrijven over beide organisaties.
Inhoud van de kritiek
Wat de seminaries van het Instituut Carl Van den Velde betrof, bekritiseerden we zowel de pseudowetenschappelijke inhoud als de verkoop- en marketingpraktijken. Carl Van de Velde verwees in zijn cursussen immers duidelijk naar NLP of ‘neurolinguïstisch programmeren’, de mythe van de communicatieregel van Albert Mehrabian (die ten onrechte wordt geciteerd als zou hij hebben beweerd dat onze woorden slechts 7% invloed hebben op de interpretatie van de boodschap). Hij dweepte ook met de kracht van positief denken en stelde dat onze linkerhersenhelft ons rationele brein is en onze rechterhersenhelft ons emotionele brein. De verkoop- en marketingpraktijken van het Instituut werden ook geanalyseerd en bekritiseerd, met behulp van de criteria van twee gedragswetenschappers.
In plaats van de krant De Tijd aan te klagen of de commentatoren die hem in het artikel in De Tijd in sterke bewoordingen veroordeelden, besloot Van de Velde ons aan te klagen. Hij eiste een schadevergoeding van 400.000 euro plus interesten en eiste bovendien… onze excuses. De rechterlijke uitspraak en onze excuses zouden op een website en in ons tijdschrift dienen te worden gepubliceerd op straffe van een boete van 2.500 euro per dag vertraging.
Judas
Tijdens de procedure kwamen we er jammer genoeg achter dat een lid van SKEPP, die vroeger lid van de raad van bestuur was, had deelgenomen aan een seminarie. Hij prees blijkbaar eerder het seminarie van CVDVTI in een Facebook-groep opgericht door CVDVTI. Dit lid had enkele dagen na de publicatiedatum van ons artikel een mail aan het CVDVTI gericht waarin hij schreef dat ons tijdschrift ‘een bijzonder negatief artikel over het seminarie van jullie instituut’ had gepubliceerd. Toen ik hem eerder confronteerde met de verwijzingen naar hem door CVDVTI tijdens de rechtszaak, antwoordde hij mij dat hij verontwaardigd was dat ze zijn lidmaatschap tegen ons gebruikten, maar zweeg zedig over de inhoud van zijn e-mail. Onze tegenstanders gebruikten zijn e-mail om de rechters ervan te overtuigen dat zelfs belangrijke leden van SKEPP het niet eens waren met ons artikel. Het lijkt er dus op dat de bal aan het rollen werd gebracht door een collega-skepticus.
Gerechtigheid geschied
Het Hof van Beroep te Gent bevestigde in een arrest van niet minder dan 22 pagina's het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg. Het Hof benadrukte opnieuw dat de vrijheid van meningsuiting en meningsvorming duidelijk opwegen tegen de mogelijke reputatieschade voor Van de Velde en zijn opleidingsinstituut. Vanwege de context van ons artikel, het behandelde onderwerp, onze hoedanigheid als auteur, de inhoud en de vorm van de publicatie, oordeelde het Hof van Beroep dat de vorderingen van het CVDVTI niet proportioneel en niet noodzakelijk waren. Ten eerste betoogden de rechters dat ons artikel duidelijk onze persoonlijke mening weergeeft. Ten tweede werd bevestigd dat ons artikel onmiskenbaar het algemeen belang raakte. Deelnemers konden immers opleidingen gedeeltelijk betalen met publiek geld (subsidies van de Vlaamse overheid, de zogenaamde KMO-portefeuille). In ons artikel vroegen we ons letterlijk af of dit geld niet beter besteed kon worden. Ten derde werd bevestigd dat wij ons onderzoek zeer grondig hebben uitgevoerd. Dit was te danken aan het cursusmateriaal dat ons ter beschikking werd gesteld en de vergelijking van de verkoop- en marketingpraktijken met de criteria van gedragswetenschappers Robert Cialdini en Anthony Pratkanis. Een conclusie die zich opdringt is dat je héél grondig moet te werk gaan vooraleer je een bijdrage laat publiceren, want je kan je stevig moeten verantwoorden voor de rechtbank (het dossier dat we indienden was ongeveer een halve meter hoog).
Het feit dat Carl zich presenteerde als een publiek en bekend persoon en dat we niet over zijn persoonlijke leven schreven, was ook een argument in ons voordeel. Het argument van het CVDVTI, dat we concurrenten waren, werd ook door het Hof van Beroep verworpen. De rechters merkten terecht op dat ons motief erin bestond om een kritisch artikel te schrijven in de traditie van het tijdschrift SKEPP.
Een ‘chilling’ SLAPP-procedure
Het enige wat het CVDVTI volgens mij beoogde was ons monddood te maken en kritiek in de kiem te smoren. De rechters hebben het door CVDVTI beoogde ‘chilling’ effect spijtig genoeg niet veroordeeld.
Minstens één professor sprak al zijn teleurstelling uit dat het CVDVTI niet werd veroordeeld tot een fikse schadevergoeding wegens het instellen van een SLAPP-rechtszaak[1] of wegens proceduremisbruik (ook gekend als ‘tergend en roekeloos geding’). Hij vindt dat de lat bij de Belgische rechtbanken te laag ligt. We voerden inderdaad aan dat dit een geval van SLAPP was, omdat:
- Het artikel duidelijk een algemeen belang heeft (overheidsgeld).
- Onze opponent een belachelijke vergoeding van 400.000 euro eiste, zonder enig bewijs van schade en terwijl hun omzet en winstmarge in de jaren na onze publicatie sterk was gestegen (respectievelijk met 1.060.034 en 923.243 euro).
- Ze stuurden de deurwaarder met de dagvaarding op kerstavond en wachtten tot de beroepsprocedure om de e-mail van onze Judas over te maken.
- Ze beweerden dat we alleen maar jaloerse concurrenten zijn, maar ze klaagden het bedrijf waarvoor we werkten niet aan, terwijl ze beweerden dat dit bedrijf profiteerde van ons artikel (een redenering die de rechters evenmin volgden).
- Ze dwongen 6 conclusierondes af, wat ons buitenproportioneel veel tijd, geld en energie heeft gekost.
- Ze hebben de inhoud van onze evaluatie van het seminarie nooit betwist, behalve enkele kleine details (de rechtbank stelde dat we voor drie details onvoldoende bewijs hadden geleverd, maar dat dit geen reputatieschade opleverde).
- Ze schreven onmiddellijk na het vonnis in eerste aanleg dat ze in hoger beroep zouden gaan en vroegen onze advocaten om het vonnis van de eerste rechtbank nog niet te betekenen. Maar we moesten hen na enkele maanden zelf aanmanen en uiteindelijk toch betekenen. Daarna wachtten ze tot de laatste dag om beroep aan te tekenen.
- Ze wilden dat de rechtbank ons zou veroordelen om de uitspraak op een website te publiceren van een non-profit organisatie die niet meer bestaat (de vzw Evidence Based HRM) en onze publieke excuses aan te bieden.
- Onze advocaten wezen de rechters erop dat hun eisen buiten proportie waren en betoogden dat CVDVTI probeerde hun financiële dominantie te gebruiken om ons te intimideren en ons te bombarderen met ‘een heel arsenaal aan absurde en zelfs onmogelijke eisen, met maar één doel inderdaad, ons het zwijgen op te leggen’.
Momenteel bereidt een groep deskundigen een advies voor over een Anti-SLAPP-richtlijn. Zij adviseren de Europese Commissie over hoe SLAPP-procedures kunnen worden voorkomen of bestraft.
United we stand
We wachten nog op de eindafrekening van onze advocaten, maar tot nu toe zijn de kosten hoger dan 60.000 euro. Het CVDVTI werd veroordeeld tot de gerechtskosten ten belope van 16.800 euro. Deze som wordt gebruikt ter aanvulling van de inzamelingsactie. Dankzij SKEPP en de inzamelingsactie kost dit ons geen cent. Maar natuurlijk waren ook de stress, de energie en de tijd die we hebben besteed aan het opstellen van de conclusies van de advocaten gedurende een slopende procedure niet te onderschatten.
Ik dank iedereen die heeft bijgedragen om ons mentaal en financieel te steunen. Een les die zeker te leren valt, is dat we samen toch een vuist kunnen maken tegen financieel veel krachtiger individuen of bedrijven.
[1] De Engelse afkorting Strategic Lawsuit Against Public Participation betekent dat men een rechtszaak aanspant met als bedoeling een kritische stem te doen zwijgen.