Hilde Van Waelvelde wint Zesde Vijs - Laudatio

Afbeelding

Op zaterdag 25 mei 2024 kreeg Hilde Van Waelvelde de Zesde Vijs (2023).

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Laudatio Zesde Vijs 2023

Ouders hebben weinig keuze; ze moeten hun kostbaarste goed toevertrouwen aan anderen rondom zich. En niet enkel aan familie, maar ook aan de medewerkers van de kinderopvang en scholen. Meestal gaat dat goed, wat het vertrouwen in dergelijke organisaties verhoogt.

Die situatie geeft organisaties zoals kinderopvang en scholen een bepaalde autoriteit, bijvoorbeeld als ze feedback geven over de ontwikkeling van een kind. Ook daar: vaak gaat dat goed. Heel wat actoren leveren prachtig werk.

Maar soms loopt het mis. En wanneer dat dan gebeurt met kinderen die zo al kampen met een ontwikkelings- of leerstoornis, is dat extra pijnlijk. In 2023 kaartte de winnaar van onze Zesde Vijs zo’n pijnlijk geval aan met een open brief. Die omschrijft het probleem zeer nauwkeurig en duidelijk. Daarom citeren we hem hier volledig. Wat volgt is dus, geloof het of niet, géén tekst van SKEPP, maar van de laureaat, hier en daar minimaal aangepast om beter voor te kunnen lezen:

“Met dit schrijven willen wij uw aandacht vestigen op een wildgroei van behandelingen aangeboden aan kinderen met ontwikkelings- en leerstoornissen waarvoor er geen bewijs van werkzaamheid bestaat. Een van deze ontwikkelingsstoornissen, Developmental Coordination Disorder (DCD) geeft problemen in de motorische coördinatie. Gezien DCD vaak samen voorkomt met andere ontwikkelings- en leerstoornissen (bv. Autismespectrumstoornis, Attention Deficit Hyperactivity Disorder, dyslexie, dyscalculie) werd vroeger gesuggereerd dat motorische problemen aan de grondslag konden liggen van deze verschillende stoornissen.

Bij verschillende behandelmethoden zoals Bodymap, BrainGym, Reflexintegratie Therapie (bvb. INPP) en Kritische Ontwikkelingsbegeleiding volgens Hendrickx, worden motorische oefeningen gebruikt in de veronderstelling dat deze kunnen helpen om de hersenen te "herprogrammeren". Deze behandelmethoden beweren ook te helpen bij de behandeling van lateralisatieproblemen. ‘Lateralisatie’ verwijst naar de ontwikkeling van handvoorkeur, linksrechts richting bij het lezen, schrijven en/of rekenen. Meer dan ooit merken we dat lateralisatieproblemen vaak een reden zijn voor doorverwijzing naar de kinesitherapeut. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat deze problemen verbeterd kunnen worden met de genoemde behandelmethoden. Deze methoden zijn veelal gebaseerd op verouderde en achterhaalde neurologische inzichten en verstrekken misleidende informatie over de oorzaken van leer- en ontwikkelingsstoornissen. Ze wekken de illusie dat kinderen hiervan genezen kunnen worden, wat tot grote teleurstelling kan leiden wanneer dat niet lukt. Daarom zien wij, als professionals op dit gebied, geen enkele reden om deze methoden te blijven gebruiken, promoten of onderwijzen.

We merken echter dat verschillende hulpverleners en scholen deze methodes actief promoten, onder andere via websites en sociale media. Sommige van deze methodes worden zelfs geaccrediteerd onder andere binnen de kwaliteitszorg van de kinesitherapie. Pseudowetenschappelijke lezingen en trainingen worden aangeboden aan scholen, ouders, kinderdagverblijven en therapeuten. Verschillende scholen en ondersteuningsnetwerken besteden dan ook middelen aan training in deze methoden. Als gevolg hiervan stellen leerkrachten zonder enige (para)medische opleiding uitgebreide ‘rapporten’ op en bevelen ze bepaalde oefeningen aan die cruciaal zouden zijn voor de verdere ontwikkeling van het kind. Dit kan leiden tot onnodige ongerustheid bij ouders en in sommige gevallen tot gebrek aan doorverwijzing met laattijdige of gemiste andere diagnoses tot gevolg. 

Nochtans zijn er internationaal aanvaarde Europese richtlijnen (Blank et al., 2019) die aangeven dat deze behandelmethoden vanwege het gebrek aan wetenschappelijk bewijs niét aanbevolen kunnen worden. Hoewel verre van volledig, kunnen voor sommige ontwikkelingsstoornissen andere informatiebronnen geraadpleegd worden om evidence-based informatie en richtlijnen te krijgen. Bijvoorbeeld de klinische praktijkrichtlijnen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), of de Nederlandse website Richtlijnendatabase.nl. Door middel van klinisch onderzoek zijn we allemaal toegewijd om voortdurend bij te dragen aan de verbetering van deze richtlijnen. Scholen, ouders en zorgverleners, waaronder pediaters, kinderneurologen, kinderpsychiaters en Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), moeten zich ervan bewust zijn dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat deze methodes effectief zijn om kinderen met ontwikkelingsen leerstoornissen te helpen. En dat deze kinderen hierdoor misschien behandeling en ondersteuning missen die wel bewezen effectief zijn. 

Er zijn duidelijke overheidsrichtlijnen nodig voor professionele zorgverleners en onderwijsinstellingen, zodat deze methodes niet langer kunnen worden aangeboden als oplossing voor ontwikkelings- en leerstoornissen. Naar onze mening dient de overheid ervoor te zorgen dat de schaarse middelen voor onderwijsondersteuners, ergo- en kinesitherapeuten efficiënt worden gebruikt en niet worden besteed aan pseudowetenschappelijke methoden. We betreuren het dat de overheid zoiets financiert. Wij hopen dat u onze aanbevelingen ter harte neemt, en zijn bereid om hierover met u in overleg te gaan.”

Einde citaat.

De winnaar van de Zesde Vijs legt in een toegankelijke taal uit wat het vermeende werkingsmechanisme is van de pseudowetenschappelijke behandeling, en geeft aan wie welke verantwoordelijkheid draagt, om vervolgens ook oplossingen aan te bieden. Ze deed dit trouwens al eerder, in 2019, maar een publieke herinnering bleek helaas nodig.

Laat het duidelijk zijn dat het hier niet om kleine vissen gaat. Het vermelde Bodymap werd aangeboden in niet minder dan 200 scholen en dagverblijven. En dat via een dubieuze ingebouwde structuur, die De Standaard als volgt omschreef:

“Nog een verwijt aan Bodymap: het is een gesloten systeem. De leerkracht (die de Bodymap-scholing heeft doorlopen) merkt een probleem op (aan de hand van de observatietools van Bodymap) en verwijst de ouders door naar een kinesist, ergotherapeut, logopedist (die een opleiding als beweegcoach bij Bodymap heeft gekregen), die dan weer de technieken van Bodymap toepast om het probleem op te lossen.”

Einde citaat.

Bovendien trapte ook onze publieke oproep in de val: een Ketnet-programma promootte de methode in kwestie zonder één kritische noot. De VRT zegt doorgaans kwaliteitscontrole toe te  passen alvorens een aanbod voor kinderen te suggereren. Maar helaas droeg Ketnet in deze dus bij aan de promotie en verspreiding van pseudowetenschappelijke praktijken.
Zo wordt het natuurlijk steeds moeilijker voor ouders om kritisch te kunnen omgaan met wat hen wordt verteld. Een moeder schetste het als volgt, opnieuw in De Standaard:

“Dat voelde echt niet goed aan,’ vertelt Vanessa Braeckmans, die ongeveer 10 jaar geleden met haar kleuter naar een Bodymap-kinesist werd doorgestuurd. ‘De juf had mij er al herhaaldelijk over aangesproken. Mijn zoon had een probleem met de fijne motoriek, zei ze. Hij moest volgens haar naar een Bodymap-specialist. Het zou weleens een probleem kunnen worden als hij moest leren schrijven, zei ze.”

Einde citaat.

Ondanks het grote aantal betrokken partijen, werd deze open wonde niet aangepakt door kritische journalisten of beleidsmakers. Gelukkig was er onze laureaat, een professor op emeritaat, die haar nek uitstak. En dat met de steun van een 70-tal collega’s. En met bijna onmiddellijk effect! Verschillende interviews volgden, en voor de Bodymap-interventie kwam vervolgens aan het licht dat claims op hun website ondersteund werden door fictieve referenties gegenereerd door AI. Niettemin lukte het onder andere onze scholen, leerkrachten, beroepsvereniging voor kinesisten, openbare omroep en overheden niet om de pseudowetenschap en zelfs het bedrog op eigen houtje te doorprikken.

In een wereld waarin dat niet lukt, is het des te belangrijker dat academici hun stem laten horen wanneer er in hun domein wantoestanden optreden. Hilde Van Waelvelde deed dat, en we eren haar daarvoor met De Zesde Vijs 2023. 

Hilde Van Waelvelde startte als kinesitherapeut in het Buitengewoon Lager Onderwijs, promoveerde vervolgens aan de KU Leuven tot Doctor in de Motorische Revalidatie en Kinesitherapie. Daarna werd ze professor aan de Univeriteit Gent waar ze les gaf in de pediatrische kinesitherapie en onderzoek verrichte naar diverse ontwikkelingsstoornissen.

SKEPP is haar uiterst dankbaar voor haar glasheldere en kordate openbare stellingname tegen publiek gefinancierde pseudowetenschap gericht op kwetsbare medeburgers. Proficiat!