Ja, tussen droom en daad staan wetten in de weg, maar er is een methode om tot de daad over te gaan die geen enkele wetsdokter kan achterhalen, want het spoor dat ze op het lijk nalaat bestaat uit welgeteld nul moleculen...
Zoals de lezers van dit blad inmiddels wel weten, plegen homeopaten hun geneeskrachtig geachte stoffen te verdunnen in water: één tiende, dan goed schudden om de "energetische informatie" van de stof op de hele verdunning te doen overgaan, dan één honderdste, opnieuw schudden, en zo voort. Bij elke verdere verdunning bevat de vloeistof tien keer minder molekulen van de oorspronkelijke stof. De rest is water, maar dan wel "gepotentieerd" water dat de energetische eigenschappen van de gekozen stof (een kruidenaftreksel, maar misschien ook een mineraal of een lichaamssap van een of ander dier) verinwendigd heeft. Na een aantal verdunningen nadert de concentratie van de stof het nulpunt, d.w.z. het aantal moleculen is waarschijnlijk nul. Maar dat geeft niet, want het water heeft de homeopathisch werkzame eigenschappen overgenomen. Je kunt dus voorbij dat punt gerust nog een aantal keer verder verdunnen. Inderdaad, hoe verdunder en "gepotentieerder", des te geneeskrachtiger het middel geworden is. Een hooggepotentieerd middel waaruit alle moleculen verdwenen zijn, is krachtiger dan een lage verdunning waarin de oorspronkelijke stof nog ruim aanwezig is. Toen een klassiek homeopaat mij eens een hoge potentie van een bepaald middel had voorgeschreven, en ik zijn voorschrift aan de apotheker overhandigde, zei die: "Dit is toch wel écht voorgeschreven? Want dit is werkelijk het groot kanon. Absoluut maar één keer innemen!" Dit terwijl dat medicijn dus, scheikundig gesproken, zuiver water was.
Nu, in welke zin heet een stof in de homeopathie geneeskrachtig? Een homeopathisch geneesmiddel is in beginsel juist een verwekker van ziektesymptomen. Dr. Hahnemann en zijn volgelingen trachtten het ziekteverwekkend potentieel van uiteenlopende stoffen in kaart te brengen door ze op zichzelf uit te testen: elke dag een beetje Nux Vomica innemen en nagaan of je koorts krijgt, jeuk, nachtmerries, braakneigingen, gedragswijzigingen of andere opvallende gewaarwordingen. Ze brachten al hun bevindingen samen in de Materia Medica, die telkens bladzijden lang alle mogelijke symptomen beschrijft die het ziektebeeld vormen dat door een bepaalde stof wordt opgewekt - en genezen. Het geteste middel wordt inderdaad geacht werkzaam te zijn tegen ziekten die dezelfde symptomen met zich meebrengen die het middel zelf opwekt. Daarom gebruikt de homeopathie ook beruchte gifstoffen, bv. arsenicum, als geneesmiddel, zij het dan in zeer verdunde dosissen.
Klassieke of zgn. unitaire homeopaten dienen een bepaalde verdunning van één bepaald middel slechts één keer toe. Is hetzelfde middel opnieuw aangewezen, dan zullen zij minstens een andere verdunning of potentie kiezen, om toch vooral niet twee keer identiek hetzelfde middel te geven. Zij verketteren combinatiemedicijnen en herhaaldelijk toegediende middeltjes ("driemaal daags na het eten tot het flesje leeg is") als in het beste geval een soort ouderwetse kruidengeneeskunde, maar zeker geen homeopathie. Integendeel, mocht het bij zulke gecombineerde of frequent ingenomen middeltjes echt hooggepotentieerde homeopathische bereidingen betreffen, dan zouden zij volgens de orthodoxe homeopaat juist zeer schadelijk zijn. Waarom?
Homeopathische of "energetische" geneeskunde werkt volgens het volgende beginsel. De "levenskracht" van de patiënt is door ziekteverwekkers in een bepaalde richting uit zijn evenwicht gebracht. Door een middel toe te dienen dat in dezelfde richting werkt als de ziekteverwekker, krijgt de levenskracht nog een extra duwtje in de ziekmakende richting, maar juist daardoor wordt ze wakkergeschud en stelt ze zichzelf teweer tegen de ziekte. Men hakt dus niet in op symptomen. Door de opwekking van de symptomen “dunnetjes” over te doen, wordt op de levenskracht (concreter misschien, het immuunsysteem) ingewerkt, zodat deze zelf de symptomen kan verjagen. Dat betekent dat het homeopathisch middel in dezelfde ziekmakende richting ageert als de oorspronkelijke ziektekiemen, wat niet erg is indien men het maar één keer toedient. Het heeft dan immers een opwekkende, wakkerschuddende werking. Heel anders wordt het wanneer men altijd weer impulsen geeft in diezelfde ziekmakende richting.
Je kunt het vergelijken met een wat apathisch kind dat op zekere dag door de pestkop van de klas afgetroefd wordt. In zijn trots geraakt, besluit het zich voortaan veel weerbaarder op te stellen. Eén zo’n onaangename ervaring kan provoceren tot een uiteindelijk heilzame attitudeverandering. Maar als die pestkop het kind dag na dag opnieuw aftroeft en vernedert, zal het zijn zelfvertrouwen verliezen en een blijvende deuk in zijn psyche oplopen. Een trauma dat de persoonlijkheid voor vele jaren negatief kan conditioneren, ontwikkelt zich.
Iets dergelijks gebeurt ook wanneer men hetzelfde homeopathisch middel herhaaldelijk toedient: men duwt de levenskracht uit evenwicht, steeds in dezelfde richting, elke dag een beetje verder, tot ze compleet van de kaart is en zich nog maar moeilijk kan herstellen. Als het een middel van lage potentie betreft (zoals in de meeste "homeopathische" combinatiepreparaten), zal het effect minder sterk zijn, net als in het geval van de verguisde "academische" of "allopathische" geneesmiddelen. Die zijn voor elk rechtgeaard homeopaat natuurlijk grote boosdoeners, maar tegelijk zijn het eigenlijk heel ruwe, barbaarse middelen die aan de oppervlakte werken en de levenskracht nauwelijks penetreren. Echte, hooggepotentieerde homeopathische middelen daarentegen werken in de diepte en kunnen de levenskracht zelfs blijvend beschadigen indien verkeerd toegediend. Zoals de lesgever destijds zei: "Het effect van vergiftiging door allopathische geneesmiddelen kunnen we wel ongedaan maken, we kunnen die gifstoffen uitdrijven. Maar het effect van slechte homeopathie is veel moeilijker te herstellen. De levenskracht grondig ontwrichten kan aanleiding geven tot het (voor buitenstaanders onverklaarbaar) uitbreken van ongeneeslijke ziekten." Soms is dat echter net de bedoeling, met name voor onze kandidaat-moordenaar. Zijn slachtoffer krijgt dagelijks een levenskrachtontwrichtende dosis toegediend, water met nul moleculen medicijn maar met hoge homeo-potentie, en op zekere dag blijkt hij ineens aan pancreaskanker te lijden. Mensen die zomaar kanker krijgen, dat zijn dingen die gebeuren en geen argwaan wekken. Zelfs niet-rokers krijgen soms longkanker. De omgeving merkt alleen dat de geviseerde persoon opeens doodziek wordt, dat de geneeskunde (ook de homeopathie) machteloos staat, en dat de dood erop volgt. De lijkschouwer vindt, zo hij er al naar zoekt, geen enkel spoor van vergiftiging. Mocht de politie al een verdenking koesteren jegens de dader, dan zal zij in zijn geitenwollensokken medicijnkastje alleen wat homeopathische middeltjes aantreffen, verdund water dat uiteraard geen enkele goedaardige noch schadelijke werking kan hebben. Onderzoek gesloten, verdachte buiten verdenking gesteld. Ziedaar de volmaakte moord, met feilloze logica afleidbaar uit de homeopathische theorie.
Hieruit volgt dat ook moordenaars de wetenschap een dienst kunnen bewijzen. Men test een theorie door haar implicaties concreet uit te proberen: worden die in de proefneming niet bewaarheid, dan is de theorie fout. Worden ze wel bewaarheid, dan pleit dat zeker voor de theorie, ook al is die daarmee nog niet definitief bewezen. In dit geval: als de homeopathische moord slaagt, is verder onderzoek naar de homeopathie zeker gewettigd. Als ze daarentegen mislukt, dus als de geviseerde persoon niet onverklaarbaar ziek wordt en doodgaat, dan mogen we het homeopathiedossier voorgoed sluiten.