SKEPP in debat met de ziekenfondsen

29-11-2003

-

door verscheen in :
24 minuten
Leestijd:
SKEPP schreef afgelopen jaar de ziekenfondsen aan om hun terugbetaling voor alternatieve (onbewezen) behandelingen aan de kaak te stellen. Een aantal ziekenfondsen reageerden vriendelijk maar afwijzend, ondersteund door een reeks populariteitsargumenten. Door Prof. dr. Wim Betz.

De ziekenfondsen en het terugbetalen van kwakzalverij

Wie het nog niet wist kan er niet naast kijken. Sinds een paar jaar zijn er meer en meer ziekenfondsen die hun klanten willen doen genieten van een aantal extra voordelen. Naast de verplichte wettelijke bijdrage, die meestal via de werkgever geregeld wordt, bieden de meeste ziekenfondsen ook nog een vrijwillige aanvullende verzekering aan. Voor 50 à 80 euro per jaar kan je buiten de wettelijke tussenkomsten nog een heel pak andere terugbetalingen krijgen. Meerdere ziekenfondsen maken deze vrijwillige verzekering verplicht. In een hoofdartikel in het nummer van september 1999 van Budget en Recht van de Verbruikersunie werd al aangeklaagd dat dit onwettelijk is. Op die manier, zegt de Verbruikersunie, rijven ze per jaar meerdere honderden miljoenen binnen. Soms verhogen ze eenzijdig de bijdrage of breiden ze het pakket uit, waardoor de consument voor een voldongen feit wordt gesteld en alleen maar kan slikken en betalen. Volgens de Verbruikersunie is dit in strijd met de wet op de handelspraktijken en in strijd met de rechten en de voorlichting van de consument. Het gaat om diensten die worden aangeboden in het handelscircuit en dus moeten ook de ziekenfondsen de wet volgen. De Verbruikersunie vervolgt: "geregeld overlappen die diensten, bijv. voor reisbijstand of bepaalde hospitaalkosten, de verzekeringen die de consument al elders en beter heeft afgesloten". De consument wordt opgeroepen geen zinloze dubbele betalingen te doen en eventueel te beslissen van deze verzekering af te zien. Het ziekenfonds zal misschien dreigen met uitsluiting, maar heeft daar volgens de Verbruikersunie het recht niet toe en ze kunnen zelfs sancties vrezen als ze dit doordrijven. De Verbruikersunie roept de ministers en de controledienst der verzekeringen op om aan deze praktijken een eind te stellen. Van enige actie is op dat gebied echter nog niets te merken. Omdat sommige ziekenfondsen hun leden agressief blijven bestoken met propaganda voor kwakzalverij en omdat verschillende leden ons vroegen om iets te doen, hebben we in de lente van 2003 in naam van SKEPP alle Vlaamse ziekenfondsen aangeschreven met de volgende vragen:

Ingeval u de zgn. alternatieve behandelingen terugbetaalt,

   1. Bent u bereid uw leden toe te laten van de aanvullende verzekering af te zien?

   2. Bent u bereid uw leden de keuze te laten tussen een pakket met of een zonder die omstreden behandelingen?

   3. A. In geval u de keuze laat, hoeveel bedraagt dan de verminderde bijdrage?

      en B. In geval u de keuze laat bij gelijkblijvende bijdrage, krijgen uw leden dan het recht op verhoogde tussenkomst voor wel nuttige zaken zoals prothesen, brillen, verbandmateriaal,...?

      De antwoorden kwamen traag binnen en sommige ziekenfondsen hebben nog steeds niet geantwoord. Hierna een samenvatting van de antwoorden:

Sommige verwijzen naar hun landsbond.

    * De Bond Moyson (social.) West Vlaanderen stuurt ons een artikel uit hun ledenblad waar op een ongelooflijk naïeve manier de lof gezongen wordt van homeopathie, osteopathie, chiropraxie en Chinese geneeskunde. Het eindigt met de vermaning dat de wetenschap niet het monopolie van de waarheid heeft.

    * Euromut: laat weten dat afzien van de alterneutenverzekering niet kan.

    * De Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit heeft geen aanvullende verzekering.

    * Het Vlaams Neutraal Ziekenfonds en het Neutraal Ziekenfonds zijn de enigen die eerlijk zeggen dat de aanvullende verzekering bij hen niet verplicht is, maar als je ze neemt, zit alterneuterij er in. Het moet dan wel door een arts voorgeschreven zijn.

    * Het belangrijkste antwoord is echter een gezamenlijke uitgebreide brief van de Socialistische, de Christelijke en de Liberale Mutualiteiten, getekend door hun kopstukken en met de vraag om dit in ons ledenblad te publiceren, wat we dan ook graag doen :

 

Brief van de drie grootste Ziekenfondsen inzake terugbetaling alternatieve en aanvullende geneeswijzen :


Geachte heer professor

Wij ontvingen in goede orde uw schrijven van 20 maart 2003 waarop we graag willen antwoorden.

Alle ziekenfondsen in Vlaanderen, maar ook private verzekeringsmaatschappijen zoals DKV, voorzien inderdaad een beperkte tegemoetkoming voor alternatieve en aanvullende geneeswijzen zoals homeopathie, osteopathie en chiropraxie. Via haar aanvullend dienstenpakket geeft ons ziekenfonds haar leden een tegemoetkoming voor deze geneeswijzen. Maar in tegenstelling tot andere ziekenfondsen, komen wij niet tegemoet voor accupunctuur of kruidengeneeskunde.

Onze tegemoetkomingen zijn bovendien gekoppeld aan specifieke voorwaarden. De osteopatische behandelingen moeten worden verstrekt door osteopathen die arts of kinesitherapeut zijn, over een diploma osteopathie beschikken (DO diploma dat aan duidelijke criteria beantwoordt) en zich enkel op deze geneeswijze toeleggen. De chiropractors moeten een erkend buitenlands diploma hebben (universitair niveau), gezien deze opleiding in ons land niet bestaat. De tegemoetkoming voor homeopathische geneesmiddelen wordt enkel toegekend indien deze erkend zijn door het ziekenfonds, voorgeschreven zijn door een arts en worden aangekocht bij een apotheker die in België is gevestigd.

In de meeste andere landen van Europa is de erkenning van alternatieve geneeswijzen al een feit. Zo verwijzen alle Nederlandse huisartsen voor bepaalde indicaties naar homeopaten. In Frankrijk wordt homeopathie terugbetaald door de verplichte ziekteverzekering. Duitsland heeft een jarenlange traditie van 'Heilpraktiker'.. In Engeland zijn niet-conventionele geneeswijzen wettelijk geregeld en hebben verschillende ziekenhuizen een afdeling homeopathie. Aangezien we een ledenorganisatie zijn, kunnen onze leden via de algemene vergadering mee bepalen hoe de middelen van de aanvullende verzekering worden aangewend. Na de wet Colla over de niet-conventionele geneeswijzen, was er inderdaad een duidelijke en toenemende vraag van de leden om een tegemoetkoming voor alternatieve geneeswijzen te voorzien, nadat andere ziekenfondsen reeds de spits hadden afgebeten. Ook verbruikersorganisaties als Test-Aankoop dringen al jaren aan op een constructieve dialoog en samenwerking met niet-conventionele zorgverstrekkers. Wij wensen onze leden die kiezen voor deze therapieën niet aan hun lot over te laten. Dat zou natuurlijk de gemakkelijkste houding zou zijn op basis van de vaststelling dat er geen wetenschappelijke onderbouw bestaat. Wij wensen hen integendeel te sturen in hun keuze door de beperkte tegemoetkoming (20% van de kost voor homeopathische geneesmiddelen met een jaarlijks plafond van 74 euro: maximaal vijf consulten voor osteopathie of chiropraxie, ten bedrage van 10 euro per consult) enkel te voorzien voor zorgverstrekkers of geneesmiddelen die aan de hierboven vermelde criteria voldoen

Wij willen ons in dit antwoord verder toeleggen op de homeopathie omdat u zelf stelt dat er voor osteopathie en chiropraxie wel enkele argumenten voorhanden zijn en omdat die geneeswijzen nauw aansluiten bij de manuele geneeskunde. In vele landen (bv. Verenigde Staten) behoren ze trouwens niet tot de alternatieve geneeskunde maar maken ze integraal deel uit van de klassieke geneeskunde. Inzake homeopathie hebben wij de filosofie gevolgd van dr. Jos De Smedt voorzitter van de WVVH (Wetenschappelijke Vereniging voor Huisartsen in Scoop maart 2001) als hij stelt: "Het geeft geen zin te blijven discussiëren over het effect van deze geneeswijzen. We zullen er niet direct uitraken. Men kan een struisvogelpolitiek huldigen en doen of onze patiënten geen alternatieven raadplegen maar het is een feit dat dit gebeurt. We zijn beter op de hoogte van dit feit zodat we in alle openheid de dialoog kunnen aangaan"..

Iedereen die veel geconfronteerd wordt met de dagdagelijkse realiteit weet dat patiënten al sinds jaar en dag - en nu zelfs meer dan vroeger - gebruik maken van homeopathie en er veelal tevreden over zijn. Terecht stelt u dat het om een sector gaat waar regels ontbreken en waar onze leden Œten prooi¹ kunnen vallen van zorgverstrekkers die soms zelfs geen enkele medische basisopleiding hebben. Wij hebben inderdaad ook kunnen vaststellen dat onder het mom van homeopathie heel wat zaken werden toegediend die er niets mee te maken hadden.

Voor de uitbetaling van onze tegemoetkoming homeopathie hebben we een aantal regels vastgelegd in een domein waar de wetgever helaas nog in gebreke blijft. Zoals reeds aangehaald, komen we immers enkel tegemoet voor homeopathie als de zorgverstrekker arts is en als de voorgeschreven geneesmiddelen beantwoorden aan bepaalde veiligheidscriteria. Zolang er nog geen officiële lijst van homeopathische geneesmiddelen ter beschikking is, baseren we ons hierbij op een zelf samengestelde 'ziekenfondslijst homeopathische geneesmiddelen'.. De ziekenfondsen betalen enkel geneesmiddelen terug waarvan we de veiligheid kunnen garanderen (orale vormen met een verdunning van minstens 10.000, geen producten afgeleid van menselijke of dierlijke organen, geen kruiden, geen voedingssupplementen, geen aardstralen, enz.). Leden kunnen ons vragen waarom een bepaald 'homeopathisch' geneesmiddel niet wordt terugbetaald. Dit levert een interessante discussie op zodat ze beter gewapend, het kaf van het koren kunnen scheiden. Op onze vraag is er ook een faculteit voor homeopathie gesticht zodat de opleiding van de homeopaten is gestandaardiseerd En onlangs hebben alle artsen die aan welbepaalde opleidingsvoorwaarden voldeden een voor België uniform diploma ontvangen. Al deze maatregelen kwamen tot stand in een constructieve dialoog met de beroepsvereniging voor homeopaten en de scholen voor homeopathie. Met het oog op de tariefzekerheid gaan we bovendien binnenkort ook de discussie aan om richtprijzen voor honoraria per tijdseenheid vast te leggen. Daarnaast kunnen ook de meest voorkomende indicaties onderwerp zijn van verdere dialoog.

De ziekenfondsen doen hier dus niet aan struisvogelpolitiek. Ze nemen integendeel hun verantwoordelijkheid op om hun leden die niet-conventionele geneeswijzen willen gebruiken, een kader te geven waarin dit op een veilige manier kan gebeuren. Wij kunnen gerust stellen dat het scheppen van dit kader een moeilijk proces was dat niet altijd in dank werd aanvaard door bepaalde niet-conventionele zorgverstrekkers.

Wat de kritiek op de wetenschappelijke onderbouw betreft, geldt deze evenzeer voor de evidence based geneeskunde. U weet immers ook dat slechts minder dan vijftig procent van de aandoeningen op een wetenschappelijk onderbouwde manier kan worden behandeld. Idealiter zou er voor elke klacht een wetenschappelijke behandeling moeten bestaan die voor elke persoon toepasbaar is, met een maximum aan resultaat en een minimum aan bijwerkingen. Helaas is dit niet zo en daarom vinden artsen dat de vrijheid van therapie een basisvoorwaarde is om hun beroep goed te kunnen uitvoeren.

Doordat er, noch in de conventionele noch in de niet-conventionele geneeskunde, een wetenschappelijk onderbouw mogelijk is voor de aanpak van een aantal aandoeningen, is de tevredenheid van de patiënt (verbetering van de quality of life) over de behandeling een parameter. Als die bijvoorbeeld voor homeopathie even groot - zo niet groter - is dan voor de klassieke geneeskunde, moeten we dit als ziekenfonds respecteren en sturen. Zeker indien de veiligheid gegarandeerd is, omdat de behandelingen gebeuren door artsen met een klassieke scholing en omdat de geneesmiddelen geen bijwerkingen geven. Het gaat niet op dat de arts alle therapeutische vrijheid heeft, terwijl de patiënt zelf geen keuze mag maken over de wijze van behandeling, rekening houdend met zijn ervaringen, tevredenheid en verwachtingen.

Wij hebben er geen probleem mee dat u homeopathie reduceert tot placebo. Het inschakelen van placebo kan soms verantwoord zijn en gebeurt ook dagelijks in de klassieke geneeskunde. Bovendien kan ze perfect kaderen in de therapeutische vrijheid. Als mensen even tevreden zijn met homeopathische geneesmiddelen voor aandoeningen die niet vanzelf overgaan en waarvoor de klassieke geneeskunde geen oplossing kon bieden, dan moeten we deze keuze respecteren. Die behandeling moet dan wel onder supervisie staan van een arts die in staat is correcte diagnosen te stellen bij aanvang en in de verdere evolutie van een ziektebeeld. De ziekenfondsen betalen trouwens enkel homeopathische geneesmiddelen terug waarvan we de veiligheid kunnen garanderen. Bovendien zijn deze geneesmiddelen vrij goedkoop. Ongewenste effecten van slaappillen, tranquillizers, pijnstillers, antibiotica bij bovenste luchtweginfecties, hormoonsubstitutie voor menopauze, enz. kunnen dikwijls vermeden worden als patiënten verkiezen om ze te vervangen door homeopathische geneesmiddelen. En een aantal mensen stelt bovendien vast dat deze homeopathische placebowerking soms beter werkt dan een placebo voorgeschreven door een klassieke zorgverstrekker. Misschien speelt hierbij ook het feit dat de homeopaat veel tijd besteedt aan de patiënt voor het bepalen van het constitutietype waarbij hij een holistische benadering hanteert. De mensen hebben niet altijd een boodschap aan 'u zal ermee moeten mee leren leven' of 'ik kan niets voor u doen'.

Het grote verschil tussen uw vereniging en de onze is dat wij het aandurven oog te hebben voor de ervaringen van patiënten met bepaalde niet-conventionele geneeswijzen en er op een respectvolle manier mee omgaan. Indien de wetenschappelijke geneeskunde voor alles een oplossing zou kunnen bieden, zou er geen reden zijn waarom mensen zich beroepen op niet-conventionele geneeswijzen. 'Onwetendheid' kan alvast niet als argument worden aangevoerd, want uit sociologisch onderzoek blijkt dat veelal hoger opgeleiden gebruik maken van niet-conventionele geneeswijzen. De mens reduceren tot een machine waarvoor een medisch wetenschappelijke oplossing bestaat voor elk probleem, is een boodschap die niet met de realiteit overeenstemt en die wij niet verkocht krijgen. De wetenschappelijke onderbouw is uiteraard de basis van de geneeskunde, maar zij kan helaas vele problemen (nog) niet oplossen omdat de mens en zijn omgeving nu eenmaal zo complex ineen zit.

We willen ook meegeven dat uit gezondheidseconomisch onderzoek in Frankrijk blijkt dat de gebruikers van homeopathie gemiddeld minder kosten aan de sociale zekerheid. Zo kost een unitair homeopathisch geneesmiddel gemiddeld slechts 4 euro en zou in principe dikwijls één dosis volstaan. Dit was ook een van de redenen waarom Frankrijk, in het kader van de besparingen, de terugbetaling van homeopathie niet geschrapt heeft uit de verplichte verzekering.

De wetgever neemt gelukkig reeds een aantal wettelijke initiatieven onder andere voor homeopathie. Een commissie binnen het ministerie van Volksgezondheid buigt zich momenteel over de registratie van Œhomeopathische geneesmiddelen¹ als uitvoering van een KB ter zake dat een uitvloeisel is van de Europese wetgeving. De beroepsvereniging Unio homeopathica is erkend door het Ministerie van Volksgezondheid (staatsblad 26.02.2003). De geneesmiddelen worden voorgeschreven door geschoolde zorgverstrekkers. Zeggen dat dit alles niets met geneeskunde te maken heeft, is de waarheid geweld aan doen. De Europese Unie heeft verschillende miljoenen euro¹s vrijgemaakt voor onderzoek in deze sector. Hierbij zullen aangepaste protocollen worden gebruikt (o.a. longitudinale observatie studies) om na te gaan of er eventueel nog meer is dan een louter placebo-effect. Wij zijn zeker bereid om over deze problematiek een open gesprek aan te gaan. Wij zouden het wel op prijs stellen indien u ons antwoord zo volledig mogelijk zou publiceren in uw ledentijdschrift.

Met vriendelijke groeten, (getekend)

Marc Justaert, voorzitter LCM Guy Peeters, nationaal secretaris NVSM Geert MESSIAEN Secretaris-generaal Liberale Ziekenfondsen


Antwoord van SKEPP :


Geachte Heren,

Onze dank voor uw uitgebreid schrijven waarin u het opneemt voor de terugbetaling van de zgn alternatieve behandelingen. De argumenten die u aanvoert kunnen ons niet helemaal overtuigen, en er blijven nog heel wat vragen open. Hierna volgen onze antwoorden en bemerkingen, geformuleerd in ongeveer dezelfde volgorde als ze in uw brief staan.

Het is niet helemaal juist dat alle ziekenfondsen niet bewezen behandelingen terugbetalen, en de vergelijking met zuiver commerciële firma's lijkt ons niet gepast voor instellingen die toch een heel ander statuut en een andere opdracht hebben. Dat u niet tussenkomt voor acupunctuur is ook niet helemaal correct, want we hebben voorbeelden van ziekenfondsen die tot uw landsbonden behoren en die dit wel aanprijzen en terugbetalen.

U schrijft dat u osteopaten al dan niet erkent volgens duidelijke criteria. Mogen wij u vragen welke uw criteria zijn en of u zich hier niet een bevoegdheid toe-eigent die aan het Ministerie van Volksgezondheid of Onderwijs voorbehouden is, namelijk bepaalde titels te erkennen als bijzondere bevoegdheden (specialisaties)?

Eenzelfde bewering, maar nog meer verontrustend, maakt u over de chiropractors. U erkent buitenlandse opleidingen. Ook hiervan zouden we graag weten welke, en op basis van welke criteria? Onze ongerustheid is hier nog veel groter omdat we zeer goed gedocumenteerd zijn over hoe lamentabel en on- of zelfs antiwetenschappelijk veel van die opleidingen zijn. Voor chiropractors hanteert u blijkbaar niet hetzelfde criterium als voor de osteopaten, namelijk dat het artsen of kinesitherapeuten moeten zijn die het recht hebben de geneeskunde uit te oefenen. U legaliseert dus personen die het wettelijk recht niet hebben om in ons land enige vorm van geneeskunde uit te oefenen. Vermits u dit hier niet vermeldt, mogen we veronderstellen dat de zieken zich rechtstreeks tot deze illegale behandelaars mogen wenden, zonder enige vorm van medisch onderzoek of verwijzing. Die personen mogen dus volgens u zelf diagnoses stellen en behandelen zonder dat de mensen eerst door een arts werden onderzocht. Mogen we daaruit besluiten dat u aanzet tot onwettige uitoefening van de geneeskunde? Mocht er toch een verwijsplicht bestaan, dan wordt die aanzet tot onwettige uitoefening doorgeschoven naar de artsen die moeten verwijzen.

Even terloops wordt aangehaald dat ik ooit beweerde dat bepaalde handelingen van manuele geneeskunde wel wat kunnen helpen. Dat wordt dan als excuus gebruikt om twee onwettige opleidingen van krakers te erkennen, terwijl de manueel therapeuten die aan Belgische universiteiten werden opgeleid (postgraduaat in Brussel, Gent en Leuven) in de kou blijven staan. Dat die handgrepen enkel baat kunnen brengen bij sommige aandoeningen van spieren of gewrichten is nu juist een beperking waar veel osteopaten en vooral chiropractors geen rekening mee houden. Zij kraken voor alles, van eczema tot preventie van wiegendood en oorontstekingen, en daarbij verkopen ze nog kruiden, diëten en voedingssupplementen en verrichten ze uitzinnige handelingen zoals het goedzetten van de schedelbeenderen om het hersenvocht beter te laten stromen. Uiteraard gebeurt dat alles zonder enige medische controle. Wie zal daar toezicht op houden? Op pag. 76 van het Handboek Andere Geneeswijzen, uitgegeven door Test-Aankoop, kunt u het oordeel van Test-Aankoop vinden over het twijfelachtige en zeer beperkte nut en de gevaren van deze twee kraakmethodes. Dat de gevaren niet denkbeeldig zijn, wordt uitgebreid beschreven in het boek Chiropractic The Victim's Perspective van G. Magner. De ernstige gevaren van chiropraxie worden meer en meer vermeld in de medische literatuur: er zijn de waarschuwingen van de Americal Stroke Association en ook in Canada gaan er meer en meer stemmen op:

"The ongoing debate between doctors and chiropractors over the safety of spinal manipulation heated up earlier this year when Dr. John W. Norris, of the University of Toronto, and colleagues estimated that 150 Canadians younger than 45 years suffer strokes each year as a result of chiropractic neck manipulation (see Reuters Health report February 11, 2002.)"

Kortom: vindt u het verantwoord een niet gereglementeerde en niet erkende behandeling aan te bevelen waarvan het nut zeer beperkt is en waarvan de gevaren zeker niet te verwaarlozen zijn? Het is wel zo dat de laatste jaren in de VSA de opleiding osteopathie zich meer en meer afkeert van de kwakzalverij en dat ze sterk begint te gelijken op een beperkte normale medische opleiding met vooral de nadruk op orthopedische problemen, met als gevolg dat men bijna geen gebruik meer maakt van manipulaties. Van deze evolutie is echter nog niet veel te merken in de vele duistere privé-opleidingen hier.

Uw bewering dat de erkenning van alterneuten in vele landen al een feit is, doet de waarheid wel wat geweld aan. Hier en daar wordt er soms wel eens iets erkend en dan soms ook weer herroepen, zoals bijvoorbeeld homeopathie in Nederland en Groot-Brittannië. Volgens deze cirkelredenering kan men nu in andere landen naar het voorbeeld van de Belgische ziekenfondsen verwijzen om daar erkend te worden. De EU-richtlijn van mei 1997 zegt duidelijk dat die behandelwijzen moeten erkend worden zodra de werking bewezen is, en dat is nog niet gebeurd. In de wet Colla zijn de voorwaarden beschreven waaraan ze moeten voldoen om erkend te worden. In het door de EU gepubliceerde COST B4-rapport staan duidelijke richtlijnen aan welke criteria deze bewijzen moeten voldoen.

Uw verwijzing naar de Engelse homeopathische hospitalen is echt een lachertje. Ik heb het Royal London Homeopathic Hospital meermaals bezocht. Het heeft welgeteld 1 bed, dat ter beschikking staat als er eens iemand flauw valt. Om 17 uur sluit het hospitaal en gaat iedereen naar huis. De National Health Service regio Londen heeft trouwens een paar jaar geleden besloten geen homeopathie meer terug te betalen, omdat niet aangetoond is dat het werkt.

Uw uitspraak dat "het de gemakkelijkste houding zou zijn om niet terug te betalen omdat er geen bewijs voor werking is" is zeer merkwaardig, evenals het argument dat u toch erkent al weet u dat er geen bewijs bestaat, maar omdat de mensen het vragen. Wij menen dat u als semi-officiële instelling, met een officiële staatserkenning, een grote verantwoordelijkheid draagt en een voorbeeldfunctie te vervullen hebt. U hebt zo een precedent geschapen van eenzijdige willekeur op basis waarvan men u kan ter verantwoording roepen omdat andere niet bewezen behandelingen wel uitgesloten werden. Hoe zult u reageren als morgen de handopleggers vragen om ook erkend te worden volgens dezelfde criteria? De argumenten die u aanvoert om de erkenning van de homeopathie te verdedigen zijn even gevaarlijk: "de mensen gebruiken het en ze zijn er erg tevreden over". Mogen we nu aannemen dat dit ook een precedent is en dat dit het nieuwe criterium zal worden voor terugbetaling? We kunnen best nog wel wat andere dingen opnoemen waar de mensen tevreden over zijn. Een goede massage, een sauna, de handoplegger, de tarotkaartlezer of een chelatietherapie om de slagaders te ontkalken. Al deze zaken kennen zeker ook voorstanders en tevreden klanten. Welke argumenten zult u gebruiken om ze niet terug te betalen? Hoe zult u deze discriminatie verdedigen?

U zegt niet zonder enige trots dat u nu veiligheid kunt garanderen aan klanten die dergelijke behandelingen willen. Dit zou een aanvaardbaar argument kunnen zijn indien u kunt aantonen hoe u controle zult uitoefenen. We zijn erg nieuwsgierig hoe u dat denkt te realiseren voor krakers. Ons grootste bezwaar is dat u door deze niet op bewijs gesteunde erkenning een aantal niet bewezen handelingen respectabel maakt.

U verdedigt de lijst van homeopathische producten die u zelf hebt samengesteld, in samenwerking met de vereniging van homeopaten. Deze lijst is al een grote verbetering in vergelijking met de vorige die u had gemaakt, maar nog steeds niet conform de Europese richtlijnen. Die stellen duidelijk dat homeopathische medicijnen mogen verkocht worden zonder hun werkzaamheid te moeten bewijzen, maar wel op voorwaarde dat ze enkel de samenstelling en de mate van verdunning vermelden, dus geen merknamen en geen enkele aanduiding van medische indicaties. Er staan op uw lijst nog steeds heel wat overtredingen tegen die regel, namelijk merknamen, en ik kan u folders tonen van fabriekjes die zeggen voor welke ziekten welke van hun producten moeten genomen worden.

Uw argument dat wat normale artsen doen ook maar voor 50% bewezen is zwak. Dat cijfer is totaal uit de lucht gegrepen. De cijfers variëren natuurlijk naargelang de plaats en het soort geneeskunde, maar zelfs in de huisartsenpraktijk ligt dat boven de 80% [artikel van Gill in BMJ 1996;312:819-21]. Als we daar de homeopaten mee in verrekenen, zullen die met hun 0% het gemiddelde wel flink doen dalen. Zelfs al blijkt dat niet alles wat normale artsen doen evidence based is, dan lijkt ons dat geen argument om ineens de deur wijd open te zetten voor allerlei vormen van medische nonsens, maar eerder een stimulans om de gebruikelijke behandelingen kritisch te blijven evalueren.

U haalt ook als argument aan dat er vrijheid van therapie is. Die vrijheid is niet vrijblijvend. Het is juist dat een arts die vrijheid heeft, maar hij moet volgens de plichtenleer handelen volgens de stand van de wetenschap en moet zich kunnen verantwoorden. Hoe denkt u dat een niet bewezen behandeling kan verantwoord worden? We weten dat de orde der geneesheren allerlei niet bewezen handelingen oogluikend toelaat en pas optreedt als er een ernstige klacht over schade is. Als mogelijk instrument voor kwaliteitsbevordering schiet zij hier jammerlijk tekort en uw erkenning van niet bewezen handelingen ondergraaft de pogingen tot kwaliteitsverbetering nog meer.

U geeft zelf toe dat homeopathie een placebo is, "maar het is beter dan nutteloze geneesmiddelen voorschrijven". Daar zijn we het roerend over eens. Het betere alternatief dat u over het hoofd ziet, is niets voorschrijven en een geruststellend gesprek met de arts, want daarbij wordt geen vals vertrouwen in geschud water gecreëerd. Mag ik uit uw argumenten besluiten dat u een voorstander bent van het medicaliseren van aandoeningen die eigenlijk geen behandeling behoeven? Het is wel wraakroepend dat een arts die nep voorschrijft door u extra wordt terugbetaald voor een lang gesprek, terwijl huisartsen die zich willen bezighouden met ondersteunende gesprekstherapie daar alleen kunnen van dromen. Is voor u een lang gesprek met de zieke enkel waardevol als er daarbij geschud water wordt voorgeschreven?

Uw verdediging van de homeopathie stelt ook nog dat voor u de tevredenheid van de patiënt een belangrijk argument is voor de erkenning en dat de patiënt toch ook inspraak mag hebben in de keuze van de behandeling, zeker als er geen bijwerkingen zijn. Akkoord, maar dan hebt u geen enkel argument om bijvoorbeeld Therapeutic Touch (met de handen wapperen boven de zieke) en Mahi-Kari (het licht geven, door geconcentreerd te wijzen) en natuurlijk de gewone handoplegging en het ingestraald water van Yomanda niet te erkennen. De mensen zijn ook daarover zeer tevreden en de bijwerkingen zijn te verwaarlozen. Misschien doen deze verenigingen u nog wel een proces aan wegens discriminatie.

U merkt op dat hoger opgeleiden iets meer gebruik maken van bepaalde alterneuterij dan lager opgeleiden. Daar zijn al goede psychologische verklaringen over uitgewerkt. Mogen we hopen dat u dit niet ziet als een bewijs van werkzaamheid?

U beweert dat het gebleken is dat onbewezen handelingen kostenbesparend zouden zijn. Uw voorbeeld van een flesje homeopathie dat maar 4 euro kost is wel erg amusant. Dat moet zowat het duurste pompwater ter wereld zijn. Het argument kostenbesparing wordt door meerdere studies tegengesproken. Bijvoorbeeld Nature; 1998; 395; pag. 318:

"It found that patients mostly used complementary medicine in combination with conventional medicine, rather than relying on it alone. If national health insurance companies were to offer to reimburse their costs generally, says Jurg Sommer of the WWZ, national costs would rise."

Deze Zwitserse en andere studies wezen er op dat veel gebruikers van zgn. alternatieve behandelingen tevens grote verbruikers van normale geneeskunde zijn. Degenen die enkel alternatieve behandelingen willen, zijn maar een kleine fractie.

U beweert of eerder beschuldigt ons (= SKEPP) ervan dat we niet respectvol omgaan met de ervaringen van patiënten die alternatief gaan, terwijl u dat wel doet. Direct daarop volgt een sneer naar de wetenschappelijke geneeskunde, die de mens zou reduceren tot een machine. Deze beschouwing is wel zeer merkwaardig, komende van een instelling die kwaliteit in de geneeskunde zou moeten nastreven. Dat de geneeskunde nog voor veel problemen geen oplossing heeft, is een open deur intrappen, maar of u die problemen zult oplossen door de verkopers van geschud water te subsidiëren, lijkt erg twijfelachtig. Graag hadden we van u vernomen welke problemen u denkt op te lossen door de homeopathie en de krakers te promoten. Dat ons Ministerie van Volksgezondheid homeopathische producten registreert, is niet meer dan een toepassing van de EU-richtlijn; men mag enkel nagaan of er geen giftige dosis inzit en of er geen merknaam of indicaties vermeld worden. Ook de vermelding dat de vereniging van homeopaten erkend is, klinkt misleidend. Het is een eerste voorwaarde volgens de wet Colla dat alterneuten zich moeten organiseren om erkenning te kunnen aanvragen. Iedereen kan een dergelijke vereniging opzetten en zich laten registreren, maar dat wil hoegenaamd niet zeggen dat de methode erkend is of het zal worden Dat de EU vele miljoenen zal vrijmaken om te bestuderen of het nu al of niet werkt, is nog geen bewijs dat het werkt. In de USA wordt er nu al ongeveer 10 jaar 100 miljoen $ per jaar besteed aan dergelijk onderzoek en daar is nog steeds geen enkel positief resultaat uit voortgekomen.

Als besluit moeten we zeggen dat de argumenten die u gebruikt niet erg overtuigend zijn. Het geven aan het volk wat het wil is aanvaardbaar voor een snoepwinkel, maar niet gepast voor een instelling die eerlijke voorlichting zou moeten verstrekken. Uw goede bedoeling ervoor te zorgen dat uw klanten tenminste veilige kwakzalverij krijgen, overtuigt evenmin.

Hieronder hebben we de voornaamste vragen die uw brief oproept nog eens samengevat en we kijken met belangstelling naar uw antwoord uit. Uiteraard zijn ook wij steeds bereid meer informatie te geven en de dialoog verder te zetten.

Met vriendelijke groeten,

Prof. Dr. Willem Betz Secretaris van SKEPP


Vragen:

    * Welke zijn uw criteria om de goede van de minder goede opleidingen voor osteopathie te scheiden?

    * Meent u niet dat u door het erkennen van bepaalde beroepen uw bevoegdheid overschrijdt en zich in de plaats van de bevoegde ministers plaatst?

    * Is uw erkennen van chiropraxie niet het aanzetten tot onwettige uitoefening van de geneeskunde?

    * Hoe denkt u het toezicht, de kwaliteitscontrole en de beteugeling van misbruiken te kunnen verzekeren in het geval van de chiropractors en de osteopaten?

    * Meent u dat de ziekenfondsen een belangrijke rol moeten spelen in het verhogen van de kwaliteit van de geneeskunde? Kunt u deze opdracht verzoenen met het actief promoten van onbewezen behandelingen?

    * Welke problemen die de normale geneeskunde niet kan oplossen denkt u dat de homeopaten, de chiropractors en de osteopaten wel kunnen oplossen, en welk bewijs hebt u daar voor?

    * De vraag uit onze eerste brief die nog steeds niet beantwoord werd: Is in uw ziekenfonds de aanvullende verzekering verplicht?

 

Skepp kreeg hierop GEEN ANTWOORD meer van de mutualiteiten, en ook op de vraag om hierover een debat te houden aan de UGent, werd niet ingegaan.

Authors
SKEPP
Publicatiedatum
29-11-2003
Opgenomen in
Algemeen