Gezond veganisme: kan dat?

Strikt veganisme vooral bij kinderen een gevaarlijk experiment
26-03-2019

-

door verscheen in :
8 minuten
Leestijd:
Veganisme is in de mode. Zoals alle modieuze diëten is het een food fad, een cultdieet. Dergelijke diëten worden gekenmerkt door extreme keuzen in voedingswaren gebaseerd op ideologische of religieuze voorkeuren, waarbij het ene wordt verketterd en het andere verheerlijkt. De verdedigers van dergelijke diëten hanteren vergezochte speculaties of regelrechte pseudowetenschap om gezondheidsclaims te onderbouwen.

In realiteit is een cultdieet steeds onevenwichtig en zondigt het tegen het zowat enige principe van een gezond dieet: eet gevarieerd. Veganisme is een food fad, in zoverre het alle dierlijke producten afwijst en dit baseert op een ideologische keuze. Het resultaat is een onevenwichtig dieet, niet aangepast aan de menselijke behoeften.

Maar veganisme gaat verder dan de klassieke food fad, daar waar de ideologische keuze voor veganisme minder verward is dan die voor bijvoorbeeld macrobiotiek. Macrobiotiek was een veganistisch dieet, populair in mijn studentenjaren (de jaren 1970). Ik herinner me als arts-stagiair nog goed een baby van macrobiotische ouders met hypernatriëmische stuipen, opgenomen in GoodEngels, de toenmalige kinderkliniek van Antwerpen. De jonge moeder kon geen borstvoeding geven, en verving dit door ‘macrobiotische’ babyvoeding. Die bevatte belachelijk veel zeezout. Alsof natriumchloride uit de zee wat anders is dan natriumchloride uit keukenzout. De jonge nieren konden zoveel natrium niet verwerken, dat stapelde zich op en veroorzaakte stuipen met vermoedelijk blijvende hersenschade.

Het macrobiotische dieet is gebaseerd op principes van zenboeddhisme en nog oudere animistische ideeën over een dualistisch evenwicht tussen vrouwelijke en mannelijke grondbeginselen: Yin en Yang. Het dieet zelf werd echter pas geformuleerd in de ter zake knotsgekke twintigste eeuw. Macrobiotische diëten zijn veganistisch, en dat had onplezierige gevolgen voor kinderen van strikt macrobiotisch-veganistische ouders. Planten bevatten geen vitamine B12. De kinderen van dergelijke ouders raakten ernstig ondervoed. Verder opgevolgd hebben hun hersenen die achterstand nooit meer ingehaald. Dat is geen mis te verstane waarschuwing voor ouders die hun kinderen veganistisch wensen op te voeden.

Legitieme argumenten

De argumenten voor veganisme als een dieet zonder dierlijke producten, los van religieuze pseudowetenschap, zijn daarentegen goed invoelbaar. Waarschijnlijk is veganisme daarom plots erg populair in de media. Deze argumenten zijn legitiem. Het eerste argument betreft dierethiek. Bij de moderne vleesproductie wordt het dier verzakelijkt. Een varken wordt een gevoel- en hersenloze zak, bevattende nog te verwerken koteletten en varkensgehakt. Afwijzen van dierenleed is een krachtig en legitiem argument om voedingswaren van dierlijke oorsprong te weigeren.

Het tweede argument betreft het bedreigde welzijn van de planeet. Productie van vlees en zuivel vergt een groter landbouwareaal dan productie van planten. Veeteelt is daarenboven een belangrijke bron van broeikasgassen. Als de weldra drie miljard Chinezen en Indiërs dagelijks een T-bone steak van Amerikaanse afmetingen ambiëren, krijgt de Aarde er een groot probleem bij.

Het derde argument is twijfelachtig. Een wetenschappelijk geïnspireerd veganisme, inclusief voedingssupplementen, is potentieel gezonder dan het huidige dieet van de gemiddelde Westerling. Die eet te veel calorieën en te veel vlees. Het veganistisch dieet bevat minder calorieën en is minder smakelijk. Van vegetariërs is bekend dat ze langer leven, minder diabetes hebben en op latere leeftijd hart- en vaatziekten krijgen. Maar dat komt ook omdat vegetariërs vaak hoger geschoold zijn en/of uit religieuze motieven niet roken en meer bewegen. Er zijn heel wat goed bestudeerde vegetarische bevolkingen, maar ik ken geen grootschalige studies van veganisten.

Vegetariërs gebruiken zuivel en eieren. Dat levert meer dan voldoende dierlijke eiwitten om van een evenwichtig dieet te spreken. Bij het afwijzen van alle dierlijke producten is je basisvoeding onvolledig. De ontbrekende voedingsmiddelen moeten worden aangevuld uit andere voedingselementen. Dat leidt gauw tot te veel van het ene en te weinig van het andere. In theorie is een veganistisch dieet gezonder, in de praktijk is dat bewerkelijk. Zo bewerkelijk dat er ook geen studies zijn die dit kunnen aantonen.

Voedingsdeficiënties

Sommige voedingsstoffen komen uitsluitend of bijna uitsluitend voor in vlees, eieren en zuivel. Ze komen minder of helemaal niet voor in planten of zijn er moeilijker verteerbaar. Zoals gezegd is vooral vitamine B12 een probleem. Daar is niets aan te doen, tenzij voedingssupplementen nemen. In het gemiddelde veganistisch dieet zit ook te weinig calcium, vitamine D, omega-3 vetzuren, ijzer, zink en jodium. De calciuminname uit plantaardige voedingsmiddelen is doorgaans lager dan uit zuivelproducten. Zij bevatten per portie minder calcium en de absorptie van calcium uit plantaardige producten is meer beperkt.

Het is daarom niet evident om alle benodigde calcium volledig uit groenten en andere niet-verrijkte plantaardige voedingsmiddelen te halen, zeker niet voor kleine kinderen die kleinere porties eten en door de groei grotere behoeften hebben. Een chronisch calciumtekort komt daarom vaker voor bij veganisten en kan bij kinderen tot botafwijkingen en een verhoogd risico op beenderfracturen leiden. Desgevallend zijn dus met calcium verrijkte producten noodzakelijk.

Ook een adequate inname van vitamine D is noodzakelijk voor een goede botgezondheid. Jodium is nodig voor het maken van schildklierhormoon. Het gemiddelde dieet in de lage landen is relatief arm aan jodium. Brood wordt daarom verrijkt met jodiumhoudend zout. Brood bakken met dit zout wordt sterk aangeraden maar het is niet verplicht. ‘Natuurlijk’ of ‘biologisch’ brood wordt vaak zonder jodiumhoudend zout gebakken omdat dat ‘natuurlijker’ zou zijn, maar aan onze voeding is zowat niets natuurlijk. Dat is net een terecht argument van de betere veganistische beweging om het gebruik van de noodzakelijke supplementen te verdedigen.

Plantaardige alternatieven, buiten wieren, bevatten enkel jodium als ze zijn verrijkt. Jodiumtekort komt daarom meer voor bij veganisten. Tijdens de zwangerschap en de eerste levensjaren kan dit tekort de groei en de verstandelijke ontwikkeling van het kind beperken. Het jodiumgehalte in zeewier of in supplementen is dan weer sterk variabel en soms te hoog. Dat kan de schildklierfunctie aantasten. De opname van ijzer en zink in plantaardige producten is bemoeilijkt en verhoogt het risico op een ijzer- en zinktekort bij strikte veganisten. Daarom hebben veganisten meer zink in hun dieet nodig dan bij het gewone vleeshoudende dieet.

Kortom, het is bijna niet te doen om als veganist van alles genoeg binnen te krijgen en van niets te veel. Gezond veganistisch eten vergt een hoogstaande opleiding voeding of diëtetiek en heel veel tijd. Dit geldt des te meer voor jonge kinderen. Een compleet en gezond veganistisch dieet voor jonge kinderen vergt heel veel kennis en royaal gebruik van voedingssupplementen. Ik weet niet of we voldoende kennis hebben over de behoeften van jonge kinderen (zonder borstvoeding) en wat ze daadwerkelijk binnen krijgen via strikt plantaardige voeding. Dit inclusief de moeilijke etertjes. Ik zou daar niet optimistisch over zijn.

In eigen land raden onder meer Kind & Gezin, de Vlaamse Vereniging Kindergeneeskunde en het Vlaams instituut Gezond Leven (het vroegere VIGeZ) een veganistisch eetpatroon af voor zuigelingen, jonge kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven wegens het grote risico op bepaalde voedingstekorten. Een advies van de Amerikaanse Academy of Nutrition and Dietetics (AAND) of de Britse National Health Service stelt dat een welgepland en evenwichtig samengesteld veganistisch eetpatroon wel mogelijk is voor zuigelingen en jonge kinderen en voor zwangere en borstvoedende vrouwen als ze voldoende supplementen nemen. Maar wie de oorspronkelijke tekst van de AAND leest, ontdekt dat die tekst vooral over vegetarisme gaat. Daar is geen twijfel over. In melk, zuivel en eieren zit alles wat je nodig hebt aan dierlijke chemicaliën. Er is ook voldoende epidemiologisch studiemateriaal om dat te onderbouwen. Maar dan wordt er aan ‘vegetarian’ de woorden ‘and vegan’ vastgeplakt. Dat is wetenschappelijk onaanvaardbaar. Er zijn geen goed uitgevoerde studies die dit zouden aantonen. De schaarse bestaande studies over strikt veganistisch opgevoede kinderen tonen daarentegen grote gezondheidsschade. De verzameling papers met ‘evidence based dietetics’ is nog altijd erg beperkt.

Natuurlijk

Als je met ‘gezond en biologisch’ bedoelt dat producten van de voedings- en farmaceutische industrie des duivels zijn, dan is gezond veganistisch eten volstrekt onmogelijk. Je kan de tekorten in zuiver plantaardig voedsel enkel opheffen met behulp van voedingssupplementen. Martijn Katan, Nederlands beroemde en soms beruchte voedingsdeskundige, pleit voor een officieel gecontroleerde en goedgekeurde multivitaminepil voor veganisten. Daar is niets mis mee. Wie uit ideologische of religieuze voorkeuren geen dierlijke producten wil gebruiken, mag die vrijheid hebben. Hij moet enkel voldoende en de juiste supplementen nemen. De veganistische bewegingen wijzen er terecht op dat aan onze moderne voeding en vleesproductie zowat niets natuurlijk is. Maar in afwachting van die vitaminepil voor veganisten blijft het behelpen met supplementen, verkocht op een ongecontroleerde markt waar meer lucratieve onzin dan kennis circuleert. Het is zeker een taak van de overheid om daar orde in te scheppen. Momenteel kan je gezond veganistisch eten, met behulp van een grote bril (om de kleine lettertjes te lezen) en een spreadsheet om alle benodigde elementen in onder te brengen, op te tellen en te vergelijken met de aangeraden dagelijkse hoeveelheden.

Ik blijf het moeilijk hebben met strikt veganistische voeding voor baby’s en jonge kinderen die geen moedermelk (meer) krijgen. Dat zijn snel groeiende kinderen met grote behoeften die slechts kleine porties kunnen verwerken. Wie aan strikt veganistische voeding voor jonge kinderen begint, moet beseffen dat hij zijn kind onderwerpt aan een gevaarlijk experiment met mogelijk levenslange gevolgen.

Tot slot een laatste bedenking. Ondanks al de poeha in de media is strikt veganisme een extreem dieet, aangehangen door enkelingen. De cijfers spreken van enigen per duizend. Die gaan de planeet niet redden. Daarentegen valt er heel veel voor te zeggen om minder vlees te eten. Wat we per dag gemiddeld aan vlees verbruiken, volstaat voor ruim een week. Als we dat vleesverbruik halveren, hebben we nog altijd meer dan genoeg dierlijke eiwitten, meer dan genoeg om af en toe eens lekker vlees te schransen en meer ruimte om onze dieren dierwaardig te behandelen.

Authors
Luc Bonneux
Publicatiedatum
26-03-2019
Opgenomen in