Twee populaire interventies onder de loep

Afbeelding

Onzin in de kinesitherapie

Mensen gaan naar een kinesist omdat ze pijn hebben, moeite hebben met zekere bewegingen of geen kracht meer hebben in bepaalde spiergroepen. Voor veel aandoeningen is beweegtherapie een efficiënt, maar onderbenut medicijn. Helaas zijn niet alle kinesitherapeutische handelingen zinvol. We houden er twee tegen het licht: dry needling en sportmassages.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Eerst en vooral, kinesitherapie, letterlijk bewegingstherapie, ofwel die behandelingen die via actief en passief bewegen therapeutische resultaten genereren, heeft bijzonder veel waardevols te bieden. Voorbeelden zijn bekkenbodemtherapie bij urineverlies, oefentherapie bij artrose, wandeltherapie bij etalagebenen, ademhalingsoefeningen bij chronische longproblemen of hyperventilatie, etc. Voor deze en andere indicaties bestaat er een stevige wetenschappelijke onderbouw. Over andere interventies is de wetenschap veel minder duidelijk of gaat het om je reinste kwakzalverij. 

Een voorbeeld van de laatste categorie is medical taping tegen hooikoorts, waarbij een smalle gekleurde tape, zoals die ook bij sporters gebruikt wordt, tussen de schouderbladen wordt gekleefd om hooikoortsklachten te verminderen. Een ander voorbeeld van kwakzalverij is de cuppingtherapie tegen pijnklachten en vermoeidheid, waarbij losse cups de onderliggende bloedtoevoer zouden aanzuigen door een vacuüm effect te creëren. Daartussen zit een derde categorie interventies waar heel wat wetenschappelijk onderzoek over bestaat, maar het bewijs op losse schroeven blijft staan. We bespreken er hier twee: dry needling en sportmassages.

 

Dry needling 

Dry needling werd voor het eerst beschreven in de jaren 70 in een publicatie van de Tsjechische neuroloog Karel Lewit. Hij onderzocht verschillende interventies voor het behandelen van lokale spierpijn en stelde vast dat met een naald prikken in een pijnlijke spierverharding de spier ontspant, waardoor de pijn afneemt. De naalden die hiervoor gebruikt worden zijn acupunctuurnaalden: hele fijne steriele naaldjes, die maken dat de onaangename prikken zo min mogelijk pijn doen. De punten die worden aangeprikt noemt men triggerpoints. Triggerpoints zijn knobbels die ontstaan door het verkrampen van een groep spiervezels in een spier. Dergelijke spierknopen zouden de bloeddoorstroming in de betrokken spier belemmeren, waardoor lokaal een zuurstoftekort ontstaat, wat flink veel pijn kan doen.

Over dry needling en sportmassages bestaat veel wetenschappelijk onderzoek, maar het bewijs staat op losse schroeven.

In alle skeletspieren kunnen spiervezels verkrampen door aanhoudende stress, overbelasting of als gevolg van een acuut letsel. De kramp kan pijn veroorzaken, lokaal of uitstralend. Spierknopen of triggerpoints zijn soms voelbaar als harde strengen of knobbels. Tot zover de theorie. Dat delen van spieren kunnen verkrampen, hebben we allemaal al aan den lijve ondervonden. Kinesisten die dry needling toepassen, gaan manueel op zoek naar triggerpoints en prikken er met een naald in. Door de prik zou de verkrampte spiergroep ontspannen, waardoor de spier sneller kan herstellen. Of deze triggerpoints de kern vormen van aanhoudende spierpijn is nooit bewezen, maar heel wat mensen geloven wel dat het werkt. 

Dry needling lijkt op acupunctuur, maar is toch verschillend. Een acupuncturist prikt in denkbeeldige energiebanen, met als doel het inwendige evenwicht te herstellen. Een kinesist die dry needling toepast prikt in spierknopen. Acupunctuur wordt gebruikt voor een hele resem uiteenlopende ziekten, terwijl dry needling zich beperkt tot aandoeningen van het bewegingsstelsel. Een acupuncturist laat de naalden een tijdje ter plaatse, terwijl een kinesitherapeut de spieren enkel aanprikt. Het ontbreken van degelijk bewijs hebben ze allebei gemeen. Zo blijft de rol van triggerpoints controversieel. Niettemin suggereren een aantal overzichtsstudies (samenvattingen van soms tientallen studies over hetzelfde) dat dry needling wel een gunstig effect heeft op pijnlijke spierproblemen, maar zonder te kunnen verklaren waarom.

Dat triggerde een onderzoeker van de Radboud Universiteit in Nijmegen: Thomas Hoogeboom. Hij publiceerde onlangs een onderzoek over mogelijke belangenconflicten van de auteurs van studies over dry needling. Voor de belangrijkste auteurs (gewoonlijk de eerste en de laatstgenoemde in de publicatie) van deze studies, vonden Hoogeboom en collega’s opvallend vaak belangenconflicten die niet gemeld werden in de publicatie. Niet alleen werden financiële belangenconflicten vaak verzwegen, bijvoorbeeld aandelen hebben in een bedrijfje dat dry needling-naalden fabriceert, maar bleken heel wat auteurs zelf opleiding te geven in dry needling en/of het zelf toe te passen in hun praktijk. Het Nederlands onderzoek bracht dit aan het licht door de auteurs van de diverse studies te contacteren en hen een vragenlijst voor te leggen. Velen ging daarop in, omdat het helemaal niet verboden is om je persoonlijke geloof in interventies vooraf te melden. In vakjargon noemt men dit ‘reseacher allegiance’: het geloof van de onderzoeker in de superioriteit van een interventie. Het is een vorm van bias, wat betekent dat de invloed hiervan op de uitkomsten of interpretaties van onderzoek best mogelijk is. Als de studies met dergelijke bias worden uitgesloten en alleen de onafhankelijke gecontroleerde studies overblijven, heeft dry needling geen enkel aantoonbaar effect meer.

 

Sportmassage

Afbeelding

Sporters die voor of na een wedstrijd op een massagetafel liggen en druk bewerkt worden door een kinesitherapeut, het zijn beelden die iedereen kent. Sportmassage zou enerzijds sporters beter voorbereiden op een wedstrijd en letsels voorkomen en na afloop zou de massage spierherstel bevorderen. “De spieren worden losgemaakt", klinkt het, wat dat ook moge betekenen. Ze blijven gelukkig wel vasthangen aan pezen en botten. Over deze massages bestaan verschillende theorieën. De meest gangbare stelt dat massage de bloedcirculatie verbetert. Huid en spieren worden warm, de onderliggende bloedvaten zetten uit en onder andere melkzuur, dat zich tijdens de sportinspanning opstapelt in de spieren, wordt sneller afgevoerd. 

Om die effecten te bekomen, worden diverse massagetechnieken gebruikt. Talrijke studies, meestal op kleine groepen sporters uitgevoerd, vinden gunstige effecten. Tot ze kritisch tegen het licht gehouden worden. Dat gebeurde in een recent overzichtsonderzoek dat maar liefst 114 studies met in totaal 2.731 deelnemers bevat. Deze analyse vond positieve noch negatieve effecten van massage. De bloedcirculatie in de bewerkte spieren versnelt helemaal niet, melkzuur wordt niet sneller afgevoerd en je gaat er ook niet beter van presteren. Er was wel een licht gunstig effect op spierstijfheid na de wedstrijd. Massage vermindert de spierschade echter niet. Een goede massage na een zware sportinspanning is zonder twijfel aangenaam en relaxerend. Bovendien heeft het weinig bijwerkingen. 

 

Marleen Finoulst is gewezen huisarts, journalist en ondervoorzitter van SKEPP. Ze is hoofdredacteur bij Gezondheid en Wetenschap en geeft lezingen over kritisch omgaan met gezondheidsinformatie.

 

Voetnoten

  1.  John W Ware, Kenny Venere, Stephanie A Miller, Heather Freeman, David A Scalzitti, Thomas Hoogeboom, A Systematic Appraisal of Conflicts of Interest and Researcher Allegiance in Clinical Studies of Dry Needling for Musculoskeletal Pain Disorders, Physical Therapy, Volume 103, Issue 6, June 2023, pzad023
     
  2. Dakić Miloš, Lazar Toskić, Vladimir Ilić, Saša Đurić, Milivoj Dopsaj, and Jožef Šimenko. 2023. The Effects of Massage Therapy on Sport and Exercise Performance: A Systematic Review. Sports 11, no. 6: 110. https://doi.org/10.3390/sports11060110