Niet alles is relatief
Een vispartij naar bullshit in teksten van bekende Franse postmoderne denkers als Julia Kristeva, Jacques Lacan, Jean Baudrillard en Luce Irigaray. En wat sloegen de heren aan de haak? Bakken vol zuivere nonsens en intellectuele uitwerpselen. Jak.
Het begon in mei 1996 met de publicatie van Sokals heerlijke artikel 'Transgressing the Boundaries: Toward a Transformative Hermeunetics of Quantum Gravity' in het gerespecteerde tijdschrift voor culturele studies, 'Social Text'. Sokals centrale punt was dat de realiteit niet de realiteit is en dat onze huidige fysica bijgevolg moet evolueren naar een postmoderne, 'bevrijdende' fysica. De man sloot zich ogenschijnlijk aan bij radicale postmoderne critici die zich afzetten tegen het autoritaire aspect van de traditionele wetenschap. De moderne wetenschap zou volgens een steeds wassende stroom menswetenschappers en letterkundigen immers niet meer dan een mythe zijn. De rationalistische traditie die ons sinds de Verlichting uit de modder heeft gehaald, verwierpen ze. Want is niet alles relatief?
Tot daar alles okiedokie. Maar iets later onthulde Sokal in een ander tijdschrift dat zijn parodiërend nepartikel een ratjetoe was van onzinnige ideeën en citaten die hij geleend had van een harem Franse postmoderne filosofen. Hij had het gekruid met wiskundige absurditeiten en neergepend in een opzettelijk pompeus, tendentieus proza. De uitgevers van 'Social Text' hadden het kritiekloos geslikt. Ze stonden nog woedend en sprakeloos na te hikken van de klap toen Sokal en Bricmont met het boek 'Impostures intellectuelles' een nog iets krachtigere bom op het zelfgenoegzame academische eilandje dropten. «We vonden dat ook het ruimere publiek recht had om te weten waarom die citaten betekenisloos waren. Intellectuelen als Kristeva, Irigaray en Baudrillard misbruikten bewust wetenschappelijke concepten en terminologie in hun teksten. Ze exploiteerden het prestige van de positieve wetenschappen. Hun teksten bulken van verward denken, duister taalgebruik en opzettelijke mystifactie. En neen: ons boek is geen aanval op de menswetenschappen, cultureel links of de Franse filosofen. Ik heb nog fysica in het Nicaragua van de Sandinisten gedoceerd,» zegt Sokal. Wat het dan wel is? «Intellectuele fraude van figuren die een aanzienlijke invloed hebben uitgeoefend op literaire theorie, feminisme en culturele studies.»
Erectiel
Enkele voorbeelden van het koeterwaals dat de auteurs naar boven hebben gespit. De eerste die voor Sokal en Bricmonts bijl gaat is Jacques Lacan, een van de meest invloedrijke psycho-analisten van deze eeuw. Op een onfortuinlijke dag vergeleek die het mannelijke «erectiel orgaan» in zijn geschrijf met het wiskundige symbool V-1 en ging hij in het betreffende essay tekeer met een obscurantisme waar moderne secten nog iets van zouden kunen leren. De wiskunde van Lacan, zo concluderen de auteurs terecht heeft meer vandoen met een nieuwe religie dan met wetenschap. Ook Julia Kristeva blijkt ongehinderd door enige kennis van zaken wiskundige begrippen en formules rond te strooien om haar filosofische, politieke en psychologische beweringen kracht bij te zetten. The name of the game is namedropping. Het impressionistisch taalgegoochel met Einsteins relativiteitstheorie, het theorema van Gödel en de chaostheorie is belangrijker dan feiten. Het resultaat is een Toren van Babel-situatie met mensen die doen alsof ze alles en iedereen begrijpen. De Amerikaanse Katha Pollitt verwoordde het als volgt: «het komische aan Sokal is dat het suggereert dat zelfs de postmodernisten niet echt begrijpen wat hun collega's schrijven, en dat ze zich door een tekst werken door van de ene naam of term op de andere te springen, zoals een kikker de modderpoel oversteekt door van de ene waterlelie naar de andere te springen.»
Obscurantisme
Waarom doen die filosofen zoiets, denk je dan als lezer. Achterlijkheid, onvoorstelbare hoogmoed of gewoonweg bedrog. Vaak een mix van deze drie elementen, zo blijkt. De mate van oneerlijkheid en incompetentie die Sokal en Bricmont blootlegden, spoort in elk geval aan tot een voorzichtig herbekijken van alles wat die charels ooit geschreven hebben. Wel houden beide auteurs zich op dat vlak, zoals het hoort, serieus op de vlakte. Ze ontblootten enkel de nonsens die de pomo's op wiskunde- en wetenschapsvlak hebben gespuid. «Over hun prestaties op vlak van psychologie, sociologie, filosofie en politiek kunnen we geen uitspraken doen,» zegt Bricmont.
Waarom hebben deze pitbulls zich zo vastgebeten in deze materie? Bricmont: «Het is gevaarlijk omdat dit soort van antirationalistisch discours politiek links heeft gecharmeerd en ten dele ook ontwapend. Het stimuleert ook het soort wijdverbreid anti-intellectualisme dat zich radicaal tegen de wetenschap keert. Terwijl wetenschap het beste wapen is tegen het zich verspreidende obscurantisme en religieus fanatisme. Bovendien heeft het rampzalige gevolgen voor onderwijs en cultuur, is het een vergif voor het intellectuele denken.»
Alan Sokal en Jean Bricmont: 'Intellectueel bedrog'. Uitg. EPO, 287 blz.
© 1999 Concentra
Publicatie: Het Belang van Limburg
Publicatiedatum: 13 februari 1999
Auteur: Peter Dupont