Elke nieuwe technologie staat vroeg of laat onder verdenking. Het is begonnen met de uitvinding van het wiel. Bij de Egyptenaren was het wiel bekend van de omliggende volkeren, maar de lokale priesters verboden het gebruik ervan, omdat het een nabootsing was van de zonneschijf. En de zon was goddelijk. Die kon je dus niet gebruiken om karretjes te laten voortrollen. Je zou dan allerlei onheil over jezelf afroepen. De ban op het wiel werd pas opgeheven toen bleek dat de vijand met strijdwagens kwam aanrijden. (Dat was pas onheil.) Later werden ook de stoomtrein verketterd. En de televisie is bij sommige mensen nog steeds uit de gratie omwille van zijn gevaarlijke stralingen.
Voor de hand liggende risico's kunnen nog voor het introduceren van een nieuwe technologie onderzocht worden, maar onbekende risico's kunnen nu eenmaal slechts zichtbaar worden nadat de technologie op grote schaal verspreid is. In de grote verspreiding van de mobiele telefonie schuilt dan ook de verklaring voor het feit dat we nu en dan opgeschrikt worden door krantenkoppen zoals "mijn man stierf door zijn gsm". Die verhalen volgen helemaal het klassieke mediascript. De vrouw in kwestie gelooft vast dat haar man stierf aan hersenkanker als gevolg van het gebruik van de gsm. "Hij rookte niet, dronk niet en leidde een gezond leven". Dan moet het dus wel de gsm zijn. Iemand anders voegt daaraan toe dat "er is geen andere verklaring denkbaar voor mijn kanker behalve het gebruik van de gsm". En als zo iemand dat zegt zal het wel waar zijn. De media en geïnteresseerde advocaten liggen op de loer voor de volgende patiënt waarbij een lymfe- of hersentumor gevonden wordt en die recent mobiel is beginnen bellen. Dat genereert nieuws en inkomen. De spijtige realiteit is echter dat we van de meeste tumoren niet weten wat er de oorzaak van is. Toch willen we dat graag weten, het leven is zo al onheilspellend genoeg. We zoeken overal naar een verklaring, maar het feit dat de ene gebeurtenis plaatsvindt na een andere wil absoluut niet zeggen dat ze erdoor veroorzaakt wordt. Ondertussen zijn er miljoenen mensen die gebruik maken van een gsm en het is onvermijdelijk dat sommige daarvan ook een tumor krijgen. Zoals er ook vele mensen een tumor ontwikkelen zonder te gsm'en. En zoals er dagelijks mensen een tumor krijgen die dagelijks hun tanden poetsen of naar het weerbericht luisteren.
Andere persverhalen getuigen van mensen die klagen over hoofdpijn, tintelingen, geheugenverlies en een amalgaam van andere vage of algemene klachten. Het zijn symptomen die typisch zijn voor gezondheidsangsten maar niet echt wijzen op een echte aandoening (zie ook: stralingsgevoeligheid). Als mensen ongerust worden, is het begrijpelijk dat ze hun ongerustheid of vrees proberen te temperen. De beste manier om dat te doen is met bewijzen dat de angst ongegrond is. Onderzoek wordt dus opgestart om die bewijzen te verzamelen. Onvermijdelijk is de volgende scène in het scenario dat het opzetten of aankondigen van het onderzoek gezien wordt als aanwijzing of bewijs dat er inderdaad wat aan de hand is. Aan een health scare valt niet te ontsnappen. En zover zijn we ondertussen wat betreft de gsm-angsten.
De verzamelde gegevens van het US National Cancer Institute laten toe te besluiten dat er 'geen enkele beslissende studie bestaat die de band legt tussen gsm's en hersentumoren en dat er geen reden is tot paniek'. Hetzelfde kan gezegd worden over de transmissieposten die overal het landschap verrijken. Ondertussen is niet te ontkennen dat gsm's slachtoffers eisen. Automobilisten die ze gebruiken veroorzaken meer ongevallen dan niet-telefonerende chauffeurs.
Met dank aan Neville Goodman, consultant anaesthesist Southmead Hospital Bristol.
Meer informatie: healthwatch-uk.org