De laboratorische dikdoenerij klinkt zo overtuigend dat je vergeet dat er zelfs geen allereerste aanzet is tot praktische beïnvloeding van verouderingsprocessen bij mensen. Illusies over eeuwige jeugd zijn echter zo oud als de mensheid. Het “socialistische” Roemenië onder Ceauşescu haalde een substantieel deel van zijn buitenlandse deviezen binnen door de Amerikanen met hele ladingen binnen te vliegen om hen te “anti-verouderen” door de Roemeense medische elite onder leiding van Prof. Dr. Ana Aslan, beladen met meer Roemeense doctorstitels dan de presidentsvrouw zelve. Zoals alle andere ontdekkers van revolutionaire anti-verouderingstherapieën is Aslan al een tijdje dood. Haar geest leeft voort in een uitgebreid net van Roemeense hotels en kuuroorden, zich verrijkend op de kap van sukkels met meer illusies dan gezond verstand. Ze werd recent vervoegd door onze eigen, niet van de televisie weg te meppen verouderingsspecialist dr. Herman Le Compte.
Ik heb een matig medelijden met wie zich door de anti-agingmarktkramers laat verleiden. Uiteindelijk zijn dit geen doodzieke kankerpatiënten die financieel worden leeggemolken door alternatieve bloedzuigers. Wie erom vraagt te worden bedrogen, moet niet klagen als aan zijn wensen wordt voldaan. De levensverwachting in Roemenië lag en ligt een dikke tien jaar onder die van de verdorven liberale markteconomieën. Staatsmonopolies op smerige tabak, goedkope wodka en vettig varkensvlees die een onzeker bestaan onder een gevaarlijke zot moesten doen vergeten, bleken uitstekende middelen tegen veroudering: Roemenen stierven voordien.
Veroudering is een onvermijdelijk gevolg van seksuele reproductie. Levensduren worden gevormd door de noodzaak tot competitief nageslacht, nadien zijn we klaar voor recyclage. Er staat een hoge prijs op ons voortbestaan zolang we geen overlevend nageslacht hebben: als we het loodje leggen, verdwijnt ons genoom. Maar naarmate de kans op overlevend nageslacht toeneemt, neemt ook de noodzaak voor ons overleven af. Genen die ons overleven regeren op jonge en jongvolwassen leeftijd worden zeer streng uitgeselecteerd door de grote genenzeef van natuurlijke selectie. Maar fouten die fataal worden op hogere leeftijd, hebben nauwelijks effect op het voortbestaan van ons genoom. Die worden nooit weggeselecteerd. De moderne theorie is zelfs nog een beetje straffer: die voorspelt dat als we kunnen investeren in betere kinderen door te desinvesteren in langdurige overleving, we dat ook zullen doen. Veroudering wordt toch overheerst door niet-adaptieve processen – een gevolg van onze overbodigheid op hogere leeftijd.
Homo sapiens leeft erg lang, vergeleken met andere diersoorten, inclusief de mensapen. Dat is zeker veroorzaakt door ons grote brein: onze levensduur verlengde samen met de omvang van onze hersenen. Dat grote brein vergt een lange jeugd en een grote hoeveelheid opvoeding om optimaal profijt te trekken van al die grijze hersencellen. Als we die levensduur willen verlengen, volstaan geen simplistische ingrepen: natuurlijke evolutie heeft miljoenen jaren gehad om te experimenteren. Een keer onze dochters in de menopause beginnen te komen, is het echt hartstikke op. Dan heeft natuurlijke selectie nooit meer geschaafd: dan overleven we enkel nog in blessuretijd.
Wie grote levensextensie als plot bedenkt van een sciencefictionroman, struikelt over verdelingsvraagstukken van gigantische afmetingen. Veronderstel dat we weldra echt het leven kunstmatig kunnen verlengen, niet met wat toegevoegde blessuretijd maar met vele decennia. Een eerste probleem is er één van billijkheid en solidariteit. Is het eeuwige leven voor iedereen weggelegd, of geldt het enkel voor de elite met geld en/of politieke macht? Als het onbetaalbaar duur is, wie moet dat betalen? Als de prijs betaalbaar is, op welke middelen mogen deze superouderen beslag leggen en ten nadele van wie? We verwachten een kleine tien miljard bewoners op deze aardbol. Als de superouderen het pand niet ontruimen, hoe moet het dan met kinderen? Gaan we die afschaffen, of kweken we ze nog voor de transplant organen?
Wij hebben het eeuwige leven, al heel lang. Onze bloedlijnen stromen doorheen de tijd, zich bedienend van wegwerplichamen om zich aan het eigen haar steeds hoger uit de chaos te trekken. Anemonen verouderen niet, maar het blijven dan ook onveranderlijke, onbewuste holtedieren, want wat hebben holtedieren aan bewustzijn? De kracht van de levensloop van het seksuele dier is dat het door steeds herhaalde cycli van geboorte en dood zichzelf steeds opnieuw uitvindt, zich plooiend naar de veranderlijke eisen van de omgeving.
Wij overleven nu altijd langer in blessuretijd, lichamelijk en mentaal steeds dieper gekneusd. Dat is zelden onze wens. Er is nog veel onderzoek te doen om het einde van het leven prettig te maken, waard om geleefd te worden. Maar over het medisch steeds verder rekken van het leven, daar moeten we eens goed en hard over nadenken.
Dr. Luc Bonneux is epidemioloog