UFO als cultuurervaring (deel I)

Kenneth Arnold
06-07-2009

-

door
5 minuten
Leestijd:
Cultuur is een mengeling van herhaling en verandering, gewoonte en creativiteit, signalen en ruis. Een van de genoegens van geschiedenis is dat we, hoe nieuw een bepaalde gebeurtenis ook lijkt, er steeds sporen van het verleden in waar te nemen zijn. Indien het UFO-fenomeen een voorwerp is van de cultuur, zou men kunnen verwachten dat de voornaamste karaktertrekken terug te vinden zijn in voorafgaande culturen. Buitenaardse zouden evenwel onafhankelijk moeten zijn van cultuur. Indien ze pas onlangs op het toneel verschenen zijn, zouden ze een discontinuïteit (verbreking) vormen met het verleden.

Onderzoekers die zich bezighouden met UFO-ontvoeringen hebben onlangs verkondigd dat er wel degelijk zulke discontinuïteiten bestaan. De culturele bron van de UFO’s ligt in een journalistieke interpretatie. Zoals we gezien hebben was het rapport van Kenneth Arnold met betrekking tot de mysterieuze vliegende voorwerpen nabij Mount Rainier een sensatie en voorpaginanieuws in heel Amerika. Journalist Bill Bequette bedacht de term "Flying Saucers" (vliegende schotels) omdat dit volgens hem het best overeen kwam met wat Kenneth had gezien. Arnold zei later zelf dat deze term was ontstaan uit ’...een groot misverstand...’. De mensen begonnen uit te kijken naar vliegende schotels en... zagen ze inderdaad ook. Ze rapporteerden platte, ronde voorwerpen die leken op vliegende schotels. Niemand rapporteerde de voorwerpen zoals Arnold die tekende in zijn Air-Force rapport. (zoals je op bijgaande foto kunt zien, zijn het helemaal geen vliegende schotels maar eerder vliegende boemerangs).

UFO-boemerang De implicaties van deze journalistieke interpretatie zijn ronduit verbluffend. Niet alleen duidt dit ondubbelzinnig op een culturele oorsprong van het gehele vliegende schotel fenomeen, het creëert ook een eersteklas paradox indien men het fenomeen wil verklaren in termen van buitenaardse. Waarom namelijk zouden buitenaardse hun ruimteschepen herbouwen om comfort te zijn aan een interpretatiefout van de journalist Bequette?! Tussen de jaren ’50 en eind jaren ’80 worden zowat 82 % van alle UFO-waarnemingen als vliegende schotels beschreven. Dit is veel meer dan één op drie wanneer men alle UFO- rapporten in rekening neemt. Indien echter verbeelding en culturele verwachtingen een rol spelen dan is dit in feite logisch. De mythe van de vliegende schotel is er de aanleiding toe dat we vliegende schotels opnemen in onze fantasieën en nachtdromen. Dit geeft een verklaring voor de voertuigen, maar wat doen we met de wezens ?

Wel hier gaat het net om hetzelfde. In heel veel SF-films die over buitenaardse werden gemaakt zeker in de jaren ’50 en ’60 , ziet men dat deze vaak terug komen in een aantal beweerde ontvoeringsgevallen. Zo bv. in de film Killers from Space (1954) zien wij bij de ontvoerde een vreemd litteken en herinnert hij zich zijn ontmoeting met de buitenaardse niet meer. De mysterieuze bevruchting van vrouwen, maagden inbegrepen, en vervolgens de geboorte van hybride kinderen is het thema uit de film Village of the Damned. Inplantingen in de hersenen vinden we terug in de film Invaders from Mars uit 1953. Als men de film Invasion of the Saucers Man uit 1957 bekijken zien wij hierin een type UFOnaut - kale, uitstulpende hoofd, uitpuilende ogen en geen neus - dat vaak terug komt in ontvoeringsverhalen na het uitbrengen van de film. Earth versus the Flying Saucers uit 1956 verhaalt over een ontvoering waarbij gedachten worden geroofd. In de toekomst kan het zijn dat we een epidemie kennen van geïmplanteerde parasieten onder invloed van de film "Alien". In latere films zoals E.T (1985), Close Encounters of The third Kind (1987), Independent Day (1996) en de tv series X-files (1996) en Dark Skies (1997) ziet men dat een aantal gekende ontvoeringsverhalen in de film verweven zijn. Maar dat resulteert dan weer dat mensen die deze successeries en films gezien hebben, later bij een eventuele UFO-ervaring vergelijkingen gaan opdiepen die zij hierin gezien hebben. Het lijkt er sterk op dat ontvoerden plagiaat plegen. Thomas Bullard ontdekte namelijk dat er een bepaalde structuur zit in alle ontvoeringsrapporten. Er zijn acht gebeurtenissen terug te vinden in dat soort verhalen en ze komen voor in een welbepaalde volgorde: gevangenneming, onderzoek, gesprek, rondleiding, buitenaardse reis, bewustwording, terugkeer, naspel.

Zelfs boeken geven aanleiding tot bronnen van inspiratie. Zo is er het geval Betty en Barny Hill. Het is een van de eerste ontvoeringsverhalen die zowat de wereldpers kreeg. In het boek dat uitkwam over hun ontvoering The Interrupted Journey (De onderbroken reis, 1966) door J. Fuller, kan je ergens lezen dat zij korte tijd voor hun nachtmerries over ontvoeringen van buitenaardse, het boek van Donals Keyhoe The Flying Saucers Conspiracy had gelezen. In dit boek worden een dozijn gevallen genoemd waar UFO-nauten in voorkomen. Bij manier van spreken kon Betty Hill dus een keuze maken uit een van deze personages. Maar er is meer. Kort voor het hoogtepunt van de film Killers from Space (1954) wordt een vrouw en een jongen na een nachtelijke rit ontvoert door mutanten van de planeet Mars en naar een kamer in de vliegende schotel gesleurd. De vrouw wordt op een rechthoekige tafel gelegd. Zij worstelt korte tijd met haar belagers totdat er een licht op haar gezicht valt. Hierdoor ontspant ze zich en verliest vervolgens het bewustzijn. Een naald gedeeltelijk omgeven door een doorschijnende plastieken koker wordt op de achterkant van haar nek gericht. Een apparaatje aan het eind van de naald wordt daar chirurgisch geïmplanteerd". En nu het verhaal van Betty Hill. Na een nachtelijke rit worden de Hill’s tot stilstand gebracht omdat er volgens hun een UFO geland was. De Hill’s worden in de UFO gebracht na weerstand geboden te hebben. Er worden eerst een aantal inleidende routinematige testen uitgevoerd. Betty gaat vervolgens op een onderzoekstafel liggen. Er worden naalden op verschillende plaatsen in haar lichaam gestoken met inbegrip van eentje in haar nek. Dan verschijnt er een heel lange naald, langer dan ze er ooit een gezien heeft. Deze wordt in haar navel gestoken. Ze ervaart een hevige pijn. De onderzoeker plaatst zijn hand over haar ogen, wrijft, en de pijn gaat over. De overeenkomst met het kalmerende licht uit Invaders from Mars is opvallend. Wat de lange naald betreft, deze procedure werd sinds het einde van de 19 de eeuw toegepast en noemt amniocentesis. Amniotische vloeistof werd weg getrokken via de navel indien er tijdens de zwangerschap te veel druk in de buik ontstond. In de jaren ’50 werd deze procedure gebruikt ter controle van zwangere vrouwen met Rh-bloed wanneer er kans bestond op onverenigbare bloedgroepen. Na 1966 werd deze procedure gebruikt voor genetische testen. En je mag nu zelf eens raden wat de bedoeling van de buitenaardse waren om met een lange naald in de buik van Betty te wroeten ?......Juist kijken of ze zwanger was ! Wat men er ook mag van zeggen, er zijn te veel vergelijkingen in de film "Invaders from Mars" uit 1953 en het ontvoeringsverhaal van Betty en Barny Hill uit 1961. Het is ontegensprekelijk zo dat ontvoeringsverhalen hun voorlopers hebben in heel wat science fiction films, tv-series, boeken en tijdschriften.

Wilder Penfleid verklaarde ooit: "Het is veel beter om zich te vergissen dan geen mening te hebben.". Vergissingen zijn productiever dan stilte. Zij kunnen iemand aanzetten tot onderzoek en ontdekkingen. Er zijn hier dingen in verband met het culturele aspect van het UFO-fenomeen die ik nooit verwacht zou hebben. Vooral de oorsprong van de vliegende schotels als een journalistieke uiting spreekt tot denken. Deze stelling zal misschien niet de ultieme weerlegging zijn voor de meeste mensen, maar voor mij is dit voldoende. Het is mijn mening dat cultuur mensen vatbaar maakt voor UFO-ervaringen op een manier die we op dit moment nog niet volledig begrijpen.

 

Bron : "50 jaar ufologie, de waarheid nabij" 

 

Authors
Marc Broux
Publicatiedatum
06-07-2009
Opgenomen in
Aliens & UFO's