Ik heb naar de details van de enquête gezocht, naar de originele vraagstelling, hoe de keuze van bevraagden gebeurde, maar veel is er niet te vinden. De opdrachtgever van deze ‘studie’ is de homeopathieproducent Boiron, met hoofdzetel in Frankrijk en wereldwijd verkoper van geschud water en suikerbolletjes, wat Boiron miljarden heeft opgebracht. De Franse website meldt dat ook in Frankrijk de firma Ipsos in opdracht van Boiron dezelfde enquête heeft afgenomen als in België,ii en ook daar blijkt minstens de helft van de bevolking de homeopathie op handen te dragen.
Dergelijke beweringen geven een déjà vu-gevoel. Telkens weer trachten de naar erkenning smachtende alterneuten hun totaal gebrek aan overtuigend bewijs voor werking tegen enige ziekte of klacht te doen vergeten door met opgeblazen cijfers over populariteit te zwaaien. Ze hopen aldus de bevolking maar vooral de politici ertoe te brengen om hen te erkennen. Sommige politici denken misschien dat het erkennen van iets wat zo sterk in vraag is, stemmenwinst kan opleveren.
Hoe komen ze aan dergelijke opgeblazen cijfers? De technieken zijn al jaren dezelfde: stel de vragen op een manier die het gewenste antwoord geeft. Wat ook vaak gebeurt is: bevraag bij voorkeur een ‘bevriend publiek’, bijvoorbeeld mensen die al klant zijn bij een homeopaat. Die ongeloofwaardige cijfers zijn eigenlijk wel juist als je de vragen bekijkt. Naargelang je vraagt ‘heeft u ooit eens homeopathie gebruikt?’ of ‘gebruikte u de laatste twaalf maanden homeopathie?’ of ‘bent u van plan het te blijven doen?’, krijg je heel verschillende antwoorden. Mits dergelijke ‘goede’ vraagstelling kan ik oprecht beweren dat 90% van de Belgen met een fopspeen gaat slapen. Het oneerlijke zit hem in de presentatie. Ook al heeft negen op de tien mensen ooit een fopspeen gehad, je mag niet beweren dat ze er vandaag één hebben.
De cijfers zijn erg ongeloofwaardig omdat er ook studies bestaan met heel andere resultaten. De cijfers van de Belgische Nationale Gezondheidsenquêtes, uitgevoerd door het WIV, het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, in 1997, 2001, 2004 en 2008, laten al jaren een heel andere realiteit zien.iiiEnkele citaten:
12% van de bevolking heeft in de 12 maanden voorafgaand aan het interview een contact gehad met een alternatieve of niet-conventionele therapeut. Het gaat hierbij, in volgorde van belangrijkheid, om contacten met een osteopaat (6,4% van de bevolking), een homeopaat (4,0%), een chiropractor (1,8%), een acupuncturist (1,6%), een manueel therapeut (1,2%) en een fytotherapeut of kruidengenezer (1,1%).
.../...
Het percentage personen dat beroep heeft gedaan op een alternatieve therapeut is stabiel wanneer de resultaten van 2008 met deze van 2001 vergeleken worden.
.../...
Het Neutraal Ziekenfonds voorzag als eerste in een algemene nationale regeling voor de terugbetaling van homeopathische geneesmiddelen voor haar leden.
In 2001 vroeg minder dan 2% van de leden van dit ziekenfonds de terugbetaling aan van een homeopathisch geneesmiddel. De Christelijke Mutualiteiten meldt dat in het jaar 2000 drie procent van haar totale ledengroep regelmatig een beroep deed op een alternatieve geneeswijze waarvoor de CM een tegemoetkoming geeft.
Die cijfers (4%, 2%, 3%) zijn wel nogal verschillend van 50%! Aan u om uit te maken welke bron u het meest vertrouwt. Kan het verschil misschien verklaard worden door zelfmedicatie? Het lijkt erg onwaarschijnlijk dat de helft van de bevolking aan zelfmedicatie doet met homeopathie. Het zal wel aan de tendentieuze vraagstelling liggen, genre ‘hebt u ooit een snotneus gehad of met een driewielertje gereden?’ Conclusie: 90% van de Belgen heeft een snotneus en verkiest een driewielertje!
Als ik zou beweren dat Boiron zeer dure suikerbolletjes verkoopt waar geen kruimel actieve stof in zit, zouden ze mij dan ook een proces aandoen en schadevergoeding eisen, zoals ze deden met een Italiaanse amateurblogger?
Om mijn positieve ingesteldheid en goede wil te bewijzen, herinner ik er nog eens aan dat de vzw SKEPP een prijs van 10.000 euro uitlooft voor wie het onderscheid kan maken tussen een homeopathisch middel en de grondstof ervan (water, alcohol of lactosebolletje). Alle technieken zijn toegelaten: patiënten, proefdieren, toestellen, pendel, wichelroede, zesde zintuig, waarzegger en sterrenbeelden. We zijn breeddenkend. Die prijs geldt ook voor wie het onderscheid kan maken tussen twee homeopathische middelen. Uiteraard geldt dit aanbod enkel voor de post-Avogadro-verdunningen, dus meer dan C12 , maar het mogen ook veel sterkere middelen zijn in de homeopathische zin (dus nog meer verdund).
Kom gerust op uw driewielertje
Bestrijden wij homeopathie? Zeker niet! In ons landje is er grondwettelijke vrijheid van geloof, dus ook geloof in homeopathie is een recht. Maar als er reclame gemaakt wordt voor een aangeboden dienst door middel van onjuiste verklaringen of valse beloften, dan is er een overtreding van de wet op oneerlijke handel en dat is strafbaar. Wij verzetten ons met klem tegen het principe dat een behandeling erkenning verdient omdat een deel van de bevolking erin gelooft of ze toepast, laat staan op basis van vertekende cijfers. Hopelijk zijn onze politici verstandig genoeg om zich te realiseren tot welke absurde toestanden dit kan leiden. Als de erkenning van behandelingen zou afhangen van de gunst van het volk, dan zaten we nog steeds met aderlatingen, brandijzers en zalfjes gemaakt van vleermuizendrek. Absurdistan is trouwens al begonnen. Dankzij sterk lobbywerk van de homeopathische industrie heeft het Europees Parlement directieven gestemd die de lidstaten verplichten om producten waar niets in zit en die niemand kan onderscheiden van water of suiker, te erkennen als medicijn. Sterker nog, producenten mogen er zelfs medische indicaties voor vermelden als ze ergens een boekje kunnen opdiepen dat aantoont dat een homeopaat het ooit daarvoor gebruikte.
i http://www.apodenys.be/documents/news-items/ipsos-studie-de-belg-en-homeopathie.xml?lang=nl
ii http://www.boiron.fr/Homeopathie/Homeopathie-Enquete-Ipsos
iii https://www.wiv-isp.be/epidemio/epinl/crospnl/hisnl/his08nl/r3/7_contactenbeoefenaarsniet-conventionelegeneeswijzen_oh_report3_nl.pdf