Neem nu acupunctuur. De eerste volwaardige beschrijving ervan is te vinden in een handboek dat twee eeuwen voor Christus gepubliceerd werd. In 1023 gaf de toenmalige Chinese keizer opdracht een bronzen beeldje te ontwerpen met daarop de meridianen en in de Middeleeuwen verscheen tenslotte een samenvatting over de Chinese kennis over acupunctuur. Dit werk vormt nog altijd de basis van de huidige acupunctuur. In tegenstelling tot de medische wetenschap, die voortdurend verder ontwikkelde, is hier amper sprake van evolutie. De levensenergie of qi (spreek uit als ‘chie’) waarop acupunctuur gebaseerd is, en die door het lichaam stroomt, is zeer abstract en moeilijk te interpreteren met de huidige kennis. Ook begrippen als yin en yang, die in evenwicht moeten zijn voor een goede gezondheid, zijn vaag en onbruikbaar. Acupunctuurnaalden worden geplaatst op kruispunten van meridianen die nog nooit zijn aangetoond. Niemand weet waar ze liggen en hoe de energie daar precies doorstroomt. Je moet de Chinese filosofie al aanhangen om te kunnen meegaan in de acupunctuur. Dat acupunctuur ook bij dieren zou werken — een veel gehoord argument van de aanhangers — is gebaseerd op de mening van de eigenaars van honden waarop de naaldtherapie werd toegepast omwille van een pijnprobleem... Bovendien heeft nooit iemand de meridianen van een hond bepaald.
Vorm een eigen mening
Kennis over de historiek en de precieze betekenis van alternatieve geneeswijzen is nodig om je een goed beeld te kunnen vormen van waar het om gaat. Die kennis staat beschreven in dit nieuwe boek van Norbert Fraeyman, emeritus hoogleraar farmacologie aan de faculteit geneeskunde van de Universiteit Gent. Fraeyman is een expert in onderzoek naar alternatieve geneeswijzen en vindt dat mensen over de nodige informatie moeten kunnen beschikken om zich een beeld te vormen. Na zijn eerste boek over het onderwerp, in 2010, bedoeld voor studenten, volgde in 2018 een hernieuwde versie voor het brede publiek. Norbert Fraeyman ervaart dat er nood is aan een objectieve informatiebron over alternatieve geneeswijzen en schreef daarom dit boek. Hij wil de lezer ‘objectieve informatie zonder interpretatie’ bieden. Deze informatie werd zorgvuldig geselecteerd: ze moest aan een kritische evaluatie onderworpen zijn. Ook over de gebruikers verzamelt Fraeyman informatie. Nog steeds wendt 10 tot 30% van de bevolking zich tot alternatieve geneeswijzen, niet alleen in België, maar in de hele westerse wereld. Veelal gaat het om patiënten met chronische aandoeningen die ontevreden zijn over de gangbare geneeskunde. Van de fibromyalgiepatiënten zoekt bijvoorbeeld 90% zijn toevlucht tot alternatieve therapieën. Zowel alternatieve therapeuten als patiënten verzetten zich tegen het idee van het placebo-effect, is een ander kenmerk. Terwijl het placebo-effect aanvaard is binnen de klassieke geneeskunde (‘een pil werkt als ze beter werkt dan placebo’), is dat niet of veel minder het geval in het alternatieve circuit (‘de behandeling werkt’).
Beperkte indicaties
Naast een opsomming van tientallen alternatieve therapieën, waarbij uitgebreider wordt ingegaan op de meest populaire (acupunctuur, homeopathie, chiropraxie en osteopathie en kruidengeneeskunde), wijdt Norbert Fraeyman een hoofdstuk aan een beperkt aantal indicaties. Al is er geen evidentie voor, toch kan een therapie heilzaam zijn voor een patiënt, bijvoorbeeld manuele therapieën, zoals chiropraxie, bij fibromyalgie, schrijft de auteur. Of transcendente meditatie bij hoge bloeddruk. Ze kunnen dienen ter aanvulling van klassieke geneesmiddelen, omdat ze rust genereren. Voor pijn en zelfs in de context van palliatieve zorg kunnen alternatieve therapieën eveneens een gunstig effect hebben op de patiënt, zo lang ze dienen ter aanvulling. Ook moet iedere alternatieve therapeut er zich van bewust zijn dat zijn therapie nooit de klassieke aanpak kan vervangen. In geval van een ernstige pathologie moet meteen worden doorverwezen naar een klassieke therapie. Het gebrek aan degelijk wetenschappelijk onderzoek naar de mechanismen en effecten van alternatieve therapieën is een doorn in het oog van professor Fraeyman. Goed wetenschappelijk onderzoek is reproduceerbaar, verifieerbaar en transparant en heeft zijn deugdelijkheid meer dan bewezen. Binnen de wetenschappelijke wereld is er consensus over de manier waarop goed onderzoek moet gevoerd worden: de procedures hebben de kritiek van de geschiedenis doorstaan. Deze manier van werken is momenteel de meest aangewezen manier. In plaats van hun theorieën trachten te onderbouwen, vluchten alternatieve therapeuten in complexe systemen die ze zonder verklaring gewoon voor waar aannemen.
Overtuigende wetenschappelijke evidentie voor de werkzaamheid van alternatieve geneeswijzen is bijzonder zwak tot afwezig. Men beperkt zich veelal tot subjectieve patiëntrapporteringen of moeilijk verifieerbare theorieën. Zo biedt de kwantumfysica een ontsnappingsroute als verklaring voor geestelijke interacties tussen therapeut en patiënt, waarbij allerlei golftheorieën worden aangehaald. Of men zoekt zijn verklaring in biofotonen: laag-energetische lichtverschijnselen eigen aan biologisch levend weefsel. Zolang het maar complex klinkt en indruk maakt op de patiënt, terwijl die gewoon bij de neus genomen wordt.
Titel: Kritische reflecties over alternatieve geneeswijzen
Auteur: Norbert Fraeyman
Uitgever: Academia Press - 2018
ISBN 978-94-014-54827
250 blz.