Bij de injecties en implantaten zou het gaan om de stof Disulfiram. In pilvorm is dit een oud middel, ook wel bekend als Antabus of Refusal. Disulfiram werd bij toeval ontdekt in de rubberindustrie in Denemarken kort na de Tweede Wereldoorlog. Wie dagelijks zijn pil van 250 mg inneemt, krijgt onmiddellijk een hevige kater na het nuttigen van zelfs maar een kersenbonbon. Zo’n pil moet je dan wel elke dag slikken. Therapietrouw is een groot probleem: het vergt veel discipline om dagelijks een pil te slikken en niet te drinken, op het moment dat je juist hunkert naar de verdoving van alcohol. Disulfiram wordt daarom alleen nog bij uitzondering gebruikt.
Russisch leger
Langwerkende implantaten met veel meer dan de dagelijkse 250 mg zouden – net als de prikpil bij anticonceptie – uiteraard een uitkomst bieden. In Scandinavië experimenteerden artsen daarom in de jaren negentig met onderhuidse Disulfiramimplanten. Helaas, in talloze tests bleken de implantaten niet te werken. In Oost-Europa worden ze echter nog volop chirurgisch onder de huid genaaid.