OIVO klaagt misbruik in esoterische markt aan

Afbeelding
Image by Jean Didier from Pixabay

Uit een studie van het OIVO (Onderzoeks- en Informatiecentrum voor de Verbruikersorganisaties) blijkt dat bijna één op vijf Belgen aangeeft bijgelovig te zijn. In dit artikel overlopen we de resultaten van het onderzoek, geven we enkele voorbeelden van dubieuze handelspraktijken en bespreken we de aanbevelingen van het OIVO aan de overheid om dit bedrog een halt toe te roepen.

Geplaatst onder
Deel artikel TwitterFacebookLinkedinWhatsapp

Met deze studie wilde het OIVO de mening en het gedrag van de Belgische consument betreffende bijgeloof, helderziendheid en genezing in kaart brengen. Het OIVO is een stichting van openbaar nut die als doel heeft de consumenten te informeren, vertegenwoordigen en beschermen. Het centrum ijvert er ook altijd voor dat de overheid passende maatregelen zou nemen om de rechten van de consument te verdedigen en schrijft daartoe aanbevelingen uit.

Onderzoeksmethode

De resultaten die we in dit artikel bespreken, zijn gebaseerd op telefonische enquêtes bij 631 Belgen in oktober 2009. Die steekproef werd aselect, gecorrigeerd en gelaagd samengesteld en vormt dus een representatief beeld van de Belgische bevolking qua leeftijd, geslacht, woonplaats en sociale groep. De totale foutenmarge op de steekproef bedraagt 3,9%. Het gaat om een kwantitatieve studie; elke kwalificatie die we hieronder aan de resultaten geven is bijgevolg onder voorbehoud. Het OIVO vertrok voor dit onderzoek vanuit een brede interpretatie van het begrip ‘bijgeloof’. De omschrijving van Van Dale is voor ons een bruikbare kapstok: ‘niet op een godsdienst stoelend geloof aan bovennatuurlijke werkingen of verschijnselen’.

Doorheen dit artikel zal u merken dat de gestelde vragen dikwijls voor interpretatie vatbaar waren. Begrippen als ‘bijgeloof’, ‘helderziende’ of ‘genezer’ werden in de enquête niet verder toegelicht. Om de ondervraagden niet af te schrikken met een te lange en ingewikkelde enquête, waren we verplicht de invulling ervan deels aan de respondenten over te laten. Dit is in zekere mate onvermijdelijk bij het opstellen van een kwantitatieve enquête, maar maakt het onvermijdelijk gevaarlijker om sterke conclusies te trekken. Daarom herhaalt het OIVO, wanneer mogelijk, haar enquêtes, zodat de relatieve subjectiviteit van de vragen gelijk blijft doorheen de jaren. In dit geval is het onderzoek een herhaling van eenzelfde bevraging uit 2007.

De cijfers: bijgeloof neemt toe

Leggen we de resultaten van beide jaren naast elkaar, dan merken we dat het aantal bijgelovige Belgen gevoelig gestegen is. In de enquête gebruikten we twee manieren om te peilen naar bijgeloof. Aan het eind van het gesprek werd kortweg de vraag gesteld ‘bent u bijgelovig?’. Van alle respondenten antwoordde 18% bevestigend op deze vraag. In 2007 was dat nog 12%. Opvallend is dat dit cijfer voor Walen (26%) beduidend hoger ligt dan voor Vlamingen (14%).

Behalve zelfrapportering kan een andere mogelijke indicator voor bijgeloof de mate zijn waarin de respondenten geloof hechten aan bepaalde pseudowetenschappelijke en paranormale praktijken. Tijdens de enquête werden er enkele opgesomd, waarop de mensen moesten aangeven of ze er al dan niet geloof aan hechten. Ook hier liggen de cijfers voor 2009 hoger dan in 2007. Zo is het aantal Belgen dat aangeeft waarde te hechten aan astrologie en horoscopen gestegen van 10% naar 15%. Ook in voorspellingen door helderzienden (van 6% naar 12%) en ‘genezingen uitgevoerd door genezers’, zoals het letterlijk geformuleerd werd, wordt meer geloofd (van 6% naar 22%). We moeten hierbij wel opmerken dat we niet kunnen weten of voor (een deel van) de respondenten ook homeopathie, acupunctuur, aromatherapie en andere alternatieve geneeswijzen onder de, toegegeven, vage noemer ‘genezingen’ vallen.

Uit deze resultaten valt af te leiden dat we iets minder dan één op vijf Belgen volgens onze interpretatie bijgelovig kunnen noemen. Het is echter niet ondenkbaar dat dit aandeel in werkelijkheid nog een stuk hoger ligt, rekening houdend met de sociale wenselijkheid van een negatief antwoord op bovenstaande vragen.

Vrijwillig bedrog?

Het antwoordgedrag van de respondenten hangt sterk af van de manier waarop de vragen gesteld worden. Als we hen bijvoorbeeld de stelling voorleggen dat ‘helderzienden misbruik maken van de naïviteit van de mensen’, geven bijna negen op de tien consumenten (88%) aan het daarmee eens te zijn. Dezelfde verhouding werd vastgesteld in 2007. Dit lijkt te wijzen op een sterk verspreide scepsis. Toch weerhoudt dat iets minder dan vier op de tien Belgen niet om helderzienden een ‘gave’ toe te schrijven. Dit werd niet verder toegelicht; de stelling luidde als volgt: ‘Helderzienden beschikken over een gave.’ Het is mogelijk dat voor een deel van de respondenten die ‘gave’ niet meer inhoudt dan een sterk psychologisch inzicht of intuïtie. Bijna de helft van de Belgen (49%) is namelijk wel van mening dat helderzienden soms mensen in nood kunnen helpen. Als we dit op een andere manier vragen en hen de stelling voorleggen dat helderzienden mensen ‘gerust kunnen stellen en troosten’, antwoordt zelfs 58% bevestigend. Als we echter vragen of ‘helderzienden de toekomst kunnen voorspellen’, dan zakt dit cijfer naar 18%.

Welke waarde heeft die troost, als ze gebaseerd is op vaagheden en misbruik van naïviteit tot zelfs leugens en manipulatie? Op die vaak bedrieglijke praktijken komen we later nog terug. Heeft een vijfde van de Belgen genoeg aan gebakken lucht als steun in zware tijden? Het lijkt wel alsof ze zich vrijwillig laten bedriegen om de gemoederen te verlichten, als een avondgast die zich aan de eettafel vrolijk laat inpakken door een vlotte goochelaar.

Ervaring en perceptie

Via het onderzoek wilden we ook te weten komen hoeveel mensen al beroep hebben gedaan op helderzienden en genezers en welke perceptie daarover leeft in de samenleving. Vijftien procent van de respondenten blijkt zelf al ooit een helderziende te hebben geraadpleegd. Tegenover 2007 is dat zowaar meer dan een verdubbeling. Ondanks de overvloed aan esoterische diensten aangeboden via de media, gebeurt het overgrote deel van die contacten nog steeds tijdens een persoonlijk bezoek (85%). Vergeleken met 2007 merken we wel een stijging in het aantal telefonische raadplegingen, maar de grootte van die steekproef verplicht ons voorzichtig te zijn met dergelijke uitspraken. Voor beide jaren heeft namelijk slechts een handvol van de ondervraagde mensen een helderziende telefonisch gecontacteerd. Tellen we het aantal raadplegingen via telefoon en het internet samen, dan tekent de stijging van de hoeveelheid voorspellingen die op afstand gebeurden zich al duidelijker af ten opzichte van 2007 (van 8% naar 15%).

Uit de studie blijkt verder dat slechts 8% van de Belgen zich ooit al heeft gewend tot een zogenaamde genezer. Van de mensen zonder ervaring geeft een kwart aan op zijn minst weinig geneigd te zijn zoiets in de toekomst te doen. Op beide vlakken is dit een betekenisvolle stijging vergeleken met 2007, toen het aandeel mensen dat reeds een ervaring had met een genezer nog 2% bedroeg en slechts 11% zich geneigd noemde ooit een genezer te bezoeken. Dit fenomeen lijkt sterk op weg zich te onttrekken aan de marginaliteit.

Meer dan driekwart van de respondenten (77%) vindt het raadplegen van een helderziende duur. Dat je het risico loopt een aardige duit kwijt te spelen in ruil voor een korte babbel met je overleden echtgenoot of een magische genezing, blijkt ook uit verdere resultaten van de studie. Aan de mensen die al ervaring hadden met helderzienden en genezers vroegen we hoeveel een sessie hen gekost had. Voor een helderziende lag de prijs gemiddeld rond €30, voor genezers was dat niet minder dan €40. Dit is, ter vergelijking, bijna dubbel zoveel als voor een raadpleging bij een gediplomeerde huisarts.

Onethische praktijken

Ondanks de stijging van het aantal believers blijkt uit het voorgaande eveneens dat tegenover de esoterische markt best wat wantrouwen leeft bij de Belgische bevolking. Die houding is gegrond. Tal van helderzienden en genezers maken in hun adverteer- en handelspraktijken gebruik van de zwakte van de consumenten in hun doelgroep, vaak mensen die een moeilijke periode doormaken en op zoek zijn naar zekerheid en een snelle, gemakkelijke oplossing voor hun problemen. Uit onderzoek door en klachten aan het OIVO blijkt dat enkele technieken om geld te slaan uit hun onfortuinlijke situatie regelmatig terugkomen. Hieronder een niet-exhaustief overzicht.

Een voet tussen de deur

Vaak wordt bij de verkoop van esoterische diensten gebruik gemaakt van de klassieke ‘voet tussen de deur’-methode, een aangetoonde psychologische techniek die goed gekend is in de marketingwereld. Het houdt in dat het aanbod tijdens een eerste contact meestal relatief onschuldig, vrijblijvend en goedkoop blijft. Er wordt bijvoorbeeld gratis een persoonlijke numerologische of astrologische analyse aangeboden. Een consument die valt voor de laagdrempeligheid, is veel sneller geneigd ook de volgende stap of stappen te zetten, waarvoor men dan steeds meer moet betalen.

Geef de voorspellingen een gezicht

Bedrijven die esoterische diensten van op afstand aanbieden, zijn vaak zo slim om te laten uitschijnen dat hun voorspellingen gedaan worden door oude dametjes met een spiritueel aura (excusez le mot). Advertenties worden vaak geïllustreerd met foto’s van zulke kleurrijk getooide dames. In een concreet geval werd zo’n foto vergezeld van de verzekering dat de dame in kwestie al ‘meerdere directe voorspellingen, die al meer dan 100 maal gecontroleerd werden’, op haar actief heeft staan. Om de illusie in stand te houden dat deze dames echt bestaan, biedt men soms zelfs de mogelijkheid aan hen persoonlijk te ontmoeten. Eventuele nieuwsgierigen worden echter onmiddellijk ontmoedigd door een wachttijd van zes maanden of meer.

Deze techniek heeft als doel  de communicatie een menselijker gevoel te geven, wat in schril contrast staat met de koude waarheid: de gegeven voorspellingen zijn meestal volledig geautomatiseerd. 

Hot en cold reading

De lezers van dit blad zijn ongetwijfeld vertrouwd met de concepten hot en cold reading, de technieken die vaak toegepast worden door zogenaamde helderzienden en mediums, waarbij zij persoonlijke informatie terugspelen aan de consument die ze te weten zijn gekomen door ofwel achter de rug van die klant opzoekingen te doen (hot reading) of het op te pikken uit de interactie met die persoon (cold reading). Vooral cold reading is een erg subtiel psychologisch spel. Beide kunnen in ieder geval erg overtuigend overkomen en zijn ontegensprekelijk vormen van bedrog als ze worden aangewend als verkoopsargument. Het OIVO stootte al op bijzonder flagrante varianten op dit thema. In een geval van hot reading dat aan het belachelijke grenst, kreeg een dame een vragenlijst opgestuurd waarin ze naast een aantal triviale gegevens (‘heeft u een huisdier?’, bijvoorbeeld) ook gevraagd werd naar haar grootste zorgen en diepste wensen. Een tijd later ontving zij een gepersonaliseerde toekomstanalyse, inspelend op haar precieze verwachtingen.

Veel mensen stellen onvoldoende kritische vragen bij dit soort praktijken. Ze willen nu eenmaal geloven dat er een snelle en gemakkelijke oplossing bestaat voor hun problemen, zelfs al moeten ze daarvoor diep in de geldbeugel tasten. In de ijdele hoop de onzekerheid van de toekomst onder controle te krijgen, blijven ze toevlucht zoeken tot de esoterie en lopen ze het risico uitgebuit te worden door de vaak misleidende praktijken van zogenaamde helderzienden en genezers. Al te vaak komt het zover dat zij zich laten meeslepen in een spiraal van alsmaar zwaarder wordende betalingen, in de hoop dat hun zorgen weldra achter de rug zullen zijn, terwijl ze eigenlijk schaamteloos worden uitgebuit door een onpersoonlijk postorderbedrijf.

Ondoorzichtige handelspraktijken en fear-appeal

In een ander concreet geval maakte een banner op het internet reclame voor een gratis sessie bij een helderziende. Een vrouw die daarop reageerde, ontving enkele dagen later een analyse in vage esoterische taal die haar aanraadde, ik citeer, ‘uit die rampzalige kring van negativiteit te stappen en dat negatieve mediamieke milieu helemaal uit te schakelen… met behulp van een volledige, vertrouwelijke astrologische studie.’ Voor die studie moest vanzelfsprekend stevig betaald worden. De consument in kwestie reageerde niet verder, waarop ze meermaals per e-mail agressief herinnerd werd aan het aanbod. Dit is een schrijnend voorbeeld van ethisch onverantwoorde marketing via fear-appeal, waarbij de consument het idee gegeven wordt dat hij of zij moet ingaan op een aanbod omdat er anders erge dingen zullen gebeuren.

Overheidsaanbevelingen

Het OIVO vraagt dat er dringend een einde gesteld wordt aan dergelijke bedrieglijke, weinig transparante praktijken en heeft over deze kwestie aanbevelingen aan de overheid uitgeschreven. De markt van de helderziendheid en ruimer gezien van het esoterisme is weinig gereglementeerd en vanwege het specifieke karakter (de kwetsbare consument en de moeilijke momenten waarop de dienst wordt aangeboden) moet er een bijzondere omkadering komen, zowel op het reglementaire vlak, met meer transparantie in de handelspraktijken, als op het gebied van controle. De overheid dient de sector strenger te controleren en moet erop toezien dat de wet op de marktpraktijken waaraan hij onderhevig is, gerespecteerd wordt. Gelet op het feit dat het statuut van helderziende niet gereglementeerd is en voor iedereen openstaat, dient meer aandacht besteed te worden aan de oplichterijen waar de consumenten het slachtoffer van kunnen worden. 

Men zou kunnen tegenwerpen dat het zeer moeilijk is de esoterische markt specifiek te reglementeren: hoe kan je van eerlijke en transparante dienstverlening spreken als het gaat om mensen die beweren dat ze de toekomst voor je kunnen voorspellen of je ziekte als bij wonder kunnen laten verdwijnen? Bestaat daar geen juridische lacune? Volgens het OIVO betreft die lacune echter enkel de erkenning van de functie van helderziende. Van zodra een helderziende een raadpleging voor een consument uitvoert, biedt hij hem beroepsmatig een dienst tegen vergoeding aan. Zulke diensten vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 6 april 2010 betreffende de marktpraktijken en de bescherming van de consument. De ‘helderziende’ moet zich met die wet in regel stellen.

[nvdr: De volledige studie, op de toenmalige website van OIVO (dat sinds 2015 niet meer bestaat), is niet meer online beschikbaar.]

 

Jelle Vancoppenolle (1985) is persverantwoordelijke bij het OIVO en alumnus communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel.