Voor ik overga tot de plechtige uitreiking van de Zesde Vijs wil ik toch nog even stilstaan bij het feit dat de man die jarenlang de voorzitter was van de skepptische-prijzencommissie en deze prijzen op de medialandkaart wist te zetten, er vandaag niet bij is. Wij hadden onze agenda's in de hand om de eerste vergadering van onze commissie vast te leggen toen het bericht kwam dat Patrick De Witte overleden was. De skepptische prijzen zullen nooit meer de zelfde zijn. Voor ons zal De Zesde Vijs eigenlijk altijd de (pdw)trofee zijn. Want zoals Josse De Pauw het zei bij zijn begrafenis 'die bril stond op dat hoofd omdat hij met zijn hersens keek'.
PDW was een toonbeeld van kritisch denken. Hij was altijd bereid om op basis van de feiten de gevestigde meningen, ook die van hemzelf, te herzien of desnoods met een kwinkslag te vernietigen. Hij was het levende voorbeeld van hoe je je oogkleppen kan leren afzetten en onbevooroordeeld maar immer kritisch naar de dingen te kijken.
Het is dan ook bijzonder toepasselijk dat ik de eer en het genoegen heb dat ik de (pdw)trofee van 2013 plechtig mag overhandigen aan iemand die in 2012 een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan juist die vorm van denksport: het kritische denken. Ons denken wordt snel op een dwaalspoor gebracht. Dat weten we al sinds de tijd van Aristoteles. Niemand is immuun. En de denkers (filosofen) die zich uitsluitend op hun eigen denkvermogen baseren, lopen grote kans in de moerassen van hun gedachten te verdwalen.
Daarom is het zo gevaarlijk om af te gaan op je gezond verstand. Want dan zien we dingen niet die er wel degelijk zijn, en er zijn dingen die we zien die er niet zijn. En, hetzelfde geldt voor horen, ruiken en voelen. We moeten dus onze hersens leren gebruiken op een kritisch manier. We moeten ons zesde zintuig ontwikkelen, de zogenaamde “zesde vijs” waar de jaarlijkse skepptische prijs oorspronkelijk zijn naam vandaan heeft gehaald. In het afgelopen jaar heeft de laureaat, een jonge bioloog-filosoof, een prachtige en krachtige bijdrage geleverd aan dit fictieve zesde zintuig dat ons zou kunnen helpen om de momenten te herkennen dat ons zogenaamd gezond verstand ons op dwaalsporen leidt. Een nieuw te kweken of te oefenen mentaal instrument dat ons van onze oogkleppen kan bevrijden.
We worden misleid door ons eigen brein. Dat is de conclusie die iedereen die zijn boek leest zal moeten maken. Hij leidt ons mee op zijn begeesterde strooptocht tegen de idiote trekjes in onszelf.
Veel van de onderwerpen die in dit boek worden behandeld zijn ook lang en breed elders uit de doeken gedaan. Hij bouwt voort op wat eerder ook al internationale kritische kanonnen zoals Taleb, Kahneman, Sutherland en Mlodinov in hun boeken aan de kaak stelden. Hij sluit ook naadloos aan bij de jarenlange strijd van Hans Van Maanen tegen onordentelijk gebruik van de statistiek.
Maar onze laureaat zet de oude strijd tegen de irrationaliteit voort met iets ironischer middelen. Dat geeft leuke vonken en nieuwe manieren om bekende inzichten te verduidelijken. Het prikken in één aardappel om te zien of al de aardappelen gaar zijn, als beeld voor een steekproef bijvoorbeeld. En de openhartige bespiegelingen bij het gedrag van zijn vrouw en pasgeboren kindje. Zijn kronkelige loopbaan via filosofie, biologie en de farmaceutische industrie biedt hem een uitstekende basis om dat te doen.
Dit kan alleen maar toegejuicht worden. Kritische stemmen zijn er nooit genoeg. Dit boek is een welgekomen aanvulling en versterking van het kritisch denken in Vlaanderen en Nederland. De auteur van het boek die wij vandaag in de bloemetjes willen zetten is bovendien allerminst academisch, het is eerder geschreven in de stijl van een stand-up comedian. Kort en flitsend verteld, op maat gesneden van de hippe jonge vader die de auteur zelf lijkt te zijn. Dat heeft voordelen. Het leest als een trein, je hoeft verder zelf niet te veel na te denken. Dat heeft ook nadelen. Het boet soms een beetje in aan bedachtzaamheid en zorgvuldigheid. Maar dat vergeven wij onze laureaat. Hij bereikt een nieuw publiek met een belangrijke boodschap, die niet genoeg kan herhaald worden. Niet alleen in dit boek, maar ook in zijn columns.
Hij scheert hoge toppen als hij in de voetsporen treedt van de kritische statistici, met heldere analyses van slordige of foute medisch of wetenschappelijke beweringen. Waar hij er de oorspronkelijke metingen en cijfers bijhaalt en laat zien dat vele beweringen en hun interpretaties in de media in het drijfzand van hun eigen statistiek wegzinken. Hopelijk mogen we nog veel van dat soort analyses, in zijn column in De Standaard bijvoorbeeld, tegemoet zien.
Het is dan ook bijzonder toepasselijk dat ik de eer en het genoegen heb om de (pdw)trofee van 2013 plechtig te overhandigen aan iemand die – (pdw) indachtig – kijkt met zijn hersens en ons aanspoort aan hetzelfde te doen.
De (pdw)trofee 2013 gaat naar RUBEN MERSCH voor zijn bijdrage aan het skepptische gedachtegoed met zijn boek: Oogklepdenken. Waarom we allemaal idioten zijn.