In 2007 kregen West-Europese scholen, universiteiten en instituten gratis – normale kostprijs 75 euro – en ongevraagd
een indrukwekkend boek van 800 pagina’s toegestuurd met als titel Atlas of creation. De uitgever is Global Publishing in Istanbul.
De auteur van de ‘atlas’ heet Harun Yahya, pseudoniem voor de in Istanbul wonende Turk Adnan Oktar. Sedert een twintigtal jaar produceert hij ontzettend veel boeken en artikelen, maakt hij video’s en dvd’s en heeft hij een levendige website. Het is zijn doel het Turks (of islamitisch) creationisme zo breed mogelijk te verspreiden. De boodschap? De goddelijke creatie van alle levensvormen is een onbetwistbaar feit en de Koran is de bron van al het goede. De biologische evolutie is volgens hem niet alleen een dwaling, maar ook de bron van zowat alle kwaad op aarde. Yahya verpakt zijn boodschap in uiterst fraai ogende publicaties, waaronder ook kinderboeken, die veelal gratis of aan een bodemprijs worden aangeboden en via het internet worden verspreid. Het is de uitdrukking van een opvallende heropleving van het creationisme in Turkije, en ook daarbuiten.
Biologieprofessoren van de Universiteit Antwerpen ondervonden al dat Turkse studenten, tijdens of na een college, met boeken van Yahya in de hand argumenteerden dat zij evolutie niet kunnen of mogen aanvaarden. De titels van zijn boeken liegen er niet om en het volgende is slechts een kleine greep uit de talrijke publicaties: Het bedrog van de evolutieleer, The disasters Darwinism brought to humanity, New research demolishes evolution, A definite reply to evolutionists, The collapse of the theory of evolution,
Islam denounces terrorism, The Qur’an (Koran) leads the way to science en vele andere. De Atlas of creation is voorlopig het laatste boek in de rij dat alle voorgaande zowel uiterlijk als inhoudelijk op alle gebied overtreft. En dan blijkt het nog maar te gaan om een eerste deel terwijl er ons in totaal zeven delen te wachten staan. Een totaal ander verhaal is de pseudowetenschappelijkheid
van de inhoud en de gebruikte techniek om wetenschappelijk minder geschoolde mensen te misleiden. De Atlas of creation had bij nader inzien beter de titel Atlas of creationism of Handbook of anti-evolutionism gekregen.
Wie is Yahya?
Voor we ingaan op de inhoud van de ‘atlas’ zijn er nog voor de hand liggende vragen. Wie is Harun Yahya? Waar komt hij vandaan? Hoe kan één man zo’n gigantisch werk verrichten? En ten slotte: wie financiert dit alles? In de inleiding tot de atlas zelf vinden
we over de auteur dat hij zowel kunsten en letteren als filosofie heeft gestudeerd en dat het zijn doel is de Koran te verspreiden en te leren leven naar Gods woorden. Hij koos om die reden het pseudoniem Haron (Aaron) gevolgd door Yahya (John), de namen van twee profeten die vochten tegen het gebrek aan geloof bij de mensen. Andere gegevens over de auteur zijn voorlopig moeilijk te vinden.
De enige informatie vonden wij bij An Bogaerts, een biologe die ook journalistiek
studeerde. Na haar eindwerk ‘Moslimcreationisme in Vlaanderen’, bekroond met een beurs van het fonds Pascal Decroos, trok ze naar Istanbul om meer over de achtergrond en activiteiten van Harun Yahya te weten te komen. Haar bevindingen kun je lezen in het artikel ‘Allah versus Darwin’ (Eos, juni 2006). Bogaerts stelt dat Harun Yahya, hoewel hij geen enkele wetenschappelijke achtergrond heeft, er toch in slaagt met de nodige middelen en dankzij bepaalde technieken de suprematie van de Koran boven wetenschappen of evolutie als absolute en onbediscussieerbare ‘waarheid’ ingang te doen vinden. Zijn naam zou niet voor één persoon staan, maar voor een door hem opgerichte religieuze sekte, die later werd vervangen of omgevormd tot het BAV (acroniem voor Bilim Arastima Vakfi), een soort fonds voor wetenschappelijk onderzoek. De sfeer die er heerst, kan het best geschetst worden door twee artsen van de vereniging die zich tegenover An Bogaerts lieten ontvallen dat Harun Yahya ‘binnen de vijf jaar Europa zal bekeerd hebben tot het creationisme’.
De huidige verspreiding van de Atlas of creation lijkt te bevestigen dat het inderdaad menens is. Een jaar later hoor je al de eerste echo’s dat de atlas ook indruk maakt in enkele Europese milieus. Waar de enorme financiële middelen – ogenschijnlijk nog groter dan die van de Amerikaanse creationisten – vandaan komen, daar hebben we voorlopig het gissen naar. In het Westen moet het creationisme zich proberen waar te maken in een milieu waarin geschoolde evolutiebiologen en andere wetenschappers het nodige weerwerk bieden. Zoals op enkele processen in de Verenigde Staten bleek, kon daardoor de belangrijkste eis van het westerse creationisme tegengehouden worden: de invoering van creationisme als verplichte leerstof in biologie (of natuurwetenschappen)
op openbare scholen. Dergelijk weerwerk blijkt niet te bestaan in Turkije en het is niet ondenkbaar dat Harun Yahya, of het instituut waar zijn naam voor staat, de nodige steun geniet van de overheid of van andere instanties binnen of buiten de Turkse landsgrenzen.
Oude aarde
In de Atlas of creation kunnen we drie delen onderscheiden. Het eerste deel (van pag. 16 tot 43) gaat over fossielen en biologische tijdvakken. Een vaststelling bij de correcte datering van de tijdvakken is dat het niet gaat om het ‘jonge-aardecreationisme’, dat in de Verenigde Staten de overhand heeft. De reden is dat de Koran de Bijbelse tijdrekening van het Oude Testament niet volgt, die stelt dat de hele schepping zowat zesduizend jaar geleden gebeurd zou zijn in zes dagen. Harun Yahya heeft daardoor geen probleem met een hoge ouderdom van de aarde noch met het bestaan van vroege levensvormen. Men spreekt in dit verband van het ‘oude-aardecreationisme’. Al bij de bespreking van het cambrium – het tijdvak grosso modo van 543 tot 490 miljoen jaar geleden – vindt men de eerste verrassing voor de onvoorbereide lezer. Een uiterst summiere en zeer algemene aanduiding van het bestaan van bepaalde levensvormen in het cambrium wordt onmiddellijk en zonder enige verantwoording gevolgd door de ongedifferentieerde absolute vaststelling dat de evolutietheorie, die stelt dat er een verdere evolutie is geweest, faalt en dat de goddelijke creatie een feit is. Nog verrassender is dat dit scenario bij de volgende tijdvakken steeds weer herhaaldwordt. De conclusie is steevast dat de fossielen onbetwistbaar en zonder enige uitzondering aantonen dat de betreffende organismen ofwel uitstierven ofwel onveranderd bleven, tot op vandaag. Hierdoor zouden het falen van de evolutieleer en de goddelijke
creatie van alle levensvormen onweerlegbare feiten zijn.
Het tweede deel (pag. 44 tot 609) is de eigenlijke atlas. Na de opsomming van de tijdvakken in het eerste deel zou je verwachten dat er een bespreking zal volgen van de fossielen in volgorde van hun voorkomen in die tijdvakken ofwel beginnend van de eenvoudigste tot de complexere levensvormen. Niet dus. Het atlasgedeelte bestaat uit duizenden zeer mooi ogende foto’s in een volledig willekeurige volgorde zonder enige aandacht voor biologische systematiek. Het opzet hiervan is intussen wel duidelijk en te vergelijken met creationistische publicaties in het algemeen: de suggestie van samenhang tussen de soorten vermijden. Door de hele atlas heen wordt vervolgens hetzelfde scenario tot vervelens toe herhaald. Gespreid over soms één en meestal twee pagina’s worden foto’s getoond van fossielen, geplaatst naast een nu levend dier of plant (of onderdeel ervan). De afbeeldingen zijn zo gekozen dat ze enige gelijkenis suggereren. Daarbij past een uiterst summiere tekst met de naam van het voorgestelde organisme, de plaats waar het als fossiel gevonden zou zijn en de periode waarin het geleefd zou hebben, gevolgd door twee à vier zinnetjes informatie. Zonder enige bespreking of analyse van de foto’s wordt vervolgens gesteld dat de getoonde foto’s van fossielen en levende vormen hetzelfde dier of dezelfde plant betreffen. De soorten kunnen dus niet veranderen, evolutie is fout en God heeft alles geschapen. Dit stramien wordt vervolgens vele honderden keren herhaald. Voor iemand die maar enig begrip heeft van wat wetenschap is, moet het onwetenschappelijke van dit alles meer dan duidelijk zijn. Een paar voorbeelden:
• De namen van dieren of planten zijn geen wetenschappelijke soortnamen maar gewone volksnamen zoals ‘een konijn’, ‘een kreeft’, ‘een vlieg’ of ‘een schedel van een hert’.
• Nergens worden bronnen of referenties gegeven van de foto’s waardoor ze niet opgespoord kunnen worden noch vanuit een andere hoek bekeken kunnen worden.
• Nergens wordt enige bespreking of analyse gemaakt van de mogelijke overeenkomsten van het fossiel en het huidige levend dier.
• Nergens wordt enige analyse of verantwoording gegeven van het besluit.
• Nergens worden de argumenten of fossielen vermeld die volgens wetenschappelijk onderzoek door specialisten wél wijzen op tussenvormen en evolutielijnen, noch worden ze besproken.
Het opzet is duidelijk. Alle verwantschappen en evolutielijnen die in de loop van 150 à 200 jaar door vakspecialisten na uitvoerige studie zijn ontdekt, worden volkomen genegeerd en naar de prullenmand verwezen. Men moet de auteur uitsluitend op zijn woord geloven dat de moderne wetenschappen het wat de geschiedenis van de natuur betreft volledig fout hebben. Er is geen enkele controle mogelijk. Yahya hoeft hierdoor zelfs niet te bewijzen dat hij in staat is de getoonde foto’s te bespreken en te analyseren. De tactiek is begrijpelijk. De auteur kan het zich daardoor permitteren erg driest te werk te gaan en stellen dat 150 jaar opgravingen en studie door specialisten niet één enkel bewijs opgeleverd hebben dat levensvormen kunnen veranderen. De kracht van de gebruikte techniek – absolute en autoritaire uitspraken in combinatie met de indrukwekkende presentatie – leidt ertoe dat lezers die niet de nodige kennis hebben of geen kritische instelling hebben, probleemloos aannemen wat gesuggereerd wordt.
Valse religie
Absolute uitspraken of ‘waarheden’ die niet gestaafd worden met analyse, bespreking of verantwoording, het volkomen weglaten van alternatieve mogelijkheden of van tegenargumenten, de eenvoud van de stellingen en beweringen zodat ze door zoveel
mogelijk mensen gemakkelijker aanvaard of begrepen kunnen worden, het steeds weer herhalen: het zijn stuk voor stuk retorische technieken die ook te vinden zijn in de religie. Religieuze teksten zijn vaak hymnen die door hun structuur gemakkelijk gereciteerd of gezongen kunnen worden en hierdoor ook gemakkelijker onthouden kunnen worden. De aanvang van het Oude Testament van het christendom (of van de Tora van het jodendom) legt in enkele regels op een absolute en eenvoudige manier de hele schepping uit waarbij steeds weer herhaald wordt dat het avond geweest was en weer dag en dat God het goed vond. En deze enkele
eenvoudige regels werden een onderdeel van de basis van de hele westerse cultuur tot vandaag. Bijna de helft van de Amerikaanse bevolking blijkt nog steeds te geloven dat dit bijbelse scheppingsverhaal letterlijk juist is. De kracht en behendigheid van Harun Yahya schuilt erin dat hij iets wat veeleer pseudowetenschap of zelfs een vorm van religie is, toch bij een grote massa voor wetenschap kan laten doorgaan, dankzij het gebruik van een techniek uit de religie. Een belangrijk verschil met echte religieuze
teksten is dat die laatste in de regel na eeuwenlange filtering via mondelinge overlevering op schrift werden gesteld, in omstandigheden waarin wetenschappen nog nauwelijks bestonden. Ze werden hierdoor ware kunstwerken die tegemoetkwamen
aan vele verlangens en aan de aard van een volk. De Atlas of creation werd echter op korte tijd door één of enkele mensen opgesteld met als doel in te spelen op gebrek aan kennis van een grote massa. Het werk negeert ook bewust het feit dat onze kennis van (natuur)wetenschappen steeds beter gefundeerd wordt en nog altijd uitbreidt. Dat maakt de Atlas of creation tot pseudowetenschap en ‘valse religie’ en tot misleiding en indoctrinatie. Het merkwaardige is dat bij navraag blijkt dat niet wetenschappelijk geschoolden de gebruikte techniek veelal niet doorhebben en niet inzien dat juist het bestaan van evolutie diepe inzichten en goede verklaringen geeft in de aard en samenhang van al het bestaande.
Twin Towers
Het derde en laatste deel van de atlas (pagina 610 tot 797) is iets totaal anders, maar de gebruikte techniek blijft dezelfde. In achttien hoofdstukken wordt een bloemlezing gegeven van alle mogelijke teksten en argumenten van het creationisme, de creatiewetenschappen en recent ook het ‘Intelligent design concept’, met als doel Darwin, het darwinisme en de evolutietheorie te ontkrachten. Dit is het enige nuttige deel van het hele boek, maar dan alleen wegens het encyclopedische ervan. Ook hier herhaalt Yahya uitentreuren het vernietigende oordeel over evolutie en de aanhangers ervan en benadrukt hij dat God alle levensvormen creëerde. Ook nu weer ontbreken de adequate antwoorden of reacties die evolutiebiologen en andere wetenschappers in de loop der jaren formuleerden op creationistische stellingen.
De evolutieleer is volgens het boek de bron van alle kwaad. Het ligt aan de basis van het materialisme, communisme en zelfs terrorisme. Hitler, Stalin en vele anderen werden gestuurd door Darwin en door het ermee gepaard gaande materialisme. Zelfs de daders van de aanval op de Twin Towers op 11 september 2001 in New York waren volgens de auteur in feite darwinisten en geen echte moslims. Het darwinisme moet volgens de auteur om die redenen uitgebannen worden. Hoewel Yahya dankbaar gebruikmaakt van alle westerse creationistische gegevens, ideeën en teksten, is de toon op verschillende plaatsen antiwesters. Kinderen mogen niet geconfronteerd worden met de evolutietheorie, maar moeten vanaf hun jeugd de Koran leren kennen, want alleen die is de basis voor de waarheid en voor vrede tussen de volkeren op aarde. De Koran is de basis voor moraliteit, liefde, dankbaarheid, nederigheid, verdraagzaamheid, vrede en vele andere deugden. In de Koran is ook de basis te vinden voor alle echte wetenschap. In de Atlas of creation, die in Europa voor het nodige effect moet zorgen, wordt het voorzichtigheidshalve niet zo nadrukkelijk gesteld, maar uit vorige boeken en geschriften blijkt onverbloemd dat Harun Yahya ervan overtuigd is dat zijn acties succes zullen kennen, en dat Europa binnen twintig jaar grotendeels islamitisch geworden zal zijn en de evolutiegedachte verlaten zal hebben. Maar hoewel de eerste signalen erop wijzen dat de Atlas of creation in enkele Europese kringen inderdaad blijkt aan te slaan, lijkt Harun Yahya toch de culturele evolutie in Europa, die tot de renaissance en de verlichting leidde en tot de waardering voor het rationele denken en tot de moderne wetenschappen, zwaar te onderschatten. Het bestaan van evolutie en de verklarende kracht van het evolutieve denken is bij fundamenteel denkende natuurwetenschappers dermate evident dat de meesten onder hen de schouders ophalen en het zelden de moeite vinden op creationistische teksten zoals de Atlas of creation te reageren. Velen onder hen stellen zelfs dat het beter is om helemaal geen reacties te formuleren omdat het fundamentalisme – zoals het creationisme –
volledig immuun blijkt voor elke tegenargumentatie en het hele debat daardoor een naast elkaar praten wordt. Wij hebben gemeend dat het verschijnen van het islamitisch (of Turks) creationisme in Europa toch belangrijk genoeg is om hierover de nodige informatie en achtergrond te verschaffen.
Prof. dr. Walter Decleir was twee jaar decaan van de faculteit wetenschappen en twaalf jaar rector van het Universitair Centrum Antwerpen (RUCA). Hij werd bij het ontstaan van de eengemaakte universiteit antwerpen, in 2003, de eerste voorzitter van het reflectiecentrum Pieter Gillis en is vandaag emeritus gewoon hoogleraar.