Tegen het irrationele vergif - Sokal en Bricmont zetten de postmoderne keizers in hun blootje

Afbeelding

De academische wereld likt nog altijd zijn wonden na het verschijnen van Alan Sokals artikel in het tijdschrift 'Social Text', nu bijna drie jaar geleden. Wat de Amerikaanse fysicus toen voor elkaar kreeg, was doodgewoon &hilarisch. Een grap van formaat met de allures van een bom. Zowel in de VS als in Frankrijk werden de academische messen geslepen, ontbrandden de science wars - menswetenschappen versus positieve wetenschappen - in volle hevigheid. Zeker na de publicatie van Sokals boek 'Intellectueel bedrog. Postmodernisme, wetenschap en antiwetenschap' dat zonet bij uitgeverij EPO verschenen is. Het is de neerslag van 's mans doortastende vispartij met Jean Bricmont, professor theoretische fysica aan de unief van Louvain-La-Neuve.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Niet alles is relatief

Een vispartij naar bullshit in teksten van bekende Franse  postmoderne denkers als Julia Kristeva, Jacques Lacan, Jean Baudrillard en  Luce Irigaray. En wat sloegen de heren aan de haak? Bakken vol zuivere  nonsens en intellectuele uitwerpselen.  Jak.

Het begon in mei 1996  met de publicatie van Sokals heerlijke artikel 'Transgressing the  Boundaries: Toward a Transformative Hermeunetics of Quantum Gravity' in het  gerespecteerde tijdschrift voor culturele studies, 'Social Text'. Sokals  centrale punt was dat de realiteit niet de realiteit is en dat onze huidige  fysica bijgevolg moet evolueren naar een postmoderne, 'bevrijdende' fysica.  De man sloot zich ogenschijnlijk aan bij radicale postmoderne critici die  zich afzetten tegen het autoritaire aspect van de traditionele wetenschap.  De moderne wetenschap zou volgens een steeds wassende stroom  menswetenschappers en letterkundigen immers niet meer dan een mythe zijn. De  rationalistische traditie die ons sinds de Verlichting uit de modder heeft  gehaald, verwierpen ze. Want is niet alles relatief?

Tot daar alles okiedokie. Maar iets later onthulde Sokal in  een ander tijdschrift dat zijn parodiërend nepartikel een ratjetoe was van  onzinnige ideeën en citaten die hij geleend had van een harem Franse  postmoderne filosofen. Hij had het gekruid met wiskundige absurditeiten en  neergepend in een opzettelijk pompeus, tendentieus proza. De uitgevers van  'Social Text' hadden het kritiekloos geslikt. Ze stonden nog woedend en  sprakeloos na te hikken van de klap toen Sokal en Bricmont met het boek  'Impostures intellectuelles' een nog iets krachtigere bom op het  zelfgenoegzame academische eilandje dropten. «We vonden dat ook het ruimere  publiek recht had om te weten waarom die citaten betekenisloos waren.  Intellectuelen als Kristeva, Irigaray en Baudrillard misbruikten bewust  wetenschappelijke concepten en terminologie in hun teksten. Ze exploiteerden  het prestige van de positieve wetenschappen. Hun teksten bulken van verward  denken, duister taalgebruik en opzettelijke mystifactie. En neen: ons boek  is geen aanval op de menswetenschappen, cultureel links of de Franse  filosofen. Ik heb nog fysica in het Nicaragua van de Sandinisten gedoceerd,»  zegt Sokal. Wat het dan wel is? «Intellectuele fraude van figuren die een  aanzienlijke invloed hebben uitgeoefend op literaire theorie, feminisme en  culturele studies.»

Erectiel  

Enkele voorbeelden van het koeterwaals  dat de auteurs naar boven hebben gespit. De eerste die voor Sokal en  Bricmonts bijl gaat is Jacques Lacan, een van de meest invloedrijke  psycho-analisten van deze eeuw. Op een onfortuinlijke dag vergeleek die het  mannelijke «erectiel orgaan» in zijn geschrijf met het wiskundige symbool  V-1 en ging hij in het betreffende essay tekeer met een obscurantisme waar  moderne secten nog iets van zouden kunen leren. De wiskunde van Lacan, zo  concluderen de auteurs terecht heeft meer vandoen met een nieuwe religie dan  met wetenschap. Ook Julia Kristeva blijkt ongehinderd door enige kennis van  zaken wiskundige begrippen en formules rond te strooien om haar  filosofische, politieke en psychologische beweringen kracht bij te zetten.  The name of the game is namedropping. Het impressionistisch taalgegoochel  met Einsteins relativiteitstheorie, het theorema van Gödel en de  chaostheorie is belangrijker dan feiten. Het resultaat is een Toren van  Babel-situatie met mensen die doen alsof ze alles en iedereen begrijpen. De  Amerikaanse Katha Pollitt verwoordde het als volgt: «het komische aan Sokal  is dat het suggereert dat zelfs de postmodernisten niet echt begrijpen wat  hun collega's schrijven, en dat ze zich door een tekst werken door van de  ene naam of term op de andere te springen, zoals een kikker de modderpoel  oversteekt door van de ene waterlelie naar de andere te  springen.»

Obscurantisme  

Waarom doen die filosofen zoiets, denk je  dan als lezer. Achterlijkheid, onvoorstelbare hoogmoed of gewoonweg bedrog.  Vaak een mix van deze drie elementen, zo blijkt. De mate van oneerlijkheid  en incompetentie die Sokal en Bricmont blootlegden, spoort in elk geval aan  tot een voorzichtig herbekijken van alles wat die charels ooit geschreven  hebben. Wel houden beide auteurs zich op dat vlak, zoals het hoort, serieus  op de vlakte. Ze ontblootten enkel de nonsens die de pomo's op wiskunde- en  wetenschapsvlak hebben gespuid. «Over hun prestaties op vlak van  psychologie, sociologie, filosofie en politiek kunnen we geen uitspraken  doen,» zegt Bricmont.

Waarom hebben deze  pitbulls zich zo vastgebeten in deze materie? Bricmont: «Het is gevaarlijk  omdat dit soort van antirationalistisch discours politiek links heeft  gecharmeerd en ten dele ook ontwapend. Het stimuleert ook het soort  wijdverbreid anti-intellectualisme dat zich radicaal tegen de wetenschap  keert. Terwijl wetenschap het beste wapen is tegen het zich verspreidende  obscurantisme en religieus fanatisme. Bovendien heeft het rampzalige  gevolgen voor onderwijs en cultuur, is het een vergif voor het intellectuele  denken.»

 

Alan Sokal en Jean Bricmont: 'Intellectueel bedrog'. Uitg.  EPO, 287 blz.

 

© 1999 Concentra
Publicatie: Het Belang  van Limburg
Publicatiedatum: 13 februari  1999
Auteur: Peter  Dupont