Afrocentrisme en de vlucht uit de wetenschap

07-02-2001

-

doorverscheen in :
6 minuten
Leestijd:
In de Verenigde Staten worden de laatste jaren theorieën gelanceerd die een grotere waarde willen geven aan de aldaar bestaande minderheidsculturen ten nadele van de overheersende 'blanke', westerse cultuur. Dit zou groepen zwarten (Afro-Amerikanen), Indianen en Spaanssprekende Amerikanen een groter gevoel van eigenwaarde moeten bezorgen, en daarom worden deze opvattingen zelfs op school verkondigd. Dat daarbij minder aandacht wordt besteed aan wetenschappelijke bewijzen dan aan politieke correctheid is voor velen nog de minste zorg. De meest extreme vorm is het afrocentrisme, dat stelt dat zowat alle oude kennis en wijsheid uit Afrika afkomstig is. Eén van die afrocentrische theorieën wordt hier bekritiseerd.

Ik wil het hebben over een theorie die in de Afro-Amerikaanse gemeenschap verspreid wordt als de theorie van de "ontvangen wijsheid" ("received wisdom") en niet enkel aanvaard wordt door de radicale afrocentrici, maar ook door een aantal redelijke Afrikaanse Amerikanen die ze gedeeltelijk overnamen. Dit laatste deels dankzij de passieve houding van de academische gemeenschap, die de theorie als onwaardig beschouwt voor een openbaar debat. De theorie is al een zekere tijd in omloop, maar Ivan Van Sertema, hoogleraar Afrikaanse studies aan de Rutgers University, is diegene die er het meest mee naar buiten treedt. De idee (die inderdaad "ontvangen wijsheid" is, omdat het nooit uitvoerig tegengesproken is) is dat de Nubische heersers van de 25e dynastie van Egypte, vorsten die zwart waren, omstreeks 700 v.C. de Atlantische Oceaan zijn opgevaren en terechtkwamen op de kust van de Golf van Mexico. De Olmeekse beschaving aldaar aanvaardde de leiders van deze Nubische expeditie als heersers en, omdat hun cultuur zo superieur was, bepaalden deze Nubische leiders de latere ontwikkeling van de Mexicaanse cultuur.

Wie de Olmeekse beschaving beïnvloedde, beïnvloedde ook de klassieke Maya's, de Azteken en een hele reeks Meso-Amerikaanse beschavingen. Volgens de theorie stonden de Nubiërs model voor de kolossale stenen hoofden die door de Olmeken gebeeldhouwd werden. De Nubiërs leerden de inheemse Amerikanen hoe te mummificeren, hoe het verlorenwas-gietprocédé in zijn werk ging, hoe purper te maken, hoe een kalender bij te houden, hoe berekeningen te maken en hoe piramiden te bouwen. Als je die redenering volgt, dan moet bijna alles in Meso-Amerika zijn overgebracht door de Nubiërs. Maar vandaag zal ik alleen de Olmeken bespreken, omdat hun periode cruciaal is. De theorie van de Afrikaanse oorsprong wordt zelfs nog extremer doordat Van Sertema andere mensen heeft beïnvloed, onder wie Ahmad Winters, die schrijft: "De eerste beschaving die in Amerika voorkwam, de Olmeekse cultuur, werd gesticht door Afrikanen. De Olmeken spraken een van de Mande-talen die hun oorsprong hadden in de westelijke Sahara. Niet alleen leerden de Olmeken de Indianen hoe gewassen te telen, ze leerden hen ook kalenders maken en piramides bouwen. De oorspronkelijke Maya's waren waarschijnlijk Afrikanen. Vanwege de bijdrage van Afrikanen aan de stichting van de Mexicaanse beschaving werden veel van hun goden afgebeeld als Afrikanen. De Azteken, Zapoteken, Tolteken en Maya's bevolkten meestal stedelijke centra, gebouwd door Afrikanen of Afro-Indianen. Ze leerden architectuur, schrift, wetenschap en techniek van Afrikaanse technici". De idee komt er eigenlijk op neer dat de oorspronkelijke Amerikanen niet in staat waren ook maar iets zelf te ontdekken, en bijzonder vreemd is wel dat deze rondtrekkende Afrikanen zoveel meebrachten en nooit iets terug meenamen! Desondanks zijn deze stellingen belangrijk, omdat ze onderwezen worden in Amerikaanse basisscholen, vooral in grote stadscentra waar veel Afro-Amerikanen wonen. De beweringen zijn zo uitgebreid dat het erg tijdrovend is om ze te weerleggen.

Als we praten over het wetenschappelijke probleem van verspreiding tussen culturen, dan leveren onvervalste artefacten, ontdekt bij een archeologische opgraving, de beste bewijzen. Als je bijvoorbeeld iets ontdekt dat Carthaags is in een archeologische opgravingssite waar je controle over hebt en waarvan je exact de ouderdom van kunt bepalen, dan heb je een vorm van bewijs. Een deel van het argument dat meestal gebruikt wordt om de kritiek op Van Sertema af te wimpelen is dat het establishment er voordeel bij heeft alle bewijzen te verbergen en weg te moffelen, omdat dit establishment niet wil aanvaarden dat er iemand vóór Columbus naar Amerika kwam. Dat is natuurlijk niet zo. We weten dat er Vikings waren in 1064, omdat een Vikingnederzetting met authentieke Vikingobjecten ontdekt werd op Newfoundland. Die werd op een serieuze manier opgegraven, gedateerd met de koolstof-14 methode, en er zijn overeenkomsten met de geschreven verhalen over Leif Erikson en anderen. Het punt dat we moeten beklemtonen is dat we een overtuigend bewijs hebben dat de Vikings daar geweest zijn, hoewel ze geen invloed gehad hebben. Hoe dan ook, er is nooit een authentiek prehistorisch Afrikaans of Egyptisch artefact gevonden in de "Nieuwe Wereld". Vandaar dat er geen enkel overtuigend bewijs bestaat van handelscontacten, of in het algemeen, invloed van Afrikanen op Meso-Amerikaanse volkeren in het algemeen.

Hoe kan een cultuur in een tijdspanne van meer dan duizend jaar invloed hebben op zaken als piramiden, zonder dat die ooit werden ontdekt in de tijd daartussen? In Egypte werd de laatste trappiramide gebouwd in 2700 v.C; de laatste echte piramide werd er gebouwd in 1777 v.C.; in Nubië werd de eerste piramide gebouwd in 751 v.C. In de Nieuwe Wereld begint de Olmeekse beschaving in San Lorenzo in 1793 v.C.; de Olmeekse bloeiperiode in San Lorenzo duurt van 1428 v.C. tot 1011 v.C. en die in een tweede site, in La Venta, vindt plaats ongeveer 500 jaar later. De grote Olmeekse hoofden werden gebeeldhouwd rond 1200 v.C., Teotihuacán met zijn piramides ontstond in 100 v.C. en liep door tot 600 n.C. De Mayabeschaving dateert van ongeveer 250 n.C. tot 900 n.C., de Tolteken zijn er in 1100 n.C., de Azteken in 1300 n.C. Er is dus een tijdsverschil van 3000 jaar dat om een verklaring vraagt.

Antropologen hebben gezegd dat het begrip ras van weinig nut is; dat we allemaal Homo sapiens sapiens zijn en dat er veel meer variatie is binnen dezelfde etnische groep dan tussen verschillende etnische groepen. Hoe dan ook, stereotiepe ideeën over rassen bestaan nog steeds.

De Olmeekse hoofden in La Venta hebben stereotiepe kenmerken van Afrikanen ten zuiden van de Sahara, zoals dikke lippen en platte neuzen, maar ze vertonen ook opmerkelijke verschillen. Subsaharaanse Afrikanen hebben lange hoofden en geprononceerde kaken, kenmerken die niet terug te vinden zijn op de Olmeekse hoofden.

Het politiek correcte standpunt is natuurlijk dat Egyptenaren Afrikanen zijn, en dus zijn Afro-Amerikanen culturele en genetische afstammelingen van de Egyptenaren. Maar Afrika is een continent met meer dan 4000 talen en genetisch zijn de Afrikanen ten zuiden van de Sahara behoorlijk verschillend van de Egyptenaren. Van Sertema¹s standpunt is dat de modellen voor de Olmeekse hoofden Nubische Egyptenaren waren. Maar de ware reden dat Olmeken en West-Afrikanen allebei korte platte neuzen hebben is dat ze in de vochtige tropen leven. Egyptenaren, die in een droge woestijn leven, hebben grote, hoge neuzen, omdat neuzen vocht aan de lucht afgeven voordat die de longen kan verbranden. De mensen die poseerden voor de Olmeekse hoofden waren in feite Indianen die nog steeds in dat gebied wonen. Tenslotte worden de Nubiërs verondersteld om in 700 v.C. te zijn overgekomen, terwijl de Olmeekse hoofden 500 jaar eerder gebeeldhouwd werden.

Egyptische en Nubische piramiden verschillen opmerkelijk in grootte en bouw van de piramiden die gevonden werden in de Nieuwe Wereld. Alle Meso-Amerikaanse piramiden dienden hoofdzakelijk als basis voor tempels die er bovenop waren gebouwd, met trappen aan de zijkant om de tempel te bereiken. Egyptische en Nubische piramiden werden gebouwd om er mensen in te begraven, zonder trappen en met niets op de top. Er is maar één piramide in de Nieuwe Wereld die iets in haar binnenste bevat: de piramide in Chichen Itzá (1100 n.C.) (*). De theorie van de "ontvangen wijsheid" houdt in dat de inspiratie voor deze piramide van de Egyptenaren kwam 4000 jaar voordat ze gebouwd werd; een piramide die, in tegenstelling tot die in Egypte, aan de vier zijden trappen heeft en bovenop een tempel. Van Sertema beweert ook dat de Egyptenaren de mummificatie introduceerden in de Nieuwe Wereld. Nochtans was de oudste mummie ter wereld, die in Peru gevonden werd, al 2000 jaar oud voor men met mummificeren begon in Egypte. Mijn stelling is dat, als mensen die dergelijke dingen als eerste deden ook diegenen waren die het de anderen leerden, dat er dan ook mensen van Peru naar Egypte moeten gegaan zijn om de inwoners aldaar te leren hoe mummies te maken!

Bernard Ortiz de Montellano is hoogleraar antropologie aan de Wayne State University in de VS. Deze tekst is gebaseerd op een in 1997 gehouden lezing en is overgenomen uit het tijdschrift Rocky Mountain Skeptic .

(*) Noot van de redactie : naast de binnentempel onder de "Castillo" in Chichen Itzá is er ook nog de Piramide van de Inscripties te Palenque die het beroemde graf van Hanab Pacal bevat. De auteur is deze laatste kennelijk vergeten...

Vertaling Liesbeth Tysmans

Publicatiedatum
07-02-2001
Opgenomen in
Geschiedenis